Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de betoging van de social profit op dinsdag 31 januari
Actuele vraag over het aanpakken van het personeelstekort in de zorg
Actuele vraag over de noodkreet van de zorgsector
Verslag
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Gisteren kwam de zorg op straat. En ik moet zeggen dat het indrukwekkend was. Er waren gisteren ongelofelijk veel mensen afgezakt naar Brussel, veel meer dan verwacht. Men had 10.000 tot 12.000 mensen verwacht om mee te betogen voor de zorg, maar het waren er 20.000 – 20.000 mensen uit de verschillende sectoren van dit land. Niet alleen uit de ziekenhuizen, maar ook uit de woonzorgcentra, de jeugdhulp, de zorg voor personen met een handicap, de kinderopvang, het Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW), het sociaal werk, enzovoort. Dat zijn allemaal mensen die boos waren, mensen die gisteren vroegen wie er voor de zorgers zorgt. Zij willen graag voor de mensen zorgen, maar er moet ook goed voor hen gezorgd worden. De eisen gisteren waren heel duidelijk en gelijklopend over bijna alle sectoren. Ze zeggen dat de werkdruk veel te hoog is en dat de lonen veel te laag zijn.
Minister, ze zeggen mij dat het genoeg is, dat het niet meer volstaat, dat ze het niet meer aankunnen en dat er vandaag iets moet veranderen. Iemand spreekt mij aan zegt dat de zorg vandaag aanvoelt als bandwerk. Er is geen tijd meer om echt naar de mensen te luisteren, om een babbeltje te slaan met de mensen om hen te leren kennen. En dat maakt de job niet aantrekkelijk. Ze zegt dat studenten aan de opleiding beginnen, bij hen stage doen, maar tijdens de stage zeggen dat het niet de job is zoals zij ze willen uitvoeren.
Het is echt een probleem dat zorg bandwerk is geworden in plaats van mensenwerk, want zorg moet mensenwerk zijn. Als zorg mensenwerk is en men kan zorgen voor de mensen zoals het moet, dan is zorg aantrekkelijk en gaan wij mensen aantrekken. Minister, vandaag moet er iets gebeuren. De antwoorden die u vandaag geeft en waarin u zegt dat u bezig bent met het uitvoeren van het akkoord van twee jaar geleden, aan het werken bent aan zijinstroom en een brandingcampagne, volstaan dan niet. Wat die mensen in Brussel vragen, zijn nieuwe maatregelen en budgetten van deze regering voor de zorg.
Mijn concrete vraag aan u is: hebt u het signaal van de sector gehoord en bent u bereid om binnen deze Vlaamse Regering extra budget te voorzien om een nieuw sociaal akkoord te kunnen maken? (Applaus bij de PVDA en van Hannelore Goeman)
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, collega’s, gisteren kwam inderdaad de social profit op straat, en ze waren met veel, met meer dan 20.000. En de eerste die ik daar gisteren tegenkwam, was een volledige bus begeleiders van Het GielsBos, van bij ons in de regio. Die gaven eigenlijk meteen aan: “We vinden het moeilijk om hier te zijn, want we laten onze gasten niet graag achter. We hebben het idee dat we ze wat in de steek laten door hier te zijn, maar we moeten hier tegelijkertijd zijn, want het gaat niet meer. We zijn op. De werkdruk is te hoog. We zijn met te weinig collega’s, de collega’s vallen uit. Onze werkingsmiddelen zijn te beperkt om nog fatsoenlijk voor onze gasten te kunnen zorgen.”
Ik sprak met mensen die in een woonzorgcentrum werken, die elke dag op de tippen van hun tenen liepen. Op een bepaald moment kwam ik een groep onthaalouders tegen uit de regio, uit Turnhout. Die stonden wat rond te kijken en die spraken mij aan: “Zeg, waar moeten wij hier eigenlijk zijn? Naar waar gaat die betoging?” Die mensen waren nog nooit komen betogen in Brussel. En ook die voelden zich wat ‘ambetant’, omdat ze niet voor hun kinderen konden zorgen die dag, en ook voor de ouders die voor een oplossing moesten zorgen. Maar er was gelukkig veel begrip van die ouders. Dat merkte je gisteren ook in de betoging: voor het eerst waren het niet alleen mensen die werkzaam waren in de zorg, maar ook heel veel ouders met kinderen die mee op straat kwamen, vanwege de grote crisis in onze kinderopvang.
