Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 04/12/2007
Vraag om uitleg van de heer Eloi Glorieux tot de heer Kris Peeters, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over de plannen van Waals minister Daerden voor de invoering van een Waals wegenvignet
De voorzitter: De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux: Mijnheer de voorzitter, geachte leden, ongeveer twee jaar geleden beseften de Vlaamse, Waalse en Brusselse regeringen dat de invoering van een heffingensysteem voor het gebruik van het wegennet best gezamenlijk gebeurde. Toenmalig minister-president Leterme kondigde in maart jongstleden, na een werkbezoek aan zijn Nederlandse collega Balkenende, aan dat het wegenvignet zou worden afgevoerd. Ik ben ervan overtuigd dat dit een zeer terechte beslissing was, maar het valt natuurlijk te betreuren dat die niet in overleg met de andere gewesten werd genomen. Ik kan dan ook de irritatie begrijpen die ter zake leeft bij de verantwoordelijken binnen andere regeringen.
Ondertussen veranderde de Vlaamse Regering van koers. Ze kiest voor een systeem van rekeningrijden voor vrachtwagens. Dat is eens te meer een terechte keuze, hoewel een veralgemeend systeem van ecologisch gemoduleerde slimme kilometerheffingen voor alle types voertuigen, dus niet alleen voor vrachtwagens, maar ook voor personenwagens, nog beter zou zijn geweest. Als ik het goed begrijp, heeft de Nederlandse regering een aantal dagen geleden aangekondigd dat systeem te zullen invoeren. Hoe dan ook wordt een dergelijk systeem best in Benelux-verband ingevoerd. Het ware dan ook logisch dat, zeker vanaf het ogenblik dat de voormalige minister-president het wegenvignet had afgevoerd, er overleg zou zijn opgestart met de Nederlandse en Luxemburgse regering, maar natuurlijk ook met de Waalse en Brusselse gewestregeringen.
Volgens Waals minister Daerden heeft een dergelijk overleg nog niet plaatsgevonden. Hij verklaart het beu te zijn om daar nog langer op te wachten. Hij kondigde daarom aan om, los van Vlaanderen, snel werk te willen maken van een Waals wegenvignet, dat volgens hem zo´n 2 miljoen euro per maand zou moeten opbrengen.
Het getalm van de Vlaamse Regering zet de invoering van een systeem van rekeningrijden opnieuw op de helling. Nu heeft ook Nederland aangekondigd hiermee alleszins te willen doorgaan, en dat trouwens niet alleen voor vrachtwagens, maar ook voor personenwagens. We lopen het risico ook daar nog eens in snelheid te worden genomen.
Mijnheer de minister-president, hoe ernstig meent de Vlaamse Regering het met de invoering van een systeem van rekeningrijden voor vrachtwagens? Is dat nu ondertussen een officiële beslissing? Wil ze dit alleen doen of in Beneluxverband? Waarom heeft de regering nagelaten om overleg op te starten met de Nederlandse, Luxemburgse, Waalse en Brusselse regeringen, om te komen tot de gezamenlijke invoering van een systeem van rekeningrijden? Zal een dergelijk overleg vooralsnog plaatsvinden? Heeft de Vlaamse Regering officieel gereageerd op de intentie van minister Daerden om een eigen Waals wegenvignet in te voeren? Zo ja, wat was de reactie? Waarom wil de regering, getuige de aankondiging destijds, zich beperken tot het rekeningrijden voor vrachtwagens? Waarom gaat ze niet over tot een veralgemeend systeem van slimme kilometerheffingen voor vrachtwagens en personenwagens, en dat liefst in Benelux-verband en eventueel gefaseerd ingevoerd, zoals Nederland dat nu van plan is?
De voorzitter: De heer Jan Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, geachte leden, ik wil er een andere invalshoek op na houden. Ik wil me baseren op wat ter zake is gezegd in de Nederlandse Tweede Kamer. Volgens het Nederlandse systeem wordt de stand van zaken in dossiers steeds per brief aan de Tweede Kamer meegedeeld. Minister Eurlings heeft op 30 november heel duidelijk aan de Tweede Kamer gezegd het hele systeem van rekeningrijden te willen invoeren tussen 2011 en 2015 of 2016.
