Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, bomen doden geen mensen. Er bestaan eigenlijk geen gevaarlijke bomen. Dat weet u beter dan wie ook. Negen van de tien ongevallen in het verkeer hebben te maken met menselijk falen. We zijn ondertussen gekomen tot 320 doden per jaar, en dat zijn er, laat dat duidelijk zijn, 320 te veel, maar we zijn op de goede weg.
Als er iets moet gebeuren om de verkeersveiligheid te verhogen en te verbeteren, dan moeten we op de eerste plaats zorgen dat mensen via verkeerseducatie beseffen dat een heer of een dame zijn in het verkeer een opdracht is voor ons allemaal. Daarnaast moeten we ook de pakkans vergroten. Afgelopen vrijdag was al dagenlang aangekondigd dat er een grote controle zou zijn op drinken achter het stuur, en uiteindelijk loopt zelfs een politiecommissaris in Oost-Vlaanderen tegen de lamp. Dat geeft aan dat mensen beseffen dat als ze de regels in het verkeer aan hun laars lappen, de kans op betrapping en sanctionering feitelijk nihil is.
Minister, daar moet u op inzetten. Voor Open Vld mogen bomen, ook dikke bomen, nog altijd langs de wegen worden geplant. Mijn vraag aan u is niet of u gevaarlijke bomen kent, maar wel: is dat nu een beslissing van u of is dit louter een aankondiging?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik betreur wel een beetje de heisa die hierrond is ontstaan, maar dat wil ongetwijfeld ook zeggen dat de communicatie op basis van een schriftelijk antwoord, die in de formulering wellicht beter had gekund, ineens een cascade aan reacties heeft teweeggebracht,.
Voor alle duidelijkheid, dit gaat niet om nieuwe regelgeving. Dit zit reeds vervat in een omzendbrief van de eerste helft van 2014. Dat is dus niks nieuws. Ik verdedig resoluut wat daarin staat.
Als we wegen aanleggen, letten we op de leesbaarheid zodat de bestuurder gemakkelijk de weg kan lezen in functie van de preventie van ongevallen. We maken ook vergevingsgezinde wegen. Mensen maken fouten, daar wijst u terecht op. Wanneer mensen tegen een boom of een ander obstakel aan rijden, dan is dat niet altijd omdat ze roekeloos waren of wat ook. Ik kan ook niet zeggen: eigen schuld, dikke bult. Het gebeurt dikwijls op basis van een menselijke fout. Vandaar dat we in de regelgeving hebben gepland, net om de impact van ongevallen te beperken, om een veiligheidsstrook te hebben langs de weg, afhankelijk van het snelheidsregime. Gaat het bijvoorbeeld over een weg waar maximaal 70 kilometer per uur geldt, dan hanteren we daar een veiligheidsstrook van 3 meter naast de weg. In die strook planten we enkel kleine begroeiing aan als het gaat over de aanleg van nieuwe wegen. Aan de bestaande wegen verandert er dus niks. Enkel als we nieuwe aanplantingen moeten doen, of nieuwe wegen installeren, nemen we een veiligheidsperimeter van 3 meter.
Als je dus een menselijke fout of een stuurfout maakt, kun je die nog corrigeren. In die strook komt dus enkel dunne begroeiing. Daarbuiten mogen dikke bomen, absoluut. We gaan die zelf ook aanplanten. Dat is net de bedoeling.
Is dat zo wereldvreemd? Maar neen! In Nederland gebruikt men dat ook. In Duitsland gebruikt men dat ook! Men hanteert er andere maten. In Nederland gaat het in die veiligheidsstrook over maximaal 7 centimeter. Of 6, ik wil het kwijt. Maar het is alleszins minder dan 10 centimeter, zoals bij ons. Dat is dus niet zo onnozel, dat is niet wereldvreemd. De positieve effecten die we beogen op het vlak van milieu en van de verlaning van de wegen, met het temperende effect op de snelheid: dat behouden we als we die grotere bomen op een afstand van 3 meter plaatsen. Al die positieve effecten van groen behouden we. Ik wil er net voor zorgen dat we met deze regelgeving niet minder, maar méér groen hebben. Er is geen contradictie tussen groen en verkeersveiligheid. Ik vind onze ambitie prima: een combinatie van meer groen langs de wegen en meer verkeersveiligheid.
