Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het hoge aantal defecte flitspalen in het Vlaams Gewest
Verslag
De heer Van Miert heeft het woord.
Minister, het verbeteren van de verkeersveiligheid staat bij u hoog op de agenda, en terecht ook. Als we uw beleid van de jongste maanden analyseren, dan zien we dat u vooral veel maatregelen hebt uitgevoerd tegen alles wat met overdreven, onaangepaste snelheid te maken heeft. Ook dat is terecht, want onaangepaste snelheid, overdreven snelheid is maar al te vaak dé oorzaak van ongelukken en veel menselijk leed ten gevolge daarvan.
Ik haal graag even de structurele maatregelen aan die u hebt genomen. Zo is er bijvoorbeeld de 70 kilometer per uur die u hebt ingesteld op de gewestwegen. Ik denk dan bijvoorbeeld ook aan het menselijk aspect, waar u werk van maakt. Het menselijk aspect is ook vaak een factor die aan de basis ligt van verkeersongelukken. U hebt de rijopleiding hervormd. U hebt de praktische en theoretische rijopleidingen een update gegeven, die mee kan anno 2017. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Maar, collega Tobback, die maatregelen hebben weinig effect als er geen handhaving is. Er wordt heel sterk ingezet op handhaving, niet alleen door deze minister, maar ook door de federale minister. Dan gaat het over het intelligentere werk zoals de ANPR-camera’s (Automatic Number Plate Recognition), dus de nummerplaatlezers, en de trajectcontrole.
We hebben echter ook nog zoiets als de oude getrouwe flitspaal. Minister, dit weekend mochten we vernemen dat er van de 1400 flitspalen die we in Vlaanderen hebben, 300 niet werken. U zei ter zake actie te zullen nemen. Ik heb dus eigenlijk maar één vraag aan u: welke maatregelen gaat u nemen om de benuttingsgraad van die oude getrouwe flitspalen in Vlaanderen opnieuw te doen stijgen?
De heer De Clercq heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, de collega heeft de cijfers geciteerd: langs de Vlaamse wegen staan er 1400 flitscamera’s, waarvan er 300 niet werken. Dat is 1 op 5. Dat zijn cijfers die voor zich spreken. Meer nog, er zijn bepaalde politiezones in bepaalde regio’s waar er helemaal geen enkele paal werkt, waar er helemaal geen handhaving is, zo was te vernemen.
Minister, het is juist dat de burgers verkeersveiligheid cruciaal vinden. Mijn fractie vindt dat cruciaal, u vindt dat cruciaal. U neemt ook maatregelen ter zake. Laat me ook duidelijk zijn: de focus van het beleid moet niet zijn om zo veel mogelijk overtredingen te registreren, maar om er vooral voor te zorgen dat er zo weinig mogelijk overtredingen plaatsvinden, om de verkeersveiligheid te doen zegevieren. Mijn vraag is dan ook zeer kort en helder: wat gaat u doen om dit grote aantal defecte flitscamera’s langs Vlaamse wegen, waarvoor we zelf verantwoordelijk zijn, te herstellen?
Minister Weyts heeft het woord.
Wat is in concreto het probleem? Heel praktisch is het onder meer het geval dat die detectielussen moeten worden vervangen, dat die opnieuw moeten worden ingefreesd in het asfalt of het beton. In sommige gevallen is er sprake van een aanrijding van de flitspalen, zodat zich op dat vlak een vervanging aandient. Of het gaat hem over een vernieuwing van de toplaag van het wegdek, waardoor dat ook opnieuw moet worden ingefreesd, of er is sprake van opnieuw een keuring. Dat zijn dus allemaal concrete gevallen die dat maken.
Men gewaagt van ‘maar’ 80 procent. Ik weet dat het, gelet op die omstandigheden, toch geen eenvoudige opdracht is om al aan die 80 procent te komen. Bij de start in 2014 zaten we immers op 69 procent. Op twee jaar tijd zijn we er dus in geslaagd om al van 69 procent naar 80 procent te gaan. Dat gaat dus met rasse schreden vooruit. We blijven dat doen. Eind dit jaar moeten we 84 procent voor heel Vlaanderen bereiken, en we zullen dat bereiken.
Belangrijker is echter het volgende. Ik moet absoluut erkennen dat er een onevenwicht is over heel Vlaanderen. In sommige regio’s zitten we bijna aan een percentage van 95 procent, wat eigenlijk een maximum is, maar in andere regio’s zitten we veel te laag.
