Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot aanvulling van de agenda
Dames en heren, met toepassing van artikel 50 van het Reglement van het Vlaams Parlement heeft de heer Matthias Diependaele bij motie van orde het woord gevraagd.
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, ik zou bij hoogdringendheid een motie aan de agenda willen laten toevoegen. De motie betreft de inroeping van een belangenconflict met betrekking tot de geplande invoering door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement van de onverenigbaarheid van de functie van burgemeester of schepen met het mandaat van lid van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, van de Senaat, van het Vlaams Parlement en van het Europees Parlement.
Dames en heren, de heer Matthias Diependaele heeft bij motie van orde een voorstel gedaan tot aanvulling van de agenda met de motie van Matthias Diependaele, Koen Van den Heuvel, Bart Somers, Karl Vanlouwe, Joris Poschet en Lionel Bajart betreffende een belangenconflict met betrekking tot de geplande invoering door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement van de onverenigbaarheid tussen de functie van burgemeester of schepen en het mandaat van lid van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, van de Senaat, van het Vlaams Parlement en van het Europees Parlement.
Vraagt hierover nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen wij bij zitten en opstaan over het voorstel tot aanvulling van de agenda.
De volksvertegenwoordigers die het voorstel wensen aan te nemen, wordt verzocht op te staan.
De tegenproef.
Het voorstel tot aanvulling van de agenda is aangenomen. Dan stel ik voor dat de motie van Matthias Diependaele, Koen Van den Heuvel, Bart Somers, Karl Vanlouwe, Joris Poschet en Lionel Bajart betreffende een belangenconflict met betrekking tot de geplande invoering door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement van de onverenigbaarheid tussen de functie van burgemeester of schepen en het mandaat van lid van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, van de Senaat, van het Vlaams Parlement en van het Europees Parlement onmiddellijk wordt behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is de motie van Matthias Diependaele, Koen Van den Heuvel, Bart Somers, Karl Vanlouwe, Joris Poschet en Lionel Bajart betreffende een belangenconflict met betrekking tot de geplande invoering door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement van de onverenigbaarheid tussen de functie van burgemeester of schepen en het mandaat van lid van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, van de Senaat, van het Vlaams Parlement en van het Europees Parlement.
De bespreking is geopend.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Voorzitter, het publieke debat over decumul wordt gevoerd en moet altijd kunnen worden gevoerd. Elke politieke partij in dit halfrond heeft haar eigen argumenten pro of contra decumul. We zijn het aan de burger verplicht dit debat op het scherp van de snee te voeren.
In het Brussels Hoofdstedelijk Parlement woedt het debat heel fel. Mijn fractie is daar in het debat inhoudelijk op ingegaan, net zoals de meeste Nederlandstalige en Franstalige fracties. We waren daar zeer duidelijk. Wat ons betreft, is decumul niet de oplossing voor de problemen, de schandalen en de complexiteit in Brussel, integendeel.
In Vlaanderen is het inhoudelijk debat gisteren ook gevoerd in de commissie Binnenlands Bestuur. Groen heeft een voorstel van bijzonder decreet ingediend. Er is me iets opgevallen. Ik was er zelf niet, maar ik heb van leden van de commissie Binnenlands Bestuur gehoord dat een van de partijen, namelijk sp.a, in de verste verte niet te bespeuren viel en niet heeft deelgenomen aan dit fundamenteel belangrijk debat. Mogelijk was sp.a toen in de media, via Belga of op andere manieren, bezig met de beïnvloeding van de publieke opinie, maar niet met het voeren van een inhoudelijk debat in het Vlaams Parlement.
Voor de hygiëne van het debat dat we vandaag voeren, roep ik iedereen op om geen schijngevecht te starten. Het gaat hier niet om de voor- of nadelen van het principe van decumul. Het gaat om het feit dat het Brussels Hoofdstedelijk Parlement een maatregel wil invoeren die de institutionele evenwichten in dit land en meer bepaald in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest onderuit wil halen en die daarenboven eenzijdig de samenstelling en de werking van ons Vlaams Parlement kan aantasten. Om die reden is het de taak van ons Vlaams Parlement zich te verdedigen en dit door middel van een belangenconflict.
Vorig jaar hebben vijf Brusselse volksvertegenwoordigers in het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement een voorstel van ordonnantie ingediend met betrekking tot de zogenaamde nieuwe Gemeentewet. Ze werken daar nog met de Gemeentewet, die door middel van ordonnanties kan worden gewijzigd. Wij hebben ondertussen al enkele jaren het Gemeentedecreet, dat ondertussen ook al meermaals is gewijzigd.
Met het voorstel wil het Brussels Hoofdstedelijk Parlement de onverenigbaarheid opleggen tussen enerzijds de functie van burgemeester, schepen, een lokaal mandaat in één van de negentien Brusselse baronieën, één van de Brusselse gemeenten, en anderzijds het mandaat van lid van het Brussels Parlement, maar niet alleen met het mandaat van lid van het Brusselse Parlement, ook met dat van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Vlaams Parlement of het Europees Parlement. Een dergelijk voorstel van ordonnantie heeft niet enkel een volstrekte meerderheid nodig in het Brussels Parlement, ook in elke taalgroep moet er een meerderheid worden gevonden. Dat zijn die fameuze evenwichten in Brussel.
Toen dit voorstel op 8 juni werd besproken en goedgekeurd in de plenaire vergadering van het Brussels Parlement, werd in de Nederlandse taalgroep geen meerderheid gehaald. Men zou dan denken dat het voorstel definitief is verworpen, ware het niet dat de indieners gebruik wensen te maken van een uitzonderingsclausule die de vijfde staatshervorming heeft ingevoerd. Het zogenaamde ABS-systeem, het antiblokkeringssysteem, werd toen in het leven geroepen, toen de schrik erin zat dat een bepaalde partij zo groot zou worden dat ze op haar eentje de Brusselse instellingen zou kunnen blokkeren. Iedereen herinnert zich dat nog. Het systeem voorziet er namelijk in dat de vereiste meerderheid in elke taalgroep niet meer nodig is bij een tweede stemming, als het gaat over – en ik overdrijf niet – “de bescherming van de democratie”.
Maar aangezien het voorstel van ordonnantie bij vier verschillende partijen op een ‘njet’ stoot, mag het antiblokkeringssysteem helemaal niet worden ingeroepen. Franstalige collega’s in het Brussels Parlement misbruiken dat systeem om – oh ironie – de Vlaamse democratie in Brussel te fnuiken. Met het misbruik van deze uitzonderingsbepaling, schaft men de facto het vetorecht en bijgevolg ook de bescherming van de Vlamingen in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement af. Dat is een uiterst gevaarlijk precedent, waarbij men langs Franstalige kant het institutionele evenwicht op de helling zet. Wat zou de Franstaligen in de toekomst nog tegenhouden om dit systeem te blijven misbruiken, als we vandaag niet reageren? Beeld u eens in dat wij bijvoorbeeld het federaal systeem van de bijzondere meerderheid aan onze laars zouden lappen en de dubbele meerderheid in elke taalgroep gewoon opzij zouden schuiven. Dan vrees ik dat men beneden de taalgrens in een Franse colère zou schieten. Men zou misschien de institutionele atoombom nog eens boven halen, zoals dat ooit in dit land gebeurde.
