Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de toename van het aantal verkeersdoden in Vlaanderen
Actuele vraag over het aantal ongevallen met e-steps
Actuele vraag over de ongevallen met de e-steps
Actuele vraag over de stijging van het aantal verkeersdoden in Vlaanderen
Verslag
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, 45 doden meer in ons verkeer dan in 2020. Bijna 300 doden in totaal vorig jaar, een stijging van 18 procent. Het zijn harde cijfers. Het zijn mensen die vertrokken van thuis en nooit meer terug thuis kwamen. Het had niet zo hoeven te zijn. Vlaanderen is de enige regio in ons land waar de doden in het verkeer stijgen. Dat is ook niet zo vreemd: terwijl we in Brussel zien dat men investeert in een veilige woonomgeving en traag verkeer, blijft deze Vlaamse Regering geloven in een versnipperde aanpak.
Uw verkeersveiligheidsplan is ambitieus, en wij steunen dat. Maar helaas blijft het nog te veel bij mooie woorden. U krijgt nieuwe fietspaden nauwelijks aangelegd en de lijst van zwarte punten wordt maar langer. Het kan anders. De Vlaamse Regering heeft alle kaarten in handen om effectief iets te doen aan de vele verkeersdoden. Verplicht zone 30 in de bebouwde kom en dwing gemeenten om te investeren in verkeersveiligheid als ze per se sneller willen rijden. Het werkt in Brussel. Het kan ook bij ons in Vlaanderen.
Minister, u hebt eerder al gezegd dat u zone 30 een goed idee vindt, maar niet overal. Bent u het met ons eens dat snel rijden in de bebouwde kom, sneller dan 30 kilometer per uur, altijd samen moet gaan met extra verkeersmaatregelen?
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Voorzitter, minister, er is de voorbije weken heel veel te doen geweest over de coronabarometer die op rood staat. Vandaag is er opnieuw een barometer die op rood staat, namelijk de veiligheidsbarometer. Ik neem er even de cijfers van Vias bij. Letselongevallen in Vlaanderen: plus 13,5 procent. Gewonden: plus 12,9 procent. Dodelijke slachtoffers: een stijging van maar liefst 13,8 procent. In Vlaanderen vielen vorig jaar maar liefst 291 verkeersdoden te betreuren.
Minister, er zijn enkele duidelijke nieuwe evoluties die ons echt ongerust maken. Een eerste opvallende vaststelling is de forse toename van het aantal dodelijke ongevallen met bestelbusjes: 30 in 2020 en 45 in 2021. Volgens Vias zou de sterk toegenomen e-commerce hiervan aan de basis liggen en dat lijkt mij een heel logische verklaring. We kennen de problemen die eigen zijn aan die sector: schijnzelfstandigen die onder enorme druk staan, die tot 12 uur of meer achter het stuur moeten zitten om die honderden pakjes thuis geleverd te krijgen, zelfs op zaterdag en ook op zondag. Dat leidt uiteraard tot stress en tot vermoeidheid en logischerwijze vloeien daar meer verkeersongevallen uit voort.
Dan is er nog een tweede meer opvallende stijging, namelijk die van het aantal letseldoden met e-steps, met een indrukwekkende 150 procent. Vorig jaar vielen vier doden en werden meer dan duizend letselongevallen gerapporteerd.
Minister, nieuwe problematieken vereisen ook een nieuw beleid. Elke verkeersdode is er een te veel. Maar elke seconde talmen met een aanpak die nieuwe verkeersslachtoffers voorkomt, is er ook een te veel. Daarom mijn vraag: welke initiatieven zult u nemen om ervoor te zorgen dat we hier volgend jaar niet opnieuw moeten staan omdat de cijfers van de verkeersslachtoffers opnieuw gestegen zijn. (Applaus bij het Vlaams Belang)
– Liesbeth Homans, voorzitter, treedt als voorzitter op.
De heer Meremans heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik haal er een aparte categorie uit, namelijk die van de e-steps: 510 ongevallen in Vlaanderen. Zoals de vorige spreker zei, is dat een opmerkelijke stijging, voor de eerste maal geregistreerd.
We hebben in onze partij daarover een nota opgesteld, samen met collega Raskin uit de federale Kamer. We hebben standpunten voorgesteld. Andere partijen, zoals de collega's van Vooruit, hebben dat ook gedaan. Ik heb zo de indruk, als ik alles lees, dat er eigenlijk een consensus is in dit parlement, ook met collega Fournier, over wat er eigenlijk moet gebeuren in verband met de regelgeving voor de e-steps.
