Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de sensibilisering voor gehoorbescherming bij jongeren
Verslag
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Voorzitter, minister, beste collega’s, dit weekend werden de resultaten van het onderzoek van de UGent en de CM over gehoorschade bekendgemaakt. Daaruit blijkt dat 7 op de 10 jongeren last hebben van oorsuizingen na een nachtje weggaan. Men heeft een groep van 250 jongeren bevraagd, en daaruit blijkt dat 4 op de 5 jongeren lawaai niet als problematisch beschouwen en dat ze gehoorbescherming zelfs niet belangrijk vinden. Uit het onderzoek blijkt dan ook dat meer dan 90 procent van die jongeren geen oordoppen draagt, maar dat 65 procent van die jongeren toch wel al eens heeft aangegeven last te hebben gehad van oorsuizingen. Op bepaalde festivals, zoals Rock Werchter en Pukkelpop, is het dan ook verplicht om oordoppen te dragen als je er gaat werken, maar niet als bezoeker. In 2018 werd hier in het Vlaams Parlement dan ook een resolutie goedgekeurd over de uitbreiding van de sensibiliseringscampagnes voor het voorkomen van gehoorschade en tinnitus. Collega Saeys heeft toen aan toenmalig minister Vandeurzen gevraagd welke acties en campagnes er werden opgezet. Er was de campagne ‘Help ze niet naar de tuut’ van toenmalig minister Schauvliege, de campagne ‘Iets minder is de max’ en ook de afname van de ‘speech-in-noise’-test (SPIN), die er eigenlijk kwam ter vervanging van de audiometrie. Sinds vorig schooljaar wordt die in het zesde leerjaar en het derde middelbaar afgenomen.
Minister, ondanks de goede campagnes die al zijn opgestart, blijkt uit de resultaten dat nog altijd wel heel wat jongeren last daarvan hebben en denk ik dat we toch nog bijkomende maatregelen moeten nemen. Vandaar mijn vraag: wat kunt u bijkomend ondernemen om het dragen van die oordoppen te stimuleren? (Applaus bij CD&V)
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Mijn collega heeft al heel wat cijfers aangehaald. Uit onderzoek blijkt inderdaad dat heel wat jongeren na een nachtje stappen last hebben van oorsuizen. Tijdelijk oorsuizen geeft een risico op permanent oorsuizen en op gehoorschade. Heel wat mensen zijn zich daar niet van bewust, zijn daar niet over geïnformeerd. Nochtans, wanneer je permanent oorsuizen hebt, maakt dat je leven echt tot een hel. Ik zie heel wat patiënten die daar slaapproblemen van krijgen, angstklachten, depressieve gevoelens. Het kan zelfs echt leiden tot zelfmoord. Dat is dus echt een zeer ernstige problematiek, waarvoor we onze ogen niet mogen sluiten.
Ik heb inderdaad samen met collega’s in 2018 een voorstel van resolutie ingediend om die sensibiliseringscampagnes ter voorkoming van oorsuizen en gehoorschade te verbreden, uit te breiden, maar ook te verdiepen, om er eigenlijk voor te zorgen dat, als men oordoppen draagt, men die ook op een correcte manier gebruikt.
We horen ook van heel wat jongeren dat die oordoppen oncomfortabel zitten en dat ze die dan ook uitdoen. Dat moeten we absoluut voorkomen. Mensen die oordoppen gebruiken, moeten dat ook correct doen.
Ik heb een jaar geleden opvolgvragen gesteld aan toenmalig minister Vandeurzen en daaruit bleek dat er volgens de resolutie overleg zou komen met apothekers, audiologen en gehoorcentra om ervoor te zorgen dat die mensen correcte informatie zouden verstrekken over het gebruik van die oordoppen. Een jaar later is mijn vraag of dat overleg intussen heeft plaatsgevonden.
Minister Weyts heeft het woord.
Iedereen kent wel iemand die last heeft van oorsuizen of tinnitus en iedereen weet welk effect dat kan hebben op de levenskwaliteit van mensen. Daarbij geldt ook het adagium: beter voorkomen dan genezen.
In het verleden is er al heel wat regelgeving uitgewerkt door de ministers van Leefmilieu en Welzijn. Die wordt nu verder opgevolgd door het Departement Omgeving. Er is een brochure gemaakt door organisatoren van muziekactiviteiten. Er zijn subsidies voor apparatuur om dat te meten. Er is de link naar de campagne die Joke Schauvliege nog gelanceerd heeft: ‘Help ze niet naar de tuut’. Verder is er op het departement nog heel wat materiaal aanwezig.
Ook binnen Welzijn is er bij het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD) aandacht voor gehoorbescherming binnen het project Safe ’n Sound, dat zich toelegt op de risicoreductie in het uitgaansleven. Men focust daar op de verspreiding van oordopjes in de uitgaanssetting. Dat gebeurt op festivals, op fuiven met dancemuziek. Via het label Quality Nights van VAD kunnen clubs en evenementen een charter tekenen om aan te tonen dat ze begaan zijn met het welzijn en de veiligheid van de bezoeker. Tot slot is er de Feest Wijzer die wil aanzetten tot een positief feestklimaat.