Collega’s, behalve het opzichtig buitenspel zetten van de Vlamingen in Brussel, probeert men de Vlaamse minderheidsbescherming op een slinkse wijze onderuit te halen. Er werd gekozen om de Nieuwe Gemeentewet te wijzigen, terwijl men eigenlijk aan het statuut van parlementsleden komt. Dat statuut kan enkel gewijzigd worden door gebruik te maken van de constitutieve autonomie van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. Daarvoor is een gewone ordonnantie onvoldoende. Men moet gebruik maken van een bijzondere ordonnantie. Bij voorstellen van een bijzondere ordonnantie kan het antiblokkeringssysteem niet worden ingeroepen. Men lijkt dus doelbewust te kiezen voor de Nieuwe Gemeentewet als instrument om zo de bescherming voor de Vlamingen in Brussel af te schaffen.
Als Brusselse Vlaming is het trouwens erg bitter te moeten vaststellen dat Vlaamse volksvertegenwoordigers – ik kijk inderdaad naar de collega’s van de sp.a en Groen – de democratische meerderheid van onze Vlaams-Brusselse collega’s niet respecteren. Ze worden op een schandelijke wijze buitenspel gezet, met de medewerking van een handjevol ‘flamands de service’ van die partijen.
Collega’s, zelfs wanneer het uithollen van de bescherming van de Vlaamse minderheid in Brussel nog niet voldoende is, zelfs dan is er nog voldoende argumentatie om dit belangenconflict te steunen, en wel omdat men met dit voorstel van ordonnantie vanuit het Brussels Parlement de samenstelling en de werking van het Vlaams Parlement eenzijdig wil aanpassen. Men wijzigt namelijk de voorwaarden die aan het lidmaatschap van ons parlement verbonden zijn.
De autonomie van de deelstaten is er trouwens niet gekomen zodat men voor iemand anders beslissingen kan nemen, mijnheer Vandenbroucke.
Dan hebben we het nog niet gehad over het feit dat dit voorstel zorgt voor een ongelijke behandeling tussen de Vlaamse volksvertegenwoordigers onderling. 118 Vlaamse volksvertegenwoordigers zullen dus wel burgemeester of schepen mogen zijn of een lokaal uitvoerend mandaat mogen uitoefenen, terwijl de zes Brusselse Vlaamse volksvertegenwoordigers dat niet zullen kunnen. Dat de grote verdedigers van de federale loyauteit nu eenzijdig deze beslissing dreigen te nemen, is eigenlijk te grof voor woorden.
Dit voorstel van het Brussels Parlement, alsook de schandalige manier waarop men het door de strot van de Brusselse Vlaming wil duwen, schaadt niet alleen de belangen van de Brusselse Vlamingen, maar ook de belangen van ons Vlaams Parlement. Met een procedure van belangenconflict eisen wij dan ook de onmiddellijke schorsing van dit voorstel van het Brussels Parlement. (Applaus bij de N-VA, CD&V en Open Vld)
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
De procedure van belangenconflicten is niet iets om lichtzinnig mee om te springen. We moeten steevast het doel voor ogen houden: de bewaking van de uitoefening van de bevoegdheden door alle overheden met respect voor elkaar, met respect voor de loyauteit van al deze overheden. Laat er geen twijfel over bestaan, volgens onze fractie brengt de ordonnantie die voorligt de belangen van de Vlamingen, van de Vlamingen in Brussel en zeker van de Nederlandstalige Brusselaars in het Vlaams Parlement ernstige schade toe. Ze negeert het elementaire respect voor de fundamentele regels van ons staatsbestel. Ze negeert namelijk het essentieel parallellisme tussen de bescherming van de Franstalige minderheid op het federale niveau en de bescherming van de Nederlandstalige minderheid binnen het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
Het gaat dus wel degelijk om een belangenconflict. Het voorstel van ordonnantie maakt immers oneigenlijk gebruik van de Gemeentewet om de voorwaarden voor de uitoefening van de constitutieve autonomie te omzeilen. Het voorstel van ordonnantie wil een onverenigbaarheid invoeren tussen de functie van parlementslid en lokale uitvoerende mandaten. Het gaat dus over de samenstelling en de werking van het parlement, en dat is een basiselement van de constitutieve autonomie van Brussel. Deze autonomie kan slechts worden uitgeoefend door middel van ordonnanties die goedgekeurd zijn door een meerderheid van tweederde van de uitgebrachte stemmen en bij volstrekte meerderheid in elke taalgroep. Deze voorwaarden voor de uitoefening van de constitutieve autonomie beschermen het evenwicht tussen de twee gemeenschappen in Brussel. Door de Gemeentewet nu als kader voor deze ordonnantie te hanteren, worden de voorwaarden voor de constitutieve autonomie omzeild. Het is een echt achterpoortmaneuver. Daardoor wordt afbreuk gedaan aan het evenwicht tussen de twee gemeenschappen in Brussel. De belangen van de Vlaamse Gemeenschap worden hier duidelijk geschaad.
Het voorstel van ordonnantie heeft ook gevolgen voor de zes Nederlandstalige collega’s Brusselaars in ons Vlaams Parlement. Het is ongehoord dat op die manier ingegrepen wordt in het functioneren van het Vlaams Parlement. De zes Brusselse volksvertegenwoordigers in het Vlaams Parlement worden onderworpen aan regels die niet gelden voor de andere collega’s, regels die bovendien tot stand kwamen met een Vlaamse minderheid in het Brussels Parlement. Bij de eindstemming zal oneigenlijk gebruik worden gemaakt van het antiblokkeringssysteem, de zogenaamde Lombardmeerderheid. Die Lombardmeerderheid is een element van de vijfde staatshervorming uit 2001, de enige staatshervorming die tot stand is gekomen zonder de Vlaamse christendemocraten.
CD&V heeft zich met het oog op de bescherming van de Vlaamse minderheid in Brussel altijd uitdrukkelijk verzet tegen een structurele afzwakking van die dubbele meerderheid. De Lombardmeerderheid heeft het uitsluiten van bepaalde partijen van de besluitvorming tot doel. Die nu inroepen, gaat frontaal in tegen de geest van de maatregel zoals oorspronkelijk bedoeld, en holt dus de bescherming van de Vlaamse minderheid in Brussel uit. Dit is, collega's, voorzitter, een gevaarlijk precedent.
Beste collega's, bovengenoemde argumenten zijn ernstig, want ze tasten de fundamentele evenwichtsregels van ons staatsbestel aan. Onze fractie steunt duidelijk en unaniem deze motie. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Somers heeft het woord.
Voorzitter, collega's, de twee vorige sprekers hebben al op een heel eloquente manier de techniciteit uitgelegd van dit dossier. Ik zou me meer willen beperken tot de principes en de echte inzet van de stemming die we zo dadelijk gaan hebben.
Onze partij is een federalistische partij. Wij geloven in het federale samenwerkingsverband. Het is een uniek experiment. Twee gemeenschappen bouwen binnen één staatsverband samen een toekomst op. Het is geen gemakkelijk experiment, met zijn moeilijkheden en complexiteit. Het is een experiment dat alleen kan lukken als de fundamentele afspraken worden gerespecteerd.