En we mogen niet vergeten, collega’s, dat al die mensen die daar gisteren stonden te betogen, daar niet voor hun plezier waren. Dat zijn mensen die voor ons zorgen, voor onze kinderen zorgen, voor onze ouders zorgen. Ze kunnen niet meer. De werkdruk is gewoon te hoog geworden. Ze hebben te weinig werkingsbudget om dat op een fatsoenlijke manier te doen. De vraag is dus: wie zorgt er eigenlijk voor hen?
En week na week krijgen we terecht te horen dat negen kinderen per begeleider in de kinderopvang gewoon niet meer gaat. Week na week zijn er verhalen over mensen in de woonzorgcentra die het niet meer trekken, en week na week ook verhalen over de werkingsmiddelen in de sector van personen met een handicap, in de jeugdhulp, die gewoon niet meer volstaan om de juiste zorg te kunnen bieden.
Mijn vraag is dus heel simpel, minister: u hebt gisteren wellicht ook het signaal gehoord, wat is uw reactie daarop? Bent u van plan om daar ook effectief iets aan te doen in het beleid? (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, collega’s, de witte woede is terug van nooit weggeweest.
Gisteren kwamen ongeveer 20.000 betogers op straat, en dat terwijl hun collega’s aan de slag waren in onze woonzorgcentra, in onze ziekenhuizen, in onze jeugdhulp, in de thuiszorg, in de kinderopvang, in de gehandicaptenzorg, om voor onze mensen te zorgen. En hun noodkreet weerklonk luid en duidelijk in de straten van onze hoofdstad.
Minister, ze hebben u hun bezorgdheid willen tonen, hun bezorgdheid over het manifeste tekort aan collega’s op de werkvloer, hun bezorgdheid over het grote tekort aan werkingsmiddelen, hun bezorgdheid over de grote uitval van collega’s op de werkvloer door de hoge werkdruk.
Kort samengevat, collega’s: ons zorgpersoneel moet te veel doen met te weinig collega’s, in te weinig tijd en met te weinig middelen. En dat zorgt voor grote frustraties bij het zorgpersoneel, want één iets hebben ze allemaal gemeen: ze willen de beste zorg geven aan al onze mensen.
Dus mijn vraag is kort, minister: wat zult u doen, nu en op korte termijn, om te zorgen voor voldoende personeel en voldoende werkingsmiddelen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, collega’s, drie jaar geleden stonden we net voor de coronapandemie, een periode die we toen nog niet hadden ingeschat, maar ook een periode waarin de leden van dit parlement over elkaar holden om te kunnen zeggen hoe belangrijk de helden in de zorg waren. Of het nu ging over kinderopvang, over jeugdhulp, over zorg voor mensen met een handicap, over de mensen in de centra algemeen welzijnswerk (CAW’s) in de welzijnssector, over onze ouderenzorg, die mensen waren dé helden van de pandemie. Ik denk dat er niemand is in dit parlement die die woorden niet in de mond heeft genomen. Ik denk dat er niemand was die dit niet snel genoeg op zijn Facebook, Instagram of andere sociale media kon zetten.
Wel, die mensen, minister, die liepen gisteren in de straten rond dit parlement. En die waren met veel, met enorm veel, met 20.000. Maar ik denk dat die 20.000 maar een topje van de ijsberg zijn. Die 20.000 mensen, die helden van de zorg, zijn de collega's van heel veel anderen die op hun werk gebleven zijn, die zijn blijven zorgen voor kinderen, die zijn blijven zorgen voor ouderen, die onze jongeren op pad blijven helpen, die zijn blijven zorgen voor mensen met een handicap. Zij verwachten van u nu een antwoord, een antwoord waar ze al jarenlang de nadruk op leggen. Een antwoord dat helemaal niet nieuw is, want ik hoor het voormalig minister Beke hier nog zeggen enkele jaren geleden: “We hebben in de pandemie ontdekt hoe kwetsbaar onze zorgsector was.” Wel, dat is een leugen. Ik heb het daarnet nog opgezocht. Die mensen hebben betoogd in 2019, die hebben betoogd in 2018, in 2017, in 2016, in 2015, in 2014. Die sector trekt al jarenlang aan de noodrem maar het beleid blijft doof.