Als minister van Welzijn kan ik alleen maar blijven vragen om gebruik te maken van de acties die voorhanden zijn, de preventie die ter zake gebeurt en de oordopjes die ter beschikking worden gesteld, niet alleen via de overheid maar ook via ziekenfondsen en andere organisaties die dat spontaan doen. Maar op het einde van de rit blijft het de bezoeker zelf die beslist om daar al dan niet gebruik van te maken. Initiatiefnemers verplichten het gebruik van oordopjes vaak aan professionals of vrijwilligers die daar komen werken maar alle bezoekers verplichten om oordoppen te gebruiken gaat een stap te ver. Daar zijn wij geen voorstander van. Wij willen wel maximaal inzetten op preventie en daar kunnen verschillende actoren een rol in spelen. De eerste lijn kan daar een belangrijke rol in spelen. Ik zal dit in elk geval verder opvolgen.
Minister, ik ben blij te horen dat u geen voorstander bent van een verplicht gebruik van oordopjes. Een verplichting houdt in dat er gecontroleerd moet worden en dat lijkt me niet haalbaar. Ik ben er wel van overtuigd dat preventie inzake gehoorschade mogelijk is bij verschillende departementen zoals bij het Departement Omgeving. Binnen het onderwijs is er misschien ook een rol weggelegd voor de leerkrachten om de leerlingen daar vanaf jonge leeftijd op te wijzen. Het gaat immers niet alleen over de decibels op een fuif maar ook over het lawaai van tablets, computers enzovoort.
Minister, ik wil u vragen om er bij uw collega’s op aan te dringen na te kijken welke maatregelen binnen de verschillende beleidsdomeinen kunnen worden genomen met het oog op sensibilisering en preventie. Dit is immers echt nodig. (Applaus bij CD&V)
Minister, ik dank u voor het antwoord. In het verleden zijn er inderdaad al initiatieven genomen, maar ik vraag toch de verdere uitvoering van de resolutie die hier goedgekeurd is. Dat betekent dat we alle actoren op het terrein die met deze problematiek in aanraking komen, het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB), scholen, ouders maar ook apothekers, audiologen en gehoorcentra, daar allemaal bij moeten betrekken. We moeten immers niet alleen mensen stimuleren om oordoppen te gebruiken, want we zien bij jongeren eigenlijk al een lichte toename en er worden al meer oordoppen verkocht, maar we moeten ook de correcte informatie geven. Ik heb het al gezegd: als ze oncomfortabel zitten of men houdt ze niet continu in, dan hebben ze geen zin. Daarom pleit ik er nog eens voor om die sensibiliseringscampagne te verdiepen, uit te breiden en vooral te focussen op het oorsuizen omdat jongeren vaak denken dat ze geen gevaar we lopen als ze maar tijdelijk een lichte tuut horen.
De heer De Reuse heeft het woord.
Naar aanleiding van deze artikels in de pers is ook het onderzoek dat plaatsvindt in Knokke door professor Bart Vinck van de UGent weer in de aandacht gekomen. Dat onderzoek is gespreid over drie jaar, er zullen een 250-tal leerlingen opgevolgd worden en er zal worden gekeken hoe het verloop is van het gehoor, net ze beginnen naar feesten en fuiven te gaan. Hij zal niet alleen fuiven en feesten scannen en monitoren, maar hij zal ook de oortjes die ze gebruiken bij mp3-spelers en mobieltjes onder de loep nemen.
Pleiten wij nu zoals de professor voor een verplichting op oordopjes? Helemaal niet. Net zoals de minister willen we helemaal geen verplichting opleggen. Wij vinden dat ook een stap te ver. Voor ons mogen de mensen zelf bepalen wat ze doen. Als liefhebber van festivals van eerder luide muziek, weet ik dat het heel afhankelijk is van de plaats waar je staat op een weide, want dat gaat van zeer luid tot achtergrondmuziek.
Onze fractie is zeer tevreden dat u de sensibiliseringsacties verder zult verdiepen en daarop zult focussen en dat een verplichting van het dragen van oordopjes niet op de agenda komt.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, ook voor de N-VA-fractie is het voorkomen van gehoorschade heel belangrijk. Wij steunen u in het feit dat u het niet wil verplichten. Ik denk dat we dergelijke zaken niet kunnen verplichten omdat je daar totaal geen controle op hebt en mensen ook nog hun eigen verantwoordelijkheid hebben.
