Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, Orpea is een grote zorgmultinational, actief in verschillende landen, onder andere in Frankrijk en in België, die op dit moment in het midden van een storm staat. Er zijn heel veel kritieken en getuigenissen naar boven gekomen over een gebrek aan kwaliteit van zorgen. Ook in Vlaanderen staan twee van de woonzorgcentra van Orpea onder verhoogd toezicht. Die woonzorgcentra van Orpea zijn bovendien de duurste van het land.
Maar terwijl de bewoners torenhoge huurprijzen betalen en de woonzorgcentra ook heel wat subsidies krijgen, blijkt vandaag dat alle woonzorgcentra van Orpea in Vlaanderen in slechte financiële papieren zitten, om niet te zeggen dat ze op de rand van het bankroet staan.
Dan is de vraag: waar gaat al dat geld naartoe? Als je kijkt naar de verslagen van de financiële inspectie en naar waar het geld naartoe gaat, dan blijkt dat er via vastgoedconstructies en via torenhoge managementkosten miljoenen worden doorgesluisd van die individuele woonzorgcentra naar het moederbedrijf Orpea in Parijs, meer bepaald naar de aandeelhouders van het moederbedrijf. Dat is allemaal geld dat niet naar de zorg kan gaan.
We hebben hier net het debat gevoerd over de kinderopvang, waar er hogere lonen moeten komen en waar er meer personeel op de vloer moet komen, net zoals in de zorg en in de ouderenzorg. En keer op keer zegt u: ‘Het zal nooit genoeg zijn. Ik ben de minister van nooit genoeg’.
Wel, als we dan zien dat er miljoenen euro's wegstromen uit de zorg naar aandeelhouders in Parijs, dan moet u toch ingrijpen, minister. Maar u zegt dat u niet zult ingrijpen. Daar kan mijn verstand niet bij, daar kan mijn verstand écht niet bij.
Minister, grijp in en zorg ervoor dat elke euro die binnenkomt ín de zorg ook wordt besteed áán de zorg, voor de bewoners en voor het personeel.
Minister Beke heeft het woord.
Voorzitter, collega, uw bezorgdheid over de financiële gezondheid van de woonzorgcentra is ook onze bezorgdheid. U zegt daarnet dat ze hogere lonen moeten krijgen en dat er meer mensen moeten komen. Daar ben ik het absoluut mee eens. Daarom ook hebben wij een sociaal akkoord afgesloten, waarbij we gaan voor hogere lonen, net als in de kinderopvang, en waarbij we ook gaan voor bijkomend personeel. De grote uitdaging is ze weten te vinden Maar ik zal niet terugkomen op het debat van daarstraks, wel op datgene wat u aanhaalt.
Wij rekenen op sociaal ondernemerschap. Sociaal ondernemerschap wil zeggen dat mensen initiatief kunnen nemen om onder andere woonzorgcentra te exploiteren. Zoals u weet, zijn wij daar ook gebonden door Europese regels. Tegenover dat vrije ondernemerschap staan checks-and-balances, dat wil zeggen een transparant financieel beleid. De Financial Services and Market Authority (FSAM) op Belgisch niveau doet daar controles op. Er is een performant kwaliteitsbeleid.
Daarvoor hebben we een toezichtdecreet, daarvoor hebben we een Woonzorgdecreet, daarvoor hebben we een decreet Vlaamse sociale bescherming.
Vanuit Vlaanderen garanderen wij de continuïteit van de zorg door het financieren van de zorgcomponent. Heel concreet betekent dat 75,8 euro per dag via de basistegemoetkoming zorg. Dat is wat wij financieren. Woonzorgcentra moeten dat ook doorgeven en registreren. Die kunnen dat dus alleen maar krijgen wanneer ze daar effectief zorg tegenover plaatsen. Op de component zorg kan geen winst worden gemaakt want daar staat personeel tegenover dat men moet registreren.