We hebben in ons constitutioneel model, onze rechtsstaat, regels ingebouwd die minderheden beschermen. Dat zijn de fundamentele evenwichten van dit land. Op federaal vlak wordt de Franstalige minderheid beschermd, op het Brusselse niveau wordt de Vlaamse minderheid beschermd. Het evenwicht tussen, het respect voor die twee maken de kern uit van de overlevingskansen van het federalisme in ons land. Wie daaraan raakt, wie dit probeert uit te hollen, wie daar misprijzend tegenover staat, brengt het federalisme als dusdanig in gevaar. Ik kan dus heel moeilijk begrijpen dat partijen die net als wij het federalisme omarmen en pretenderen federale partijen te zijn, vandaag in de Brusselse instellingen datzelfde federalisme in gevaar brengen.
We hebben regels afgesproken in Brussel dat voor sommige materies een dubbele meerderheid nodig is, niet voor alles, voor sommige materies. Die zijn bij bijzondere wet bepaald. Maar vandaag aanvaarden twee Vlaamse partijen dat die regel opzij wordt geschoven. Zij aanvaarden dat niet langer de helft maar slechts een derde van de Vlaamse Brusselaars akkoord moet gaan om een regeling in te voeren.
Het gaat mij niet over de inhoud van de regel. Het gaat mij over het bewaken van die fundamentele principes. Ik vind het hoogst onverantwoord en onbegrijpelijk dat in wezen federale partijen zich op dat pad begeven. U zet de deur open voor de separatisten. (Opmerkingen. Applaus bij Open Vld)
U zet de deur open voor degenen die de ondergang van dit land wensen! (Rumoer. Applaus bij Open Vld)
Voor mij is dat onbegrijpelijk!
U doet het op twee manieren. U doet dat in het Brusselse Parlement. (Opmerkingen bij sp.a en Groen)
U ziet sommigen glimlachen. Dat hebt u veroorzaakt! (Opmerkingen bij sp.a en Groen. Rumoer)
Dat hebt u veroorzaakt. Dat is uw verantwoordelijkheid! (Applaus bij Open Vld. Rumoer)
Dat is jullie verantwoordelijkheid! (Applaus bij Open Vld. Rumoer)
U hebt dat gedaan in de Brusselse instellingen door de Vlaamse meerderheid los te laten. U gaat straks een hele uitleg geven om te zeggen dat dit voor u inhoudelijk zeer belangrijk is. Maar als we in die logica treden, zijn er morgen voor Open Vld, overmorgen voor CD&V, de dag nadien voor de N-VA, belangrijke dossiers en kunnen we die regel opheffen en ontbinden.
Op federaal vlak zou dat nooit aanvaard worden, nooit. En terecht nooit. Omdat dat de kern is en het wezen van het federalisme. U moet weten wat u doet. U dwingt partijen, om verschillende achterliggende redenen, om hier vandaag die regel overeind te houden. U dwingt ons tot het maken van een belangenconflict. U dwingt ons daartoe. (Opmerkingen van Wouter Van Besien)
Dat is opnieuw een aanslag op het federale vertrouwen dat in dit land zou moeten bestaan. U introduceert communautaire spanningen door de houding die u hebt in genomen. Als u dat niet gedaan had, waren we daar vandaag niet over aan het discussiëren. (Applaus bij Open Vld)
Dus in het belang van de Vlaamse Brusselaars maar nog meer in het belang van het federalisme, zal onze fractie deze motie ten volle steunen. Ik dank u. (Applaus bij Open Vld en de N-VA)
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Collega’s, met alle respect, maar het gaat hier absoluut niet om een communautaire kwestie. (Rumoer)
Dit gaat over regels van deugdelijk bestuur en hoe men dat in Brussel wenst te organiseren. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is sinds 2002, net zoals wij dat ook zijn in ons gewest, ten volle bevoegd voor de lokale besturen op zijn grondgebied. En dus is het ook bevoegd voor het bepalen van het statuut van burgemeesters en schepenen aldaar. En ik neem aan dat diegenen die het dossier technisch hebben uitgelegd, ook de adviezen van de Raad van State over die ordonnantie hebben gelezen. Die adviezen zijn bijzonder duidelijk: als het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest bevoegd is om het statuut te regelen van burgemeesters en schepenen, dan is het ook bevoegd om te bepalen of die politieke functies al dan niet gecumuleerd kunnen worden met andere politieke functies, bijvoorbeeld met parlementaire functies, en het maakt niet uit welke parlementaire functies.
Een meerderheid van het Brussels Parlement heeft inderdaad geoordeeld dat het beter is om geen politieke mandaten te cumuleren, dat het beter is om niet tegelijkertijd burgemeester of schepen te zijn in het Brussels Gewest én parlementslid. Waarom? Omdat de indieners geoordeeld hebben dat het beter is dat burgemeesters en schepenen voltijds ter beschikking zijn voor de job waarvoor ze betaald worden, omdat ze niet willen dat de Brusselse gewestpolitiek om de haverklap doorkruist wordt door lokale belangen van die baronieën, collega Vanlouwe. Omdat men geoordeeld heeft dat het beter is om machtsconcentratie en een opeenstapeling van politieke vergoedingen in één persoon te vermijden. ‘For the record’: ja, collega’s, wij zijn het daarmee eens. Sp.a is het daarmee eens. U hebt alle recht, en ik gun u dat recht van harte, om het daar oneens mee te zijn. Maar dit heeft hoegenaamd niets te maken met de positie van de Nederlandstaligen in Brussel. (Applaus bij sp.a)
Wat u doet, collega Somers, is het misbruiken van instrumenten die cruciaal zijn voor de werking van ons federalisme, die bedoeld zijn om het respect voor de gemeenschappen en de gewesten te waarborgen. Daarmee ondergraaft u die instrumenten en ondergraaft u ook de positie van Nederlandstaligen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Wat u doet, door hier een communautaire kwestie van te maken, is het debat over deugdelijk bestuur uit de weg gaan. Dat is ronduit hypocriet. Ik richt me tot de collega’s van de N-VA: het is ronduit hypocriet om om de haverklap te toeteren dat Vlaanderen meer bevoegdheden nodig heeft, maar als een ander gewest dan zijn bevoegdheden gebruikt, die het nota bene heeft sinds 2002, voor zaken die u niet ziet zitten, dan staat het kot plots in brand. Blijkbaar is de afkeer voor het cumulverbod groter dan het respect voor de autonomie van de deelstaten in dit land. (Applaus bij sp.a)
Collega Vandenbroucke, wat u zegt, is ronduit schandelijk. U wilt het probleem-Mayeur oplossen en u offert daarmee de beschermingsregels voor de Vlaamse minderheid in Brussel op. Dat is wat er gebeurt! (Applaus bij de meerderheid)
De heer Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Vandenbroucke, ik wil me daar volledig bij aansluiten. Dit is je reinste huichelarij wat u hier komt verkondigen. Hoe kunt u zeggen dat dit niet gaat over een communautaire aangelegenheid, over de bescherming van de Vlamingen in Brussel? Als het morgen zou gaan over een ander thema, een of ander sociaal thema dat ook voor uw partij van belang is, dan zou u evengoed niet aanvaarden dat die Vlaamse besluitvorming wordt gefnuikt op deze manier. U staat hier niet om de autonomie van het Brusselse Gewest te verdedigen. (Opmerkingen van Joris Vandenbroucke)
U staat hier om de arrogantie van de Franstaligen te verdedigen om Vlamingen in Brussel uit te sluiten van de besluitvorming. (Applaus bij de meerderheid)
Over de Franstalige politici gesproken, collega Diependaele, weet u waar u mee bezig bent? Met het geven van een groot cadeau, met een strik errond, aan DéFI, dat maar al te graag rondtoetert dat het onmogelijk is om Brussel te hervormen door onwillige Nederlandstalige partijen. (Rumoer)
Quod non! Quod non! Wij willen wél regels voor deugdelijk bestuur in Brussel! Weet u aan welke kant u gaat staan? Aan de kant van Franstalige politici die maar al te graag hebben dat het belang van die Brusselse baronieën waar wij vanaf willen, prevaleert op het belang van een sterke grootstedelijke gewestpolitiek. Dáár bent u mee bezig, collega’s! (Applaus bij sp.a en Groen en van Christian Van Eyken)
Mijnheer Vandenbroucke, als u DéFI en mijnheer Maingain ter wille wilt zijn, weet u wat u dan doet? Schaf dan alle beschermingsmaatregelen voor de Vlamingen af, want dat is het uiteindelijke doel van die man. Dan hef je tegelijkertijd het federalisme in dit land op. Voor mij is DéFI niet de graadmeter van hoe we het federalisme in Brussel moeten verdedigen. We moeten dat doen door de spelregels die bestaan, te respecteren, en u hebt daar geen respect voor opgebracht door die meerderheidsregel uit te hollen.
