Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Ronse heeft het woord.
Voorzitter, ik wil beginnen met u te bedanken om te kiezen voor twee West-Vlamingen, minister Crevits en ikzelf, om het parlementaire seizoen te openen. Dat is alleszins een goede keuze.
Minister, gisteren lazen we een beetje diffuse berichten in de media over het feit dat er al dan niet een akkoord zou zijn binnen de Groep van Tien. We hebben daar wat op doorgespit en vastgesteld dat de werknemers zeggen dat de minimumbrutolonen moeten stijgen met 3,5 procent en dat de werkgevers dat goed vinden op voorwaarde dat zij dat niet moeten betalen. Tegelijk hebben wij een Vlaams regeerakkoord met een vrij belangrijke maatregel, ook budgettair – 350 miljoen euro op kruissnelheid – namelijk de jobbonus. Die zorgt ervoor dat niet de brutowedden stijgen maar wel dat men per jaar netto 600 euro over heeft. Minister, hoe verhoudt zich dat tot het voorstel van de Groep van Tien om de brutowedden van de laagste lonen met 3,5 procent te doen stijgen?
Minister Crevits heeft het woord.
Ik ben ook bijzonder blij dat ik de spits mag afbijten van een nieuwe legislatuur vol vragen, met een nieuwe voorzitter en een voorlopig toch nog sympathieke collega die de eerste vraag stelt.
Collega’s, dit is een belangrijke vraag omdat ze gaat over wat mensen verdienen. In het regeerakkoord dat we hebben gesloten, staat inderdaad dat het de bedoeling is om de komende jaren een jobbonus uit te werken, om ervoor te zorgen dat de kloof die soms te klein is tussen werken en niet werken, vergroot.
De Groep van Tien, las ik ook in de krant, zoekt een akkoord, maar dat is er nog niet. Ik heb vanmiddag nog eens contact genomen omdat het natuurlijk, zoals u terecht zegt, zou kunnen dat de akkoorden die ze sluiten, op voorwaarde dat ze worden gehonoreerd door de Federale Regering, een impact hebben op keuzes waar wij ook voor staan. Maar ze hoeven geen impact te hebben.
De keuze die wij maken is duidelijk: wij willen dat het verschil tussen werken en niet werken groter wordt en dat er dus een betere beloning komt voor mensen die werken. En als er volgende week effectief een akkoord zou komen dat wordt bevestigd door de Federale Regering, dan moeten we snel aan tafel gaan zitten om na te gaan wat de impact kan zijn van die maatregel en of die bij ons moet worden bijgestuurd. Maar wat mij betreft, is daar op dit moment geen enkele intentie toe omdat onze doelstelling heel duidelijk is. Er is nog geen beslissing en er is ook nog geen akkoord, dus het is voorlopig nog een beetje koffiedik kijken.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U zegt dat er nog geen akkoord is en dat het voorbarig is om nu al na te gaan wat de impact zou zijn. Ik wil toch nog een extra vraag stellen. Stel dat de federale overheid beslist om de laagste brutoweddes met 3,5 procent te verhogen, denkt u dan dat dit mensen die op dit moment niet aan het werk zijn en moeilijk aan werk kunnen raken, beter zal helpen om aan het werk te raken of niet?
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Collega's, minister, de jobbonus heeft als doel om de kloof tussen werken en niet-werken te vergroten. Zolang er geen akkoord is onder de sociale partners en het ook niet is gehonoreerd door de Federale Regering, moeten we als Vlaamse Regering op de lijn blijven waarop we zitten en daarop verder werken. We zullen de komende dagen of weken dan wel zien wat de federale overheid al dan niet zal beslissen. Over het principe en de richting zijn we het in ieder geval eens met deze regering, namelijk dat de kloof tussen werken en niet-werken groter moet worden en daarvoor gaan we de jobbonus inzetten.
De heer Ongena heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat het belangrijk is dat mensen die werken daarvoor voldoende worden beloond en dat de kloof tussen werken en niet-werken groot genoeg blijft. De Vlaamse Regering en u gaan daarvoor de nodige inspanningen doen. De jobbonus is een heel belangrijke maatregel, maar in het regeerakkoord staat ook dat die jobbonus gefaseerd wordt ingevoerd, zodat mensen die door promotie iets meer verdienen, niet meteen alles weer kwijt zijn.
Minister, ik wil u vragen om het principe van uitfaseren te bewaken tijdens de federale gesprekken.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, ‘bien heureux de se retrouver ensemble’, zowel op Onderwijs als Werk. Ik ben ook blij dat alle partijen het socialistisch adagium onderlijnen dat werken moet lonen. Ik heb de heer Ronse en de heer Van Rompuy aanhalingstekens horen plaatsen bij de plannen van de federale sociale partners om ook het brutoloon te verhogen. Wij denken dat dat net zo nodig is als het nettoloon verhogen via de Vlaamse jobbonus. Die twee kunnen perfect hand in hand gaan.
