Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 06/02/2007
Vraag om uitleg van de heer Joris Vandenbroucke tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de geplande elektriciteitscentrale van E.ON in Beringen
De voorzitter: De heer Vandenbroucke heeft het woord.
De heer Joris Vandenbroucke: Mijnheer de voorzitter, geachte leden, mijnheer de minister, in de ruime regio rond mijn gemeente is met enig wenkbrauwgefrons gereageerd op plannen van het Duitse energieconcern E.ON om aan het Albertkanaal in Beringen een elektriciteitscentrale te bouwen van 800 tot 1100 megawatt. Om u een idee te geven over de grootte ervan: het zou gaan om een productiecapaciteit die tot 10 percent van de totale Belgische energiebehoefte zou kunnen dekken.
Een andere zaak is de aard van de centrale. Het zou gaan over een steenkoolcentrale, met een jaarlijkse aanvoer van 2,5 miljoen ton steenkool. Ook biomassa zou de centrale voeden. E.ON mikt qua timing op 2014. Ik stel nu al deze vraag omdat onze burgervader heeft verklaard al langer weet te hebben van deze plannen, die in principe ook zullen worden uitgevoerd. Bovendien heeft de woordvoerder van E.ON Benelux verklaard dat dit bedrijf geen 20 hectare grond heeft aangekocht om er koeien op te laten grazen.
Ik heb een aantal vragen met betrekking tot die plannen. Ten eerste is er sprake van een belangrijke milieukwestie. Momenteel is het alle hens aan dek om onze uitstoot van CO2 terug te dringen. We weten ondertussen al dat de inspanningen in het kader van het Kyotoprotocol niet zullen volstaan. We zullen zelfs nog veel meer inspanningen moeten doen. Dan lijkt het verbranden van steenkool voor het opwekken van energie me wat in tegenstrijd met deze inspanningen. Er werd wel gezegd dat de afvang en opslag van CO2 de CO2-neutraliteit van een steenkoolcentrale zou kunnen garanderen, maar specialisten voorspellen dat dit toch veeleer iets is voor de lange termijn. De mensen van VITO zeggen me dat er voor dit soort centrales een opslagcapaciteit van 100 miljoen ton CO2 nodig is. Er moet voldoende capaciteit zijn om alle CO2 op te vangen die wordt uitgestoten gedurende de hele levensduur van een dergelijke centrale. Een theoretische mogelijkheid zouden de Limburgse zandsteenpakketten zijn, maar er is nog minstens 2 jaar seismisch onderzoek nodig om te weten of er concrete toepassingsmogelijkheden zijn. In de meest optimistische scenario´s zou deze techniek over 7 tot 9 jaar operationeel zijn. Dan is het inderdaad 2014 of later.
Dan is er de vraag naar de herkomst van de steenkool zelf. Komt die uit steenkoolmijnen in China? Daar zijn, zoals we weten, de sociale en andere elementen voor een duurzame bedrijfsvoering niet altijd aanwezig.
E.ON zou ook biomassa bijstoken, maar dan vraag ik me af waarom we niet zouden kunnen kiezen voor 100 percent biomassa. Ik heb begrepen dat in Nederland een gelijkaardige discussie woedt. Ook daar wordt nagedacht over het openen van nieuwe elektriciteitscentrales. Ook E.ON heeft daarmee te maken. Het studiebureau KEMA heeft er, op vraag van Greenpeace Nederland, aangetoond dat het perfect haalbaar is om een 1000 megawattcentrale te laten draaien op louter biomassa. Ook bij biomassa rijst echter natuurlijk de duurzaamheidsvraag over de herkomst van de brandstof.
Dan is er nog het gebruik van de restwarmte, dat voor een groot deel het duurzame karakter van energieproductie bepaalt. Via warmtekrachtkoppeling kan die worden omgezet in energie voor afnemers in de omgeving.
Naast het milieuaspect is er het technische aspect. Ik heb me laten vertellen dat 800 tot 1100 megawatt zich niet zomaar op om het even welke plaats laat injecteren in het hoogspanningsnet. Niet ver van Beringen ligt de verouderde steenkoolcentrale van Mol, die niet al te bedrijfszeker is, met alle gevolgen van dien voor de netstabiliteit. Ook zijn er de plannen van Tessenderlo Chemie om een STEG-centrale van 400 megawatt te bouwen, ook vlakbij Beringen. Ik weet niet of die plannen al dan niet zijn afgevoerd. Zijn de ontwikkelingsplannen van de beheerder van het hoogspanningsnet Elia berekend op nog eens 800 à 1100 megawatt, te realiseren door E.ON?