Mijnheer Vandenbroucke, ik ben er toch ook wel heel verbaasd over dat u alles uit de kast moet halen om die PS-baronieën in Brussel de mond te snoeren. Daarover gaat het immers: je hebt dat dus nodig om de PS-baronieën zelf op te lossen. U bent hier in het Vlaams Parlement, ook samen met collega Rzoska, de heraut, en voor een stuk terecht, van de democratische controle, van het respect voor de basisregels. In een parlementaire democratie moet men die regels respecteren. Dat is volledig terecht. Met dit doen jullie dat niet, want dat is inderdaad de basisregel van de samenstelling van een parlement. Dat is dus constitutieve autonomie. Daarvoor zijn dus een tweederdemeerderheid en een volstrekte meerderheid in elke taalgroep nodig. U ondergraaft die regel en zet een achterpoortje open. U bent geen achterpoortjespoliticus, absoluut niet, maar nu gebruikt u wel een achterpoortje om basisregels van het federale systeem te doorbreken. Dat doen we niet. Daar zijn we dus absoluut tegen. (Applaus bij de meerderheid)
Mijnheer Vandenbroucke, zoals de collega’s ben ik ook wel geschokt door uw betoog. U moet zich in bochten wringen om toch maar te verantwoorden waarom u eigenlijk de Vlaamse meerderheid in Brussel op het spel zet. (Opmerkingen van Joris Vandenbroucke)
Dat was ook zo in het Brussels Parlement. Ik heb de debatten daar gevolgd. Iedereen van uw partij moet zich daar in bochten wringen en weet niet goed met welke argumenten hij moet komen aanzetten.
U zegt hier dat die baronieën in stand worden gehouden. Die worden in de eerste plaats in stand gehouden door de PS, en overal in Brussel, met uitzondering van twee gemeenten, doet u mee met de PS in diezelfde baronieën. Wat een hypocrisie, wat een schijnheiligheid is dat!
Ten slotte, u bent al zoveel jaren in Brussel aan de macht. Welke hervormingen hebt u erdoor gekregen in Brussel? Welke institutionele structurele hervormingen? Het enige wat u nu gaat doen, is de bescherming van de Vlamingen in Brussel op het spel zetten! Dat zal uw verdienste zijn! (Applaus bij de N-VA en Open Vld)
Collega’s, als u daadwerkelijk de impact van die zogenaamde baronieën wilt verminderen, stem dan voor de decumul. Zorg er dan voor dat men inderdaad niet burgemeester of schepen en parlementslid tegelijkertijd kan zijn. (Opmerkingen. Applaus bij sp.a en Groen en van Christian Van Eyken)
Maar dát is uw probleem! Het zint u niet! Het zint u niet dat een grondwettelijk bevoegd parlement beslissingen neemt waar u tegen bent, collega Vanlouwe! Het zegt iets over de wanhoop bij de grootste fractie in dit Vlaams Parlement.
We weten al dat u bereid bent om uw communautaire eisen en beloften desnoods tien jaar in de diepvriezer te steken om mee te kunnen besturen in België, maar dat u zo ver zou gaan wanneer het gaat over bevoegdheden die al vijftien jaar geleden exclusief zijn toegekend aan de gewesten dankzij het feit dat sommigen wel in staat zijn om staatshervormingen af te spreken, dat had ik nooit durven denken. (Applaus bij sp.a en Groen en van Christian Van Eyken)
En het is uit respect voor de autonomie van de deelstaten in dit land, collega’s, dat wij uit volle overtuiging tegen deze motie zullen stemmen. (Applaus bij sp.a en Groen)
Mijnheer Vandenbroucke, uw pleidooi verzandt in het niets. U bent er gedurende tien minuten van uw betoog in geslaagd om het met geen enkel woord te hebben over de bescherming van de Vlamingen in Brussel. Dat thema bent u volledig uit de weg gegaan. (Applaus bij de N-VA, CD&V en Open Vld)
Dat zijn tienduizenden mensen die u volledig hebt uitgesloten. U bent er zelfs in geslaagd om die in uw tussenkomst totaal te negeren. Hoe u dat aan uzelf kunt uitleggen, is voor mij onverklaarbaar. U weet zeer goed, en dat hebben we met de drie meerderheidspartijen zeer goed gezegd, dat die regeling er is gekomen om een heel duidelijke reden, namelijk om die Vlamingen te beschermen in Brussel. U bent erin geslaagd om daar de ogen volledig voor te sluiten, en niet alleen dat, tegelijkertijd bent u ook nog eens de woordvoerder geweest van DéFI en hebt u hier gewoon FDF-praat gebracht. Daar bent u in geslaagd! Mooie prestatie. (Applaus bij de N-VA en Open Vld)
Mijnheer Diependaele, u en uw mede-indieners zijn de objectieve bondgenoot van DéFI en die Brusselse politici die u zo verafschuwt. Dit gaat niet over de positie van Nederlandstaligen; dit heeft alles te maken met de weerzin van sommige politieke partijen in Brussel, sommige Vlaamse politieke partijen in Brussel, tegen het verbod op het cumuleren van politieke mandaten. Dat is het enige wat hier van tel is.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, inhoudelijk is de lijn die we altijd hebben gehanteerd, sinds het ontstaan van de groene partij in Vlaanderen: één man, één vrouw voor één job. En dat is een heldere lijn die we altijd hebben verdedigd, ook in dit parlement. Toen recent het decreet op het lokaal bestuur werd hervormd, hebben we dat amendement tweemaal op tafel gelegd, een keer tijdens de bespreking en een keer gisteren om u ervan te overtuigen dat politieke vernieuwing wel degelijk als gevolg heeft dat mensen niet langer aanvaarden dat politici mandaten cumuleren. Dat is, mijnheer Vanlouwe, het debat dat we vandaag voeren. (Opmerkingen van Karl Vanlouwe)
U bepaalt niet waarover ik ga debatteren. Ik ben hier wel degelijk een parlementslid met al mijn rechten, voltijds, meer dan voltijds. U gaat mij dan ook niet zeggen waar dit debat over gaat. (Rumoer)
Laat de heer Rzoska zijn verhaal afmaken. U kunt dan reageren.