Er wordt gepronkt met het zesde Vlaams intersectoraal akkoord (VIA 6) en dat zou alles opgelost hebben. Wel, minister, gisteren zijn die mensen uit al die sectoren nogmaals komen zeggen dat zij het niet meer trekken. Dat ze meer mensen en vooral betere werkomstandigheden en een betere verloning willen. Op die manier, alleen op die manier doen wij eer aan de strijd die Vlaanderen heeft geleverd om zelf bevoegd te zijn voor zorg en welzijn. Alleen op die manier doet u uw opdracht als Vlaamse Regering.
Minister, hebt u de noodkreet gehoord? Zult u niet wachten tot na de volgende verkiezingen, maar zult u voor de volgende verkiezingen nog een extra inspanning doen om de noden in de zorgsector te lenigen? (Applaus bij Groen en van Maxim Veys)
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega's. Ik heb gisteren uiteraard ook de duizenden en duizenden mensen die de straat zijn opgegaan, gezien en ook gesproken. Ze zijn gestart aan mijn kabinet, zoals jullie wellicht weten. Ze hebben dan een hele wandeling gedaan doorheen de stad.
Ik wil eerst één iets als kader stellen. Dit was een algemene betoging. Daarmee bedoel ik van de hele zorgsector: Franstalig, Nederlandstalig, federaal, Vlaams, zonder onderscheid. Dat is het eerste wat ik wil melden. Dit was geen betoging tegen Vlaanderen of tegen die of die. Het was een betoging van de hele zorgsector.
Ten tweede zouden we eigenlijk allemaal kunnen meelopen. Het acuut tekort aan mensen in de zorg, collega's, is vandaag enorm. Er zijn duizenden en duizenden vacatures. Dat laat zich voelen. Als ik het voorbeeld hoor over een hele bus mensen die zeggen dat ze het niet meer trekken en dat er mensen tekort zijn om de job te doen, dan begrijp ik dat.
Gisterenavond, collega's, zaten we samen met de Nederlandse regering. Ik heb daar mijn Nederlandse collega-minister gesproken. Die zei dat zijn grootste probleem mensen is. De zorg kraakt in zijn voegen omdat ze niet voldoende mensen vinden. Collega's, toen ik een paar maanden geleden de fakkel overnam heb ik gezegd dat dit voor mij de grote uitdaging is waar we voor staan: hoe vinden we voldoende mensen met een goede ingesteldheid om mee die duizenden en duizenden mensen die vandaag de zorg schragen, te ondersteunen?
Wat doen we vanuit de Vlaamse Regering? Collega Vaneeckhout, u was bijzonder in uw opsomming rond de betogingen, maar u hebt één moment vergeten. U verwees naar 2019. In 2021 heeft deze Vlaamse Regering inderdaad een sociaal akkoord afgesloten. Dat gaat over budgetten. U kent ze. Ik ga ze niet nog eens opsommen. Dat kunnen anderen doen. In dat sociaal akkoord hebben werkgevers en vakbonden zich ook geëngageerd tot sociale vrede voor een periode van vijf jaar. Een van de elementen van dat sociaal akkoord is bijzonder interessant. Men engageert zich om samen de dialoog aan te gaan, los van de budgetten, los van de periode: laat ons de dialoog aangaan over de toekomstgerichte visie op loopbaanbeleid, op kwaliteitsvolle loopbanen in de zorg en de social profit. Net daar, collega's, wil ik op dit ogenblik werk van maken.
Ik heb heel goed die boodschap gehoord. Ik heb uiteraard ook de vakbonden uitgenodigd om het gesprek aan te gaan. Niet langer dan een week geleden, collega's, zaten we samen, werkgevers en vakbonden, om voor de eerste keer een grote gezamenlijke Vlaamse campagne te lanceren om mensen aan te trekken in de zorg, mensen die vanuit de zorg komen en mensen die van elders komen. We hebben op vraag van de sector voorzien in coaches. Als mensen van een andere sector naar de zorg komen, dan worden er op dit ogenblik coaches voorzien om de opleidingen mee te voorzien. Collega's, dat is zo belangrijk. We hebben budgetten om duizenden en duizenden extra mensen aan de slag te helpen. Ik vind dat superbelangrijk. Ik vind het ook van belang dat we die inspanningen verderzetten.