We moeten de plannen van E.ON niet bij voorbaat afschieten. Dit zou een kans kunnen zijn om uit te zoeken of we een grootschalige, maar duurzame en CO2-neutrale energie-installatie kunnen realiseren. Die zou een alternatief kunnen vormen voor de kerncentrales die tegen 2015 moeten worden gesloten. Op dat ogenblik wil E.ON zijn centrale openen.
Mijnheer de minister, wat is het geplande aandeel van biomassa in de door E.ON te bouwen centrale? Wat zijn de gevolgen van een gemengde biomassa-steenkoolcentrale van1100 megawatt voor de CO2-uitstoot van onze elektriciteitsproductie? Past de verwezenlijking van een dergelijke centrale in Beringen tegen 2014 in het ontwikkelingsplan van het hoogspanningsnet, zoals opgemaakt door Elia? Welke gevolgen kan dit project hebben voor de steenkoolcentrale in Mol en de geplande STEG-centrale van Tessenderlo Chemie, onder meer met het oog op de netstabiliteit? Zijn er in de onmiddellijke nabijheid potentiële afnemers van de restwarmte die vrijkomt bij de voorziene stroomproductie?
Bent u bereid om in het MER dat, naar ik vermoed, moet worden opgesteld voor een dergelijk project kan worden verwezenlijkt, een aantal alternatieve scenario´s te laten onderzoeken, met hun respectievelijke impact op de CO2-emissies? Er is het scenario van de herziening van het project in de richting van een zuivere biomassacentrale, dus wat men in Nederland denkt te kunnen doen. Er is de combinatie van de installatie met afvang en opslag van CO2 in de capaciteit die daarvoor beschikbaar zou zijn in de directe omgeving, dus in Limburg. Wordt er gedacht aan de combinatie met projecten voor warmteafname in de directe omgeving, zodat de restwarmte die anders verloren gaat, nuttig kan worden aangewend?
Bent u bereid om in de MER de sociale aspecten en de milieuaspecten van de ontginning en van de aanvoer van de ingezette biomassa of steenkool te laten onderzoeken? Kunnen er op basis van de resultaten van de MER voorwaarden worden opgelegd inzake de ingezette technologie, de brandstofmix, de energetische efficiëntie, de CO2-uitstoot en de duurzaamheidscriteria voor ontginning en productie van de in te zetten brandstoffen?
Hoe verhoudt de geplande productiecapaciteit van de E.ON-centrale zich tot de productiecapaciteit van de kerncentrales van Doel 1, Doel 2 en Tihange 1, die in 2015 gesloten zullen worden?
De voorzitter: Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, mijnheer Vandenbroucke, het zal u misschien verbazen, maar ik kan me volledig aan uw zijde scharen wanneer u stelt dat we in de toekomst dienen over te schakelen op milieuvriendelijke mechanismen en mechanismen die geen CO2 uitstoten.
Ik denk dat u echter ook keuzes zult moeten maken. We moeten heel omzichtig te werk gaan in dit debat. We kunnen niet tegelijkertijd pleiten voor een vermindering van de CO2-uitstoot, ons afzetten tegen kernenergie en nieuwe systemen, zoals de combinatie tussen steenkool en biomassa, heel kritisch benaderen. De nieuwe systemen duiden op een inspanning om tegemoet te komen aan de meer milieuvriendelijke energieopwekking die in de toekomst nodig zal zijn. Ik raad u aan om open te staan voor dergelijke initiatieven. Ik begrijp uw bekommernis en uw vragen, maar u mag niet al te wantrouwig staan tegenover installaties die reeds tegemoetkomen aan de milieuvriendelijke benaderingswijze die nodig is.
Mijnheer de minister, ik wil u vragen om in uw toekomstig beleid overleg te plegen met de federale regering. Ik hoor praten over de sluiting in 2015. De kernenergie is een federale materie. Ik heb weet van verschillende studies die lopen en van werkgroepen die ermee bezig zijn. Ik wil u daarom vragen om heel omzichtig te werk te gaan en om in overleg met de federale partners na te gaan welk standpunt de komende maanden finaal zal worden bepaald.
De voorzitter: De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega´s, toen ik een week of drie geleden voor het eerst iets hoorde over deze nieuwe steenkoolcentrale, was ik echt geschokt. We moeten goed beseffen dat de opwarming van de aarde die we vandaag meemaken, een gevolg is van de emissies uit het verleden. De veel hogere emissies van vandaag zullen pas in de toekomst een rol spelen. Als we nu plannen maken om dit soort CO2-bom te bouwen, dan hypothekeren we onze toekomst volledig.
De beslissing om er een beetje biomassa bij te stoken, is even onverantwoord. In een dergelijke centrale wordt de warmte immers niet gerecupereerd. De warmte gaat gewoon verloren. Dat is pure verspilling van biomassa, los van het feit of olijfpulp - want ik dacht dat dit de biomassa is die men erbij zou stoken - al dan niet een gunstig effect heeft op de ecobalans.