Er is nu een interfederale werkgroep. Allemaal goed en wel. Gisteren lag er ook een wetsvoorstel klaar van Vooruit, dat ook de steun kon genieten van de N-VA-fractie. Maar bon, dat is door de Ecolominister weer van de agenda gehaald. Dat moet nu een resolutie worden omdat er wordt gewacht op de interfederale werkgroep.
Minister, hoe ver staat het daar nu mee? Ik heb die vraag nog al eens gesteld. De barometer staat op rood wat dat betreft. We moeten daarop ingrijpen. Wij zijn niet tegen de e-step. Dat is een volwaardig deel van mobiliteit. We moeten dat wel een goede plaats geven binnen de totale hoeveelheid van mobiliteitsmiddelen.
Minister, hoe ver staan we daar nu eigenlijk mee? Kunnen we eindelijk de verdere regelgeving voor de e-steps afkloppen? Dat is echt hoog tijd.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Goedenavond, minister, er is al veel gezegd en ik zal niet alles herhalen. Ik wil zoals de heer Meremans de aandacht vestigen op een nieuw fenomeen in de statistieken, en dat zijn de ongevallen met e-steps. Wat we vroeger niet hadden, hebben we nu wel. In 2021 waren er meer dan duizend geregistreerde ongevallen. Dat zijn er drie per dag. En dat is nog maar het topje van de ijsberg, want ik denk – ik ben er zeker van – dat heel veel ongevallen niet geregistreerd werden. Het zijn de ongevallen die aangegeven worden bij de politie die in de statistieken staan.
De problematiek van de e-step is niet eenvoudig. We hebben dat al verschillende keren in de commissie besproken. Het gaat over het al dan niet rijden op het voetpad, het al dan niet met twee mogen rijden op een step, de maximumsnelheid, het dragen van een helm, kortom de plaats van de e-step in het verkeer. Ik weet – collega Meremans heeft er al naar verwezen – dat u deze problematiek in een IMC wilt aankaarten. Minister, vanuit Vlaanderen hebben we ook bepaalde bevoegdheden ter zake. Zou u wachten op de concrete maatregelen van de IMC of gaat u op korte termijn zelf al maatregelen nemen om toch de veiligheid van de e-steppers te verhogen?
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, er is inderdaad al heel veel verteld. Vias, een soort röntgenfoto van de verkeersveiligheid in Vlaanderen, stelt vast dat we bijna in het postcoronatijdperk zitten, want de cijfers beginnen weer heel erg te lijken op precorona, met een aantal opmerkelijke vaststellingen wat betreft de stijging van de verkeersdoden en de letselongevallen met e-steps en e-bikes.
Goede collega’s, de minister zal me niet tegenspreken: verkeersveiligheid is altijd een dubbele verantwoordelijkheid, met aan de ene kant de overheid die moet zorgen voor verkeersveilige infrastructuur en met aan de andere kant alle weggebruikers die de plicht hebben, wettelijk en moreel, om aangepast en gedisciplineerd gedrag in het verkeer aan de dag te leggen. De cijfers spreken voor zich. Minister, hebt u extra maatregelen op het schap staan om de verkeersveiligheid in Vlaanderen te verbeteren?
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, dank u voor de vele vragen. Verkeersveiligheid belangt ons allemaal aan en we hebben dan zeker ook de nodige aandacht gegeven aan die verkeersbarometer voor het jaar 2021, waar Vias mee naar buiten is gekomen. De cijfers zijn niet goed, dat kan ik beamen, ik denk dat we het daar allemaal over eens zijn. Elk cijfer hoger dan nul is slecht. Elk slachtoffer in het verkeer is er één te veel. Daar zijn we het allemaal over eens.
We moeten de cijfers wel in de juiste context plaatsen. Ik verwijs onmiddellijk naar ons Verkeersveiligheidsplan. Daar hebben we heel duidelijk als referentiejaar het jaar 2019 genomen, omdat het jaar 2020 nu eenmaal een erg atypisch jaar was. Het was een jaar met heel veel lockdowns waarin de cijfers niet altijd consequent zijn door te trekken. Opnieuw, die nuance neemt niet weg dat de cijfers slecht zijn. Een aantal collega’s vragen wat we nu gaan doen, hoe we gaan bijsturen.
Het gaat dus over de cijfers van 2021 en u weet dat we in juli 2021 ons Verkeersveiligheidsplan hebben uitgerold. Ik ben blij dat iedereen hier achter dat plan staat. Misschien even om het geheugen op te frissen: in dat Verkeersveiligheidsplan hebben we negen prioriteiten naar voren geschoven. Zeker de kwetsbare actieve weggebruiker staat centraal, maar we focussen ook op de jonge onervaren bestuurder, op de lichte vrachtwagens, kortom op heel wat facetten die hier vandaag aan bod komen.