Ik wil er absoluut voor zorgen dat we tegen het eind van dit jaar voor heel Vlaanderen kunnen spreken over een werking van 84 procent gemiddeld en 80 procent per provincie, dus dat de lat veel meer in evenwicht komt te liggen en we een tandje bij steken. Heel concreet gaat het vooral over Limburg, waar we door omstandigheden een achterstand hebben opgelopen, terwijl we in andere provincies de achterstand veel sneller hebben ingelopen. Dat moeten we absoluut gaan herstellen.
De oefening die misschien nog veel belangrijker is, is dat ik plan om de analoge flitscamera’s te vervangen door digitale exemplaren, waardoor we veel meer kunnen verwerken en alles sneller en efficiënter zal gaan. Nu is ongeveer 30 procent van de camera’s nog analoog, dus met de klassieke filmrolletjes, die moeten worden ontwikkeld en er fysiek uit moeten worden gehaald. Bij digitale camera’s kan dat allemaal worden gemaild en moet er niet meer worden ontwikkeld. Dat gaat veel sneller. Op dat vlak maken we dus ook vooruitgang.
We doen dus twee oefeningen: enerzijds geleidelijk aan de vervanging van analoog naar digitaal, en anderzijds ervoor zorgen dat we tegen eind dit jaar voor heel Vlaanderen geraken aan minimaal 84 procent werkende flitscamera’s.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Iedereen weet dat de flitscamera, of hij nu werkt of niet, sowieso vaak een ontradend effect heeft op de weggebruiker. Maar we moeten er ook van uitgaan dat als de geloofwaardigheid van die installatie wegvalt, ook het aangepast rijgedrag snel zal wegvallen. Daarom zullen uw maatregelen meer dan welkom zijn.
Ik heb nog een bijkomende vraag aan u, minister. Ik kon gisteren in de pers vernemen dat het Hof van Cassatie een uitspraak heeft gedaan als het gaat over het uitschrijven en de hoogte van de boetes en de gemeten snelheid en de gecorrigeerde snelheid. Vroeger bestond de mogelijkheid dat de rechter ofwel de gecorrigeerde ofwel de gemeten snelheid ging gebruiken als basis voor de hoogte van de boete. We hebben moeten vernemen dat vanaf gisteren enkel nog de gecorrigeerde snelheid mag worden gebruikt. Die correctie is 6 kilometer per uur, wat niet weinig is bij sommige snelheden. Minister, hebt u daarover al een standpunt ingenomen?
Wat dat laatste betreft, gaat het over een rechterlijke beslissing. Ik denk dat de minister daar niet meteen zijn gedachten over zal zeggen. Dat is wat het is, natuurlijk.
Minister, de geloofwaardigheid van de pakkans is fundamenteel. Ik las inderdaad dat in Sint-Genesius-Rode, in de politiezone Gavers enzovoort er geen enkele flitscamera werkt. Ik vind het goed dat u naar representativiteit gaat en die onevenwichten uit de wereld zult helpen.
Minister, ik heb een bijkomende vraag: wat betekent dat budgettair? Welke inspanningen zal Vlaanderen doen om het aantal defecte flitspalen te laten herstellen, quid digitaal, quid analoog? Ook dit is een goede evolutie, namelijk dat het sneller kan worden afgehandeld, dat het niet veel mankracht met zich mee hoeft te brengen en dergelijke meer.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, snelheid is een van de voorname redenen van verkeersonveiligheid. Een op de drie verkeersdoden heeft te maken met onaangepaste snelheid. Het is een collectieve verantwoordelijkheid om daarop in te grijpen. Dat is een heel maatregelenpalet. Het gaat zowel over sensibiliseren, inrichten van de weg, leesbaar maken van de weg, maar vooral handhaving. Laat mij duidelijk zijn: flitspalen vormen daar een onderdeel van. We moeten er inderdaad voor zorgen dat die allemaal functioneren. Het zou slecht zijn mochten automobilisten op een gegeven moment beginnen te gokken welke camera wel zal werken en welke niet zal werken.