Voor dat soort installaties zouden er geen groenestroomcertificaten afgeleverd mogen worden. Doordat het toch gebeurt, wordt het systeem van de groenestroomcertificaten ondergraven, want zo krijgen de grote producenten de kans om op een relatief goedkope en niet-duurzame manier de groenestroomdoelstelling te halen.
We hebben inderdaad nieuwe productiecapaciteit nodig, maar daarvoor zijn er andere installaties. In ons land zijn er nog heel wat mogelijkheden op het vlak van warmtekrachtkoppeling. Ik denk ook aan STEG-centrales. Deze installaties zijn veel CO2-vriendelijker dan een grootschalige steenkoolcentrale.
De ?carbon capture and storage´ is nog toekomstmuziek. Misschien kan die ooit in de toekomst worden ontwikkeld, maar zelfs dan riskeren we vroeg of laat dat de in de ondergrond opgeslagen CO2 toch nog vrijkomt. We moeten ons dus afvragen of het geen kwestie van uitstel is. Ook op het vlak van de technologie en van de kostprijs zijn er nog grote vraagtekens. Ik heb gelezen dat de prijzen veel hoger zouden liggen dan die van de beschikbare techologieën op het vlak van hernieuwbare energie.
Mijnheer de minister, welke bevoegdheden hebt u op dit vlak? Wat zou u kunnen doen om E.ON ervan te overtuigen om te kiezen voor een meer milieuvriendelijk alternatief of in elk geval voor centrales met een veel hoger rendement inzake de omzetting van primaire energie in elektriciteit en warmte, in plaats van voor de oeroude technologie van steenkoolcentrales die immens veel energie de lucht insturen via de koeltorens?
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, dames en heren, mijnheer Vandenbroucke, er werden geen officiële aanvragen ingediend en dus is er over de plannen van het Duitse energieconcern E.ON voor de bouw van een nieuwe elektriciteitscentrale langs het Albertkanaal te Beringen nog niet veel bekend. Ik bezit evenmin exact cijfermateriaal. U verwees naar bepaalde uitspraken, maar daar kan ik me als bevoegde minister niet echt op baseren.
Eind vorig jaar heeft E.ON beslist om in de Maasvlakte in Nederland een kolengestookte elektriciteitscentrale van 1100 megawatt te bouwen die ook biomassa gaat bijstoken. In het kader van de MER-procedure werd een startnotitie bij de Nederlandse autoriteiten ingediend. Aangezien het over een gelijkaardige centrale gaat, kunnen we op basis van de nota, die terug te vinden is op de website www.mpp3.nl. enkele veronderstellingen maken.
De CO2-uitstoot van de centrale is afhankelijk van de hoeveelheid biomassa die bijgestookt wordt. Die hoeveelheid is op haar beurt afhankelijk van de beschikbare hoeveelheid biomassa op de internationale markt en van de kostprijs. De biomassamarkt evolueert op dit ogenblik zeer snel en het is niet te voorspellen hoe de markt er tegen 2014 zal uitzien. Bovendien is het voor het CO2-gehalte in de atmosfeer weinig relevant of de vrijgekomen CO2 afkomstig is van recente biomassa of van historisch opgeslagen biomassa. Relevant is de vraag in welke mate biomassaplantages leiden tot een versnelde en hogere CO2-opname. De heer Glorieux heeft dit ook opgemerkt.
Het huidige ontwikkelingsplan van Elia slaat op de periode 2005-2012. Het plan werd op 17 september 2005 bij de federale minister van Energie ingediend. De minister heeft het plan op 15 december 2005 goedgekeurd. Feiten of gegevens die na deze datum bekend werden, zijn dus niet opgenomen in dit plan.
Eind 2006 heeft Elia aan de federale minister van Energie een nota overgemaakt waarin een stand van zaken van de uitvoering van het ontwikkelingsplan wordt gegeven. In deze nota wordt ingegaan op nieuwe gegevens met betrekking tot de elektriciteitsproductie in Limburg, met name inzake de productievergunning voor T-Power op de terreinen van Tessenderlo Chemie voor een nominaal vermogen van 400 megawatt, dit stond in het ministerieel besluit van 25 april 2006, en inzake de mogelijke inplanting van een centrale door E.ON in Beringen.
Om een forse stijging van de productie in Beringen op te vangen, onderzoekt Elia nu de mogelijkheid om op een industrieterrein in Beringen in de buurt van het bestaande 150 kilovoltstation, een nieuw 380 kilovoltstation te bouwen waarop de nieuwe productie-installaties kunnen worden aangesloten. Dat zou ook voordelig zijn voor de productie van T-Power omdat Tessenderlo Chemie reeds over een verbinding met het bestaande station van Beringen beschikt. De bouw van het nieuwe station in Beringen heeft geen invloed op de bestaande centrale van Mol.