Wat we ook hebben in dat Verkeersveiligheidsplan zijn tussentijdse doelstellingen. We houden vast aan Vision Zero, maar liever vandaag dan morgen. Tegen 2025 graag een daling van 25 procent en tegen 2030 een daling van 50 procent van de dodelijke slachtoffers.
We hebben ook 37 concrete maatregelen om die tussentijdse doelstelling en die einddoelstelling effectief te halen.
Dat plan dateert van juli 2021. We hebben ondertussen zeker niet stilgezeten, integendeel. We hebben al heel wat acties op touw gezet om effectief over te gaan tot de uitvoering van dat plan, om de doelstellingen die we hebben opgenomen, de kritieke prestatie-indicatoren (KPI’s), ook effectief te realiseren.
Wat hebben we zoal gedaan? Ten eerste hebben we het afwegingskader zone 30. U weet, mevrouw Lambrecht, dat wij duidelijk zeggen dat er een heel groot verschil is tussen een stedelijke kern en de periferie. Daarom hebben we een afwegingskader gemaakt voor alle lokale besturen, voor alle mogelijke gemeenteraadsleden, dat ze kunnen gebruiken om de afweging te maken van waar het aangewezen is om een zone 30 uit te rollen en waar niet, in functie van de leesbaarheid van de weginfrastructuur.
Wat hebben we nog gedaan? We hebben ons MIA-plan uitgerold, ons ‘Mobiliteit Innovatief Aanpakken’-plan. Daarin hebben we een aantal proeftuinen gelanceerd met een regelluw kader en zorgen we tegelijkertijd ook voor een aangepaste regelgeving. U hebt vorige week al gehoord dat we gaan bekijken of we onze fietspaden op een veel snellere manier kunnen uitrollen.
Mevrouw Lambrecht, ik ben het niet eens met u wanneer u zegt dat wij die fietspaden amper aangelegd krijgen. In 2021 hebben wij daarvoor een ongezien bedrag van 329 miljoen euro vastgelegd. Een vastlegging is niet hetzelfde als een uitvoering, maar u zult de komende twee jaar ook die uitvoering effectief zien in het straatbeeld. Dat is een ongezien bedrag, 329 miljoen euro, voor veilige, comfortabele fietsinfrastructuur.
Wat hebben we nog gedaan? We stelden een afwegingskader op rond ‘kruispunten maximaal conflictvrij maken’, met daarin tools voor lokale besturen en administraties om maximaal in te zetten op conflictvrije kruispunten. Daarnaast zijn we ook bezig met een afwegingskader voor oversteekplaatsen voor voetgangers, want we zien opnieuw dat er veel te veel actieve weggebruikers voorkomen in deze cijfers, in die barometers. Daar moeten we iets aan doen.
Mijnheer Keulen, u zegt terecht dat het zowel een zaak is van de weginfrastructuur als van de weggebruiker zelf. De weggebruiker moet ook verantwoordelijkheid aan de dag leggen. U weet dat we in het kader van dat hele verkeersveiligheidsplan de Safe System approach hebben weerhouden, waarbij we niet kijken naar wie een fout begaat maar wel naar hoe we die fout kunnen voorkomen. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat onze infrastructuur veilig is en dat die weggebruiker dergelijke fouten niet meer maakt? Dit bekijken we in combinatie met de kindnorm. Iedereen moet zich veilig kunnen verplaatsen in het verkeer.
Handhaving is daarbij sowieso het sluitstuk, maar ook dat is iets wat we al meermaals onder de aandacht hebben gebracht en waar we op blijven inzetten.
Voor 2022 is een bedrag uitgetrokken van niet minder dan 186 miljoen euro, specifiek voor de uitrol van al die facetten die ik genoemd heb: om investeringen te doen in conflictvrije kruispunten, in handhavingsapparatuur, in bijkomende veiligere kruispunten, in het wegwerken gevaarlijke punten en dergelijke. Ook die cijfers zullen we maximaal vastleggen.
