Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 17/04/2007
Vraag om uitleg van mevrouw Veerle Heeren tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de uitvoering van de motie van aanbeveling van de commissie ad hoc Energiearmoede
De voorzitter: Mevrouw Heeren heeft het woord.
Mevrouw Veerle Heeren: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de winter is voorbij en ik heb zelfs het gevoel dat we al in volle zomer zitten. Deze vraag heb ik in december opgesteld. Uit een regionaal dagblad bleek toen dat nogal wat mensen in de winter te kampen hebben met problemen om hun energiefacturen te betalen. Het aantal wanbetalers is tijdens de voorbije jaren sterk toegenomen. Het gevolg daarvan is dat die mensen voor hun energievoorziening worden doorverwezen naar intercommunales die als netbeheerder verplicht zijn gas en elektriciteit te leveren.
Ik heb het ontwerp van decreet dat vandaag hier voorligt, er ondertussen ook op nagelezen. Er is heel wat gebeurd tijdens het afgelopen jaar. De motie van aanbeveling bij de maatschappelijke beleidsnota Energiearmoede is ook goedgekeurd. Tijdens het debat hebben we heel wat vragen gesteld en voorstellen van maatregelen gedaan. Als minister van Energie bent u voor een aantal zaken verantwoordelijk, maar ook uw collega-ministers zijn voor hun departement bevoegd. Daarom heb ik deze vraag een maand geleden ook aan minister Keulen gesteld. Ook minister Vervotte heeft hierin een taak te vervullen. Hebt u er zicht op in welke mate er overleg is tussen de ministers om uitvoering te geven aan de voorstellen uit de motie van aanbeveling? Minister Keulen heeft toen in de commissie geantwoord dat hij voor het implementeren van hoogrendementsglas of dubbel glas in de socialewoningbouw absoluut geen middelen ter beschikking heeft en ook geen beroep kan doen op het Fonds voor de Huisvesting aangezien die middelen onvoldoende zouden zijn. Dat neemt natuurlijk niet weg dat dit een belangrijke maatregel is die genomen kan worden, ook al moet dit via een stappenplan gebeuren.
Ondertussen is er, zoals ik al aanhaalde, het ontwerp van decreet met betrekking tot de openbaredienstverplichting, dat vandaag ter bespreking voorligt. Eind december hebt u een besluit genomen waarin staat dat wie een budgetmeter heeft en het opgeladen bedrag en hulpkrediet heeft opgebruikt, terugvalt op 10 in plaats van 6 ampère. Dit verbruik moet ook worden betaald. De verenigingen hebben grote vraagtekens bij het feit dat als men wil afsluiten, dat ook daadwerkelijk kan. Ze stellen dat dit te allen tijde moet worden vermeden. Andere maatregel uit het besluit is dat de periodes waarin aardgas en elektriciteit niet kunnen worden afgesloten, worden gelijkgesteld. Die periode loopt nu van 1 december tot 1 maart. Ik kan me indenken dat deze periode tijdens de volgende jaren nog zal verschuiven. Ik vrees dat onze seizoenen aan dit tempo ook zullen verschuiven en dat die periode steeds kleiner zal worden als gevolg van de goede weersomstandigheden.
In de motie van aanbeveling was een belangrijk voorstel opgenomen om te voorkomen dat mensen terechtkomen in een toestand van energiearmoede. Er werd ook voorgesteld om uitdrukkelijk aan de federale regering te vragen om het sociaal tarief nooit te laten uitstijgen boven het laagste tarief voor afnemers op de vrijgemaakte markt en dat sociaal tarief ook automatisch toe te kennen.
Mijnheer de minister, welke maatregelen hebt u genomen in opvolging van de motie van aanbeveling? Op welke manier zult u erop toezien dat ook uw collega-ministers uitvoeren waarvoor zij bevoegd zijn of toch een stappenplan opmaken? Denkt u dat de maatregelen uit het besluit van eind december tegemoetkomen aan de betalingsproblemen van een grote groep Vlaamse gezinnen? Voor wie ermee wordt geconfronteerd, is dit een grote ramp. Er zijn nu een aantal dingen opgenomen in het ontwerp van decreet. We hebben nog 2,5 jaar te gaan. Waarin voorziet u nog? Is er vrij recent overleg geweest met het federale niveau over het sociaal tarief? Hebt u daar resultaten van?
De voorzitter: Mevrouw De Wachter heeft het woord.
