Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie Vergadering van 15/03/2005
Vraag om uitleg van de heer Bart Martens tot de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de vrijmaking van de energiemarkt
De voorzitter: Aan de orde is de vraag om uitleg van de heer Martens tot de heer Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de vrijmaking van de energiemarkt.
De heer Martens heeft het woord.
De heer Bart Martens: Mijnheer de minister, een sociale en economisch gecorrigeerde vrijmaking van de energiemarkt zou in principe moeten leiden tot efficiëntere productie, betere dienstverlening en een neerwaartse druk op de prijzen.
In de praktijk is dat jammer genoeg niet altijd het geval. Het rapport van de Vlaamse regulator voor de elektriciteits- en gasmarkt heeft wel uitgewezen dat de prijzen in Vlaanderen lager liggen dan in Wallonië waar de markt nog niet is vrijgemaakt. Een vergelijking met andere landen in andere studies, onder meer in een studie van Test Aankoop en studies die zijn uitgevoerd in opdracht van de CREG, wijst uit dat de prijzen in ons land nog relatief hoog liggen in vergelijking met de belangrijkste handelspartners.
Uit een studie die de Vlaamse Regering enkele weken geleden heeft bekendgemaakt, blijkt dat dit niet komt omdat de kosten van openbaredienstverplichtingen of van heffingen en taksen bij ons hoger liggen, maar omwille van het feit dat de vrijmaking bij ons vooral op papier bestaat. In de praktijk wordt de markt nog steeds gedomineerd door één grote speler, met name Electrabel.
Een aantal randvoorwaarden voor echte marktwerking zijn niet ingevuld. Eén daarvan is dat er een scheiding moet komen tussen producenten en leveranciers enerzijds en beheerders van het hoogspannings- en distributienet anderzijds. Voor een echt vrijgemaakte energiemarkt is het immers van cruciaal belang dat de transmissie- en distributienetbeheerders onafhankelijk zijn van producenten en leveranciers. Anders ontstaat het risico dat netbeheerders bepaalde producenten of leveranciers kunnen bevoordelen. Het beheer van de netten moet dus onafhankelijk gebeuren om alle nieuwe producenten en leveranciers gelijke kansen te geven op onze energiemarkt. Dit principe noemen we de 'unbundling'.
Van het principe van 'unbundling' wordt in de praktijk onvoldoende werk gemaakt. Dat bleek nogmaals uit een studie van London Economics naar de vrijmaking van de elektriciteitsmarkt in ons land, opgemaakt in opdracht van de CREG. De studie maakt duidelijk dat zowel het productiemonopolie van Electrabel als de aanwezigheid van Electrabel in activiteiten van transmissie- en distributienetbeheer een grote hinderpaal vormt voor een goed werkende vrijgemaakte energiemarkt.
De vorige Vlaamse Regering legde aan distributienetbeheerders nochtans een aantal onafhankelijkheidsvoorwaarden op. Zo werden in het Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de distributienetbeheerders een aantal strategische en vertrouwelijke taken gedefinieerd, die moeten worden uitgevoerd door een organisatie waar noch producenten noch leveranciers in participeren.
Om hieraan te kunnen voldoen, werd GeDIS opgericht, onder meer door de gemengde intercommunales, voor de uitvoering van openbaredienstverplichtingen, en Indexis, voor de verwerking van de metergegevens. Beide staan bijna volledig onder controle van de openbare sector. ENV, Electrabel Netten Vlaanderen, een 100 percent dochter van Electrabel, zou in principe enkel operationele taken inzake distributienetbeheer mogen uitvoeren. In de praktijk leidt dit nog niet tot een voldoende onafhankelijk distributienetbeheer.
Zo werd het beheer van de aansluitingen, de zogenaamde 'Acces en Transit' immers nog steeds niet overgeheveld van Electrabel Netten Vlaanderen naar Indexis. De producent-leverancier Electrabel heeft op die manier een schat aan informatie op het vlak van verbruikersprofielen, leverancierswissels en dergelijke meer waar andere leveranciers geen beroep op kunnen doen. In haar memorandum van juli 2004 aan de nieuwe Vlaamse Regering laakt ook de VREG het onvoldoende onafhankelijk karakter van de distributienetbeheerders. De VREG pleit voor het definiëren van bijkomende strategische en vertrouwelijke taken die moeten worden uitgevoerd door onafhankelijke organisaties.