Dan kom ik tot de e-steps. De e-steps zijn inderdaad voor het eerst expliciet opgenomen in deze cijfers. We zijn het er allemaal over eens dat we de regelgeving inzake e-steps en andere gemotoriseerde tweewielers moeten aanpassen. Op federaal niveau is men bezig met die regelgeving. Ik heb er alle vertrouwen in dat dat ook gaat landen. Ik heb vorige week in de commissie al gezegd dat we in de interministeriële conferentie aan de federale collega, minister Gilkinet, maar ook aan de collega’s van de andere gewesten, gevraagd hebben of we geen interministeriële werkgroep kunnen oprichten om met een gezamenlijk standpunt over e-steps naar buiten te komen. Vandaag staan we al vier vergaderingen verder na die interfederale werkgroep. Er liggen teksten op tafel. Ik heb die teksten ook voorgelegd aan onze taskforce verkeersveiligheid om te laten bekijken door een aantal wijze experts. Is dat het dossier vooruitduwen? Absoluut niet. We willen zo snel mogelijk landen. Wat mij betreft, kan de regel eigenlijk heel eenvoudig zijn. Want het gaat vooral over de plaats van die gemotoriseerde tweewieler, van die e-stepper, maar ook van de hoverboards en dergelijke.
Ik denk dat het heel duidelijk is: van het moment dat het gaat over stapvoets rijden – want ook een aantal mensen met beperkingen moeten vaak gebruik maken van gemotoriseerde tweewielers – dan kan het op de plaats waar ook de voetgangers gaan. Als het gaat over sneller dan stapvoets rijden, dan zouden zij moeten rijden op de infrastructuur die ter beschikking is van fietsers.
Verder is er nog het verhaal van de minimumleeftijd, van de verplichting van een helm en dergelijke meer. Die punten worden allemaal uitgerold. De adviezen van de taskforce heb ik al binnen, die zijn op 16 februari op de vergadertafel gelegd. Die adviezen worden nu verwerkt, en op de eerstvolgende interministeriële werkgroep wordt dat behandeld. Ik heb er alle vertrouwen in dat we, samen met de federale en de andere gewestelijke collega’s, zeker kunnen landen.
Tot slot, collega’s, nogmaals: veiligheid is een absolute topprioriteit. De cijfers voor 2021 waren niet goed. Met het verkeersveiligheidsplan van 2021 proberen we daar een kentering in te brengen. Morgen zal ik op de Vlaamse Regering mijn stand van zaken brengen rond de uitvoering van dat verkeersveiligheidsplan. Dat is een stand van zaken van alles wat we al hebben uitgevoerd, en tegelijk ook de geplande acties voor het komende werkjaar. Ik hoop alleszins, en eenieder in dit forum, denk ik, dat we in 2023 andere cijfers hebben. We blijven alles monitoren, en ik hoop dat ik dan andere cijfers heb, en dat er dan een bewijs op tafel kan liggen dat ons verkeersveiligheidsplan werkt. Niet opdat ik een pluim op mijn hoed zou kunnen steken, maar wel omdat er geen enkel slachtoffer in het verkeer moet vallen, want nogmaals: elk slachtoffer is er één te veel.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, er is inderdaad veel theorie, maar ik vraag me toch af welk succes de Vlaamse Regering eigenlijk wil vieren. Er zijn nu minder doden op de fiets, maar meer doden die wandelden. Ondertussen neemt het aantal enkel verder toe. De vraag is eigenlijk heel simpel: hoeveel doden is hard rijden in de bebouwde kom ons waard?
We zien overal in Vlaanderen wat een overheid kan doen om in te grijpen. Het kan dus wel, maar we moeten ook wel willen. Neem nu, bijvoorbeeld, die invasie van bestelbusjes. Ze zijn, samen met de vrachtwagens, steeds vaker betrokken bij de dodelijke ongevallen. Dat is niet zo vreemd, want ze hebben altijd haast, en ze zijn altijd actief in de bebouwde kom. Dat kun je voorkomen met een zone 30, maar bijvoorbeeld ook met het handhaven van venstertijden. Ik heb de volgende vraag: aangezien u nog steeds niet bereid bent om zone 30 te verplichten waar de verkeersveiligheid niet gegarandeerd is, bent u dan wel bereid om venstertijden af te dwingen?
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, stellen dat we e-commerce zouden moeten verbieden, zoals sommigen willen, is absurd, en ook wel belachelijk. We moeten er wel voor zorgen dat er een wettelijk kader wordt gecreëerd, waarbij ook de misbruiken in de sector worden aangepakt. Minister, ik weet dat u dat, binnen uw bevoegdheid van mobiliteit, niet alleen kunt doen. Maar ik herhaal de cijfers nog eens: er is een stijging van het aantal dodelijke ongevallen met bestelwagens met maar liefst een derde. Deze cijfers zouden opnieuw een eyeopener moeten zijn dat er in de sector van de e-commerce dringend nood is aan regulering. Er is dringend nood aan betere arbeidsomstandigheden. Waarom niet, minister, ook wat dwingender maatregelen inzake verkeersveiligheid voor deze sector? Wat we niet mogen toelaten, minister, is dat chauffeurs van de PostNL’s van deze wereld zich als cowboys op de baan begeven om hun pakjes op tijd te kunnen afleveren.
