Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, er zijn heel wat mensen die de juiste vaardigheden, werkattitude, kennis en competenties hebben om bepaalde jobs te kunnen uitvoeren, maar niet iedereen heeft hiervoor de juiste diploma's op zak. Dat maakt het soms moeilijker om een job in te vullen, ook al heeft men jarenlang in die bepaalde functie gewerkt.
Vorige week werd bekendgemaakt dat er voor het eerst een lijst is opgesteld van tien beroepen waarvoor men de competenties kan laten erkennen, certificeren met een beroepskwalificatie, ook al heeft men niet het juiste diploma. Die criteria voor het beoordelen van deze competenties zullen even veeleisend zijn als die voor een onderwijsdiploma. Men moet bewijzen dat men de job in de vingers heeft. Er moet enige deskundigheid zijn. En aan de hand van een test kan daar een beroepskwalificatie aan gekoppeld worden.
Wij zijn zeker voorstander van het beleid rond elders verworven competenties, van het erkennen van competenties. Wij juichen dit alleen maar toe. Toch lezen we in de pers bezorgdheden. Kind en Gezin bijvoorbeeld vindt het een positief signaal en is blij dat de kinderbegeleider op de lijst van de beroepen staat, maar ze zeggen ook dat er een certificaat is voor dat beroep en een jarenlange opleiding. Is dat hetzelfde? Kan men het beroep ook degelijk uitoefenen? Een uitbater van een fitnesscentrum zegt dat de kans heel klein is dat hij iemand gaat aanwerven zonder diploma en zonder opleiding.
Minister, hoe zult u ervoor zorgen dat de kwaliteit en deskundigheid van deze tien beroepen worden gegarandeerd?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Claes, ik was eigenlijk een beetje verbaasd dat net u die vraag stelt, want dit is een dossier dat ik samen met collega Muyters in de vorige legislatuur heb getrokken. Ik was bijzonder trots dat we unaniem met de sociale partners tot een kader zijn gekomen om eindelijk, na zoveel jaren, competenties van mensen die om bepaalde redenen het diploma niet hebben behaald, te laten erkennen. Het is niet omdat je tien jaar thuis voor de kinderen heb gezorgd dat je geen ervaring hebt opgedaan die zou moeten worden gehonoreerd op het moment dat je in het beroepsleven stapt.
Uiteraard gaan we niet over één nacht ijs. In de verhouding tussen collega Muyters en mezelf in de vorige legislatuur was ik een beetje lastiger dan hij omdat ik natuurlijk de onderwijskwalificaties zag en hij vond dat we alles zo snel en zo soepel mogelijk moesten erkennen. We zijn het uiteindelijk eens geworden. Dat heeft geresulteerd in een nieuwe goede samenwerking, met collega Ben Weyts op Onderwijs en mezelf op Werk. We hebben de eerste lijst van tien beroepen vastgelegd.
Uiteraard is het niet zo dat iemand gewoon van zichzelf kan zeggen dat hij die competenties heeft. Neen, zo zal het niet gaan. De beroepen zijn vastgesteld. Er wordt nu een standaarddossier opgemaakt met de criteria waaraan men moet voldoen. Dan zal in een testcentrum worden bepaald of men al dan niet die kwalificaties heeft. Kind en Gezin zou zich perfect als testcentrum kunnen laten erkennen, als ze zich daar zorgen over maken. VDAB zal dat ongetwijfeld ook doen om toch de garantie te hebben dat de ervaringen die iemand heeft opgedaan, ook voldoende zijn om als gelijkwaardig te worden bestempeld. Die garanties bouwen we dus zeker in.
Ik had eigenlijk gedacht dat iedereen heel positief zou reageren – u hebt dat eigenlijk ook gedaan – omdat we net knelpuntberoepen hebben geselecteerd. Het kan toch niet dat men langs de ene kant moord en brand schreeuwt over het feit dat er bepaalde profielen te weinig zijn, en als je dan als overheid zegt dat men bij bepaalde beroepen competenties wilt erkennen, men zegt dat het niet kan en dat men een opleiding moet hebben gevolgd.