Naar verluidt legde de VREG aan de verschillende spelers in het gemengde netbeheer ook een stappenplan op voor de splitsing van de informaticasystemen die momenteel nog gedeeld worden door GeDIS, Indexis, ENV en Electrabel Customers Solutions of ECS, de dochter van Electrabel die instaat voor de verkoop van elektriciteit.
Mijnheer de minister, wat is de stand van zaken met betrekking tot de overheveling van strategische taken als 'Access en Transit' vanuit ENV naar GeDIS/Indexis? Heeft de Vlaamse Regering reeds stappen ondernomen in het kader van artikel 12, paragraaf 3 van het Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de distributienetbeheerders om bijkomende aangelegenheden als strategisch en vertrouwelijk te beschouwen om een volledige ontvlechting te bekomen tussen de distributienetbeheerders en ENV?
Wat is de stand van zaken in het stappenplan dat de VREG opstelde ten aanzien van het scheiden van de informaticasystemen die nu nog gedeeld worden door zowel GeDIS, Indexis, ENV als ECS en welke concrete maatregelen met de bijbehorende timing worden in het stappenplan voorgeschreven?
De voorzitter: De heer Glorieux heeft het woord.
De heer Eloi Glorieux: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, deze vraag legt een belangrijk euvel bloot van onze geliberaliseerde markt. Die markt kan pas optimaal functioneren als de vrijmaking op alle domeinen speelt. Zoals correct door de heer Martens is aangegeven, betekent dit een 'unbundling', een strikte scheiding van productie, transmissie, distributie en verkoop van elektriciteit. Daarnaast is er dan ook een vrije concurrentie bij de productie en de verkoop, terwijl de transmissie en distributie op een onafhankelijke manier moeten worden georganiseerd.
Op deze verschillende punten schort nog een en ander. Het is bekend dat er op het vlak van de productie nog altijd een bijna monopolie bestaat. Dat is een van de belangrijkste redenen waarom de elektriciteitsprijs in de vrije markt niet meer is gedaald dan hij zou moeten doen. Ik wil een frappant voorbeeld geven dat perfect het probleem illustreert. Ik heb er een voorstel van resolutie over ingediend dat we straks zullen behandelen. De Vlaamse overheid heeft een stroomleverancier aangeduid. Ze had een offerte uitgeschreven waarop de stroomleveranciers konden inschrijven. Een van de leveranciers zei me niet te hebben ingeschreven omdat hij maar informatie had over verbruiksgegevens van 100 van de 500 Vlaamse overheidsgebouwen. In die omstandigheden is het moeilijk een offerte te maken. Electrabel daarentegen had al die verbruiksgegevens wel in bezit. Er is dus een enorme concurrentievervalsing op de energiemarkt.
Ik geef dit voorbeeld om te illustreren dat de vraag van de heer Martens over een zeer actueel en heikel thema gaat, waar we zo snel mogelijk iets aan moeten trachten te doen.
De voorzitter: De heer Peeters heeft het woord.
Minister Kris Peeters: Mijnheer Glorieux, tenzij ik erover heb gelezen, staat het punt over de informatie van die 500 overheidsgebouwen bij mijn weten niet in uw voorstel van resolutie, maar ze komt straks aan bod.
Mijnheer Martens, de eerste vraag van uw eerste punt zal ik samen behandelen met het tweede punt omdat het deel uitmaakt van het stappenplan waar de VREG mee bezig is. In de tweede vraag van uw eerste punt verwijst u naar artikel 12, paragraaf 3 waarin strategische en vertrouwelijke aangelegenheden worden gedefinieerd. Mijns inziens - maar de gedachten kunnen altijd evolueren natuurlijk - is er nog geen acute nood om bijkomende aangelegenheden als strategisch en vertrouwelijk aan te merken. De vraag naar eventuele bijkomende strategische en vertrouwelijke aangelegenheden zal worden gesteld als vastgesteld is dat de bestaande als strategisch en vertrouwelijk bestempelde aangelegenheden uitgevoerd zijn door de hiertoe door het decreet toegelaten partijen. Zolang dit laatste niet het geval is, concentreert de Vlaamse Regering zich via de VREG op de implementatie van de naleving van de wetgeving op de bestaande strategische en vertrouwelijke aangelegenheden. Bovendien dient hierbij ook rekening te worden gehouden met de Europese regelgeving terzake. Nogmaals, dit is de stand van zaken op dit ogenblik. Het is wel belangrijk dat de bestaande aangelegenheden heel nadrukkelijk worden nageleefd en geïmplementeerd.