Mijn bijkomende vraag voor u, minister: welke initiatieven kunt en wilt u in dit verband nemen?
De heer Meremans heeft het woord.
Dank u wel, minister, maar ik mis toch wel enige timing. Eigenlijk weet ik nu evenveel als voor ik naar hier kwam en dat is dat u ermee bezig bent. Dat is heel fijn.
Ik wil ook geen waslijst aan regels. U kunt heel eenvoudige, transparante regels opstellen. Het moet helemaal geen bijbel worden, met allerlei exegese daarrond. Ik denk dat dat wel nodig is, en het is ook haalbaar op korte termijn.
Wat betreft de helmplicht: kijk naar Denemarken. 5,8 miljoen inwoners, en meer dan de helft van de volwassen Denen draagt een fietshelm. Negen op tien kinderen jonger dan elf jaar dragen een fietshelm. In Denemarken is er geen fietshelmplicht. Wat doen ze daar dan wel? Ze hebben al vijftien jaar gewerkt om het trendy te maken, om promotie te maken, om filmpjes daarover te maken en ludiek te zijn. Ik heb jullie in onze commissie zo’n filmpje laten bekijken. Minister, u moet ook op die campagne inzetten. Als ik u een suggestie mag doen: neem Stefaan De Gand en Dominique Van Malder mee, zet hun een fietshelm op, en ik ben er zeker van dat heel veel mensen dat voorbeeld zullen volgen. Op dat vlak verwacht ik toch nog enige actie van u.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Voorzitter, ik heb net gezegd aan collega Meremans dat hij ook vrouwelijke voorbeelden mag geven in plaats van twee mannen te noemen.
Minister, ik weet dat u deze problematiek ter harte neemt. We hebben in de commissie al gevoeld dat u echt wel bezig bent met deze problematiek. Maar wat mij betreft duurt het allemaal wel een beetje lang. De interministeriële werkgroep is al vier keer samengekomen. Voor mij mag het allemaal wel een beetje sneller.
Ik heb in de commissie ook al een paar keer gevraagd of er genoeg data over de e-steppers beschikbaar zijn. Het is een nieuw fenomeen, zoals ik al zei, maar zonder data kunnen we moeilijk reglementen uitschrijven. Wie is die e-stepper eigenlijk? Is dat een oudere? Is dat een jongere? Wordt er recreatief gestept, of in het kader van het woon-werkverkeer? Op dat vlak is nog werk aan de winkel, om daarover meer cijfers te verkrijgen.
En ten derde, er bestaat veel frustratie over de dropzones. Brussel heeft deze of vorige week een maatregel genomen om dropzones af te bakenen. Minister, bent u ook voorstander van dergelijke dropzones? Kunt u de gemeenten aansporen om dergelijke dropzones voor e-steps af te bakenen?
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, minister en collega’s, de vier collega’s hebben al heel wat aspecten aangekaart. Ik zal mij focussen, minister, op het aspect van de e-bike. Dat vind ik een heel interessant fenomeen. Het is ondertussen ook onmetelijk populair geworden. Het is een symbool van de vrijheid geworden.
De vrijheid is altijd een medaille met twee kanten. Aan de ene kant komen nu mensen buiten die dat vroeger niet deden. Ze bewegen zich met de fiets, waar ze vroeger voor verplaatsingen altijd de wagen namen. Maar tezelfdertijd zie je ook dat voor mensen die 65-plus zijn de e-bike een zekere routine en behendigheid vergt. Daar ontbreekt het hun aan, met soms zware letselongevallen als gevolg.
Minister, plant u daarrond specifieke sensibiliserende campagnes, hetzij gewoon vanuit de overheid hetzij samen met bepaalde middenveldorganisaties, zoals de OKRA’s (Open, Kristelijk, Respectvol en Actief) van deze wereld, om ook die groep te helpen, zodat vermijdbare ongevallen niet hoeven te gebeuren.
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, ik heb een klein beetje een déjà-vugevoel van het debat van daarnet. We zitten met een groot maatschappelijk probleem dat er niet bepaald beter op wordt. We krijgen hier dan een minister die hele lange lijstjes met maatregelen opsomt. Dat is absoluut een verdienste, maar het effect is er blijkbaar niet. En, minister, dan zegt u dingen als: “Ik hoop nu op betere cijfers die bewijzen dat ons verkeersveiligheidsplan werkt.” Wel, de huidige cijfers bewijzen jammer genoeg dat het niet werkt. Wat is er extra nodig, wat zult u extra doen om ervoor te zorgen dat dat in orde komt? Dat heb ik vandaag nog niet gehoord.