Moet er nog verder gewerkt worden? Moet er geluisterd worden naar de extra noden? Absoluut. Absoluut. Daarom ga ik ook zeker de dialoog aan met de werkgevers en de vakbonden. En ik hoop oprecht, collega’s, dat we dit over de diverse regeringen in dit land samen kunnen doen. Want er zijn voor mij ook inspanningen nodig aan de overkant van de straat. Ik zou heel graag hebben dat die WUG-wet (Wet op de Uitoefening van de Gezondheidszorgberoepen) snel aangepast wordt. Vandaag, collega’s, zijn er voorzieningen zonder tekorten, met een wachtlijst van mensen die er willen komen werken. Weet u waarom? Omdat men gaat kijken naar wat mensen kennen en kunnen. Maar we worden versmacht in een ellenlange lijst van regeltjes over wat je wel en niet mag doen. Dat verstikt onze zorg.
Dus collega’s: ja, wij moeten in Vlaanderen inspanningen leveren. Maar ik heb ook hulp nodig van die bevoegdheden die nog federaal zijn gebleven. Als u natuurlijk hier kritische vragen komt stellen – dat is uw recht –, weet dan ook dat … Ik hoop dan ook dat u de intellectuele eerlijkheid hebt om aan de overkant dezelfde vragen te stellen. Want we kunnen die problemen maar oplossen als we de handen op dat vlak, collega’s, absoluut in elkaar slaan.
En tot slot, wat de budgetten en de besparingen betreft: ik viel eigenlijk van mijn stoel toen ik gisteren een communicatie las van twee van de partijen die hier staan. ‘De oneindige besparingen van deze Vlaamse Regering’. (Applaus bij de meerderheid)
Collega’s, 3,5 miljard euro extra deze legislatuur. 3,5 miljard euro! (Applaus bij de meerderheid. Opmerkingen van Jeremie Vaneeckhout)
Dus ja, ik ben partner van mensen die vandaag in de zorg werken. Ik ga alles doen wat in mijn vermogen ligt om het voor hen beter te maken. Maar stop, stop fake news, daar kan ik niet mee overweg. Niet als het gaat over de wachtlijsten in de jeugdhulp, niet als het gaat over besparingen van deze regering. Dank u wel. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, u zegt dat we allemaal zouden moeten meelopen. Ik ben inderdaad meegelopen, gisteren, omdat ik de eisen van de vakbonden en van het personeel ondersteun. Maar dat is niet, minister, wat de mensen van u verwachten. Ze verwachten niet van u dat u gaat meelopen in de betoging. Van u verwachten ze dat u maatregelen neemt, dat u zorgt voor de nodige budgetten.
En dan zegt u: “Twee jaar geleden hebben we een akkoord gesloten. Awel, dan verwacht ik vijf jaar sociale vrede.” Dat zegt u. Awel, die ‘awel’ krijgt u niet, en hoe komt dat? Omdat het akkoord dat gesloten is, niet volstaat voor de problemen die er vandaag zijn in de sector. Het volstaat niet. Het volstaat niet om enkel te zeggen dat we de sector aantrekkelijker gaan maken vandaag. Dat volstaat niet, want de sector zegt zelf dat hun job vandaag niet aantrekkelijk is en dat ze dat beseffen. Ze hebben te weinig collega’s, ze hebben een te laag loon, hun job is niet aantrekkelijk. U kunt die job aantrekkelijker maken en dan moet er een nieuw sociaal akkoord komen met opnieuw een loonsverhoging, hogere personeelsnormen en betere loon- en arbeidsvoorwaarden – nog binnen deze regering. Als dat er niet komt, minister, hebt u de eisen van de sector en de verzuchtingen van het personeel niet gehoord. (Applaus bij de PVDA)
De heer Anaf heeft het woord
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Er stonden gisteren heel veel mensen, ook heel veel mensen die voor de eerste keer stonden te betogen. Die mensen stonden daar echt niet omdat ze denken dat met VIA 6 nu alles opgelost is. We mogen onszelf dat ook niet wijsmaken. Die staan er omdat ze vinden dat het nog steeds niet lukt, ondanks VIA 6.
Ik geef u op een aantal punten gelijk. Uiteraard is het een uitdaging om personeel te vinden, om voldoende mensen te vinden. Dat is een uitdaging op alle niveaus, zowel Vlaams als federaal. Federaal worden er ook inspanningen geleverd: er is 4 miljard euro geïnvesteerd in gezondheidszorg, vijfduizend extra handen worden voorzien. Uiteraard zijn er ook nog uitdagingen en uiteraard worden die vragen ook in het federaal parlement gesteld: er is gisteren nog een actuadebat geweest over die betogingen. Laat ons allemaal op ons eigen niveau ons werk doen en alert blijven.