Het grote nadeel van de flitspaal is dat die vooral een ontradend effect heeft op de plaats waar die staat. In die zin is de trajectcontrole al een hele stap vooruit en zou de mobiele trajectcontrole nog een grotere stap vooruit kunnen zijn. Ik heb u daarover al bevraagd in januari van dit jaar. In maart heb ik mogen lezen in de krant dat die mobiele trajectcontrole er nu ook echt gaat komen. Ik wil u hier de vraag stellen: wat is daar de concrete stand van zaken? Wanneer mogen we die mobiele trajectcontrole effectief op de weg verwachten?
Dat zijn uiteenlopende vragen!
De offerte voor de mobiele trajectcontrole zit, bij mijn weten, nu in de markt. We hebben eerst een bevraging gedaan om te weten of de marktpartijen effectief kunnen opleveren wat wij vragen. De mobiele trajectcontrole is nog niet ontwikkeld. Kan men dat ontwikkelen? Het antwoord daarop van verschillende partijen luidt: ja, weze het met wat marge ten opzichte van de vooropgestelde vraag. Daarom hebben we besloten om dat in de markt te zetten, een offerte te plaatsen en een tender. Nu moeten we even afwachten wat er concreet uit de bus komt.
Ik heb niet onmiddellijk zicht op het prijskaartje. Ik ben nu het plan aan het afwerken, maar als je het hebt over de evolutie van analoog naar digitaal, spreek je wel over een zeer grote investering van in de miljoenen euro. Die investering is veel groter dan de oefening die we moeten doen voor de aanpassing van de driehonderd camera’s. In sommige gevallen is de kost beperkt. Dat hangt echt af van casus tot casus. Soms moet je de volledige installatie vernieuwen, soms volstaat het om de detectielus in het asfalt of gewoon het omhulsel te vervangen. Dat prijskaartje is dus variabel. Het is veel beperkter dan de miljoenenfactuur die er zeker zal zijn in het kader van de overgang van analoog naar digitaal.
Dan is er de vraag over de tolerantiemarges. Ik heb die gerechtelijke uitspraak gelezen. Juist is juist, natuurlijk. Ofwel zeggen we dat we bij de beoordeling rekening houden met de tolerantiemarge. Maar in dat geval vind ik ook dat we de tolerantiemarge moeten aanpassen aan de realiteit. Juist is juist, dan is 120 ook 120 en passen we enkel een technische tolerantiemarge toe die overeenstemt met de realiteit. Vandaag zijn die flitstoestellen dermate accuraat dat je op 100 kilometer per uur met een afwijking van 2 tot 3 kilometer per uur zit. Juist is juist. Als er een lijn is getrokken op 120, kun je erover gaan met een technische correctie van 2 tot 3 procent of, in dit geval, 2 tot 3 kilometer per uur. Dat wil zeggen dat je effectief op die snelheid wordt geflitst en vervolgens wordt beboet. Je kunt niet een grote tolerantiemarge hanteren die niet correspondeert met de realiteit, en vervolgens voor de rechtbank zeggen dat men jou op basis daarvan zal beoordelen. Dan ben je natuurlijk ver van de realiteit. Het rechtvaardigheidsgevoel is dan volledig ondergraven. Juist is dan niet meer juist, 120 is niet meer 120.
De heer Van Miert heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoorden. Wat het laatste betreft, zullen we nog even afwachten hoe dat verder evolueert. Ik denk dat iedereen ervan overtuigd is dat trajectcontrole, vast of mobiel, de toekomst zal zijn voor het meten van snelheid. Maar de flitspalen zijn er. Ze hebben sowieso nog altijd hun ontradend effect. Ze hebben 30.000 tot 35.000 euro per installatie gekost, we mogen ze dus niet zomaar weggooien, het onderhoud ervan is wel degelijk gerechtvaardigd.
De heer De Clercq heeft het woord.
De heer Ceyssens schetste het juist. Er is enerzijds het preventieve luik van de rijopleiding – waarmee men volop bezig is – en de verkeerseducatie. Dat is voor de jongeren heel belangrijk. Er is de sensibilisering. Maar zonder curatief luik kun je ook niet voldoende aan preventie doen. Het repressieve is ook zeer belangrijk. Daarom, minister, moeten die cijfers in verband met defecte flitscamera’s omlaag. Niet om zoveel mogelijk overtredingen te laten registreren, maar om er zo weinig mogelijk te laten plaatsvinden. Dan is de geloofwaardigheid van een reële pakkans toch belangrijk. Daarzonder is het soms ongeloofwaardig.
De actuele vragen zijn afgehandeld.