En ten tweede, we hebben hier vorige week het debat over de toekomst van de e-commerce gehad. U hebt het debat misschien gemist, maar wij hebben gezegd dat er geen e-commerce mag zijn. Dat is heel duidelijk. Maar dan gaat het wel over de sociale bescherming in de e-commerce. Een aantal mensen horen en zien het haar op hun armen overeind komen wanneer men daarover spreekt. Maar hieruit blijkt toch dat de impact daarvan zeer groot is: van sociale bescherming tot aan de verkeersveiligheid in onze dorps- en stadskernen toe. Dat is toch wel een ‘take home message’ voor de mensen die het debat van vorige week mee hebben gevoerd.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, 2021 was inderdaad een donker jaar op onze Vlaamse wegen. Ik begrijp de nuance die u hebt aangebracht, namelijk het coronajaar ervoor en dat het dus met een korrel zout moet worden genomen. Maar als je kijkt naar de verkeersdoden kun je niet anders dan vaststellen dat we de afgelopen vijf jaar stilstaan, dat er een stagnatie is en dat er geen fundamentele stappen vooruit worden gezet. U geeft aan dat u x aantal stappen wilt zetten en dat u hoopt dat er dan verbetering is. Maar als je kijkt naar Wallonië en Brussel, die best wel spectaculaire cijfers voorleggen – Wallonië min 16 procent en Brussel min 57 procent verkeersdoden –, dan komt dat door de politieke keuzes die ze maken, door effectief in te zetten op bepaalde zaken, zoals de zone 30, aangehaald door mevrouw Lambrecht. Zo zorg je ervoor dat je effectief cijfers kunt realiseren.
Ik wil nog kort aansluiten bij de opmerking over de bestelbusjes, de ‘camionettisering’. Je ziet dat het aantal dodelijke verkeersongevallen daar met 50 procent is gestegen. Zult u contact opnemen met minister Crevits om ervoor te zorgen dat de toebedeling van de e-commerce in de stad wordt gemoderniseerd, dat er wordt gezorgd voor cargobikes, kleinere e-bestelwagens, en veel minder bestelbusjes die door onze straten worden geramd, waardoor je conflicten krijgt omdat die mensen ook tegen een ongemene tijdsdruk moeten werken?
Minister Peeters heeft het woord.
Dankuwel voor de vele bijkomende vragen. Ik hoop dat ik ze allemaal genoteerd heb en kan overlopen.
Mevrouw Lambrecht, wat betreft de bebouwde kom, de 30 kilometer per uur en de venstertijden blijf ik – en ik heb dat al meermaals gezegd – volop geloven in de subsidiariteit, in de knowhow van de lokale besturen. Lokale besturen weten het beste welke maatregelen ze op hun grondgebied moeten nemen ten behoeve van meer verkeersveiligheid. Wat dat betreft, verschillen we waarschijnlijk helemaal van mening. U zegt altijd dat het via een top-downbenadering moet komen. Wel, ik geloof in de bottom-upbenadering. We reiken de tools, de handvaten aan en tegelijkertijd investeren we heel veel in die bebouwde kommen, in schoolomgevingen.
U weet dat wij niet minder dan 880 punten van schoolomgevingen op gewestwegen hebben aangepakt, dat we heel wat routes van en naar school, zowel op gemeentewegen als gewestwegen, aanpakken. We investeren massaal in die stedelijke kernen, in die schoolomgevingen om het daar alsmaar veiliger te maken. Ik laat het ook telkens in overleg met de lokale besturen aan de lokale besturen om te bepalen welke de meest veilige maatregelen zijn op welbepaalde locaties.
De venstertijden zijn al meermaals aan bod gekomen. U weet dat de vervoerregioraden, waar de lokale besturen aanwezig zijn en hun stem kunnen laten gelden, op dit ogenblik een vrachtverkeerroute uitwerken en dat zij daarmee aan de slag kunnen om te bepalen welke maatregelen en welke venstertijden op welke locaties op het grondgebied van hun gemeente uitgerold moeten worden. De knowhow, de kennis zit bij heel veel lokale besturen en ik heb er alle vertrouwen in dat zij daar ook de juiste beslissingen over kunnen en zullen nemen.