Op 3 december, dus eergisteren pas, heeft hij echter een tweede brief overgemaakt aan de voorzitter van de Tweede Kamer, over het voornemen van de Vlaamse Regering tot invoering van een kilometerheffing voor vrachtwagens. De minister heeft een toelichting gegeven aan de Vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat, die een aantal leden hier zeer bekend is. Hij doet dat eigenlijk vooral vanuit de invalshoek van de havens. Dat zal zeker ook de heer Penris interesseren. Ik citeer:?Het voorstel van de Vlaamse Regering om samen te werken op Benelux-niveau bij de invoering van een slimme kilometerheffing voor vrachtverkeer heeft twee redenen. Ten eerste, de vrees voor de verslechtering van de concurrentiepositie van de Vlaamse zeehavens Antwerpen en Zeebrugge, en ten tweede, omdat voor de vrachtsector in Duitsland al moet worden betaald en wij in Nederland voornemens zijn een kilometerprijs in te voeren voor al het wegverkeer op alle wegen.? Hij vervolgt:?Uw zorgen over de bedrijvigheid in onze nationale havens worden derhalve door onze zuiderburen gedeeld. Alleen maken zij zich zorgen om andere havens.? Dat is wel knap gezien van de minister.
Ik citeer verder:?Door in beide landen te streven naar een maximaal gelijktijdige invoering van de kilometerprijs verandert er in dat opzicht weinig in de onderlinge concurrentieverhoudingen van de havens. Echter, in België wordt een kilometerprijs alleen voor vracht ingevoerd. In Nederland is de kilometerprijs ook op het personenvervoer van toepassing.? In 2011 zouden de Nederlanders met het vrachtvervoer beginnen, en het jaar daarop met het personenvervoer. Eerst zou er sprake zijn van een pilootproject in een deel van de Randstad. Ik citeer:?Daardoor zullen de effecten op de congestie in Nederland vele malen groter zijn dan in België. Dit laatste is gunstiger voor de Nederlandse havens.?
Hij zegt ook:?De uitvoering van het voornemen zou onderdeel moeten worden van een nieuw Vlaams regeerakkoord in 2009. Dit houdt in dat de invoering van de kilometerheffing in Vlaanderen ergens tussen 2009 en 2013 plaats moet vinden. Dat komt aardig overeen met de mogelijke invoeringstermijn in Nederland.?
Het is altijd heel leuk dat we vanuit Nederland een hoop informatie krijgen die we hier niet gemakkelijk vinden.
Minister Daerden heeft andermaal toegeslagen in de Franstalige pers. Hij zegt dat Wallonië maandelijks 2 miljoen verliest door het niet invoeren van het wegenvignet. Wat is de juiste stand van zaken in relatie tot de uitspraken van minister Daerden en tot die van minister Antoine van cdH? Die laatste zei dat de heer Daerden voor zijn beurt heeft gesproken omdat zij wachten tot alle?crispations communautaires? achter de rug zijn?pour avancer sur le sujet?. Pas na de communautaire onderhandelingen zullen ze er een duidelijke uitspraak over doen.
Wat is de betekenis van de uitspraken van minister Vanhengel gisteren of eergisteren, naar aanleiding van een discussie gisteren in de Brusselse Hoofdstedelijke Raad?
De voorzitter: De heer Penris heeft het woord.
De heer Jan Penris: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, Vlaanderen wordt langs twee kanten aangevallen in dit dossier: vanuit het noorden en vanuit het zuiden. Dat is een beetje pijnlijk, want in het begin van de rit hadden we de beste strategie. We hadden het goede voornemen om voor eens en voor altijd alle gebruikers - en ze zijn talrijk - van ons wegennet te laten betalen voor de infrastructuur die we hun zo gastvrij ter beschikking stellen.