Ik heb de indruk dat u nu heel politiek antwoordt. Niemand is tegen meer groen langs de wegen. Ik denk dat dit op heel veel plaatsen in de gemeente zo is. Als je een open gebied hebt, en daar loopt een weg door, planten wij heel vaak bomen net omwille van de verkeersveiligheid omdat dit blikveldvernauwend werkt en veel beter het tracé van de weg aangeeft. Dit moet ertoe leiden dat automobilisten hun snelheid aanpassen en dus minder hard gaan rijden. Dat is een realiteit, vanuit de universiteit van het leven.
In Nederland is uit onderzoek gebleken dat wat betreft de killers in de bermen de vangrails met stip op één staan. De bomen op twee, en op drie, daar heel kort achter, de verkeersborden, duikers en andere dingen die daar aanwezig zijn. U had het over bomen, en over ‘grotere bomen’ – die term hebt u gebruikt. Nu gaat het over bomen met een diameter van maximaal 10 centimeter. Ik ben het daar absoluut niet mee eens. Wij moeten beleid voeren en niet inzetten op symbolen. Of is dat ondertussen inderdaad losgelaten en bent u ook doordrongen van het principe dat er inderdaad in Vlaanderen en in de rest van de wereld geen gevaarlijke bomen bestaan?
De heer Parys heeft het woord.
Mijnheer Keulen, misschien had u eens mijn schriftelijke vraag over dit onderwerp kunnen bekijken. In die vraag, die de discussie in de pers heeft gebracht, staat heel duidelijk dat het gaat over een beleid dat niet nieuw is. Het was een vraag over het handboek ‘Vergevingsgezinde wegen’.
Ik besef heel goed dat dit in een land met weinig groen een gevoelige discussie is. Minister, u zei het al: wij willen meer groen én meer verkeersveiligheid. Er worden geen bomen gekapt. Het is alleen in de redresseerstrook dat we kiezen voor bomen met een omtrek van ongeveer 30 centimeter. U hebt gelijk, minister, dat we moeten inzetten op veilig rijgedrag. En het is de snelheid die zorgt voor ongevallen.
Minister, wij zetten niet alleen in op vergevingsgezinde wegen met bomen die in de eerste 1, 2, 3 meter langs de weg kleiner moeten zijn, maar ook op kreukelpalen. Kunt u daarover iets zeggen, want dat is een belangrijke investering?
De heer Ceyssens heeft het woord.
Mijnheer Keulen, u bent begonnen met te zeggen dat bomen geen mensen doden. Dat klopt. Maar ook verlichtingspalen doen dat niet. Toch investeren we in Vlaanderen heel veel geld in kreukelpalen. In dat opzicht wil ik toch wel zeggen, collega’s, dat we ons moeten hoeden voor de discussie of er al dan niet bomen langs gewestwegen moeten staan. Bomen zijn belangrijk. Bomen kunnen, zoals de heer Keulen aanhaalt, inderdaad ook een snelheidsremmend en dus veiligheidsverhogend effect hebben. Maar mijn partij heeft ook in het verleden al gepleit voor de vergevingsgezinde weg. Daarom heb ik hierover verleden jaar al een vraag gesteld. Iedereen maakt al wel eens een fout. Daarom moeten wij er maximaal voor zorgen dat die fout niet onmiddellijk fataal wordt afgestraft. Daarom denk ik dat het goed is om bij een nieuwe inrichting van de weg erover na te denken hoe we die fatale klap tegen die boom kunnen vermijden. Op de ene plaats met een obstakelvrije ruimte, op de andere plaats met dunnere bomen. Minister, is er, zonder de kaalkap te vragen van alle dikke bomen langs de gewestwegen, een bereidheid om langs bestaande wegen in bochten en dergelijke, waar in het verleden al ongevallen zijn gebeurd, de situatie te herbekijken?
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, minister, het is hartverwarmend dat iedereen hier pleit voor meer groen. Daar zijn wij dagelijks mee bezig. Ik hoop dat we ook meer groen krijgen op politiek vlak. (Opmerkingen van minister Ben Weyts)
U enkel langs de weg, minister, voor ons mag dat wat breder gaan.