U zegt wel dat het ‘niet alleen’ over budgetten gaat, maar het gaat natuurlijk ‘ook’ over budgetten. Als het bijvoorbeeld over die werkingsmiddelen gaat – en ook al hoort u dat niet graag dat er bespaard wordt – dan is er toch al meer dan tien jaar lang geen indexering van die werkingsbudgetten geweest. Dat gaat natuurlijk niet meer, die mensen moeten met een derde minder werkingsmiddelen hetzelfde werk doen en dezelfde zorg leveren. Je moet toch geen grote econoom zijn om te weten dat dat gewoon op een bepaald moment op is? Dat geven die mensen nu al een hele tijd aan.
Wanneer komt er een indexering van die werkingsbudgetten, zodat die mensen wel terug fatsoenlijk hun werk kunnen doen? En, als het dan over de kinderopvang gaat: bent u bereid – ik ga de vraag nog eens stellen – om bij de begrotingswijziging nu eindelijk budget te voorzien om minstens die kind-begeleiderratio met één naar beneden te laten gaan? (Applaus bij Vooruit, van Mieke Schauvliege en van Onno Vandewalle)
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, het is inderdaad zo dat er de laatste jaren al heel wat geïnvesteerd is. Het is jammer dat daarvoor eerst een pandemie nodig was om tot het inzicht te komen dat er meer geïnvesteerd moet worden in de zorg- en welzijnssector. Die extra investering was eigenlijk een inhaalbeweging. Hier moet dus zeker nog een vervolg komen, minister.
De sociale partners vragen terecht om een toekomstplan, een duidelijk investeringsplan voor de komende jaren. Het is goed te horen dat u daartoe bereid bent, maar ik hoorde ook dat dit plan richting de volgende regering zal gaan. Dat betekent ten vroegste in 2025, minister, en dat is onaanvaardbaar, want deze crisis in de zorg zag men al jaren aankomen. Het beleid keek steeds weg. De noden in deze sector zijn veel te groot. Structurele oplossingen dringen zich nu op. Er dient nu actie ondernomen te worden.
We krijgen signalen vanuit het werkveld dat ze niet genoeg of zelfs helemaal geen inspraak krijgen bij het nemen van beleidsbeslissingen. Hoe gaat u ervoor zorgen dat de mensen van op de werkvloer meer inspraak krijgen bij die beleidsbeslissingen en welke initiatieven gaat u daarvoor nemen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, ik begrijp het eigenlijk niet zo goed. U zegt dat u begrip hebt voor de vraag van de mensen die gisteren op straat kwamen en dat u hun bezorgdheden deelt. Die mensen kwamen gisteren op straat met onder andere de duidelijke boodschap om te stoppen met de besparingen in zorg en welzijn. Tegelijk zegt u hier: “Er zijn hier collega’s die zeggen dat er bespaard wordt op de zorg. Fake news!” Dus eigenlijk zegt u dat die twintigduizend mensen gisteren op straat fake news brachten. (Opmerkingen bij de N-VA en cd&v)
Zij vragen om de besparingen te stoppen. U zegt: “Beste helden uit de zorg, u liegt.” Minister, zijn we het erover eens dat de voorbije tien jaar de werkingsmiddelen in de jeugdhulp, in de sector voor mensen met een handicap, in de kinderopvang, niet geïndexeerd zijn – al tien jaar lang – en dat die dus de facto maar twee derden van de economische waarde meer hebben die ze tien jaar geleden hadden? Zijn we het erover eens dat dat er fundamenteel voor zorgt dat die sector op kraken staat? En dus, minister, zijn we het erover eens dat na het signaal van gisteren het moment gekomen is voor de Vlaamse Regering dat de indexstop op de werkingsmiddelen van de welzijns- en zorgsector moet worden stopgezet? Zijn we het daarover eens, ja of neen? Dat is een politieke keuze en die ligt alleen maar in uw handen en die van de Vlaamse Regering. (Applaus bij Groen en Vooruit)
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, is er druk in de zorgsector? Ja. Is er in het onderwijs druk op de mensen? Ja. Is er druk op de mensen in de horeca? Ja. Is er druk op de mensen in de transportsector? Ja. Elke sector kampt vandaag met een druk op het personeel.
Zeggen dat deze regering niets doet en niet bespaart en zeggen dat VIA 6 – meer dan een half miljard euro – niets is, dat 150 miljoen euro in de kinderopvang niets is, dat is onrecht aandoen. En inderdaad, als u die informatie blijft verspreiden, gaan mensen dat op een bepaald moment effectief ook overnemen. Dan gaat dat half miljard weg. Dan zegt men dat die 150 miljoen euro niets is.