Het vormde een belangrijk onderdeel van uw regeerakkoord, maar uw voorganger, toenmalig minister-president Leterme, die ook in andere dossiers soms durft te falen, heeft bij een bezoek aan zijn Nederlandse vrienden onmiddellijk al zijn kaarten uit handen gegeven. Hij zei:?Jongens, ik stop ermee, ik geef het op, dit mag u voor mij schrappen.? De Nederlanders stoppen natuurlijk niet. Ze hebben aangekondigd dat ze wel een systeem van aanrekening voor het gebruik van hun wegennet zullen invoeren, ten laatste in 2011. Een aantal proefprojecten zal mogelijkerwijs al eerder worden opgestart, niet alleen voor het vrachtverkeer, maar ook voor het personenverkeer. De Nederlandse weggebruiker, de Nederlandse bezitter van een wagen en een nummerplaat, zal worden gecompenseerd. Dat betekent in feite dat alleen de buitenlanders een meerkost zullen betalen. Dat is de ene kant van het verhaal: de noordelijke inval.
Langs de zuidflank heeft de heer Daerden al een paar keer aangegeven dat hij voorstander is en blijft van de snelle invoering van een papieren wegenvignet - dat is geen dom idee, er zijn nog staten in Europa die met papieren wegenvignetten werken - waardoor hij de kas van zijn gewest kan spijzen met minstens 2 miljoen euro per maand.
En wij, wij blijven denken, wij blijven studeren, wij voeren weinig of niets in. Wij zijn erover aan het nadenken om misschien het vrachtverkeer, ook ons eigen vrachtverkeer, te belasten via een systeem - we onderzoeken nog welk - voor een slimme kilometerheffing.
Mijnheer de minister-president, we hebben nu lang genoeg gewacht. We zijn lang genoeg geduldig geweest. Onze noorderburen en zuiderburen nemen initiatieven die met de dag concreter worden, en wij blijven warrig en wazig, we nemen zelfs afstand van eerdere goede voornemens. Ik wou van u weten, en ik sluit me volledig aan bij andere sprekers, welke concrete initiatieven de Vlaamse Regering op afzienbare termijn denkt te nemen?
De voorzitter: Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega´s, ook ik sluit me graag aan bij de terechte vragen die de collega´s al naar voren hebben gebracht, maar ik zou er niet van uitgaan, mijnheer Glorieux, dat het een terechte beslissing van Yves Leterme was om het dossier af te blazen in Nederland. We zullen echter geen oude koeien uit de sloot halen.
Ik ben samen met verschillende collega´s in Nederland geweest. We hebben daar gehoord dat de Nederlandse minister tegen eind november met een uitgebreid plan op de proppen moet komen. Ik voeg daaraan toe dat het om een?onomkeerbaar´ plan moet gaan. Dat werd heel duidelijk door de Nederlanders verklaard:?We wensen een gedetailleerd plan van de minister, maar een onomkeerbaar plan.? Het is dus heel cruciaal om te weten of Vlaanderen al overleg heeft gepleegd met Nederland. Nederland plant in 2011 de kilometerheffing voor vrachtwagens en in 2012 zullen ook automobilisten per afgelegde kilometer moeten betalen om in 2016 de kilometerheffing volledig te hebben ingevoerd.
Mijnheer de minister-president, in Nederland spreekt men van een onomkeerbaar plan, maar heeft Vlaanderen al een akkoord met Nederland? Werd er in het verleden al overlegd? Hoe ziet u het overleg in de toekomst?
Nederlands minister van Verkeer, Camiel Eurlings, spreekt van testprojecten, onder meer om automobilisten ertoe aan te zetten de files te vermijden. Men heeft het ook over moderne satelliettechnologie: voertuigen krijgen een zogenaamd?kastje´. Kunt u ons vertellen in welk systeem de Nederlanders zullen stappen? Er is immers niet alleen het Duitse systeem, ook andere systemen zouden klaar en inzetbaar zijn. Met welk systeem zullen de Nederlanders werken? Lijkt het u niet opportuun om samen met de Nederlanders naar één systeem te zoeken? Uw collega-minister kiest zeer nadrukkelijk voor het Duitse systeem of laat dit toch uitschijnen in haar communicatie. Is dat een beslissing van de ministerraad of zijn de mogelijkheden nog open? Het lijkt me heel belangrijk om de voor- en nadelen van de diverse systemen te bekijken en het beste systeem naar voren te schuiven.