Mevrouw Else De Wachter: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, mevrouw Heeren en ikzelf zijn beiden lid van de commissie Energiearmoede en de commissie voor Wonen. We hebben het daar al vaak over deze problematiek gehad. Ik denk dat het ook erg belangrijk is dat we dit ook bij u als minister van Energie aankaarten. Ik sluit me volledig aan bij de vraag van mevrouw Heeren, maar ik wil nog enkele aandachtspunten meegeven. We hebben in heel wat maatregelen voorzien en er is al heel wat gebeurd met betrekking tot energiebesparing. Dat is heel belangrijk voor mensen die te maken hebben met energiearmoede, maar ook voor het milieu. Er zijn ook fiscale maatregelen genomen om de milieuvriendelijkheid aantrekkelijk te maken. Deze hebben hun tijd nodig om een beetje ingeburgerd te geraken.
De laatste weken hebben we echter zeer frappante gegevens van de energieleveranciers gekregen. Gelukkig was het een zachte winter, waardoor - samen met de milieumaatregel van dubbel glas - de energiefactuur veel lager ligt.
Een aantal energieleveranciers, namelijk Luminus en Nuon, zijn bereid de voorschotten te verlagen en deels terug te betalen, maar Electrabel zegt expliciet dat niet te zullen doen. Een ander voorbeeld is dat we recentelijk kunnen vaststellen dat de maatregelen en het initiatief rond weekend- en nachttarief, ervoor zorgen dat het rendement slechts wordt gehaald als minstens twee derde van het volledige verbruik in die periode gebeurt. Het is niet evident dat te halen. Een heel recent voorbeeld: voorbije paasmaandag bleek het tarief niet van toepassing. Dat zal voor heel wat mensen verwarring veroorzaakt hebben.
Mijnheer de minister, ik wil een oproep aan u doen, die ik ook aan minister Keulen heb gedaan, om samen met de federale minister Verwilghen, Electrabel aan de tafel te krijgen om er concreet mee te communiceren en te zeggen waar het op staat. Het kan niet dat een energieleverancier zegt dat hij het niet zal toepassen. Wetende dat we zoveel maatregelen nemen ten aanzien van het milieu en tegen de energiearmoede, kan men niet lukraak zeggen: als de mensen het zelf niet vragen, gaan we dat niet toepassen. Het is de verantwoordelijkheid van de minister van Energie, samen met de minister van Wonen wat de socialewoningbouw betreft, om zeker met Electrabel de nodige concrete afspraken te maken. De minister van Wonen heeft beloofd dat te zullen doen, en we zullen dat van zeer nabij blijven opvolgen.
De voorzitter: De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega´s, het is jammer genoeg nog steeds een feit dat voor vele armen en lage-inkomensgezinnen de energieprijs het grootste deel van de woonkosten uitmaakt en vaak hoger ligt dan de huurprijs. Het is belangrijk dat er goede informatie wordt gegeven. Velen denken nog altijd dat de 6 of 10 ampère waar ze op terugvallen, gratis is. Die toestand blijft vaak maar aanslepen, maar op een bepaald moment geraken deze mensen daardoor nog dieper in de schulden. Het is belangrijk dat er heel goede informatie, ook via de OCMW´s, zou worden gegeven om duidelijk te maken aan deze mensen dat het een maatregel is om te voorkomen dat ze van het net zouden worden afgesloten maar dat die energie niet gratis is.
10 ampère is al een verhoging, maar nog altijd heel weinig. Mensen kunnen daarmee niet overvloedig apparaten gebruiken. Als je een strijkijzer, een koffiezetapparaat en een toaster samen gebruikt, kom je daar niet mee toe. Misschien moet worden nagegaan in elke mate dat kan worden opgetrokken.
Armen hebben zoals iedereen recht op betaalbaar rationeel energiegebruik. Om van dat rationeel energiegebruik te kunnen genieten, moet je vaak eerst een kleine investering doen die je dubbel en dik terugverdient. Je moet het geld wel hebben om te investeren. Ik denk vooral aan premies die gegeven worden voor dubbel glas en dergelijke, die jammer genoeg aan deze categorie van mensen voorbij gaan, in de eerste plaats omdat in het overgrote deel van de gevallen ze zelf geen eigenaar zijn van de woning. Zelfs met een premie hebben ze andere prioriteiten om hun kleine budget te besteden.