Ik wil de minister toch vragen om de collega's te ondersteunen en maximaal in te zetten op preventie en zeer specifiek op een correct gebruik van oordopjes. Mevrouw Saeys heeft het al gezegd, het correct gebruik is totaal niet gekend, men moet weten dat men de oordopjes goed moet plaatsen en ze na elk uur opnieuw goed moet plaatsen. Dat is een factor die zeker onder de aandacht moet worden gebracht, want er zijn niet veel mensen die dat weten. Er moet zeker verder in overleg worden gegaan met de heel brede sector, onder andere met centra algemeen welzijnswerk (CAW's) en apothekers, zodat zij daartoe kunnen bijdragen.
De heer Anaf heeft het woord.
Het is inderdaad een zeer belangrijk probleem. Ik was ook verrast door de zeer negatieve resultaten van de studie. Er wordt vooral gefocust op het niet-dragen van oordopjes. Dat is een belangrijke focus. Maar uit de studie blijkt ook dat ongeveer driekwart van de organisatoren de geluidsnormen niet respecteert bij evenementen. Ik denk dat naast het preventieve luik, waar zeker extra aandacht voor nodig is, de handhaving belangrijk blijft, ook door de lokale besturen, zodat de geluidsnormen gehanteerd worden.
Minister, ik wil er nog een aspect aan toevoegen en heb daar een concrete vraag over. Steeds meer worden kleine kinderen meegenomen naar muziekevenementen. Er worden ook heel veel kindvriendelijke muziekevenementen georganiseerd, en steeds meer. Voor die kleine kinderen is het helemaal essentieel dat ze op een goede manier beschermd worden tegen problemen met het gehoor. Minister Demir heeft gezegd dat ze wil overwegen om voor hen wel naar een verplichting te gaan. Ik denk dat dat ook zeer moeilijk te handhaven is, maar ik vraag me af of ook extra sensibiliseringsmaatregelen kunnen worden ingezet ten aanzien van ouders van jonge kinderen.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Voorzitter, minister, we zitten blijkbaar in een vicieuze cirkel over de sensibilisering voor gehoorbescherming bij jongeren. Oordopjes: ja of neen? Inspecteurs: ja of neen?
Ik las in de krant dat de mogelijkheid zou bestaan om technische ingrepen te doen aan toestellen, zodat die worden afgestemd in functie van het muziekgenre dat wordt gedraaid. Dat is een mogelijke preventiemaatregel. Ik laat dat ballonnetje even op, omdat dat niet in het geheel is meegenomen. Zou er daarover een studie kunnen worden uitgevoerd?
Ik maak die laatste suggestie zeker over aan mijn collega Demir, die daarvoor bevoegd is.
Handhaving is bijzonder belangrijk. We kunnen natuurlijk regels stellen. Dat is ook gebeurd. We kunnen subsidies geven voor apparatuur, om dat te meten. Dat is gebeurd. Maar het komt natuurlijk ook wel aan op handhaving. De lokale besturen zijn daarvoor als eerste bevoegd. Het is de verantwoordelijkheid van een lokale burgemeester om daarin handhavend op te treden en desgevallend te investeren in infrastructuur, opdat de activiteiten op een goede manier zouden kunnen worden georganiseerd.
Er is hier aan bod gebracht dat de gehoorproblemen – oorsuizen, tinnitus – niet alleen een kwestie van festivals en fuiven zijn. Het is in toenemende mate een problematiek waarbij mensen, kinderen, ook jonge kinderen, met oortjes van gsm's, iPhones en andere toestellen rondlopen en veel te luid naar de geluidsbronnen daarvan luisteren. Dat kunnen we niet oplossen met oordopjes. Dat vraagt een verantwoordelijkheid van vaders, moeders, om daarmee op een verantwoorde manier om te gaan. We kunnen daarrond preventief een aantal dingen doen, dat is zeker het geval. Het is een problematiek die minstens ook heel sterk aanwezig is in datgene wat we hier net hebben besproken.
Minister, ik dank u. Ik ben ook blij de collega's hierover aan het woord te hebben gehoord. Iedereen hier aanwezig is het ermee eens dat we ons moeten blijven inzetten om de jeugd er zich voldoende bewust van te maken dat de gevolgen van lawaai dramatisch en schrijnend kunnen zijn. We moeten de jeugd daarvoor voldoende sensibiliseren.
U zegt dat er nog veel werk op de plank ligt. We zullen de campagnes verder ondersteunen. Ik vraag zeker aandacht voor preventie. Ik kijk verder met u uit naar de maatregelen die we zullen nemen. (Applaus bij CD&V)
Minister, ik ben blij dat u zult bekijken of dat overleg met apothekers en dergelijke heeft plaatsgevonden. Het is heel belangrijk dat we die actoren mee in het bad trekken, om tot maximale winst te komen. Het gaat daarbij niet alleen om het gebruik van oordoppen, maar ook om het correct gebruik ervan. Ik kijk zeker en vast uit naar uw antwoord en ook naar uw verdere acties omtrent deze problematiek.
Mevrouw De Rudder, ik feliciteer u van harte met uw eerste tussenkomst aan het spreekgestoelte. (Applaus)
De actuele vragen zijn afgehandeld.