De heer Rzoska heeft het woord.
Mijnheer Vanlouwe en collega’s, de kern is dat het Brussels Parlement voorloopt op het vlak van politieke vernieuwing. (Gelach)
En dat geldt zelfs voor het Waals Parlement, mijnheer Vanlouwe. Er zijn in dit land al eerder parlementen geweest die de decumulregels hebben vastgelegd. En weet u waarom het niet lukt in Vlaanderen? Ik vind het schrijnend voor de meerderheidspartijen, voor CD&V, mijnheer Van den Heuvel, en voor Open Vld, want dit voorstel is wel degelijk getoetst door de Raad van State. En tweemaal heeft de Raad van State helder gezegd dat dit wel degelijk een bevoegdheid is van het Brussels Parlement. Kom mij dus niet zeggen dat we dit niet doen volgens de regels van de kunst.
Mijnheer Van den Heuvel, de Raad van State wordt hier te pas en te onpas gebruikt in dossiers om te zeggen dat iets niet mag. Wel, we hebben het voorgelegd aan de Raad van State. Twee adviezen. Helder is: dit is een bevoegdheid van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement.
En wat me stoort, collega's van de N-VA, is dat jullie zes jaar lang hebben afgesproken: het communautaire steken we in de diepvries. En weet u wanneer u het bovenhaalt? Als het gaat over een eigen postjes, over uw eigen mandaten. (Rumoer. Applaus bij sp.a en Groen)
Dan haalt u het communautaire boven. (Rumoer. Opmerkingen. Applaus bij sp.a, Groen en het Vlaams Belang)
Dit is, collega's, de kracht van de zelfbediening en niet de kracht van verandering. De kracht van de zelfbediening! (Rumoer. Opmerkingen. Applaus bij sp.a, Groen en het Vlaams Belang)
Mijnheer Rzoska, eerst en vooral weet ik dat u probeert het debat over te doen dat gisteren in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement werd gevoerd en dat gisteren in de commissie werd gevoerd. Vandaag gaat het debat over de motie in verband met het belangenconflict waarbij wij nog steeds de belangen van de Brusselse Vlamingen als minderheid in Brussel proberen te verdedigen. En daarover gaat het debat. Net zoals ik de heer Vandenbroucke nog niet heb horen spreken over die minderheidsgroep, over de Brusselse Vlamingen, heb ik u daarover ook nog niet horen spreken.
U zegt dat het gaat over eigenbelang. Ik heb hier absoluut geen eigenbelang bij. Wat ik wel niet wil, wat ik absoluut niet wil, is die ongelijke behandeling. Ik dacht dat wij er hier altijd naar streefden om een gelijke behandeling te krijgen. En wat zult u hiermee doorvoeren? Wat zal het Brussels Hoofdstedelijk Parlement doorvoeren? Een ongelijke behandeling tussen parlementsleden die wél kunnen cumuleren en anderen die niet kunnen cumuleren. Het zou úw partij moeten zijn die voortrekker is in de strijd tegen die ongelijke behandeling.
Mijnheer Rzoska, u zegt – en u zegt dat terecht – dat uw partij op het vlak van de cumulregelingen een helder standpunt heeft. En ik respecteer dat standpunt.
Dat is niet het probleem. Het probleem is dat uw partij een democratische partij is en dat een democratische partij, wanneer ze ideeën heeft, een meerderheid rond zich probeert te verzamelen. En als je geen meerderheid vindt, dan zoek je verder naar andere oplossingen. En daar hebt u als democraat gezondigd.
En uw partij is ook een federale partij en u hebt de federale beschermingsregels naast u neergelegd en daardoor het federalisme in dit land in gevaar gebracht. U hebt dus niet gehandeld als een democraat en ook niet als een federalist in dit dossier. En dat is wat het overgrote deel van de mensen hier in dit parlement, en ook in Vlaanderen – daarvan ben ik overtuigd – stoort aan de aanpak die u hebt gevolgd in dit dossier. (Applaus bij Open Vld)
Mijnheer Rzoska, ik had het in alle eerlijkheid niet gezien. U brengt een goede comedyshow.
In alle eerlijkheid: ik heb alle respect voor uw standpunt met betrekking tot cumul, decumul enzovoort. U hebt een ander standpunt dan wij, maar dat maakt niet uit. U hebt alle recht om dat te verdedigen. Ik heb er alle respect voor.
Maar daarover gaat het natuurlijk niet. U verwijst naar het advies van de Raad van State, dat juridisch waarschijnlijk wel correct is. Maar u kunt zich daar niet zomaar achter verstoppen. Er zijn ook bepaalde democratische spelregels die wij moeten naleven. En door nu deze regeling te verdedigen, door het instrument dat men nu gebruikt om deze decumulregeling door te voeren goed te praten, past u eigenlijk de spelregels aan. Want u kunt niet ontkennen dat dat anti-blokkeringssysteem nu wordt misbruikt. Dit was niet de geest van het systeem dat toen in het leven is geroepen. Wij waren trouwens ook geen voorstander van dat systeem en wij vinden het ook ondemocratisch. Maar het is er nu eenmaal. En de spelregels verander je niet zomaar, die zet je niet zomaar naar je hand afhankelijk van de inhoud die je wilt hebben. Morgen kan er een ander dossier zijn waarover u anders denkt. En dan gaat u evengoed op uw achterste poten staan, om moord en brand te schreeuwen. Maar nu bent u gewoon alle regeltjes, alle omkadering in uw voordeel aan het keren om dit te verdedigen, terwijl het er eigenlijk gewoon op neerkomt dat u niets anders doet dan de Franstaligen helpen om de Vlamingen uit te sluiten van de besluitvorming in Brussel. (Applaus bij de meerderheid)
De heer De Ro heeft het woord.
Collega Rzoska, we hebben hier samen de eed afgelegd, 5,5 jaar geleden. En ik had toen de week voordien de eed afgelegd als schepen. Ik ben wat geëmotioneerd door het taalgebruik van zowel uw voorganger als uzelf. Ik heb hier ondertussen gehoord dat mensen die én parlementslid zijn én schepen of burgemeester, postjespakkers zijn, baronnen, voorbeelden van ondeugdelijk bestuur. En alhoewel het voor onze fractie niet het voorwerp is van dit debat, wil ik toch het woord nemen.