Voor ons blijft de hoofdbetrachting uit het verleden heel belangrijk: buitenlanders mee laten betalen voor het gebruik van ons wegennet. Ik zou u willen vragen nadrukkelijk mee te nemen in de opstelling van onze projecten, dat we niet louter en alleen bezig zijn met een kilometerheffing voor de Vlaamse gebruikers maar dat we naar manieren zoeken om de buitenlanders mee te betrekken in het betalen van het gebruik van ons wegennet.
De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe: Ik wil de debatten niet heropenen, maar vorige keer heeft men van Vlaamse zijde gesteld dat men een afspraak had met de Nederlandse collega´s om een wegenvignet in te voeren in overleg binnen Benelux-verband. Ik heb ook de briefwisseling gezien die de heer Peumans naar voren heeft gebracht. Op welke manier, mijnheer de minister-president, worden wij betrokken bij een of andere uitwerking van een wegenvignet? Is dat volgens hetzelfde systeem dat de Nederlanders nu als het hunne beschouwen en dat, als we de afspraken van maanden geleden bekijken, ook het onze zou moeten zijn? Welke timing is er in Vlaanderen en in België om het wegenvignet, zoals voorzien in het regeerakkoord, operationeel te maken? De basisgedachte hierbij moet zijn om de buitenlanders die ons land als transitland gebruiken, ook hun steentje te laten bijdragen en de Vlamingen niet méér te laten betalen dan nu.
De voorzitter: Minister-president Peeters heeft het woord.
Minister-president Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, geachte leden, terecht is het algemeen principe nog eens aangehaald dat ook inzake infrastructuur het Europees principe?de gebruiker betaalt´ een belangrijk principe is naast het principe?de vervuiler betaalt´. Dat principe zullen we in Vlaanderen introduceren en toepassen, ervan uitgaande dat er nu al betaald wordt door de Vlamingen voor het gebruik van de infrastructuur via verschillende invalshoeken en taksen. De opdracht is heel duidelijk om, net zoals in andere Europese landen, het principe?de gebruiker betaalt´ ook inzake infrastructuur in te voeren. We hebben een passage in het Vlaamse regeerakkoord en het dossier van het wegenvignet, dat daarnet is aangehaald.
Het wegenvignet as such is een verhaal dat achter ons ligt. De Vlaamse Regering heeft immers op 26 oktober 2007 besloten om te opteren voor een kilometerheffing voor vrachtwagens. De discussie over wat we met de personenwagens doen, is nog niet uitgeklaard. We zouden gaan naar een slimme kilometerheffing of een bijdrage volgens het gebruik van onze infrastructuur voor de vrachtwagens.
Ik heb op 21 november een gesprek gehad met mijn Nederlandse collega-minister Eurlings, die in Brussel was, in het afgesproken kader, namelijk dat ik zowel met de Nederlandse collega als met de Luxemburgse collega daarover een gesprek zou hebben. We voeren het in, maar de Vlaamse Regering wil dat uitdrukkelijk doen in overleg met onze Nederlandse en Luxemburgse collega´s en maximaal op elkaar afstemmend. De nota en de communicatie was wat betreft minister Eurlings nog niet helemaal rond. Hij heeft toen gezegd dat de Nederlanders er verder overleg over zullen plegen, dat ze zich maximaal zullen afstemmen op wat Vlaanderen of België introduceert en dat ze dit samen verder zullen aanpakken wat de operationele en andere elementen betreft. Minister Eurlings heeft daarover gecommuniceerd bij brief. Bij ons kan het niet dat de minister bij brief kan antwoorden.