Het stappenplan dat de VREG opgelegd heeft aan de distributienetbeheerders van de gemengde sector behelst volgende concrete maatregelen. Ten eerste kan het databeheer van de verbruiksgegevens van de in aanmerking komende afnemers niet worden uitbesteed aan producenten, houders van een leveringsvergunning of tussenpersonen of met die onderneming verbonden of geassocieerde ondernemingen. Ten tweede mogen onbevoegden geen toegang hebben, noch wat schrijfrechten betreft, noch wat leesrechten betreft, tot bepaalde vertrouwelijke applicaties of gegevens die door de distributienetbeheerders worden bijgehouden.
De naleving van deze principes vereist vier elementen. De ontwikkeling, het onderhoud en het beheer van het toegangsregister moeten worden overgedragen naar GeDIS/Indexis. De distributienetbeheerders moeten de synchronisatieproblemen tussen verschillende asset- en verbruiksgegevensbestanden ten gronde aanpakken en mogen hiervoor niet afhankelijk zijn van producenten, houders van een leveringsvergunning of tussenpersonen of met die onderneming verbonden of geassocieerde ondernemingen. De indexen afkomstig van de meteropnemers van Indexis moeten rechtstreeks in het IMDMS worden ingebracht en dus niet langer, zoals nu het geval is, eerst via Clifax, voor jaarlijks gelezen afnemers, en ISU, voor maandelijks gelezen afnemers, passeren. De inplanning van de meterrondes moet vanuit GeDIS/Indexis worden aangestuurd.
De laatste twee elementen zijn voor de maandelijks gelezen afnemers effectief uitgevoerd. Voor de overige acties heeft de VREG de gemengde distributienetbeheerders voor elektriciteit en gas in gebreke gesteld om, op straffe van een administratieve geldboete, alsnog de opgelegde acties uit te voeren. Dat de netbeheerders een bijkomende termijn krijgen om de aanpassingen door te voeren, vloeit voort uit de bepalingen inzake het opleggen van administratieve geldboetes.
Mijnheer Martens en mijnheer Glorieux, u hebt terecht de problematiek van de 'unbundling' en het effect op de effectieve liberalisering van de elektriciteitsmarkt en de daaraan verbonden prijzen nog eens duidelijk geformuleerd. De studie van London Economics, die hier in het verleden al eens is aangehaald, geeft een aantal elementen duidelijk aan. Ik verwijs nog eens naar de grote debatten die in deze commissie zullen plaatsvinden, onder meer over de elektriciteitsprijs, waarbij we hierover van gedachten zullen kunnen wisselen.
De voorzitter: De heer Martens heeft het woord.
De heer Bart Martens: Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik vind het jammer dat de gemengde netbeheerders in gebreke zijn gesteld door de VREG en niet uit eigen beweging het stappenplan nakomen dat de VREG had voorgesteld. Op die manier zullen de consumenten twee keer de dupe zijn. De ene keer betalen ze extra omwille van het feit dat de echte marktwerking niet speelt en de neerwaartse druk op de stroomprijzen zich onvoldoende kan doorzetten, en de andere keer zullen de boetes indirect worden doorgerekend in de distributienettarieven die van toepassing zullen worden.
Ik vraag me af in welke mate de Vlaamse overheid geen bijkomende druk kan zetten op de gemengde distributiesector om alsnog dat stappenplan correct en tijdig te laten uitvoeren om te voorkomen dat de klanten twee keer een prijs zullen moeten betalen voor de onvolledige 'unbundling' van de markt. Uiteindelijk zijn het allemaal netbeheerders waarover de publieke sector en de gemeentemandatarissen het beheer voeren. Een en ander wordt gecontroleerd door politici die ervoor moeten zorgen dat de burger kan rekenen op de elektriciteitsprijs waar hij recht op heeft. We moeten voorkomen dat de burger te hoge prijzen blijft betalen doordat de ontvlechting van de markt zich niet doorzet.
Minister Kris Peeters: Mijnheer Martens, u hebt gelijk. De leveranciers zijn in gebreke gesteld en hebben een bijkomende termijn gekregen. Ik hoop dat ze na het schrijven van de VREG overgaan tot de nodige acties. We zullen hen daartoe onder druk zetten.
De voorzitter: Het incident is gesloten.