Kijk alle collega’s eens in de ogen. Alle ‘niet-cumulards’, zijn dat de besten van het parlement? En zijn alle ‘cumulards’ de slechtsten van het parlement? Zijn dat allemaal postjespakkers die het voor zichzelf doen? Zijn de mensen die alleen maar parlementslid zijn en daarnaast nog twee of drie andere niet-politieke beroepen uitoefenen dan de goede mensen? Zijn de collega's binnen de oppositie die cumuleren slechteriken? Zijn dat baronnen? Ik zou er zelfs niet mee durven te lachen. Ik zou zelfs geen voorbeelden willen aanhalen waarvan je zou kunnen zeggen dat het baronnen zijn omdat ze in een middeleeuwse stad actief zijn. Waarom gebruikt u die woorden? (Rumoer)
Ik heb altijd respect gehad, mijnheer Rzoska voor het standpunt van Agalev sinds de jaren 70 van ‘één man, één vrouw, één post’. Maar zou uw partij, en u dan in het bijzonder, ook wat respect kunnen tonen voor al die collega's die hard werken en die het wel goed proberen te doen en die het ook goed doen? (Applaus bij de meerderheid)
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Mijnheer Rzoska, ik denk niet dat cumul en decumul het fundament is van deze discussie of de basis is van de discussie. Neen, dat is het nu niet. Vandaag gaat het over het respect voor de evenwichtsregels die ingebakken zijn in ons federale systeem. Het is onze grote ontgoocheling dat ook uw partij, die ook een van de partijen is die een groot belang hecht aan de federale loyauteit, dit hier ondergraaft om via een achterpoortje iets binnen te halen. Dat is fout. U doet dat niet. Ook hier in het parlement bent u altijd een van de grote verdedigers van de juiste toepassing van de juiste controlemechanismen, van de juiste evenwichten. Doe dat nu ook. Er is een basisparallellisme in dit land tussen bescherming van de Franstalige minderheid op federaal vlak en de Vlaamse minderheid op Brussels vlak. Ondergraaf dat niet. Dat is voor ons de inzet van deze motie, los van welk element er ook achter dat voorstel zit. (Applaus bij de meerderheid)
Collega's, ik zie het niet, hoor. (Opmerkingen)
Neen, mijnheer Diependaele. U zegt dat ik een comedyshow opvoer. Ik vind dat eigenlijk behoorlijk grof, want ik neem dit wel degelijk ernstig. Democratie is een ernstige zaak. Met het voorstel van decumul, collega's, gaan we meer Vlamingen bij de Brusselse politiek betrekken dan vandaag. We gaan meer Vlamingen tot de politiek aantrekken dan vandaag. In se zou u daarvoor moeten zijn. In se zou je ervoor moet zijn dat we meer Vlamingen gaan betrekken bij de Brusselse politiek door de machtsconcentratie eruit te halen.
Waar het over gaat, mijnheer Van den Heuvel, is dat wij hier bevoegd zijn, wat betreft het decreet Lokaal Bestuur, voor het statuut van de lokale mandatarissen, en dat men daar in Brussel ook voor bevoegd is. Men kan daar wel degelijk beslissingen nemen die over decumul gaan. Er is wel degelijk een meerderheid. Het is de Raad van State – maar je moet natuurlijk de adviezen lezen – die zegt dat het kan met een gewone meerderheid. Er is een democratische meerderheid om het te doen.
Weet u wat beschermd wordt? De rechten van de minderheden, en niet de postjes. De rechten van de minderheden worden beschermd, niet de postjes. En ik – en dat weet u allemaal zeer goed – heb wel degelijk een Vlaamse reflex. Het stuit mij tegen de borst dat jullie, als de grote Vlaams-nationalistische partijen, dit instrument bovenhalen, gewoon om de eigen posten te beschermen. (Rumoer)
Mijnheer Diependaele, ik ben eens gaan kijken in de statuten van de N-VA. In de gecoördineerde versie van deze week, 25 juni – blijkbaar ergens in mei 2018 goedgekeurd –, die transparant op uw website staat, lees ik artikel 7.6: ‘Het ambt van burgemeester, schepen of OCMW-voorzitter en een parlementair mandaat is onverenigbaar, tenzij je een uitzondering vraagt.’ (Opmerkingen)
Het principe staat hier zwart op wit in uw statuten: het is onverenigbaar. U moet mij eens uitleggen... (Rumoer)
De heer Rzoska heeft ook naar u geluisterd, luister nu ook naar de heer Rzoska alstublieft.
De heer Rzoska heeft het woord.
Ik vraag mij af waarom u dit belangenconflict gebruikt terwijl men in Brussel gaat naar waar u zelf naartoe wilt, en dat is een decumul omwille van politieke vernieuwing. U steekt zand in de machine van de politieke vernieuwing. Dat doet u. (Applaus bij Groen)
Mijnheer Rzoska, eerst en vooral zou ik eens willen dat u zegt waar wij postjes hebben in Brussel. Niet in de regering en in geen enkele gemeente zitten wij in de meerderheid. U hebt dat nu al drie keer gezegd, maar u moet nu eens dringend gaan aanduiden welke postjes wij in Brussel verdedigen want dan zijn het er in elk geval die voor mij verborgen worden gehouden. Wij zitten nergens in de meerderheid, dus wij kunnen ook geen postjes verdedigen.
U neemt het debat ernstig. Ik zou graag hebben dat u de bescherming van de Vlamingen in Brussel ernstig zou nemen. (Applaus bij de meerderheid)
Het debat herhaalt zich voortdurend. Nog eens, het gaat hier niet over cumul of decumul! Het is zeer straf dat u onze statuten heb nagelezen, maar ik ben blij dat u volledig heb geciteerd en gezegd dat er inderdaad ook uitzonderingen worden gegeven. Maar het gaat hier niet over cumul en decumul. Het gaat hier over het feit dat een systeem misbruikt wordt om de Vlamingen uit te sluiten. Dat misbruik dient om de Vlamingen uit te sluiten van die besluitvorming in Brussel. U bent daar een zeer nuttige handpop van de Franstaligen voor. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Van Dijck heeft het woord.
Mijnheer Rzoska, ik zal even willen aanvullen. Inderdaad, het gaat niet over cumul en decumul. Het gaat over welke weg je bewandelt om tot een besluitvorming te komen. Dat kunnen morgen en overmorgen andere onderwerpen zijn. Het kan inderdaad wel de bevoegdheid van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zijn, maar er staat duidelijk gestipuleerd dat je een meerderheid moet bekomen zowel in de Franstalige als in de Nederlandstalige taalrol. Daar gaat het over! En als er geen meerderheid is bij de Nederlandstaligen, dan gaat het niet op! Daar gaat het over, en over niks anders! (Applaus bij de meerderheid)
Collega's, ik stel vast dat jullie hardnekkig blijven zitten. Eigenlijk hadden jullie dit voorstel van ordonnantie in Brussel gewoon moeten steunen als N-VA. U had het moeten steunen want het staat in uw eigen statuten. U had het gewoon moeten steunen. En wat doet u nu? U gebruikt een bij uitstek communautair middel om iets inhoudelijks tegen te houden dat u zelf wilt. Weet u wat het resultaat is? U hebt inderdaad geen uitvoerende mandaten, maar u houdt wel PS-burgemeesters mee in het zadel. De Emir Kirs van deze wereld zullen u op hun blote knieën danken, want door het feit dat u dit belangenconflict inroept, zal het vertraagd worden en zal het naar een volgende legislatuur getrokken worden.