Ik heb die brief bij. Er staat ook iets in over het Vlaamse regeerakkoord van 2009. Het is interessant dat collega Eurlings zich daarover ontfermt. Ik doe dat niet. Ik houd me niet bezig met wat er in het Nederlandse regeerakkoord zou kunnen staan in de toekomst, zelfs niet wat in het Waalse regeerakkoord zou kunnen staan. Ik ben wel samen met jullie bezorgd.
De heer Glorieux heeft het woord?talmen´ in de mond genomen. Dat is niet juist. Er wordt niet getalmd. Het is zeer aangewezen om dat in samenspraak en gelijklopende tred te doen met Nederland. Stel u voor dat we sneller zouden gaan dan de Nederlanders wat het vrachtvervoer betreft, wat zouden dan de effecten op de havens zijn? Ik ben ervan overtuigd dat het aangewezen is om een systeem maximaal in afstemming, ook wat betreft de timing, met Nederland te introduceren. Ik ben er zelfs van overtuigd dat, als we dat willen invoeren, we sowieso met de tijdshorizon zitten die Nederland naar voren heeft geschoven, namelijk 2011. Ik denk dat we diezelfde timing kunnen aanhouden, maar er zullen verdere gesprekken over worden gevoerd.
Dit is ook aangekaart in het Benelux-overleg inzake wegbeprijzing. Op 17 januari is er een bijeenkomst gepland in Benelux-verband over deze problematiek. Het is zeer wijs om dat op een dergelijke manier aan te pakken. Als we dat introduceren, moet het een goed systeem zijn en maximaal in afspraak met onze collega´s in Benelux-verband. Met minister Eurlings zijn er concreet al een aantal afspraken gemaakt. Ik kan u verzekeren dat we nu alles zullen doen om dat binnen dat tijdskader en binnen die afspraken verder uit te werken.
Er is gevraagd om op gezette tijdstippen daarover terug te koppelen in het parlement. Ik heb daar geen enkel probleem mee. De praktische zaken zullen trouwens ook worden bekeken door een ambtelijke commissie. Ik wil echter geen stop-and-go-politiek. Als we kiezen voor die slimme kilometerheffing, dan is dat het, en moeten we dat ook voort uitwerken. Ik ga dit maximaal in Benelux-verband doen. Ik streef naar een systeem dat maximaal hetzelfde is in de hele Benelux.
Minister Daerden wordt wat ongeduldig. Hij heeft een brief geschreven op 26 november, die me gisteren heeft bereikt, waarin hij vraagt dat we daarover zouden vergaderen. We zullen hem vandaag of morgen nog laten weten er geen enkel probleem mee te hebben daar ook met hem over te spreken. Natuurlijk is hij ook betrokken bij die Benelux-bijeenkomst van 17 januari. Als we dit geco?rdineerd kunnen aanpakken met Nederland en Luxemburg, moeten we daar ook zeker in slagen met onze Waalse vrienden.
De voorzitter: De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux: Mijnheer de minister-president, ik dank u voor uw antwoord. U hebt een aantal zaken duidelijk gesteld. Toch zijn er bij mij nog wat vragen gerezen. U zei te kiezen voor een slimme kilometerheffing, zo mogelijk in Benelux-verband en met eenzelfde systeem voor de hele Benelux. Ik meen te hebben begrepen dat er met Nederland al een eerste overleg heeft plaatsgevonden. Eerstdaags zal dat ook gebeuren met Luxemburg, in Benelux-verband. Met Wallonië is er daarover echter nog geen overleg geweest. Het is vreemd dat, als u er echt naar streeft om dit in Benelux-verband tot stand te brengen, er apart met iedereen wordt onderhandeld, in plaats van dat het initiatief wordt genomen om iedereen samen te brengen. Als dat eerstdaags zal gebeuren in Benelux-verband, dan is dat een goede zaak. Ik hoop zeker en vast dat het zal gaan over hetzelfde systeem in alle Benelux-landen. Het Nederlandse voorbeeld van een gefaseerde invoering, eerst voor vrachtwagens en nadien voor personenwagens, lijkt me de goede werkwijze. Ik wens u dan ook alle succes toe bij deze onderhandelingen. Ik hoop dat een dergelijk systeem er zo snel mogelijk kan komen.
