Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 16/01/2007
Vraag om uitleg van de heer Christian Verougstraete tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de stand van zaken rond de strategische visienota over de regionale luchthavens
De voorzitter: De heer Verougstraete heeft het woord.
De heer Christian Verougstraete: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega´s, op 2 juni 2006 heeft de Vlaamse Regering een visienota goedgekeurd aangaande de toekomst van de regionale luchthavens op Vlaams grondgebied, namelijk Oostende, Antwerpen en Kortrijk-Wevelgem. Deze visie ging uit van het onderkennen van het sociaaleconomische belang van deze luchthavens, die de economische poorten zijn met een welvaartscreërend karakter. Om deze rol goed te kunnen vervullen, in een bij uitstek concurrentiële en sterk wijzigende omgeving, is het aangewezen om te evolueren naar een beheersvorm die de nodige slagkracht en flexibiliteit heeft om goed op deze evoluties in te spelen. Deze visie komt neer op een vorm van privatisering van de regionale luchthavens.
Voor de luchthaven van Oostende heeft het Vlaams Instituut voor de Logistiek een onderzoek uitgevoerd naar de potentiële ontwikkelingsmogelijkheden van deze luchthaven en een eindrapport ingediend. Tegen eind 2006 moet de visie die is bepaald in voormeld eindrapport, geconcretiseerd worden in een businessplan. Intussen werd op 16 augustus 2006 gestart met de stuurgroep voor de ontwikkeling van dit businessplan voor de luchthaven van Oostende. Midden december 2006 werd in de pers bekendgemaakt dat het Autonoom Gemeentebedrijf Haven Oostende, afgekort AGHO, het bedrijf dat de haven van Zeebrugge uitbaat, de West-Vlaamse Intercommunale WVT en een privépartner, samen hun kandidatuur hebben ingediend om de luchthaven van Oostende te exploiteren.
Mijnheer de minister, is de kandidatuur van de groep rond het AGHO al ingediend? Hebben zich ook andere kandidaat- exploitanten aangemeld? Is het businessplan dat tegen eind 2006 klaar moest zijn, al afgerond? Zo ja, welke zijn de hoofdbestanddelen van dit businessplan? Wat is de stand van zaken rond het businessplan voor de luchthavens van Antwerpen en Kortrijk-Wevelgem? Tot wanneer kunnen kandidaat-exploitanten zich aanmelden? Wanneer zal de Vlaamse Regering een definitieve beslissing over de exploitatie van de regionale luchthavens nemen?
Vandaag heb ik in de pers deels antwoorden op mijn vragen kunnen lezen, maar u zult meer in extenso alle vragen kunnen beantwoorden, mijnheer de minister.
De voorzitter: De heer Peumans heeft het woord.
De heer Jan Peumans: Mijnheer de voorzitter, ik heb vandaag ook De Tijd gelezen. De heer Van Spauwen, vriend van de heer Decaluwe, zegt dat de trafiek van Kalitta Air, een Amerikaanse carrier, naar Luik is gegaan. Dat is voor mij een zeer gevoelig onderwerp. Mijnheer de minister, welke link ligt er tussen regionale luchthavens in Vlaanderen en in Wallonië? Speelt gewoon de vrije markt? Wat is de reden dat een bedrijf als Kalitta Air, die over aardig wat Boeings beschikt, naar Luik verhuist?
De vraag is wel wat de link is tussen de cargoluchthavens van Oostende en Bierset? Zijn de voorwaarden voor bedrijven beter in Wallonië dan in Vlaanderen? Ik begrijp het als u daar nu niet op kunt antwoorden.
De voorzitter: De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux: Mijnheer de minister, ik merk dat deze regering de intentie heeft om de regionale, lokale luchthavens te maximaliseren en het gebruik ervan te optimaliseren. Op zich vind ik het een absurde situatie dat op het kleine grondgebied van Vlaanderen vier burgerluchthavens aanwezig zijn. Vaak laten ze dan nog korteafstandsvluchten toe. Er wordt bijvoorbeeld gevlogen van Oostende naar Rijsel of naar Kent. Dat is amper honderd kilometer verder. Als de vliegtuigen hun wielen van de grond hebben, moeten ze alweer afremmen om te kunnen landen. Er moet dringend een visie worden ontwikkeld om dat soort van korteafstandsvluchten te ontmoedigen.
Is het businessplan klaar? Kan dat door de commissieleden worden ingekeken?