Wat betreft die gelijke rechten, mijnheer Van Dijck en mijnheer Diependaele: elke lokale politicus in Brussel zal dezelfde rechten hebben. En wat betreft de zes mensen hier: weet u wat u eigenlijk zou moeten doen? U zou een bedankingsbrief moeten sturen naar het Brusselse parlement omdat dit parlement – ik spreek niet over baronieën, mijnheer De Ro, dat waren mijn woorden niet – recht heeft op voltijdse politici die bezig zijn met hun voltijdse taak. U zou een bedankingsbrief moeten sturen omdat hier hopelijk volgende legislatuur zes mensen gaan zitten die zich voltijds zullen gaan bezighouden met hun job. Iedereen in dit halfrond, mijnheer Van Dijck, weet dat een parlementair mandaat hard werken is. We zouden dus eigenlijk een bedankingsbrief moeten sturen.
Maar wat u doet, is een belangenconflict op tafel leggen, waar ik eerlijk gezegd niet van snap waarom u dat doet. Ik zie geen schending van de rechten van de Vlamingen in Brussel. We gaan meer Vlamingen betrekken bij de lokale politiek en daarboven in Brussel, en dat is potverdorie een goede zaak. Er zijn er die het hebben over het feit dat wij het federale model op tafel leggen. Niet de heer Somers maar een van uw collega’s had het zelfs over een atoombom. Het woord kaakslagnationalisme is nog net niet gevallen. Mijnheer Somers, u houdt aan de overkant van de straat een regering met een Franstalige minderheid recht. Ik moet eerlijk zeggen, mijnheer Somers, dat ik uw verwijt niet hoef te pikken. Ik zou eens de omgekeerde wereld willen zien. (Opmerkingen bij de meerderheid)
U moet mij niet verwijten dat ik het federale model op tafel leg, mijnheer Somers. Wat ik op tafel leg, is een decumul voor alle lokale Brusselse politici. En het belangenconflict vind ik eigenlijk een ongelooflijk dom instrument om inhoudelijk … Want waar het u om gaat, mijnheer Somers – en u hebt wel een aantal mensen die u in dezen moet beschermen –: het gaat u om de bescherming van uw mandaten. (Applaus bij Groen)
Mijnheer Rzoska, wat mij enorm stoort, is de manier waarop u met de rechtsstaat omgaat. U vindt voor uzelf, wanneer het in uw kraam past, nieuwe regeltjes uit. Zo vindt u net de regel uit dat een Federale Regering een meerderheid moet hebben langs beide kanten. Dat staat in geen enkele grondwettelijke of constitutionele regel. U zegt: u zou eens moeten kijken wat er zou gebeuren als het omgekeerd was. Het is verdorie omgekeerd gebeurd! Het is omgekeerd gebeurd!
Wat is de essentie van het verhaal? We hebben constitutionele regels, en elke democraat dient die te respecteren, ook al zijn ze vervelend, hinderen ze hem, maken ze het hem onmogelijk om zijn politiek uit te voeren. U weet dat er een regel is waarbij de helft van de Vlamingen moet meestemmen. Die bestaat. U zegt: ‘We gaan gebruikmaken van een uitzonderingselement dat ingevoerd is om een heel specifieke reden, we gaan dat nu toepassen om toch ons willetje door te drijven.’ Op die manier ondergraaft u die beschermingsregels, ondergraaft u de constitutionele evenwichten, ondergraaft u het federalisme. Dat is werken ‘à la tête du client’. De regels zijn goed als ze in uw kraam passen. Dat is bijna op zijn Italiaans: er zijn regels, maar we gaan kijken hoe we ze kunnen omzeilen. Dat is uw benadering van de rechtsstaat, en die stoort mij enorm. (Applaus bij de meerderheid)
Mijnheer Rzoska, u zei daarnet: ‘De zes Vlaamse parlementsleden uit Brussel zullen dan voluit kunnen gaan voor hun mandaat.’ Dat is al zo, want van de zes Vlaamse parlementsleden uit Brussel is er niemand schepen. Men probeert dus eigenlijk een oplossing te zoeken voor een probleem dat gewoon niet bestaat. Er is geen probleem hier in Brussel, met de Brusselse Vlamingen in het Vlaams Parlement. Waarom probeert u dat dan toch mordicus door te voeren?
Zoals de heer Somers ook gezegd heeft, worden de regels constant gewijzigd. We hebben het al gehad over het antiblokkeringssysteem, waarbij er inderdaad een dubbele meerderheid moet zijn. En plots, gedurende het spel, wordt dat gewijzigd. U weet dat dit hier niet op van toepassing was. Ik heb niemand horen praten, noch de heer Vandenbroucke, noch uzelf, over de vraag waarom men gebruikmaakt van de Gemeentewet. Men wijzigt de Gemeentewet. Men had eveneens het statuut van de parlementsleden kunnen wijzigen. En dan had men via een bijzondere ordonnantie met die dubbele meerderheid zonder dat antiblokkeringssysteem… En daar spreekt u niet over, omdat u weet dat het opnieuw een omweg is en dat op die manier de spelregels onderuit worden gehaald.
De heer Vanbesien heeft het woord.
Ik wil even reageren op de heer Somers, omdat hij mijn collega Rzoska verweet geen democraat te zijn omdat hij de regels niet volgde.
Het is heel duidelijk dat wij pal achter de regels van de rechtsstaat staan. En wat zeggen die regels? Dat die regels geïnterpreteerd worden door rechtbanken. Het is de Raad van State die geïnterpreteerd heeft of deze procedure gevolgd kon worden, en die heeft ‘ja’ gezegd. Om dan vervolgens als politicus te gaan zeggen dat de Raad van State ongelijk heeft en dat het iets is wat rechtmatig niet kan gebeuren, dat is, mijnheer Somers, niet zo democratisch van inslag. (Applaus bij sp.a en Groen)
Mijnheer Vanbesien, u weet heel goed dat die eenderderegel is ingevoerd met één welbepaalde reden. En dat was ook de reden waarom wij langs Vlaamse kant, met de partijen die dat mee hebben goedgekeurd, dat hebben gestemd. Dat was om te verhinderen dat één partij heel het systeem kon blokkeren. U gebruikt nu diezelfde regel oneigenlijk. Formeel-juridisch zal de Raad van State evident zeggen dat die toegepast kan worden, maar u ondergraaft daarmee de ratio legis van die regeling. U laat daarmee de politieke reden van die regeling achter u, en u wendt die aan om uw eigen politieke doelstellingen hier op korte termijn te realiseren, en op lange termijn brengt u de belangen van de Vlamingen in Brussel én van het federalisme in gevaar. En dat blijft mij storen. (Applaus bij de meerderheid)
Voorzitter, ik kan concluderen. Mijnheer Somers, ik acht de Raad van State zeer hoog, altijd. In eerdere debatten, ook als hier ontwerpen of voorstellen van decreet worden gemaakt, ben ik een van de eersten die altijd vraagt om de Raad van State te consulteren. In het geval van een voorstel van decreet hoeft dat niet met een ruime meerderheid.
In deze zaak is de Raad van State twee keer geconsulteerd. Ik heb de twee arresten bij. Het zijn adviezen, mijnheer De Croo, maar het zijn adviezen van mensen die weten hoe de spelregels in elkaar zitten en hoe de zaken moeten worden geïnterpreteerd, en die hier een objectieve analyse maken. Deze twee adviezen hebben gezegd dat het Brussels Hoofdstedelijk Parlement wel degelijk de autonomie heeft om via de Gemeentewet bepaalde dingen op te leggen aan zijn lokale mandatarissen, net zoals wij dat hebben – en terecht – en net zoals het Waals Parlement dat heeft – en terecht.