Maar ik stel wel één ding vast. Weet u wat mensen heel hard tegen de borst stuit, ook in de zorg? Als ze hun loonfiche zien, zien ze bovenaan ‘bruto’ en onderaan ‘netto’. (Opmerkingen bij Groen, Vooruit en de PVDA)
De loonwig die collega Axel Ronse daarnet heeft aangehaald, dat is iets dat in deze sector zwaar weegt. Ik ben blij dat we met de jobbonus voor die mensen versterking kunnen doen. En ik hoop dat u daar dan op federaal niveau ook ingrijpt. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Iedereen erkent natuurlijk dat de werkdruk heel hoog is in de sector. We weten dat zorgkundige en verpleegkundige knelpuntberoepen zijn. Er staan enorm veel vacatures open. Maar dat is niet alleen in de zorg zo, dat is in andere sectoren ook. Het probleem is: hoe vinden we die handen? We hebben conceptnota's besproken in onze commissie. Daar hebben we concrete oplossingen naar voren geschoven. En die zou ik hier graag horen. Bijvoorbeeld de flexi-jobs, bijvoorbeeld andere profielen, ik denk aan de logistieke medewerkers in woonzorgcentra of in de kinderopvang, ik denk aan de huismoeders die een rol kunnen spelen in de woonzorgcentra.
Het zijn die zaken waar we naar op zoek moeten gaan om zoveel mogelijk mensen aan te trekken. Maar door continu verschrikkelijk negatieve beeldvorming van de zorgsector te geven, ga je niet meer handen aan het bed krijgen. (Opmerkingen)
Alstublieft, stop daarmee. Er zijn problemen. Er zijn belangrijke uitdagingen, maar stop met zo negatief te doen over die sector. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Mensen die in de zorg werken, willen op een goede manier zorg geven. Dat siert hen. We weten allemaal dat die sector onder druk staat want de zorgnoden worden groter en er zijn grote personeelstekorten. Maar al dat gedoe, elke keer weer, over besparingen en de framing dat Vlaanderen niets zou doen voor de zorgsector, dat is manifest onjuist. Jullie kennen de cijfers zelf ook heel goed: 3,5 miljard euro extra deze legislatuur, tot bijna 16 miljard euro, 18 procent meer en dan zeggen dat dat niets is: manifest onjuist. Dat zijn allemaal middelen voor meer personeel, betere verloning, meer omkadering, betere arbeidsvoorwaarden. Als we willen tegemoetkomen aan de druk op de zorgsector, dan moeten we meer mensen vinden. Vorige week heeft Vlaanderen daar nog een nieuwe campagne voor gelanceerd. Ik hoop dat we die allemaal uitdragen.
Collega’s, er is ook meer nodig. Er is een grotere hervorming van de hele gezondheidszorg nodig, onder meer met een andere taakverdeling. Het is nodig, het is hoog tijd dat daar op federaal niveau werk van gemaakt wordt. Collega’s van Groen en Vooruit, ik hoop dat jullie dat riedeltje ook aan de overkant gaan zeggen om daar werk van te maken. (Applaus bij cd&v en de N-VA)
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, het gaat uiteraard een beetje alle kanten uit. Collega Vandecasteele zegt dat ik niet moet meelopen. Collega Wouters zegt dat ik met de mensen moet spreken. Ja, zoals jullie uiteraard, heb ik ook de gewoonte als er een betoging is om er ook eens door te wandelen. Ik doe trouwens heel veel wandelingen naar het parlement, dat weten jullie allemaal. Maar ik vind het van belang om eens te luisteren wat de zorgen van de mensen zijn. Een van de zorgen die ik telkens opnieuw hoor is: “Geef ons alstublieft respect voor wat we doen. Inderdaad, we trekken het niet meer, maar we vinden de mensen niet om ons te helpen. Er zijn zo veel extra noden gekomen, ook in jeugdhulp, ook bij oudere mensen. Zoek manieren om mensen te vinden die het werk samen met ons kunnen doen.”