Ik denk dat de mensen van Welzijnszorg alle fracties hebben bezocht de laatste dagen. Ze hebben een tamelijk verassend voorstel gedaan. Ze zeggen dat elke Vlaming een bepaalde hoeveelheid water gratis krijgt en dat energie evengoed een basisrecht is als water. Ze pleiten ervoor dat elke Vlaming een basispakket elektriciteit of aardgas zou krijgen dat overeenkomt met wat een persoon of gezin nodig heeft om op een waardige manier te kunnen wonen. Gratis bestaat natuurlijk niet. Dat zal betaald worden door de kostprijs mee te rekenen in een volgende hoeveelheid stroom die men dan eventueel zou consumeren boven dat pakket. Men zou daarenboven in een derde pakket kunnen voorzien wanneer je ook daarmee niet toekomt en je dus nog meer verbruikt. Het kilowattuur van dat pakket zou men nog duurder maken. Hoe meer je verbruikt, hoe duurder het kilowattuur wordt. Mijnheer de minister, zonder daar zelf een standpunt over in te nemen, wil ik u vragen wat uw mening is over dit voorstel van de armenbeweging.
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, geachte collega´s, er is terecht gezegd dat de commissie ad hoc Energiearmoede belangrijk werk heeft verricht. Ik heb alles gedaan om zo snel mogelijk alles wat daar is beslist, uit te voeren. Er wordt van een minister niets minder verwacht dan dat hij dat doet. Er is terecht verwezen naar een aantal initiatieven, zowel een besluit als decreten, waar we straks wat dieper op ingaan. Dat geeft me nu de gelegenheid om iets korter te zijn.
We hebben ook een rondetafel gehouden met alle betrokkenen, waarin wat uit de commissie ad hoc is gekomen, is meegenomen. Zowel wat betreft decretale initiatieven als uitvoeringsbesluiten zijn de nodige initiatieven genomen. Mevrouw Heeren, ik heb hier het volledige overzicht van, maar ik zal dat nu niet allemaal overlopen. Ook wat het ontwerp van uitvoeringsbesluit betreft, hebben we alles gedaan om voor de weliswaar zachte winter alle schikkingen te treffen om afsluitingen te vermijden.
Wat de omschakeling van 6 naar 10 ampère betreft, som ik een aantal bijkomende elementen op. Het overschakelen van 6 naar 10 ampère bij de budgetmeters verloopt vrij vlot dankzij de mogelijkheid om samen met de budgetopladingskaarten een code mee te geven die de meter herconfigureert zonder een bezoek ter plaatse. Bij elke eerstvolgende oplading door de klant gebeurt de omschakeling automatisch op het ogenblik dat de kaart in de meter wordt gestopt. In Vlaanderen hebben tijdens de maanden januari, februari en maart naar schatting 18.000 omschakelingen plaatsgevonden.
Er is trouwens een controlemogelijkheid. Wanneer de klant een tweede maal komt opladen, na het inbrengen van de kaart en de automatische herconfiguratie, kan worden geverifieerd welke meters effectief al over een minimumvermogen van 2300 watt beschikken. Voor naar schatting 7000 gevallen is deze verificatie al gebeurd.
Het omschakelen van de stroombegrenzer van 6 naar 10 ampère in de gevallen dat er geen budgetmeter is, verloopt iets langzamer. Daarvoor zijn plaatsbezoeken noodzakelijk. Het afsprakenbeheer en de inzet van technisch geschoold personeel vragen een wat meer gespreide planning. Velen reageren ook niet op een uitnodiging tot afspraak of laten het bezoek uitstellen. Er zijn echter nog geen aanduidingen dat de uiterste datum die in het minibesluit werd vastgelegd, namelijk 31 december 2007, zou worden overschreden. Overigens wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om de bestaande ampèrebegrenzers zo veel mogelijk te vervangen door budgetmeters met een ingebouwde ampèrebegrenzer.
Het minibesluit had alleen als bedoeling om de meest dringende maatregelen te nemen die met het huidige decreet mogelijk zijn. In het ontwerp van wijzigingsdecreet, dat nu voorligt, worden ook nog de volgende maatregelen mogelijk gemaakt.
De volledige verankering van de minimale levering in de elektriciteits- en gaswetgeving, behoudens wat de samenstelling en werking van de Lokale Adviescommissie betreft. Dit laatste blijft geregeld met het oorspronkelijke decreet van 20 december 1996 op de minimumlevering van elektriciteit, gas en water, zij het dat op bepaalde punten, wat elektriciteit en gas betreft, toch voor verduidelijking wordt gezorgd.
De bepalingen van het decreet op de minimale levering worden grotendeels geschrapt omdat ze niet in overeenstemming waren met de elektriciteits- en gaswetgeving. Sommige bepalingen van het decreet op de minimale levering worden in aangepaste vorm opnieuw ingevoerd in het Elektriciteits- en/of Aardgasdecreet.