De voorzitter: Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Annick De Ridder: Mijnheer de voorzitter, mijnheer Glorieux, u noodzaakt mij om ook iets te zeggen omdat u begint over het KB dat minister Landuyt klaar heeft liggen met betrekking tot vluchten van minder dan 150 kilometer. Mijnheer de minister, ik wil u daarvoor waarschuwen, ook al denk ik dat u zeer goed op de hoogte bent van de gevaren die dergelijk KB met zich meebrengt. Ik wil u vragen om alle spelers te horen. Een algemeen verbod op vluchten van minder dan 150 kilometer is nefast en staat haaks op het beleid van onze regio om de Vlaamse luchthavens maximaal te ondersteunen. Mijnheer Glorieux, het gaat niet enkel om finale vluchten, maar ook om positioneringsvluchten en pick-upvluchten. Ik vraag dan ook dat hier omzichtig mee wordt omgesprongen.
De voorzitter: De heer Decaluwe heeft het woord.
De heer Carl Decaluwe: Mijnheer de voorzitter, ik volg de redenering van mevrouw De Ridder dat er nuancering moet zijn. Er situeren zich rond Veurne een aantal topbedrijven met betrekking tot luchtfotografie. Als die foto´s moeten nemen boven Vlaanderen, moet het mogelijk zijn om die vluchten te doen. Daar moet allemaal rekening mee worden gehouden. Ik kan er echter ook inkomen dat minister Landuyt vindt dat bij vluchten naar Noord-Afrika niet eerst van Charleroi naar Luik moet worden gevlogen. Dit kan niet en ik hoop dat in het businessplan dergelijke absurde toestanden worden uitgesloten. Er zijn verschillende elementen waarmee rekening moet worden gehouden en er is geen zwart-witbenadering mogelijk.
De voorzitter: Minister Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijnheer de voorzitter, dames en heren, regionale luchthavens hebben ook in Vlaanderen een toekomst. Mijnheer Glorieux, de vorige Vlaamse Regering heeft terecht een aantal belangrijke beslissingen genomen met betrekking tot de luchthaven van Antwerpen, die we nu verder aan het concretiseren zijn. We zullen dat ook doen voor Oostende en Kortrijk in de mate dat de privésector daar een rol wil en kan in spelen. Mijnheer Peumans, u hebt verwezen naar onze Waalse collega´s. De dynamiek is er ongelooflijk. In Vlaanderen proberen we privépartners te zoeken die de nodige investeringen willen doen, maar altijd binnen de bestaande milieuvergunningen en met duurzame groei die rekening houdt met het ecologisch aspect.
Over de korteafstandsvluchten hebben we al een debat gehad naar aanleiding van een actuele vraag in de plenaire zitting. Ik heb toen geantwoord dat met kennis van zaken dingen moeten worden beslist. Ik heb nog geen concrete onderbouwing van een en ander gezien, maar dat kan nog komen. De luchtvaart is een internationaal gebeuren. Als we iets doen voor het milieu - wat ik sterk bijtreed - moet dat op Europees niveau worden bekeken. Europa heeft nu stappen gezet met betrekking tot de luchtvaart, waardoor die nu ook onderworpen zal worden aan de emissierechten. Een level playing field is in deze erg belangrijk omdat vluchten heel snel onze landsgrenzen overschrijden. Ik kijk uit naar het debat en de bijkomende gegevens die mijn collega Landuyt zal aanreiken.
Er is me gevraagd of de kandidatuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Haven Oostende reeds is ingediend. AGHO is betrokken bij de verdere uitwerking. Het bedrijf heeft interesse getoond om een rol te spelen in de LEM, de Luchthavenexploitatiemaatschappij. Op de vraag of zich nog andere kandidaten hebben aangemeld, antwoord ik dat tijdens de komende dagen het businessplan zal worden gefinaliseerd. We zullen dan een transitieperiode hebben waarin de nodige maatregelen zullen worden genomen, onder andere met betrekking tot veiligheid. We zullen de 3,8 miljoen euro exploitatievergoeding aan Oostende ook in 2007 voortzetten. We zullen daarna een tender opmaken die we aan de privésector zullen bekendmaken. Op die manier kan iedereen zich inschrijven en kunnen nog andere kandidaat-exploitanten zich aanbieden.