Afsluitend en om het voorgaande te staven, wil ik nog even wijzen op een artikel dat ik heb gevonden. Daarin stelt secretaris-generaal Wim Kuijken van het Nederlandse ministerie van Verkeer en Waterstaat dat hij een rapport heeft ontvangen. Onder meer op basis daarvan hebben de Nederlanders hun beslissing genomen. Daaruit blijkt duidelijk dat een slimme kilometerheffing met differentiatie qua tijd en plaats, maar ook met betrekking tot de milieukenmerken van het voertuig, alles samen een geschat welvaartseffect zou hebben van ongeveer 1,8 miljard euro. Dat lijkt me een aanzienlijk bedrag. Die heffing zal heel wat ruimte creëren, vooral voor het vrachtwagenverkeer, zo wordt gezegd. U weet dat ik er niet meteen een grote fan van ben, maar als Vlaanderen Distributieland verder vorm krijgt zoals nu, zal een slimme kilometerheffing een beter instrument zijn dan andere, megalomane projecten, zoals een verdubbeling van de noordelijke ring rond Brussel. Dit soort projecten verdient zeker en vast voorrang. Als we de gelegenheid hebben dit in Benelux-verband te doen, zullen we door die schaalvergroting eigenlijk nog een extra surplus creëren.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de minister-president, in zijn brief aan de Tweede Kamer zegt uw Nederlandse collega op bladzijde 11 het volgende:?In dat licht zal ook intensieve technische en beleidsmatige samenwerking met België, Duitsland en Frankrijk worden gezocht.? Dat is de eerste maal dat België wordt vernoemd.
Hij zegt ook het volgende, wat me een beetje verontrust:?Om bovenstaande handen en voeten te geven, wil ik voor de zomer van 2008 een uitgewerkt plan voor de implementatie aan de Tweede Kamer aanbieden, waarin duidelijk wordt gemaakt hoe we stap voor stap naar het eindbeeld zullen groeien.? De Nederlanders zeggen wat schaal, principes en systeem betreft koplopers te zijn in de hele wereld. Ik hoop dat we de trein niet zullen missen. Dat geldt ook voor de Scheldeverdragen. Nederlanders zijn een zeer mercantiel volk wat dat betreft. Ik zou het jammer vinden, mochten we ons naderhand slechts kunnen aansluiten bij de keuze die de Nederlanders hebben gemaakt. Dat risico bestaat, vrees ik.
Mocht u minister Daerden niet snel genoeg kunnen vinden, ik ken zijn lievelingsrestaurant in Luik. Dat is La Cucinella. Daar kunt u hem regelmatig ´s avonds aantreffen.
De voorzitter: De heer Penris heeft het woord.
De heer Jan Penris: Mijnheer de minister-president, u hebt de heer Glorieux verweten dat hij het woord?talmen´ in de mond heeft genomen, maar voor één keer kan ik de heer Glorieux bijtreden. Dat woord lijkt me gepast in dit dossier. In sommige dossiers zouden vijf minuten politieke moed kunnen volstaan om doorbraken te verwezenlijken. U had in uw regeerakkoord een goed punt. We hebben dat zelfs toegegeven bij de bespreking van uw regeerakkoord. Dat was een van de weinige punten waarmee we het eens konden zijn. We hebben dat dan ook toegegeven aan uw voorganger. Ik betreur echter dat u vandaag aan het talmen bent. De heer Peumans heeft trouwens een punt. De Nederlanders hebben een richting gekozen. Zoals mevrouw De Ridder stelde, is die keuze onomkeerbaar. De heer Daerden zit misschien te prutsen in de marge, maar hij heeft een visie. U hebt geen visie. Dat is het probleem. U had een visie en u hebt die opgegeven. Dat verwijt ik u enigszins. Ik wil dus vragen dat u snel aansluiting zoekt bij uw oorspronkelijke initiatief. U had een goede visie: verwezenlijk die. Blijf niet talmen, want u zult worden overklast langs noord- en zuidzijde en wij, Vlaanderen Distributieland, zullen op het einde van de rit de rekening moeten betalen. Dat zou ik betreuren.