Wat we doen, is op een zorgzame wijze toelaten dat mensen hun ervaringen laten honoreren. Ik vind dat eigenlijk een uitstekende zaak, waar ik bijzonder trots op ben. (Applaus bij de meerderheid)
Minister, ik dank u voor de verduidelijking. Vlaanderen heeft inderdaad jaren gewerkt aan een eenduidig kwaliteitsvol kader om competenties officieel te erkennen. We kunnen ook leren uit het verleden. Er waren talrijke projecten rond ervaringsbewijzen waarbij ook competenties werden beoordeeld.
Op dit moment zijn er die tien beroepen. Als we kijken naar de evolutie op de arbeidsmarkt, dan zien we talrijke knelpuntberoepen en ook beroepen waar veel vraag naar is. Als we deze tendensen willen volgen, dan moeten we een versnelling hoger schakelen.
Minister, hoe zult u de uitbreiding van deze lijst aanpakken? Wat is een timing? Welke beroepen zullen op korte termijn aan deze lijst worden toegevoegd?
De heer Ongena heeft het woord.
Minister, wij juichen de beslissing toe om een lijst op te stellen van beroepen waarvoor we geen diplomavereisten meer stellen. Het is hier al vaker gezegd: de krapte op de arbeidsmarkt is heel groot, terwijl er een grote pool aan werkzoekenden is. Het zijn vaak mensen die niet het juiste diploma hebben maar wel de juiste competenties en ervaringen. Als Open Vld hebben we altijd al gevraagd om die competenties ook te erkennen en om die mensen meer kansen te geven. Wij hopen dus ook dat de lijst op termijn wordt uitgebreid naar andere knelpuntberoepen.
Ik heb nog een kleine bijkomende vraag. De lijst is er nu. Het komt er nu op aan om de mensen die in die situatie zitten, ook warm te maken om effectief hun ervaringen te laten erkennen. Hoe ziet u dat? Hoe gaat u die mensen proberen warm te maken om effectief dat bewijs te halen en aan de slag te gaan?
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Eerst en vooral wil ik nog eens herhalen dat een onderwijsdiploma altijd de beste garantie biedt voor een succesvolle start op de arbeidsmarkt. Maar daarnaast, voor mensen die dat niet behaalden, vinden wij het systeem van elders verworven competenties een goede zaak. We zouden dan inderdaad willen oproepen om dat systeem uit te breiden, meer bepaald voor beroepen die in een digitale economie echt wel speerpuntberoepen worden en waarvoor men tot nu toe al ervaringsbewijzen uitreikte. De lijst van EVC mag dus zeker langer, natuurlijk zonder het belang van een onderwijsdiploma te onderschatten. (Applaus bij sp.a)
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Ik wil even aansluiten bij de collega's, want ook wij willen dat het systeem van de elders verworven competenties uitgebreid wordt en dat er enigszins wordt afgestapt van het verhaal van enkel het diploma. Een diploma moet wel een toegangsticket zijn, maar het mag niet allesbepalend zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan functies binnen de overheid, waar de niveaus B en C nauw bij elkaar aansluiten, en soms ook de niveaus A en B, maar dat het in de verloning tussen niveau B en C tussen de 100 en 150 euro netto kan verschillen en tussen niveau A en B tot 300 euro netto. We moeten die competenties daar dringend meer laten gelden en meer opwaarderen, omdat je je moet focussen op de bagage die iemand heeft en niet zozeer op het diploma. Waarom duurt dat allemaal zo lang om dat geïmplementeerd te krijgen, ook bij onze eigen overheidsdiensten?
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Minister, wij vinden het een goede zaak dat onze bedrijven en onze werkgevers steeds meer belang hechten aan wat iemand kan of kent, eerder dan de diploma's die iemand kan voorleggen, zeker in het geval van de knelpuntberoepen. Iedereen weet dat de krapte op de Vlaamse arbeidsmarkt een van de hoogste in Europa is, op Tsjechië na.
Het platform levenslang leren, dat opgenomen is in het regeerakkoord, moet nog vorm krijgen, maar misschien is het mogelijk dat zo in kaart kan worden gebracht welke competenties iemand reeds bezit en welke men nog moet verwerven om een beroepskwalificatie te behalen. Dat zou in elk geval de erg lage deelname van de Vlaming wat betreft levenslang leren een boost kunnen geven.