Wat wij ook denken, is dat we mensen die vandaag geen job hebben, aan de slag moeten krijgen. Wij maken dan de bedenking hoe dat kan met een besparing van 200 miljoen euro op het doelgroepenbeleid. Of hebt u een ander instrumentarium om dat goed te maken?
Collega Gennez, we zien elkaar terug na Onderwijs en nu – heel toevallig naar het schijnt – bij Werk en Economie. Onze paden blijven elkaar kruisen, ook de komende jaren. Het doet me plezier. Het zal ook zorgen voor spitse discussies.
Collega's, en in het bijzonder collega Ronse, u vraagt me wat ik vind van die verhoging van 3,5 procent. Ik heb heel veel respect voor het sociaal overleg. Dat weet u. Werkgevers- en werknemersorganisaties zitten samen aan tafel om tot een akkoord te komen. Als ze een akkoord bereiken, dan ga ik er dus van uit dat ze er grondig over hebben gediscussieerd.
Uiteraard kan ook een stijging van het brutoloon een impact hebben, maar ik voel sowieso ook dat de werkgevers iets terugvragen van de federale overheid. Voor mij is het dan ook van belang om te weten of dat het volledige pakket zal zijn en hoe de regering ermee zal omgaan. Er moet dan ook nog een wet worden gestemd om dat goedgekeurd te krijgen. Het ene hoeft het andere niet te beïnvloeden, maar het zou wel kunnen. U zult in mij sowieso altijd een verdediger vinden van goede en sterke minimumlonen. We zijn daarin nog niet de beste van de klas. Er is dus nog wel wat werk aan de winkel.
Collega Van Rompuy, u hebt terecht de nadruk gelegd op het feit dat de kloof tussen werken en niet werken voldoende groot moet zijn. Dat is de reden waarom we die jobbonus willen invoeren.
Collega Gennez, de spiegel is gemakkelijk gemaakt. Als je honderden miljoenen investeert in doelgroepmaatregelen waarvan wordt aangetoond dat ze vandaag geen of onvoldoende effect hebben en dan kunt kiezen tussen die doelgroepmaatregelen of de mensen netto iets meer geven, zoals collega Ronse zegt, dan is de keuze voor ons, als regering, eigenlijk snel gemaakt en investeren we daarin.
Uiteraard is het altijd van belang – en ik zal niet wachten totdat de Federale Regering daarover beslist heeft – om te bekijken hoe de federale maatregelen mogelijkerwijze ingrijpen op onze Vlaamse maatregelen. Maar vandaag is het in elk geval zo dat er bij mij geen reden is om te twijfelen aan de goede maatregel die in ons regeerakkoord staat.
Collega Ongena, u zegt heel terecht dat het van belang is om uit te faseren. We zien dat ook bij de sociale voordelen. Als je alles afhankelijk maakt van het inkomen, kun je tot de situatie komen waarbij mensen plots alle voordelen verliezen omdat ze een beetje meer loon hebben. En dan is het eigenlijk een negatieve maatregel. Dan kom je tot een effect dat niet positief is voor mensen.
Het is ingeschreven in ons akkoord. Ik ga ervan uit dat men daar op federaal niveau ook rekening mee houdt. Ik wil daarover gerust eens inlichtingen inwinnen. Alles zal nu uiteraard afhangen van de manier waarop de Federale Regering omgaat met het akkoord, als er al een akkoord gesloten werd, en of ze al of niet zullen ingaan op de vragen van de werkgevers.
Minister, ik ben blij dat u hier heel duidelijk stelt dat u niet zult wachten op federale maatregelen om de jobbonus in te voeren. In het regeerakkoord, dat we unaniem hebben goedgekeurd in dit huis, hebben we heel duidelijk gesteld dat we de laagste nettolonen substantieel zullen verhogen. Vanuit Vlaanderen zouden we toch een heel duidelijk signaal mogen sturen richting die Groep van Tien, dat het niet onze visie is, collega Gennez, om brutominimumweddes te verhogen. Want daardoor prijs je die mensen net uit de markt en zorg je ervoor dat wie vandaag een grote afstand heeft tot de arbeidsmarkt, niet aan zijn trekken komt op die arbeidsmarkt. Dat is een asociale maatregel waar wij niet in meestappen. Je moet ervoor zorgen dat het netto-inkomen van die mensen verhoogt.
Wat het meest pervers zou zijn, is dat die brutoweddes zouden worden verhoogd, dat er een cadeau wordt gegeven dat dan op kap van de belastingbetaler komt, via een extra fiscale koterij, en dat een extra verlaging zou worden goedgemaakt.
Conclusie: minister, zegt u alstublieft aan de Groep van Tien dat dat een slecht idee zou zijn. En laat ons inderdaad van start gaan met de invoering van die jobbonus. (Applaus bij de meerderheid)
De actuele vraag is afgehandeld.