Er wordt het best onderzocht of er geen potentiële afnemers zijn van de restwarmte in de directe nabijheid van de geplande centrale. De heer Glorieux wees er al op dat de warmte maximaal moet worden ingezet. Er zijn enkele chemische bedrijven in de buurt. Misschien zijn er opportuniteiten, maar daarvoor is verder onderzoek vereist.
Het is een goede suggestie om enkele alternatieve scenario´s te laten onderzoeken in een voorafgaande MER-studie. Ik denk bijvoorbeeld aan potentiële afnemers van restwarmte in de nabijheid van de geplande centrale. Het alternatieve scenario met de herziening van het project in de richting van een zuivere biomassacentrale is niet evident. Voor dergelijke vermogens zijn heel grote hoeveelheden biomassa nodig, waarvoor de aanvoer hoogstwaarschijnlijk onvoldoende gegarandeerd kan worden. Verder moet men er rekening mee houden dat het gebruik van biomassa een negatieve invloed heeft, in functie van het calorisch vermogen en het gehalte droge stof, op het rendement van de installatie. Zo´n scenario is dus slechts zinvol in de mate dat het door de initiatiefnemer als economisch haalbaar in aanmerking wordt genomen, zo niet blijft het een theoretische oefening.
De gedelegeerd bestuurder van VITO, de heer Fransaer, heeft recent verklaard dat het opslaan van CO2 in de Kempische steenkoolmijnen economisch nog niet haalbaar is. Het is theoretisch wel mogelijk, maar economisch pas realiseerbaar wanneer de prijs per ton CO2 meer dan 50 euro bedraagt. Desondanks kan het zinvol zijn om dit denkspoor nader te laten onderzoeken. E.ON is momenteel bezig met een proefproject bij een steenkoolcentrale op de Maasvlakte in Nederland waarbij CO2 uit de rookgassen van de installatie wordt verwijderd met behulp van membranen op absorptiemiddelen. Ook dit denkspoor zou het best van naderbij bekeken worden.
De biomassamarkt is erg fluctuerend. De initiatiefnemer kan op dit ogenblik nog niet aangeven welke biomassastromen in 2014 gebruikt zullen worden en vanwaar die biomassa zal worden ingevoerd. Bijgevolg zal het moeilijk zijn om hierover een specifieke analyse te laten uitvoeren. De initiatiefnemer kan wel aangeven welk specifiek beleid inzake duurzaamheid gevoerd kan worden. De centrale zal gebouwd worden volgens de beste beschikbare technologie. Via het besluit Energieplanning zal erover gewaakt worden dat voor de meest energie-efficiënte oplossing zal worden gekozen.
Aan de hand van de resultaten van de MER-studie kunnen bijkomende voorwaarden worden opgelegd om te verzekeren dat de centrale zo weinig mogelijk impact heeft op de omgeving.
Het opleggen van duurzaamheidscriteria voor de ontginning en de productie van de in te zetten brandstoffen is enkel zinvol in een internationaal kader. Er moet ook rekening gehouden worden met de regels van de Wereldhandelsorganisatie bij het opleggen van voorwaarden. In het kader van het Europees actieplan biomassa heeft Vlaanderen gepleit voor een Europees systeem waarbij mee garanties worden geboden voor de duurzaamheid van biomassa. Vlaanderen zal een Europees initiatief zeker ondersteunen.
De elektriciteitscentrale van E.ON in Beringen wordt aangekondigd met een capaciteit van 800 tot 1100 megawatt. De capaciteit van de drie genoemde elektriciteitscentrales bedraagt samen 1.787 megawatt: 392 megawatt voor Doel 1, 433 megawatt voor Doel 2 en 962 megawatt voor Tihange 1.
De voorzitter: De heer Vandenbroucke heeft het woord.
De heer Joris Vandenbroucke: Mijnheer de minister, hartelijk bedankt voor uw uitgebreid antwoord. Ik zal het nog eens moeten lezen, want het is inderdaad technisch gecompliceerd.
Voor mij is het wel al duidelijk dat er nog heel veel vraagtekens geplaatst moeten worden bij de plannen van E.ON. Ik hoop dat ik mag besluiten dat u bereid bent om andere scenario´s te laten onderzoeken. U stelde dat het alternatief van een 100 percentbiomassacentrale helemaal niet evident is. Ik geloof dat, maar toch is de moeite waard om het te onderzoeken als eventueel alternatief. Er is een maximumscenario van 1100 megawatt. Er is ook sprake van 800 megawatt en dat is wellicht wat realistischer.
Hoe dan ook, met 800 megawatt komen we ongeveer toe om de productiecapaciteit van Doel 1 en Doel 2 te vervangen, wat me natuurlijk ongelooflijk verheugt.
De voorzitter: Het incident is gesloten.