Het steevast weerkerend probleem dat lokale adviescommissies er een uiteenlopende interpretatie op na houden van ?klaarblijkelijke onwil om te betalen´, met andere woorden van het wel kunnen, maar niet willen betalen, wordt nu opgelost door een duidelijke opsomming te geven van gevallen waarin kan worden afgesloten en de procedures die daar moeten voor worden gevolgd.
De definitie van huishoudelijke afnemer wordt gewijzigd omwille van de huidige onduidelijkheid over de behandeling van gemengde verbruikers. Dit zijn laagspannings?verbruikers met een zowel huishoudelijk als professioneel verbruik dat geregistreerd wordt op één meter.
De definitie van beschermde afnemer wordt decretaal ingevoerd en beschermende maatregelen, zoals het al dan niet verschuldigd zijn van bepaalde kosten, worden gespecificeerd.
Om de plaatsing en werking van de budgetmeters decretaal te verankeren, zowel voor gas als voor elektriciteit, wordt in respectievelijk het Aardgasdecreet en het Elektriciteitsdecreet ingevoegd dat dit een openbaredienstverplichting is van de netbeheerders en dat er ook andere beschermingsmaatregelen kunnen worden opgelegd, bijvoorbeeld ingeval van opzegging van het leveringscontract door de commerciële leverancier.
Wanneer een commerciële leverancier een contract wegens wanbetaling opzegt, mag niet langer een administratieve kost worden aangerekend.
Tenslotte wordt een aantal boetes voor het niet respecteren van de decreetgeving over de sociale openbaredienstverplichtingen aangepast, om ze meer in verhouding te brengen tot de mate van het in gebreke zijn van netbeheerder of leverancier.
Wat de sociale tarieven betreft, worden er geen maatregelen genomen in het ontwerp van wijzigingsdecreet. Het gaat immers om een federale bevoegdheid. De federale minister van Energie heeft twee ontwerpbesluiten klaar, een voor elektriciteit en een voor aardgas, waarin het principe is opgenomen om het sociale tarief nooit te laten uitstijgen boven het laagste tarief voor afnemers op de vrijgemaakte markt. In juli 2006 hebben we daar overleg over gepleegd. Ik kan alleen maar vriendelijk vragen dat dit wordt opgelost op het federale niveau. Een andere mogelijkheid is dat deze bevoegdheid ons wordt toevertrouwd, maar dat is weer een ander debat.
De CREG zal de berekeningen moeten maken om de concrete prijs te bepalen. Op 16 februari van dit jaar heeft de algemene raad van de CREG een advies uitgebracht over het ontwerp.
Wat de automatische toekenning van het sociale tarief betreft, wordt onderhandeld tussen de federale administratie en de kruispuntdatabank. Daarmee wordt getracht het nog steeds lopende probleem van de vertrouwelijkheid op te lossen. Ook wat dat betreft, is het dus nog even wachten op de federale overheid. Federaal minister Verwilghen heeft onlangs aangekondigd dat beide, de verlaging en de automatisering, binnen afzienbare tijd zullen worden geregeld.
Mevrouw Heeren, ik zal in een schriftelijk antwoord dat u zal worden bezorgd, dieper ingaan op de data van het minibesluit en andere.
Wat de problematiek van de voorschotten en het eventueel terugbetalen daarvan betreft, wil ik voorkomen dat we terechtkomen in een situatie waarin er nu voorschotten worden terugbetaald en er achteraf bijkomende betalingen moeten gebeuren.
Wat het nachttarief betreft, heb ik begrepen dat minister Verwilghen een onderzoek heeft gevraagd van de Raad voor de Mededinging. Het moet inderdaad de bedoeling zijn om het nachttarief goedkoper te maken. Het kan niet de bedoeling zijn dat twee derde van het verbruik moet plaatsvinden in het weekend om daar effectief voordeel uit te halen. Er is dus een onderzoek aan de Raad voor de Mededinging gevraagd en we zullen dat van zeer nabij volgen.
Mijnheer Glorieux, u hebt gelijk dat communicatie altijd heel belangrijk is, maar ik heb het engagement van de verenigingen waar armen het woord voeren, dat ze de nodige informatie en communicatie gaan verzorgen. Als er nog bijkomende informatie nodig is, zal ik daar zeker voor zorgen. Maar degenen die het meest direct contact hebben met deze groep, zijn de verenigingen, en zij kunnen een bijdrage leveren. Maar mocht het nodig zijn, wil ik zeker bijkomende inspanningen doen.