Het businessplan is nog niet gefinaliseerd. Ik heb op 22 december 2006 een mededeling aan de Vlaamse Regering gedaan over de stand van zaken. Het businessplan wordt tijdens de komende weken met de regionale werkgroep bekeken. Er was een vraag naar de hoofdbestanddelen. Die zijn een inleiding met gehanteerde aanpak en situatieschets, een voorstel van businessconcept, een voorstel van organisatiemodel, een financiële analyse, en tot slot, conclusies en aanbevelingen.
Voor de luchthaven Kortrijk-Wevelgem wordt gelijklopend ook het businessplan gefinaliseerd, in een analoge procedure als voor de luchthaven van Oostende. Het verschil is dat de gronden in Oostende eigendom zijn van het Vlaamse Gewest, terwijl in Kortrijk de intercommunale Leiedal en de provincie eigenaar zijn. Wat betreft Antwerpen verwijs ik naar de beslissingen van de vorige Vlaamse Regering die we nu verder uitvoeren, zeker nu het veiligheidsprobleem is opgelost. De bomen zijn gesnoeid en de nieuwe bomen worden verder geplant.
De heer Eloi Glorieux: Gesnoeid? U snoeit wel erg drastisch!
Minister Kris Peeters: Mijnheer Glorieux, problemen moeten grondig worden opgelost en met de nodige daadkracht. Het is een beslissing van de vorige en deze Vlaamse Regering om de luchthaven open te houden. De daad moet dan ook bij het woord worden gevoegd. Die discussie hebben we al eerder gevoerd. Ik neem de verantwoordelijkheid voor die zaken die ik moet uitvoeren op basis van het regeerakkoord.
Wanneer de tender wordt bekendgemaakt, zal worden gezegd tot wanneer kandidaat-exploitanten zich kunnen aanmelden.
Er is me gevraagd wanneer de Vlaamse Regering een definitieve beslissing zal nemen met betrekking tot de exploitatie van de regionale luchthavens. Uiterlijk op 1 januari 2008 moet de nieuwe structuur voor zowel Antwerpen, Oostende als Kortrijk af zijn, met de uitdrukkelijke voorwaarde dat als de privésector niet ge?nteresseerd is, de hele oefening en dus ook de Vlaamse inbreng niet doorgaat.
De heer Christian Verougstraete: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
De heer Eloi Glorieux: Mijnheer de minister, als het businessplan af is, zal het dan beschikbaar zijn voor de commissieleden?
Minister Kris Peeters: Ik zal kijken of dat kan. Er is geen geheimhouding, maar ik moet daar eerst met de regionale werkgroep over spreken. Er is ook het probleem dat het personeel de nodige informatie moet krijgen. Van zodra ik kan, zal ik het plan overmaken aan de commissie.
De heer Carl Decaluwe: Mijnheer de minister, wat begrijpt u onder privépartners? Ik begrijp dat het autonoom havenbedrijf als een privépartner wordt beschouwd, maar is een intercommunale met volledig aandeelhouderschap van gemeenten ook een privépartner?
Minister Kris Peeters: Voor mij is een privépartner alles wat niet het Vlaamse Gewest is. Dat kan zeer ruim zijn, maar hoe meer privé de privépartner, hoe beter.
De heer Jan Peumans: Ik had nog een vraag gesteld over de relatie met Wallonië.
Minister Kris Peeters: Ik dacht dat u zelf het antwoord had gegeven door te zeggen dat u het begrijpt als ik daar nu niet op kan antwoorden.
De heer Jan Peumans: Ik zal er dan wel een antwoord op krijgen. Ik ken meerdere bedrijven die naar Bierset gaan. Er is onlangs een Jordaanse carrier van het vliegveld in Maastricht naar Bierset verhuisd. Kalitta is van Oostende naar Bierset gegaan. Zijn de voorwaarden in Wallonië dan beter?
U zegt dat er een geweldige expansie bezig is, maar dat is helemaal niet het geval. TNT doet er nachtvluchten en realiseert daarmee het grootste deel van de tewerkstelling. Voor de rest is er een herallocatie van een aantal zware transportbedrijven. Is er een verschuiving bezig van een aantal andere regionale luchthavens naar Bierset omdat de voorwaarden er beter zijn?
Mijnheer de minister, ik weet dat u een zeer goed contact hebt met de heer André Antoine. Hij antwoordt op al uw brieven, dus zal hij dat nu ongetwijfeld ook doen.
Is daar een tendens bezig? Ik stel vast dat een aantal carriers veel liever op Bierset gaan zitten, met alle gevolgen van dien voor mijn regio. Maar daar ga ik het vandaag niet over hebben.
De voorzitter: Het incident is gesloten.