Wat betreft de e-commerce zal ik hier geen debatten overdoen die andere collega's vorige week hebben gevoerd. Ik krijg nu wel nog heel wat extra vragen rond e-commerce, zelfs rond de sociale bescherming en dergelijke meer. We hebben een aantal pilootprojecten lopen rond stedelijke logistiek met cargobikes om de leveringen te doen en met fietsen waaraan bredere aanhangwagens mogelijk zijn. Dat kan soms ook conflicten geven op bepaalde fietspaden. Ook daar hebben we proefprojecten lopende. Tegelijkertijd zetten we volop in op emissievrije stedelijke distributie. Dat is waar wij in het kader van onze klimaatvisienota volop de klemtoon op leggen.
Tegelijkertijd moet ik andermaal zeggen dat we in het verkeersveiligheidsplan ook concrete maatregelen hebben opgenomen rond lichte vrachtwagens. We weten dat er door de e-commerce steeds meer lichte vrachtwagens zijn. We nemen die als prioriteit mee op in ons verkeersveiligheidsplan en willen daar verder bijkomend een aantal maatregelen voor nemen.
Over de e-steps zeggen sommigen dat het te lang duurt. We hebben al vier vergaderingen gehad met de interministeriële werkgroepen. Ik wil altijd gaan voor draagvlak als we regelgeving uitrollen. Ik zal u onmiddellijk meegeven dat we dit binnen zeer korte termijn willen afkloppen.
Dat wil men aan federale zijde. Ik weet dat minister Gilkinet volop bezig is om een decretaal kader te ontwikkelen. Maar we willen dat ook aan Vlaamse zijde. Als we een taskforce Verkeersveiligheid hebben samengeroepen waarbij heel wat experts, heel wat mensen met kennis van zaken, meebeslissen over welke maatregelen het beste zijn, dan is het niet meer dan logisch dat ik ook hun stem over de maatregelen die op tafel liggen, wil horen.
De data van de e-steps zijn heel belangrijk. We zien ook in de cijfers dat op bepaalde locaties waar al heel veel e-steps in de deelmobiliteit worden aangeboden, er vaak meer ongevallen vast te stellen zijn. Hoe groter het aanbod of hoe groter het aantal gebruikers, hoe meer ongevallen. Dat zien we voor heel wat items terugkomen. Aan de aanbieders van de deelmobiliteit hebben we gevraagd om de data met ons te delen zodat we daar duidelijk beeldmateriaal over hebben.
Wat betreft de helmdracht heb ik al gezegd dat we volop de kaart willen trekken van bewustmaking, niet van verplichten. We willen nog altijd de modal shift bereiken. Meer mensen moeten overgaan tot het actieve weggebruik: fietsers, steppers, voetgangers en dergelijke meer.
Mevrouw Fournier, ook die dropzones zijn mee opgenomen in het federale voorstel. Iedereen ergert zich eraan als er her en der steps op voet- of fietspaden rondslingeren.
Wat betreft de e-fietsen moeten we volop de kaart van de bewustmaking trekken, maar ook van de educatie. Veel mensen denken dat ze zomaar even een elektrische fiets kunnen uittesten en dat ze het allemaal wel kennen. We trekken ook op dat vlak specifiek middelen uit om nog meer doelgroepen bijkomende cursussen te laten volgen om hen bewust te maken van bepaalde zaken zodat ze zich op een veel veiligere manier kunnen verplaatsen.
Kortom, ik ben het er niet mee eens dat we niets doen. Dit zijn de cijfers van 2021. Het verkeersveiligheidsplan is van midden 2021. Ik hoop alleszins dat we met alle maatregelen die we uitvoeren – en dat zijn er heel veel – en ook met de geplande acties voor het komende werkjaar, een kentering krijgen in de cijfers. De cijfers stagneren zeker inzake de dodelijke verkeersongevallen. Ten aanzien van het referentiejaar 2019 is er een heel lichte daling, maar dat is niet genoeg. We willen tegen 2025 minstens een daling van 25 procent ten opzichte van het jaar 2019. Daarvoor blijven we met vereende krachten ijveren samen met de lokale besturen en met alle stakeholders. We blijven heel wat investeringen doen om de infrastructuur een pak veiliger te maken, en in te zetten op handhaving en op bewustmaking en educatie.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, we zeggen niet dat u niets doet. We zeggen ook niet dat u niet investeert. Geld is er genoeg. Maar elk jaar opnieuw neemt het aantal verkeersdoden in Vlaanderen toe. Elk jaar opnieuw staan we hier om actie van de Vlaamse Regering te vragen. Elk jaar opnieuw geeft u al die theoretische plannen. De oplossingen zijn er om de wijken en de buurten verkeersveiliger te maken, minister. De algemene zone 30 in de bebouwde kom is zo’n oplossing. Iedere dode die nu valt in zo’n zone 30 kunnen we toch niet meer verantwoorden? Het is tijd voor actie. Het is een beetje te laat om telkens opnieuw de theorie te herhalen.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, u kunt onmogelijk de toename van het aantal dodelijke verkeersslachtoffers met bijna een vijfde negeren. Niet tijdig optreden, niet tijdig inspelen op die verontrustende nieuwe gevaren voor de verkeersveiligheid, betekent nog meer dodelijke slachtoffers op de weg. Ik heb u meerdere keren ondervraagd over de kop-staartaanrijdingen met vrachtwagens tijdens de files. Ook op dat moment hadden doden vermeden kunnen worden als er op voorhand betere maatregelen waren genomen. Nu is er die forse stijging van het aantal letselongevallen en ook de dodelijke verkeersslachtoffers waarbij de e-steps en de bestelbusjes zijn betrokken. Ik verwacht van u nu een kordaat ingrijpen. Voor de e-steps is er al een aantal suggesties gedaan: niet meer op het voetpad rijden of niet meer met twee op de e-step staan. Ik zal de bijsturing van het verkeersveiligheidsbeleid heel nauwgezet opvolgen, minister, want elk slachtoffer in het verkeer is er één te veel. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Meremans heeft het woord.