Het is niet de eerste keer dat u de problematiek van de prefinanciering aanhaalt. U haalt terecht een dossier aan dat u na aan het hart ligt: de fotovolta?sche cellen. Het is indrukwekkend hoe groot de hype is - in positieve zin deze keer - voor de zonnecellen. De dossiers, zowel van particulieren als bedrijven, kunnen we niet bijhouden. Het voorbeeld dat gisteren de media heeft gehaald, toont aan dat het echt interessant is. Ik ben er zelf van onder de indruk hoe interessant het is, maar er zijn inderdaad nog vele daken zonder zonnecellen.
We zijn het probleem van de prefinanciering verder aan het bekijken. We zullen ook maatregelen treffen om dat probleem op te lossen. Er zijn tal van voorstellen de wereld in gestuurd. Elk voorstel, van welke partij het ook komt, wordt door mij op zijn merites onderzocht.
Een element dat altijd aan bod komt, is de administratieve rompslomp. Het mattheuseffect is er altijd, want het is heel moeilijk om maatregelen te laten toekomen bij degenen die ze nodig hebben, want meestal komen ze toe bij degenen die ze niet echt nodig hebben. Ook voor de administratieve rompslomp en de procedure die moet worden doorlopen om van de prefinanciering te kunnen genieten, hebben we aandacht. Ik ben volop bezig met te kijken wat de meest gerede partners zijn. Mijn kabinet heeft ook met een aantal banken contact gehad, om te kijken waar de problemen zich situeren en hoe we die kunnen aanpakken. Maar ook het oplossen van de problemen via de banken zorgt voor te veel rompslomp en is niet de juiste wijze, maar ik hoop binnenkort met een concreet voorstel te komen.
Mijnheer Glorieux, u zegt terecht dat niets gratis is. De gratisfilosofie ligt al een tijdje achter ons. Het verwondert me dat u niet verwijst naar de 100 kilowattuur per gezin, aangevuld met 100 kilowattuur per persoon ten laste, die men gratis krijgt. Ik veronderstel dat u dat onvoldoende vindt en wilt verhogen.
De heer Eloi Glorieux: Mijnheer de minister, dat is het pleidooi dat werd gehouden door Welzijnszorg, dat ik gewoon op tafel heb gegooid om te vragen wat u ervan denkt.
Minister Kris Peeters: Er bestaat al iets gratis, maar we zullen verder bekijken - en u zegt zelf dat niets gratis is - of dat de juiste maatregel is.
U verwijst naar Welzijnszorg, dat stelt dat een gezin een aantal kubieke meter water gratis krijgt en vraagt waarom dat ook niet voor elektriciteit geldt. Dat is de stelling die hier aan bod komt. Ook dat moet verder worden bekeken. We gaan na welke maatregel de meest kostenefficiënte is, met het grootste rendement voor de mensen.
Mijn uitgangspunten zijn duidelijk. Ik vind dat elektriciteit een basisrecht is voor gezinnen. We moeten ervoor zorgen dat dat basisrecht ook wordt gehonoreerd, wat niet wil zeggen dat het absoluut gratis moet zijn.
Mijnheer de voorzitter, collega´s, we hebben natuurlijk regelmatig overleg met de ministers Keulen en Vervotte, want tijdens de interkabinettenwerkgroep zijn ze er altijd bij. Samen met de collega´s zal ik ervoor zorgen dat ook de andere maatregelen worden genomen en zij ook hun steentje of kilowattuur bijdragen tot het oplossen van het probleem van energiearmoede.
Ik wil nog eens herhalen dat de commissie ad hoc schitterend werk heeft geleverd. Ik denk dat het lang geleden is dat we de energiearmoede daadwerkelijk hebben aangepakt en ervoor hebben gezorgd dat de mensen die in die situatie terechtkomen op een ordentelijke en goede wijze worden gevolgd en verzorgd.
De voorzitter: Mevrouw Heeren heeft het woord.
Mevrouw Veerle Heeren: Mijnheer de minister, ik wil u danken voor het antwoord, maar toch ook een oproep lanceren. Ik ga ervan uit dat u, als co?rdinerend minister als het gaat over energie, de volgende maanden en jaren waakzaam moet zijn, ten opzichte van de collega´s en op het ogenblik dat de begrotingsbesprekingen worden aangevat, om ervoor te zorgen dat de maatregelen die we in de motie hebben voorgesteld ook worden uitgevoerd, samen met de andere ministers. Als dat niet kan op korte termijn, dan in ieder geval op middellange termijn, in een soort stappenplan.
Ik zal verder uw schriftelijk antwoord lezen.
De voorzitter: Het incident is gesloten