Dat is, collega’s, waar ik elke dag aan werk. Dan is het natuurlijk een beetje moeilijk als er plots een beslissing genomen wordt – ik geef maar een voorbeeldje – om de beroepstitels opnieuw in te voeren in de verpleegkunde waardoor er opnieuw een ongelijke financiering ontstaat en er weer concurrentie ontstaat tussen de sectoren. Verpleegkunde – een van de collega’s haalde het al aan – is het grootste knelpuntberoep. Alstublieft, laat ons de kwestie van de hbo5-verpleegkunde (hoger beroepsonderwijs 5) oplossen. Er zijn jongeren die vandaag de keuze niet meer durven te maken omdat ze bang zijn dat ze nooit fatsoenlijk erkend zullen worden. We moeten dat oplossen. Dat kan zorgen voor zoveel betere instroom.
Collega’s, het is altijd aangenaam om eens goed te discussiëren, maar voor mij is het vooral van belang om inderdaad goed te luisteren en mee te zoeken naar manieren om extra mensen naar de zorg te trekken. Het sociaal akkoord is voor mij geen vodje papier. Als er mensen zijn die zeggen dat dat een slecht akkoord is, oké, dan moeten we dat met de werkgevers en de vakbonden opnieuw bekijken want zij waren akkoord. We hebben samen onze handtekening onder het akkoord gezet. Ik was erbij toen dat gebeurd is. En we hebben ons ook geëngageerd tot sociale vrede, maar ook tot een – ik zeg het nog eens – dialoog over hoe we de arbeidsorganisatie aanpakken.
Collega Wouters, u zegt dat er soms geen inspraak is. Ik hoor ook dat de arbeidsvreugde veel groter is op de plaatsen waar er inspraak is van de werkvloer in de manier waarop alles georganiseerd wordt dan als dat niet het geval is. Daar bestaan trouwens heel mooie artikels over die recent verschenen zijn. Ook in de arbeidsorganisatie moeten we dus durven in te grijpen. Collega’s, er liggen ook miljoenen bij mij te wachten die klaarstaan om te geven aan mensen die in de sector willen komen werken.
Tot slot, wat de budgetten betreft: het klopt absoluut dat de werkingsmiddelen gedurende een aantal jaren bevroren zijn. Ik moet dat ook erkennen. Dat is net de reden – dat zit niet in de 3,5 miljard euro – waarom er eind 2022 een kleine 70 miljoen euro vrijgemaakt is om tegemoet te komen in de energiekosten.
Een van de pijnlijkste zaken is dat de bejaarden die thuis wonen, een btw van 6 procent hebben. Bejaarden die in een woonzorgcentrum gehuisvest zijn hebben dat niet. Dus hebben we gezegd dat we zullen helpen. Daarom hebben we 70 miljoen euro geïnvesteerd. Het is mijn bedoeling om dat in 2023 opnieuw te doen.
Ik erken dat het absoluut ook mijn ambitie is om die werkingsmiddelen opnieuw te gaan koppelen aan de index. Dit heeft er ons niet van weerhouden om enorme budgettaire inspanningen te doen. Maar geld alleen zal de problemen niet oplossen. Daarvoor zijn echt meer mensen nodig, met evenveel respect van ons allemaal. (Applaus bij cd&v en de N-VA)
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister en leden van het parlement, ik vind de reacties hier bijzonder pijnlijk. Het doet pijn als ik hoor dat men zegt dat de werkdruk overal hoog is, ook in de horeca, als ik hoor zeggen dat het om negatieve beeldvorming gaat. Wat hier vandaag gezegd wordt, is exact waarom het nodig is dat die mensen op straat komen. Want het gaat niet om beeldvorming, het gaat over de werkelijkheid op het terrein. Jullie kunnen misschien denken: de werkdruk is overal hoog, ze moeten het maar volhouden. Wel, ze houden het vandaag niet vol.
Minister, ik heb nooit gezegd dat het VIA-akkoord van twee jaar geleden een slecht akkoord was. Wat ik zeg, minister, is dat er een volgende stap nodig is. En dat is net wat het personeel en de vakbonden ook zeggen. Want, minister, laat ons eerlijk zijn: extra budget is wél nodig. We gaan geen extra personeel kunnen aantrekken zonder extra budget. We hebben extra budget nodig voor hogere verloningen, voor betere vergoedingen, voor betere werkomstandigheden, voor een betere combinatie werk-privé. Want dat is wat de mensen vragen. Als we de job aantrekkelijk maken, als we van zorg weer mensenwerk maken, dan gaan we vacatures kunnen invullen en zal de situatie op het terrein verbeteren. (Applaus bij de PVDA)
De heer Anaf heeft het woord.