Met deze adviezen in de hand zeg ik: collega's, jullie proberen hier een spelregeldiscussie van te maken, maar waar het in de kern echt om gaat: jullie willen gewoon niet horen van die decumul. Daarover gaat het, dat is voor ons het debat en daarom zal mijn fractie deze motie betreffende een belangenconflicten niet goedkeuren. (Applaus bij Groen en sp.a)
De heer De Croo heeft het woord.
Mijnheer Rzoska, gelukkig hebt u begrepen dat u fout was. U hebt geschermd, u en uw collega, met de Raad van State. Op een zeker ogenblik hebben we gezegd: ‘Tiens, de Raad van State heeft dat beoordeeld, wie zijn wij in 's hemelsnaam?’ Dat is onjuist. Het is een advies van de Raad van State. Je bent niet verplicht dat advies te volgen. Soms gebeurt het dat de Raad van State na advies te geven, een andere beoordeling heeft. U moet niet schermen met woorden. U hebt dat advies nu vier keer herhaald om de kracht van het eerste argument te ontzenuwen. Wel bedankt. (Applaus bij de meerderheid)
Mijnheer De Croo, in deze zaak heb ik wel degelijk de adviezen van de Raad van State goed gelezen. Er wordt zelfs verwezen naar een uitspraak van het Grondwettelijk Hof in 2012. Als hier zwart op wit staat dat het Brussels Hoofdstedelijk Parlement de constitutieve autonomie heeft om dit op deze manier te doen, dan vraag ik me af waarom al degenen die de rechtsstaat hoog in het vaandel voeren, hier zo hoog van de toren blazen. (Applaus bij Groen)
Ik heb een heel concrete vraag voor de heer Rzoska en de heer Vandenbroucke. Die ligt in de lijn van mijn betoog van daarstraks. Vinden jullie dat we voor gelijk welk onderwerp, gelijk welk debat, gelijk welke stemming vanaf nu de regel die vijftien, zestien jaar oud is… In Brussel is de helft van de Nederlandstaligen niet meer nodig, maar we doen dat in twee stapjes, en dan is een derde voldoende. Als jullie voor gelijk welke stemming die weg willen bewandelen, dan staan we heel ver in wat door collega Somers, collega Van den Heuvel en collega Diependaele is gesteld. Dan tornt u aan de evenwichten.
Ik denk niet dat we ooit kunnen komen tot dezelfde oefening, wanneer het gaat over stemmingen op het federale niveau, om te zeggen: een derde van de Franstaligen, en het is ook goedgekeurd. Dat is de logica die jullie nu bepleiten. (Applaus bij de N-VA)
Collega Rzoska, ik wil nog een element aanhalen. De Raad van State heeft zich inderdaad gebogen over het voorstel van ordonnantie, en heeft gezegd dat het inderdaad valt binnen de bevoegdheden van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. Maar de Raad van State heeft niets gezegd over de regeling met betrekking tot de blokkeringsmeerderheid of -minderheid. Daarover is geen woord gezegd.
Wat zou elke rechtgeaarde federalist en elke rechtgeaarde democraat doen wanneer na de eerste stemming blijkt dat er geen meerderheid bestaat langs Vlaamse kant, wanneer zelfs het vooruitzicht van een meerderheid niet aanwezig is? Dan stopt een federalist, dan stopt een democraat, en zoekt hij andere wegen of andere voorstellen om vooruitgang te boeken, maar hij schendt die meerderheidsregel niet. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, in alle bescheidenheid, maar in debat ben ik ‘last’ maar in elk geval ‘not least’.
Collega’s, sta me toe te beginnen met twee korte voorafnames. Brussel heeft inderdaad te veel mandaten. Brussel heeft te veel politici. Brussel heeft te veel instellingen voor de omvang van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. En dat geldt trouwens voor het hele land.
En ja, wij voeren graag een debat over de cumul, ook in dit parlement trouwens. Maar laten we ook de essentie over het ontstaan van dit onverkwikkelijke dossier niet vergeten. Het hele debat over de decumul kwam er met name omdat nogal wat politici, vooral van de Franstalige socialisten, de graaicultuur ten top hadden gedreven. Ik had vandaag in dit debat en over dit belangenconflict zeker van de socialisten wat meer bescheidenheid verwacht.
En neen, collega’s, we zijn niet bereid om het Brusselse Parlement zonder enig verpinken te laten beslissen hoe het Vlaams Parlement eruit moet zien. En neen, we zijn ook niet bereid om de positie van de Brusselse Vlamingen verder te laten aantasten. De regeling in de ordonnantie heeft immers inderdaad gevolgen voor de parlementsleden uit Brussel die hier voor het Vlaamse Parlement worden verkozen. En dit dan nog zonder meerderheid langs Vlaamse kant in het Brusselse Parlement.
Het is mijns inziens gewoon onuitgegeven dat een ordonnantie regels oplegt aan mandatarissen van een ander parlement. In het Vlaams Parlement zou dat ervoor zorgen dat 6 Nederlandstalige Brusselaars andere regels opgelegd krijgen dan de 118 andere collega’s in dit parlement. Daarom zijn wij, de Vlaams Belangfractie, uiteraard bereid om onze noodzakelijke steun te verlenen aan deze motie. Zonder de stemmen van mijn fractie is er immers naar alle waarschijnlijkheid geen drievierdemeerderheid die nodig is om deze motie vandaag goed te keuren en de procedure in het Brussels Parlement te schorsen.
Het zal dan wel het cynisme van de politiek in dit land zijn. Mijn partij moet er nu voor zorgen dat Vlaamse partijen beschermd worden tegen een mechanisme dat ze zelf gecreëerd hebben om mijn partij te kunnen blokkeren. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Inderdaad collega’s, in 2001 stond het zogenaamde ABS-systeem niet voor antiblokkeringssysteem maar voor antibloksysteem. En vandaag staat ABS alleen nog maar voor absurde Brusselse situatie. Laat het dus, collega’s, een les zijn voor iedereen, ook en zeker voor de indieners van deze motie. Wie aan de regels morrelt, wie denkt aan de spelregels van de democratie te moeten morrelen om een democratisch verkozen meerderheid, een democratisch verkozen partij buitenspel te zetten, krijgt vroeg of laat zelf het deksel op de neus.
Collega’s, de bescherming van de Nederlandstalige minderheid in Brussel moet voor iedereen in dit parlement een bekommernis zijn. Het is vandaag dan ook volgens mijn fractie het democratisch recht van het Vlaamse Parlement om tegen deze Brusselse ordonnantie een belangenconflict in te roepen. Vermits men in het Brussels Parlement zelfs tot een beslissing wil overgaan zonder een meerderheid aan Vlaamse kant, is het vandaag vooral de democratische plicht van het Vlaams Parlement om deze motie goed te keuren. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
Hoofdelijke stemming
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over de motie.
Stemming nr. 1
Ziehier het resultaat:
116 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
91 leden hebben ja geantwoord;
25 leden hebben neen geantwoord.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement de motie aan. Ze zal aan het Brussels Hoofdstedelijk Parlement worden overgezonden. (Applaus bij de N-VA, CD&V, Open Vld en het Vlaams Belang)