Daarnaast betalen bewoners ook een andere component, een eigen bijdrage, en dat is 60 à 61 euro. Die component staat in voor de kosten: leefkosten, woonkosten en andere kosten. Wat wij willen doen, is die kosten transparant maken. In de gehandicaptenvoorzieningen gebeurt dat vandaag al zodat iedereen duidelijk weet hoeveel de zorgkosten, de leefkosten en de woonkosten bedragen.
Een woonzorgcentrum is een thuisvervangende situatie. Wanneer iemand in die thuisvervangende situatie kiest voor een hoge luxegraad en bereid is daar zelf meer voor te betalen, dan kunnen wij dat niet in de weg staan. Wij doen wel een dagprijscontrole op die andere componenten. Daar werken wij wel mee. Maar onze vraag en ons uitgangspunt is dus of de bewoner de zorg krijgt die hij of zij nodig heeft. Staat tegenover datgene wat wij financieren ook personeel?
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, Els is iemand die in een woonzorgcentrum van Orpea werkt en zij zegt dat ze beschaamd is omdat ze niet genoeg materiaal heeft om goed voor de bewoners te kunnen zorgen. Ze is beschaamd omdat er niet voldoende personeel is om alle bewoners correct te verzorgen. En dan hoort zij Orpea zeggen dat er geen geld is voor meer materiaal en personeel maar intussen wordt via vastgoedconstructies en managementvergoedingen wel geld doorgesluisd naar aandeelhouders in Parijs, weg uit de zorg, minister. Kunt u zich voorstellen hoe Els zich moet voelen? Keihard werken voor al die bewoners, te weinig incontinentiemateriaal hebben om de bewoners correct te verzorgen en intussen zien dat er miljoenen worden doorgesluisd naar aandeelhouders.
Minister, u zegt nu dat er transparantie moet zijn, dat boekhouding en facturen transparant moeten zijn voor de bewoners. U zegt dat nu al jaren en dat stond ook al in het regeerakkoord. U hebt vorig jaar op een vraag van mij nog eens benadrukt dat u zou proberen te zorgen voor die transparante boekhouding. Maar vandaag is die er nog altijd niet. Als u dit hoort, begrijp ik echt niet waarom u niet ingrijpt wanneer miljoenen euro’s wegvloeien.
De heer Anaf heeft het woord.
Collega’s, wanneer het gaat over een dergelijk bedrijf waarvan we weten dat het met postbus-vzw’s en schimmige tussenstructuren werkt, moeten we niet verbaasd zijn dat de zorg daar niet op de eerste plaats komt.
Ik heb recent de inspectieverslagen ontvangen van verschillende woonzorgcentra van Orpea maar ook van een aantal pseudo-vzw’s onder Orpea en ik moet zeggen dat ik geschrokken ben. Het is een hele waslijst van verhalen over bewoners die zelfs niet één keer per week worden gewassen, bewoners die door het personeelstekort zeven maanden niet buiten kunnen, kapotte ramen die twee jaar niet worden gerepareerd. We hebben hier al vaak de discussie gevoerd over de opvolging van die inspectieverslagen.
Twee van die woonzorgcentra staan op de zwarte lijst. Die kennen we allemaal ondertussen: Park Lane en James Ensor. Maar als ik die verslagen lees, zijn er nog een aantal die eigenlijk ook op die zwarte lijst zouden moeten staan. Ik neem aan, minister, dat u ook die inspectieverslagen hebt. Bekijk die nog eens heel grondig want ik denk dat er nog wel een aantal zijn die eigenlijk op die zwarte lijst zouden moeten staan.
Daarnaast wil ik ook nog eens oproepen om die uitzonderingen, de woonzorgcentra waar het echt fout loopt, beter aan te pakken en de hardleerse cowboys op de zwarte lijst, die het echt begaaien, hun vergunningen af te nemen en aan iemand te geven die de zorg wel een warm hart toedraagt.
De heer Daniëls heeft het woord.
