Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Dijck heeft het woord.
Minister, u hebt ongetwijfeld gedacht: doordat de commissie Onderwijs naar het buitenland is, zal ik een rustige woensdagnamiddag beleven. Maar dat is buiten de waarden gerekend die in Vlaanderen nog op de zaak blijven letten.
Minister, ik las gisteren een kop die stelde: ‘Crevits investeert in de opleiding van truckers.’ Bij nader inzicht gaat dit inderdaad over truckersopleidingen in het secundair onderwijs. In Vlaanderen zijn er vorig jaar in zes verschillende scholen 59 jongeren afgestudeerd. U wilt de drempel verlagen door die scholen een bijkomende subsidie te geven voor een maximumbedrag van 250.000 euro.
Indien ik goed geïnformeerd ben, komt die 250.000 euro uit de 40 miljoen euro flankerende maatregelen in het kader van de kilometerheffing.
Mijn vraag in dezen is vooral gesteld vanuit een zekere kwaliteitsbekommernis. Het gaat hier over een secundaire opleiding, derde graad, waarbij de jongeren 16, 17 en de meesten nog geen 18 jaar zijn. Het is een knelpuntberoep, er is een tekort aan truckchauffeurs.
Zouden we ons voor deze opleiding niet beter focussen op een opleiding secundair-na-secundair, in plaats van op het duaal leren of het volwassenenonderwijs? Waarom zouden we op die manier inzetten in het secundair onderwijs derde graad, waar de jongeren nog geen 18 jaar zijn?
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Van Dijck, het klopt inderdaad dat de extra middelen die worden geïnvesteerd in de opleiding komen uit het fonds van middelen van de kilometerheffing van minister Weyts. Die investering gebeurt op expliciete vraag van de sector.
Vandaag zijn er in Vlaanderen zes scholen die in de derde graad van het secundair onderwijs een opleiding tot truckchauffeur inrichten. Dat betekent dat jongeren, zodra ze de drempel hebben bereikt om te mogen rijden, onmiddellijk truckchauffeur zijn na zes jaar beroepsonderwijs.
Aanvankelijk, bij de plannen en de nieuwe matrix secundair onderwijs, waren uw aarzelingen ook de mijne. Ik vroeg me af of we die opleiding wel moesten laten bestaan. Maar de sector zelf en ook de onderwijsverstrekkers halen drie redenen aan waarom ze het van belang vinden dat de opleiding blijft bestaan. Het is dus niet iets nieuws. Het is een bestaande opleiding, die kampt met een aantal kosten. Vanuit de sector wordt er gevraagd of we er niet wat meer in kunnen investeren om ervoor te zorgen dat de stroom jongeren kan blijven bestaan.
Ten eerste, elke jongere die afstudeert in het zesde jaar beroepssecundair onderwijs (bso) heeft onmiddellijk werk. Ten tweede, de retentie in de sector is nagenoeg 100 procent. Zodra je na je achttiende in de sector start, blijf je ook in de sector. Het is niet zo dat de jongeren na twee jaar plots voor iets helemaal anders kiezen. Ten derde, die keuze is een zeer uitgesproken keuze, wat je in een derde graad beroepsonderwijs wel kunt verwachten.
Het volwassenenonderwijs biedt de opleiding ook aan. U vraagt: ‘Is dat niet beter?’ Dat weet ik niet. Maar het volwassenenonderwijs biedt het aan en is ook voor de sector van cruciaal belang om de recyclagecursussen te laten plaatsvinden, de bijscholingen die vrachtwagenchauffeurs moeten volgen. Die gebeuren dus via het volwassenenonderwijs.
Het is dus een uitdrukkelijke vraag van de sector, die ik positief heb bekeken. Aangezien de middelen uit de kilometerheffing op die manier worden geherinvesteerd in de sector, heeft dat natuurlijk de goedkeuring weggedragen van minister Weyts, die uiteraard dat fonds beheert.
Dat zijn de redenen waarom we toch de keuze hebben gemaakt om verder te investeren. Het is niet de bedoeling om dat nu in honderd scholen van Vlaanderen te gaan doen. Maar als we de opleidingen die nu bestaan al sterk kunnen houden, kunnen we misschien net iets meer jongeren ernaartoe krijgen. De sector smeekt erom. Het is een beroep dat veel perspectief heeft.
Duaal leren is een moeilijke optie. Om die opleiding te volgen, heb je zo’n auto nodig met twee sturen en twee sets pedalen. De meeste bedrijven hebben zulke schoolvoertuigen echter niet. Daarom is het niet zo simpel om dat via duaal leren te doen. Die voertuigen zijn heel duur en er is heel wat opleiding nodig. Om die reden is het wat moeilijker om dat zomaar binnen te brengen in het duaal leren.
Minister, mijn bekommernis was vooral ingegeven omdat ik las dat er een engagement was om de opleiding beterkoop te maken, het inschrijvingsgeld lager door bijkomende investeringen aan de scholen te geven van maximum 60.000 euro. Een directeur stelde daarbij: ‘Ik weet niet of dat de trekker is om leerlingen de opleiding te laten volgen.’