Zeker en vast wil ik erkennen dat er inspanningen gebeuren, op het gebied van infrastructuur, door het Agentschap Wegen en Verkeer, door de provincies die aan de fietssnelwegen werken. Daar maken we dus wel progressie.
Ik deel niet de mening van de collega van Vooruit die zegt dat we zone 30 van bovenaf moeten opleggen. Wij leggen heel vaak zones 30 op en ik ben daarin niet alleen, ook andere steden en gemeenten doen dat. Je moet daarvoor vertrouwen hebben in de lokale besturen. Misschien hebt u dat wat minder, maar ik vind het toch belangrijk.
We moeten onze tussenkomsten ook zien als een aanmoediging, zeker als het gaat over interministeriële conferenties of een samenwerking met de federale overheid, om daar alstublieft de druk op de ketel te houden. Ik hoop echt dat we kunnen landen met e-steps rond de verrijzenis, en dat is op Pasen. Ik hoop dat we dan een paasei kunnen krijgen met daarin een e-step die is gehomologeerd met de nodige verkeersregels.
Aan mevrouw Fournier zeg ik: wat de fietsgehelmde krijger betreft, dat mag gerust ook Ruth Beeckmans zijn of Nathalie Meskens. (Gelach)
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, ik weet dat u heel veel inspanningen doet op het vlak van verkeersveiligheid. U hebt heel grote budgetten uitgetrokken voor fietsinfrastructuur en voor veiligheid in het algemeen, en u neemt ook bepaalde maatregelen.
Misschien ga ik hier nog iets aanhalen dat nog niet gezegd is vanavond, en dat is dat er ook een verantwoordelijkheid ligt bij de gebruiker, bij de chauffeur. Daar moeten we inzetten op sensibiliseringscampagnes, omdat die verantwoordelijkheid toch ook wel immens is.
Minister, naast al uw budgetten voor infrastructuur, zet alstublieft ook genoeg budget in voor sensibiliseringsacties zodat de chauffeurs zich bewust zijn van de gevaren op de weg.
De heer Keulen heeft het woord.
Goede collega's, minister, voorzitter, ik hou altijd de wijze woorden van Phil Bosmans van Bond zonder Naam in het achterhoofd: ‘Verander de wereld, begin bij jezelf.’ De grote uitdaging voor u, minister, maar ook voor iedereen in het beleid, is: draagvlak zoeken voor de verkeersmaatregelen.
We leven nu eenmaal in een omgeving – dat is eigen aan de Vlaming en het is een provocatie, maar daar komt het soms op neer – met cowboys in het verkeer. Maatregelen en regels worden heel vaak als een synoniem beschouwd voor pestmaatregelen. We kennen allemaal het beeld van iemand die te veel heeft gedronken. In de Scandinavische landen devalueert zo iemand zichzelf tot outcast, in Nederland gaat men dan een taxi bellen, in Vlaanderen zegt men: ‘Rij via de dorpsstraat, want op de staatsbaan staat de politie met een controle.’
We gaan dat draagvlak dus moeten zoeken, want ik ben ervan overtuigd dat, mocht iedereen de regels respecteren, we minstens de helft – ik denk in de praktijk tot drie vierde – minder verkeersongevallen, dodelijke ongevallen en letselongevallen zouden hebben. Dat draagvlak is essentieel in het belang van de veiligheid, de verkeersveiligheid van iedereen.
De actuele vragen zijn afgehandeld.