Voor de N-VA-fractie moet in deze discussie de kwalitatieve dienstverlening vooropstaan. Het is duidelijk dat die er in dit geval niet was. Het was niet door een tekort aan personeel, maar er werd wel winst gemaakt. Dat kan uiteraard niet. Daarentegen, als men winst wil maken op het verblijf an sich, en niet op de kwaliteit van de zorg, en mensen willen dat betalen: dat is iets anders.
Minister, ook collega Parys heeft al een paar keer gevraagd naar die duidelijk opgesplitste facturen, zodat het heel duidelijk en transparant wordt en dat mensen dat ook kunnen vergelijken. Er is natuurlijk ook die Trip Advisor waar dan het advies in komt en waar mensen ook kunnen zien hoe dat in elkaar zit, waar de extra kost zit die ze hier moeten betalen en waar niet. Want, zoals u zegt, kan er inderdaad ook ondernemerschap zijn.
Collega’s, kort samengevat. Voor onze fractie geldt eerst de kwaliteit, dan de zorg. Hervorm de inspectie zodat dit effectief boven komt drijven. Daar hebben we het al over gehad. We willen ook duidelijkheid binnen die factuur en uiteraard ook de Trip Advisor, zodat de toekomstige bewoners van woonzorgcentra weten waaraan ze zich kunnen verwachten.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
De situatie die we in die twee woonzorgcentra van Orpea zien, kunnen we eigenlijk een beetje vergelijken met wat we hier juist hebben gehad: het tragische verhaal van ’t Sloeberhuisje. Het probleem is dat, in tegenstelling tot de kinderopvang, er in de ouderenzorg wel een zwarte lijst is. Dat is al één zaak. We hebben hier ook weer te maken met rotte appels. Gelukkig is dat een klein deel en doet het overgrote deel van de voorzieningen het zeer goed. Spijtig genoeg besmeuren deze al de rest, en ze moeten er dan ook uit. Nu, we hebben een ontwerp van resolutie gemaakt dat hier straks ter bespreking zal staan, met heel belangrijke punten om aan die problematieken die daar heersen te remediëren.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Collega’s, er gaan heel veel Vlaamse overheidsmiddelen naar onze residentiële ouderenzorg. Minister, u zegt dat we inderdaad een transparant financieel beleid moeten bereiken. U geeft duidelijk aan hoeveel de kost is van de zorg en de eigen bijdrage, en als mensen meer willen betalen dan kunnen zij dat doen. Maar eigenlijk wordt er hier toch door bepaalde organisaties die op de zwarte lijst staan heel veel geld verdiend op de kap van de ouderen. Ik moet een vraag stellen, maar eigenlijk ben ik ontzettend verontwaardigd dat we dit toelaten. We hebben over de situatie van de twee woonzorgcentra van Orpea in de krant gelezen. Dat dit kan dat die mensen geen kwaliteit krijgen, maar dat de aandeelhouders in Frankrijk daarop wel verdiend hebben!
Mijn vraag is de volgende. Ik denk toch dat er meer moet zijn dan transparantie. U moet echt regels opstellen die van toepassing zijn op het verdienen op ouderen.
Minister Beke heeft het woord.
Dank u wel, collega’s.
Ten eerste, mevrouw Vandecasteele, als ik het verhaal van Els beluister – en dat zou een vriendin of een goede kennis van mij zijn – dan zou ik tegen Els zeggen dat ik in zo’n voorziening geen dag langer zou werken. Er zijn duizenden vacatures in de woonzorgcentra, ga elders solliciteren waar je je sterker kunt engageren in de zorg. Personeel kan op geen betere manier sanctioneren dan dat ze stemmen met de voeten, zoals ze dat noemen. Dat zou ik Els aanraden.
Ten tweede, collega Anaf, zitten we op dit punt wel op dezelfde golflengte en dat doet me deugd. Inderdaad, we moeten met Zorginspectie daarop inspecteren en dat doen we ook. Het is de rol van Zorginspectie om te kijken of de kwaliteit van zorg gegarandeerd wordt.