De voorzitter: Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder: Ik heb daarnet gezegd dat de minister met een onomkeerbaar plan is gekomen. Als er wordt gesproken over contacten met Duitsland, Frankrijk en België, dan is dat wel degelijk de richting die Nederland wil uitgaan. Ik vrees dan gewoon dat we te laat op de kar aan het springen zijn om nog veel stimulansen van onze kant te kunnen inbouwen in die plannen.
Nederland heeft toch de ene of andere manier gevonden om zijn eigen onderdanen te compenseren. Het plan van het wegenvignet is afgeblazen omdat Europa heeft geoordeeld dat we onze eigen onderdanen niet mogen compenseren. Achter dat argument verschuilde men zich. Voor Open Vld blijft het wel enorm belangrijk dat die compensatie er komt en dat dit geen lastenverhoging betekent voor de Vlaamse weggebruikers. Ik wil u aansporen om tijdig mogelijkheden te bedenken om de eigen onderdanen te compenseren, mogelijkheden die de toets van Europa doorstaan. Blijkbaar kan dat in Nederland wel.
De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe: Wij beschikken natuurlijk alleen over die stukken waaruit hier al werd geciteerd. Er zijn twee mogelijkheden. Ofwel heeft de Nederlandse regering al een beslissing genomen, en dan heeft minister Eurlings correct ge?nformeerd en gecommuniceerd. Dat staat echter haaks op de afspraak dit samen te doen, in Benelux-verband. Ofwel is dit misschien een politieke beslissing van de Nederlandse regering om die stelling in te nemen bij die Benelux-vergadering op 17 januari. Dan heeft minister Eurlings misschien voor zijn beurt gepraat. Ik zie geen derde mogelijkheid.
Mijnheer de minister-president, het is vijf voor twaalf. We moeten onze visie op 17 januari naar voren brengen, en goede afspraken maken met de Nederlandse en Luxemburgse collega´s, zodat er met één stem wordt gepraat in dit dossier. De Nederlanders kijken wel naar de Duitsers, maar de Duitsers zijn al wel operationeel. De volgende stap in de redenering is dan dat we het Duitse systeem implementeren. Ik pleit voor het innemen van een duidelijke stelling op die bewuste vergadering op 17 januari, zodat er een uiteindelijke conclusie kan komen in Benelux-verband. Dat was immers onze oorspronkelijke bedoeling.
Dan is er nog een laatste element, dat hier niet meteen aan gekoppeld is. Het gaat over de verdieping van de Westerschelde. De commissieleden zijn daar geweest. Het zou goed zijn ter zake een bijkomende inspanning te leveren en dit voor Kerstmis af te ronden. Als dat niet lukt, dan vindt de vergadering van 17 januari misschien onder een heel ander gesternte plaats, als u begrijpt wat ik bedoel.
De voorzitter: De heer Koninckx heeft het woord.
De heer Flor Koninckx: Mijnheer de voorzitter, ondanks mijn voornemen me niet in dit debat te mengen, zal ik dat nu toch doen. Er zijn hier uitspraken gedaan waarmee ik het volledig eens ben, maar ook uitspraken waarmee ik het minder eens ben.
Mijnheer Peumans, ik heb die brief ook gelezen die de Nederlandse minister heeft gestuurd. Daar wordt inderdaad gesproken van een onomkeerbaar proces. Daar zitten natuurlijk een aantal dingen aan vast. Het gaat verder dan zeggen dat dit onomkeerbaar is. De Nederlanders zijn al bezig hun wetgeving daaraan aan te passen. Wij zullen dat ook moeten doen. Zij zijn bezig met het onderzoek naar de technische implementatie van het systeem dat ze gaan toepassen. Het gaat over een satellietsysteem. Ik zeg niet graag aan een minister-president dat hij aan het talmen is. Ik zeg ook niet dat dit het geval is. Ik pleit er echter voor dat men niet begint te talmen, zodat we de trein niet missen.