Ik zou toch een aantal collega’s willen uitnodigen om eens mee te gaan naar zo’n betoging. Dat is belangrijk. Jullie zijn volksvertegenwoordigers. Het is interessant om te gaan luisteren wat er bij de mensen echt leeft. Het is bijzonder wereldvreemd om hier te horen dat wij diegenen zouden zijn die voor een negatieve framing over de zorg zorgen. Komaan, u moet echt eens gaan luisteren hoe diep het bij die mensen zit.
Ik heb hier vandaag, eerlijk gezegd, nog altijd geen antwoord gekregen op een aantal fundamentele dingen die er aan de hand zijn in de zorgsector. Het is tof om de minister te horen zeggen dat ze ook vindt dat de werkingskosten weer geïndexeerd moeten worden. Maar u bent natuurlijk wel minister. Zorg er dan voor dat bij de volgende begrotingswijziging de indexering effectief opnieuw wordt doorgevoerd, in plaats van die eenmalige 70 miljoen euro. (Opmerkingen van minister Hilde Crevits)
Wel ja, dat is nu een voorbeeld. U moet eens gaan luisteren bij de welzijnssector wat ze van die 70 miljoen euro vinden. Natuurlijk zijn ze blij dat ze die krijgen. Maar ze zeggen allemaal dat dat absoluut niet voldoende is om een derde van de werkingsmiddelen die weg zijn, te compenseren. Het is nog niet eens ‘bijna’ voldoende. (Opmerkingen van minister Hilde Crevits)
En ik heb ook nog geen enkel antwoord gehoord over wat er nu gaat gebeuren met de kind-begeleiderratio. Voor mij is één ding heel duidelijk: van deze Vlaamse Regering kunnen de mensen die gisteren op straat zijn gekomen, niets meer verwachten. Er zal dit jaar niets meer van komen. Er zal volgend jaar niets meer van komen. Het zal voor de volgende keer zijn. Dat is de boodschap die ik hier hoor. (Applaus bij Vooruit en van Celia Groothedde)
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw bijkomende antwoorden. Ik deel de mening van collega Vandecasteele en van collega Anaf dat de reacties van sommige parlementsleden hier schrijnend zijn.
Minister, het is niet vijf voor twaalf, maar vijf over twaalf voor deze crisis in de zorg. En daarom vraagt onze fractie vandaag, samen met al het zorgpersoneel, dat deze regering dringend in actie komt. We eisen een verlaging van de werkdruk, meer collega’s op de werkvloer en de nodige tijd om kwalitatieve zorg en ondersteuning te kunnen geven. Onze fractie vraagt dat de regering luistert naar de mensen in de zorg. Geef de mensen op de werkvloer meer inspraak als er beslissingen worden genomen. Zorg voor aantrekkelijke werkomstandigheden, zodat werken in de zorg weer aantrekkelijk wordt, en dit niet alleen voor ons zorgpersoneel, maar ook voor al onze dierbaren die verzorgd worden. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, collega’s, het is niet alleen een grijs gedraaide maar ook echt een wereldvreemde plaat die hier zonet is afgespeeld. Als er protest komt in de cultuursector, dan is het de schuld van de oppositie. Als er protest komt in de onderwijssector en er noodkreten worden geslaakt, dan is het de schuld van de oppositie.
Als de zorgsector met 20.000 betogers op straat komt, dan is het de schuld van de oppositie. Collega’s van N-VA, cd&v en Open Vld, u bent er zonet in geslaagd om 20.000 betogers gisteren ‘poppetjes van de oppositie’ te noemen, die zomaar het frame dat de oppositie zet overnemen. U bent er niet alleen in geslaagd om de oppositie te beledigen, dat vind ik niet eens zo erg, maar u bent er vooral in geslaagd om die helden uit de zorg twee jaar na de coronacrisis fundamenteel te beledigen.
Want als het goed is zeggen we het ook. Minister, twee jaar geleden, toen minister Beke hier het VIA 6-akkoord heeft aangekondigd, hebben we gezegd dat dat een goede stap was. Collega’s hier kunnen getuigen. Net zoals de werkgevers en de werknemers toen, hebben we wel gezegd dat het toen maar een eerste stap was. En dus blijven we zeggen, dag na dag: stop de indexstop op de werkingsmiddelen in de zorg, en voer onderhandelingen over de volgende stap, als het gaat over sectorale voorwaarden voor de zorg- en welzijnssector. En daar zullen we voor blijven strijden, zowel hier als aan de andere kant van de straat. (Applaus bij Groen)
De actuele vragen zijn afgehandeld.