En als dat niet het geval is, moeten ze ingrijpen. Dat is wat Zorginspectie ook doet. Niet alleen met die twee, maar er zijn nog een aantal andere dossiers daaromtrent lopende. Wat dat betreft ben ik het er helemaal mee eens.
Collega De Martelaer, ik ben eigenlijk wel blij met wat u gezegd hebt. Ik heb het hier genoteerd en ik ga dat in mijn boekje bijhouden. U hebt zeer terecht gezegd dat er heel veel geld gaat naar de ouderenzorg, heel veel Vlaams geld. Ik heb hier tijden meegemaakt dat het ging over de structurele onderfinanciering van de ouderenzorg, maar ik ben blij dat ik alvast op dat punt ook al het verschil heb mogen maken, en dat u dat ook erkent. Wij moeten ervoor zorgen dat dat Vlaamse geld – en ik heb u de cijfers gegeven: 75,8 euro per dag – naar zorg gaat, dat dat ingezet wordt op zorg en dat van die 75,8 euro geen cent naar die aandeelhouders gaat.
Maar nog eens, als mijn ouders zouden beslissen om naar een woonzorgcentrum te gaan, en ze zouden daar veel geld voor willen betalen, omdat ze in een grotere, luxueuze kamer zouden willen zitten, omdat ze meer comfort zouden willen, dan is dat hun keuze. Het is een thuisvervangende situatie, en wij kunnen daar ook in Europees kader niet rond. We moeten optreden als er misbruiken zijn, we moeten optreden als er kwaliteitsindicatoren zijn die niet deugen. Dan moeten wij daarin optreden, en dat doen wij. Orpea is ook in Brussel en Wallonië actief, zoals u weet. Ook in Brussel en Wallonië hebben ze niet de instrumenten om te zeggen ‘krak’. Want we zitten in dat Europese kader, we moeten zorgen dat er een gelijk speelveld is. Maar binnen dat gelijke speelveld, moeten we controleren op kwaliteit, hebben we het instrument van de zorg in handen en kunnen we op die manier ook sturen.
Inderdaad, om de burgers nog meer te informeren over die verschillende componenten, willen wij in die dagprijsfactuur een onderscheid maken tussen de woonkosten, de leefkosten en de zorgkosten. De zwarte lijst waar u naar verwees, collega Anaf: wij gaan de inspectieverslagen transparant maken vanaf 1 maart, om op die manier ook het stemmen met de voeten van de bewoners, hun families en kandidaat-bewoners mogelijk te maken. Dat mensen weten waar men naartoe gaat. Dat men weet hoe het daar precies in elkaar zit. Dat is geen vage belofte, dat zal volgende week worden bekendgemaakt. Die zwarte lijst waarover u gesproken hebt, wat mij betreft kunnen de voorzieningen die op zo’n zwarte lijst staan, niet uitbreiden, kunnen zij hun capaciteit in Vlaanderen niet uitbreiden. Dat is een belangrijke stok achter de deur en dat is wat wij verder willen uitrollen.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, u raadt Els aan om de bewoners die zij al jarenlang verzorgt, achter te laten en elders te gaan werken. Ik wil u aanraden om de lat een beetje hoger te leggen. Dit is geen sociaal ondernemerschap, minister. 6 miljoen euro wordt er via vastgoedconstructies en managementfees doorgesluisd van de woonzorgcentra naar aandeelhouders in Parijs. Dat kan niet de bedoeling zijn. Het is uw verantwoordelijkheid, minister, om die geldstromen bloot te leggen en ervoor te zorgen dat dat stopt. En dat elke euro, elke euro van de bewoners, en van ons belastinggeld, die geïnvesteerd wordt in de zorg, naar de zorg gaat. En niet naar aandeelhouders in Parijs. (Applaus van Jos D'Haese en Jeremie Vaneeckhout)
De actuele vraag is afgehandeld.