Mijnheer Penris, u zegt dat er geen visie meer is. Ik wil dat nuanceren. De regeringsverklaring stelt dat we zouden streven naar een wegenvignet. Dat was toen de visie. In de beleidsbrief Mobiliteit voor 2007-2008 staat nu te lezen dat we kiezen voor een kilometerheffing voor vrachtwagens. Ik denk dat er bij de Vlaamse Regering toch wel een visie is in dat opzicht. We zijn er allemaal bezorgd over dat we de trein zouden missen. We mogen niet achterop hinken. We moeten dringend dat overleg met de Nederlanders vragen en op peil houden. We moeten streven naar een slimme kilometerheffing, in eerste instantie voor vrachtwagens. We moeten meedoen aan het overleg.
De heer Carl Decaluwe: Mijnheer Koninckx, het regeerakkoord zegt dat er in deze zittingsperiode een wegenvignet wordt ingevoerd.
De heer Flor Koninckx: Er staat te lezen dat er wordt gestreefd naar de invoering van dat vignet.
Minister-president Kris Peeters: Ik wil even een paar elementen herhalen. Op 26 oktober 2007 heeft de Vlaamse Regering beslist dat er een slimme kilometerheffing komt. De ambtelijke commissie die daarvoor is opgericht, is op 21 november bijeengekomen. De volgende maanden zal die commissie opnieuw bijeenkomen om alle elementen van die heffing te bekijken. Op 21 november heb ik ook met minister Eurlings gesproken hierover. Sommigen hier zijn nogal snel onder de indruk van die Nederlanders. Ik iets minder: het zijn heel sympathieke mensen, maar ze moeten zich ook aan de afspraken houden.
Minister Eurlings zei me dat we dit eens moesten bekijken. Ik heb hem gezegd dat we hebben beslist dit in te voeren voor vrachtwagens, met de mogelijkheid om het nadien desgevallend uit te breiden naar personenwagens. Hij heeft me geantwoord er een gelijkaardige tijdshorizon op na te houden. De Nederlanders gaan dit ook doen. Ze gaan een aantal pilootprojecten organiseren. Ik heb voorgesteld dat we dit samen zouden volgen en uitwerken. Ik ga ervan uit dat we dit zullen kunnen doen. Tenzij ik me vergis, is er geen risico dat de Nederlanders ons voorbijsteken. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt. Die afspraken zullen nogmaals publiek worden onderstreept, met de ministers-presidenten erbij. Maar goed, ik wil daar niet op vooruitlopen.
Mijnheer Peumans, er is in dat gesprek terecht ook even verwezen naar Frankrijk. Het gaat immers niet alleen over de Benelux. Ik heb gehoord dat Frankrijk hier ook over aan het nadenken is. Het zou kunnen dat minister Daerden beslist mee te doen met het Franse systeem. Ook daar worden dus de nodige contacten gelegd.
Mijnheer Penris, met?talmen´ wordt bedoeld?onnodig tijd verliezen of ter plaatse trappelen, waardoor men tijd verliest´. Nederland is ook een paar maal moeten terugplooien, na iets te hebben gelanceerd en daarop een vrij heftige reactie te hebben gekregen. U moet dat ook weten. Mijn aanvoelen is dat, indien Nederland dat alleen zou moeten doorvoeren, het wel eens tweemaal zou nadenken. We zitten ter zake dus op het goede spoor. Er is een goede samenwerking.
Een lid maakte zich zorgen over de Scheldeverdragen. Er is intensief overleg met onze Nederlandse collega´s. Volgende week is dat opnieuw het geval. Ik ga ervan uit dat zowel wij als de Nederlanders zich houden aan de verbintenissen. Ik wil nu niet in detail treden. De jongste dagen plegen we zeer intensief overleg met de collega´s van de Nederlandse regering. Volgende week wordt dat hopelijk goedgekeurd, zoals voorzien.
De voorzitter: Het incident is gesloten.