Ik moet de heer Keulen toch wel gelijk geven. Ik dacht ook dat de grootste oorzaken van verkeersongevallen, dat weten we toch allemaal, onaangepaste snelheid en rijgedrag zijn. Dat er af en toe eens een fout gebeurt, dat wil ik nog mee in rekening brengen, maar u mag ook niet vergeten, minister, dat die bomen langs de weg ook onze stofzuigers van CO2 zijn. Die hebben ook een belangrijke functie op dat vlak.
Bovendien, volgens een aantal specialisten, ook de heer Keulen, zorgt het laan- of poorteffect ervoor dat mensen hun rijgedrag aanpassen.
Minister, in plaats van, en dat zat een beetje in de communicatie, deze algemene aanpak, is het niet beter om op maat te werken? Is het niet beter om te kijken waar we een probleem hebben? En waar we geen probleem hebben, nog altijd voluit te kiezen voor de aanplant van bomen die hun normaal volume mogen halen, ook langs de wegen? Is een aanpak op maat niet meer aangewezen?
Natuurlijk is een aanpak op maat altijd aangewezen, maar wij bieden natuurlijk een kader aan via een omzendbrief voor de aanleg van weginfrastructuur. We doen dat op verschillende manieren. We bieden ook richtlijnen aan voor de aanleg van vergevingsgezinde wegen, vanuit het oogpunt om ongevallen te vermijden maar ook om de impact van een eventueel ongeval zoveel mogelijk te beperken. We zeggen echt wel hetzelfde, hoor.
Binnen die strook, mijnheer Keulen, van 3 meter zorgen we voor dunnere begroeiing met een maximumdiameter van 10 centimeter. Ik zei het: in Nederland is het minder, in Duitsland is het minder. Daar nemen ze 8 centimeter respectievelijk 6 centimeter. Het is niet dat wij zo wereldvreemd zijn op dat vlak. Dat geldt ook voor andere obstakels zoals hier werd opgemerkt. Dat is juist. Ofwel werken we met kreukpalen, die bestaan uit materiaal dat de impact vermindert bij een aanrijding, ofwel kiezen we voor verplaatsbare palen die we buiten die perimeter kunnen zetten.
Daarnaast, bomen hebben inderdaad een snelheidsverlagend effect, nog los van de positieve effecten op milieuvlak. Met bomen op 3 meter afstand behouden we dat effect. Dat doet daar niets van af. Vandaar dat ik zeg: met deze regelgeving zorgen we effectief voor meer groen en meer verkeersveiligheid. Het ene hoeft niet in contradictie te staan met het andere. Bij ongevallen wordt ook altijd, en daarvoor is de provinciale commissie Verkeersveiligheid het meest uitgelezen forum, op basis van een beschrijving van het gebeurde bekeken of we niet kunnen zorgen voor een verbetering van de weginfrastructuur. In de provinciale commissie Verkeersveiligheid moeten zulke zaken ter sprake komen. Alleszins is het bij ons ook altijd de bedoeling om te leren uit wat heeft plaatsgevonden, uit de ongevallen die we niet hebben kunnen vermijden.
Ik blijf het een vreemd signaal vinden, minister. Ik neem er nog altijd geen vrede mee. Drie weken geleden stond heel Vlaanderen op stelten door de boskaart en wegens te weinig bossen in de Vlaamse regio. U geeft nu als Vlaamse overheid een ander signaal met bijhorende motivatie.
Ik denk nog altijd, minister, als we iets willen doen aan de verkeersveiligheid, en dat is wat ons drijft en motiveert, is het inderdaad via educatie, maar vooral via een betere weginrichting. Daar is nog heel wat werk aan. Ook de pakkans vergroten, is zinvol.
Ga samen zitten met minister Jambon. Zorg ervoor dat de mensen niet het gevoel hebben dat wat ze ook doen in het verkeer, hoeveel regels ze ook aan hun laars lappen, dat ze dat straffeloos kunnen doen. Dat is vandaag eigenlijk de opvatting die in Vlaanderen heel sterk leeft. Dat is eigenlijk heel slecht voor de verkeersveiligheid in de Vlaamse regio.
De actuele vraag is afgehandeld.