Collega's, ik ben het eens met de suggesties en de opmerkingen. Voor mij mag de lijst ook langer. Het is echt de bedoeling om de komende jaren in te zetten op een langere lijst met beroepen waarvoor men de competenties kan laten erkennen.
Het is wel van belang om nu zorgvuldig en goed te starten, want de bezorgdheden van sommigen, die collega Claes aangehaald heeft, moeten we uit de weg ruimen. Het zou voor mij bijvoorbeeld fantastisch zijn dat Kind en Gezin, dat nu wat zorgen heeft, een testcentrum zou worden, wat ertoe zou kunnen leiden dat de zorgen omgezet worden in een zeer positieve houding en daardoor in een extra rekrutering. Het zal dus ook afhangen van zij die zich willen laten erkennen als testcentrum of het systeem echt wortel kan schieten. Ik kan dat als overheid niet alleen doen. Je hebt mensen nodig, spelers in de samenleving, die eraan willen meewerken. Het is zeker ook mijn taak om daar stimulerend in op te treden.
Onze administratie moet ook perfect die match maken. Zoals collega Vanryckeghem zei: wat heb je precies allemaal nodig om die competenties te kunnen laten erkennen? Dat is net het standaardinstrument dat gemaakt wordt en waar testcentra dan mee aan de slag kunnen gaan. Het is perfect mogelijk dat iemand naar zo'n centrum gaat, dat men daar al vijf of zes dingen kan afvinken, maar dat die persoon wel nog iets extra's nodig heeft. Dan kan dat inderdaad een boost geven om nog een stukje opleiding te volgen.
Collega Gennez, ik ga absoluut akkoord dat we prioritair moeten inzetten op een onderwijsdiploma. Dat kan ik niet genoeg benadrukken. Het is zo belangrijk dat je je diploma's haalt, zeker op het ogenblik dat je werkloos bent. Hoe steviger je scholing geweest is, hoe groter de kans dat je ook flexibel zult kunnen schakelen.
Maar de nadruk die we leggen op het onderwijsdiploma, mag zeker niet verhinderen dat we echt vaart proberen te maken met die elders verworven competenties.
Mevrouw Malfroot, wat u zegt, klopt: het duurt lang. Twintig jaar geleden, toen mijn politieke activiteiten nog in de kinderschoenen stonden, was dit al een strijdpunt van de niet-onbelangrijke vrouwenbeweging in Vlaanderen. Ik heb toen gezegd: ik neem de handschoen op, ik wil daaraan meewerken. Wel, voilà. Soms duurt het wat langer. Maar de arbeidsmarkt staat vandaag in brand. Het is nu het ideale ogenblik om ook bedrijven ertoe te overhalen om daaraan actief mee te werken en om actief en positief te kijken naar ervaringen die mensen elders opdoen.
Het is misschien wat laat, maar het is het ideale ogenblik om het instrument te lanceren. Ik hoop dat iedereen, zoals velen hier, daar heel positief naar blijft kijken. Wij gaan er in ieder geval samen met minister Weyts mee aan de slag.
Mevrouw Claes, u vroeg wie die lijst dan zal uitbreiden. Minister Weyts en ikzelf zullen een voorstel doen aan de Vlaamse Regering. Het is afhankelijk van de voortgang der dingen. Voor die eerste tien beroepen zullen we snel proberen te komen met een volgende lijst.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, ik dank u alvast hartelijk voor alle antwoorden. Het is duidelijk dat wij moeten afstappen van het idee dat onderwijsdiploma's het enige is dat geldt op onze arbeidsmarkt en in onze zoektocht naar een job. We moeten juist die maatschappelijke meerwaarde van elders verworven competenties en die certificaten verhogen. We moeten die zeker meer onder de aandacht brengen, zowel bij de werknemers als bij de werkgevers.
Zoals ik al zei, zullen we, indien we rekening willen houden met de evoluties op de arbeidsmarkt, iets sneller moeten gaan om meer beroepen op die lijst te krijgen. Daarom wil ik er ook op aan dringen snel werk te maken van de uitbreiding van deze lijst en van de verdere uitrol van dit EVC-beleid. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.