Een tweede bekommernis die ik blijf hebben, is dat, wanneer leerlingen in de derde graad afstuderen, ze wel hun getuigschrift en diploma hebben, maar nog niet altijd hun rijbewijs. Dat staat namelijk nog los van die opleiding. Daarvoor moet men nog altijd 18 jaar zijn. Dat moeten we ook zo houden. We moeten blijven focussen op dat volwassenenonderwijs. Ik hoor van u dat dat duaal leren moeilijker is.
Ik heb een bijkomende vraag over het gegeven van secundair na secundair, een zevende jaar, omdat men dan sowieso boven de leeftijdsgrens van 18 jaar zit. Is dat ook meegenomen in het zoeken naar bijkomende opleidingen?
De heer Ceyssens heeft het woord.
Voorzitter, ik wil me aansluiten. Er was een tijd dat heel wat van onze vrachtwagenchauffeurs hun rijbewijs haalden bij het Belgische leger. Het is goed dat die tijd voorbij is. Ik laat de wilde verhalen over de examens daaromtrent buiten beschouwing. Ik denk dat het ook geen kerntaak van Defensie is. Mijnheer Van Dijck, u hebt aangehaald dat vrachtwagenchauffeur worden vandaag veel meer behelst dan alleen het rijbewijs behalen, en dat is maar goed ook.
Ik vind het goed dat met dit initiatief tegemoetgekomen wordt aan het logistiek beleid van de Vlaamse Regering, want als we de cijfers van de Nationale Bank erbij nemen, gaat het over negenduizend ondernemingen en 5 tot 8 procent van het Belgisch bruto binnenlands product. Het is dus een belangrijke sector voor ons. Ik heb nog eens gekeken naar de knelpuntberoepen, en ik heb daaruit geleerd dat de vrachtwagenchauffeur met aanhangwagen een knelpuntberoep met uitroepteken is, zowel kwantitatief, kwalitatief als door de specifieke arbeidsomstandigheden. Dat moet een krachtig signaal zijn om alle hens aan dek te halen.
Minister, ik wil alleen nog het volgende vragen. Hebben we met de tegemoetkoming die er vandaag gedaan wordt, ook al indicaties dat de bestaande opleidingen binnen het secundair onderwijs verder zullen kunnen blijven bestaan?
Collega’s, ik heb een paar aanvullingen. Ik vind het heel belangrijk dat meer en niet minder jongeren de keuze maken om truckchauffeur te worden. Dat is de grootste bekommernis. Ik denk dat we die bekommernis moeten delen. Het klopt, zoals de heer Ceyssens zegt, dat het een knelpuntberoep met uitroepteken is. Ik kan dat niet ontkennen. We hebben er dus meer nodig. Mijnheer Van Dijck, dat is een van de redenen waarom het belangrijk is om het in het zesde jaar te laten bestaan en niet te verhuizen naar het zevende. In het zesde jaar zit immers ook een groep jongeren die nooit een zevende jaar zullen doen, die echt willen werken en die zo snel mogelijk de overgang willen kunnen maken naar het beroepsleven.
De huidige opleiding is goed van kwaliteit. Er zijn 170 tot 180 jongeren die via deze weg een getuigschrift secundair halen. Ze moeten uiteraard ook het rijbewijs nog halen als ze meer dan 18 jaar zijn, maar de opleiding behelst veel meer. Dat is de reden waarom we toch geneigd zijn om nu de zes scholen die de opleiding aanbieden – wat voor mij niet moet worden uitgebreid – over heel Vlaanderen, toch een beetje te versterken zodat ze duurzame toekomstmogelijkheden blijven hebben. Over de maatregel die we nu nemen, is overlegd met de sector. Collega Ceyssens, u vraagt of dat voldoende zal zijn. Ik ga ervan uit van wel, want het is net met die sector dat we overleg gepleegd hebben.
Mijnheer Van Dijck, uw slotopmerking alstublieft.
Mag ik dan nog een persoonlijk feit inroepen?
Minister, ik denk dat ik niets ga zeggen waar u een persoonlijk feit bij zou kunnen inroepen.
Dat is spijtig.
Ik ben natuurlijk ook tevreden. In het verleden discussieerden wij hier over de zogenaamde kilometerheffing. Toen sprak de Vlaamse Regering de intentie uit voor flankerende maatregelen, nu verankerd in 2017, niet alleen wat betreft vergroening maar wat betreft opleiding en dies meer. Dat wordt ingezet op een betere opleiding van truckers, is zeer positief, minister. U en uw collega-minister Weyts trekken daar de juiste kaart. Uw antwoorden hebben in ieder geval verduidelijking verschaft in toch nog enige onduidelijkheid die ik had over de kwaliteit van de opleiding, maar de intentie en de stappen die worden gezet zijn zeer positief en getuigen van een consequent beleid.
Voorzitter, ik neem aan dat de minister in dezen geen persoonlijk feit zal moeten inroepen.
De actuele vraag is afgehandeld.