Verslag plenaire vergadering
Verslag
Minister, wij zijn blij dat u ondanks uw handicap toch naar hier bent gekomen. Wij waarderen dat zeer. Ik heb begrepen dat u rechtstaand beter af bent dan zittend.
De minister heeft een soort hernia. U ziet dat toch aan de minister?
De heer de Kort heeft het woord
Minister, bedankt dat u ons, ondanks die omstandigheden, te woord wilt staan.
Het is belangrijk is dat we het hier opnieuw hebben over sociale dumping. Het is al meermaals gezegd dat het in verscheidene sectoren een probleem is: in de horeca, het transport maar ook in de bouwsector. Er waren vorige week meerdere alarmerende berichten. In de bouwsector, die goed is voor 200.000 jobs, zijn er sinds 2011 12.000 jobs verloren gegaan. Als er geen bijkomende maatregelen worden getroffen, zullen er tegen het einde van deze legislatuur nog eens 40.000 jobs verloren gaan. Wij moeten ervoor zorgen dat dit niet kan gebeuren.
Minister, uiteraard moeten een aantal zaken op federaal niveau worden opgevolgd. Maar het is ook onze verantwoordelijkheid om op Vlaams niveau te bekijken wat wij kunnen doen op Vlaamse werven, en of wij op aanbestedingen vanuit Vlaanderen bij de uitvoering van Vlaamse overheidsopdrachten daaraan iets kunnen doen.
Minister Muyters heeft het woord.
U hebt gelijk. Je kunt daar op drie vlakken iets aan doen: op Europees, federaal en Vlaams vlak.
Op Europees vlak is er de detacheringswetgeving, die mevrouw Marianne Thyssen daar eventueel kan verstrengen, specifiek met betrekking tot die sociale dumping.
In Vlaanderen hebben we de inspectie van de uitzendarbeid en de arbeidskaarten. Wij doen meer dan duizend controles per jaar in verband met interims, uitzendarbeid en migratie. Als er iemand is die vanuit Europa naar Vlaanderen komt op vraag van een werkgever – en het is dan dat je een arbeidskaart nodig hebt –, dan controleren wij ook of aan de minimale loonvereisten is voldaan en of er effectief een arbeidscontract is. Dat is het belangrijkste wat wij daaromtrent in Vlaanderen kunnen doen.
Of een Europese firma die hier komt werken voldoende betaalt, en of buitenlandse werknemers die voor een Vlaamse firma werken genoeg krijgen: dat is allemaal federale materie.
Buiten de inspectie die wij al doen, doen wij ook inspecties samen met de federale overheid. Dat is het zogenaamde SIOD-overleg, de Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst. Daar inspecteren we samen sociale aangelegenheden.
Als wij bij onze inspecties een overtreding van federale wetgeving vaststellen, maken wij een pv van inlichtingen op, dat wij doorgeven aan de collega’s op federaal niveau, zodat ook die verdere stappen kunnen zetten.
Wat de Vlaamse aanbestedingen betreft, heb ik aan minister Homans gevraagd welke initiatieven daaromtrent zijn genomen. Er zijn er twee in grote blokken: er is een omzendbrief rond hoofdelijke aansprakelijkheid die wordt uitgerold binnen de Vlaamse overheid, en er is de conceptnota rond overheidsopdrachten die specifiek daarop ingaat. Mocht u daar meer details over willen, dan stel ik voor dat u die vraag in de commissie stelt aan minister Homans.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is goed dat u met uw antwoord aantoont dat wij niet alleen moeten kijken wat er op federaal vlak moet gebeuren, maar ook in Vlaanderen. Ik zal daar zeker in de commissie aan de bevoegde minister een vraag om uitleg over stellen.
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Voorzitter, minister, u gaf aan dat een van de belangrijke hefbomen die Vlaanderen heeft voor de controle op sociale dumping, het controleren is van werknemers die tewerkgesteld zijn met een arbeidskaart. In 2013 zijn er 38.497 arbeidskaarten uitgereikt. Om een arbeidskaart te kunnen krijgen, moet een werkgever zich engageren om de sociale wetten na te leven. Leeft die de sociale wetten niet na, dan wordt de arbeidskaart ingetrokken.
In de praktijk zou je denken dat systematisch elke werkgever die werknemers met een arbeidskaart tewerkstelt, gecontroleerd wordt. In 2013 zijn er op die meer dan 38.000 arbeidskaarten 788 controles geweest. Dat is 2 procent van de uitgereikte arbeidskaarten. Ik denk dat er nog een gigantische marge voor verbetering is. Het gaat niet op om te verwijzen naar de federale wetgeving, want u hebt uw eigen bevoegdheid. Mijn vraag is: waarom gebruikt u uw bevoegdheid niet systematisch om elke tewerkstelling met een arbeidskaart die een risicotewerkstelling is, te controleren? (Applaus bij de sp.a)
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, het heeft een aantal jaren geduurd, maar ik ben bijzonder tevreden dat nu eindelijk ook andere partijen het probleem van sociale dumping bij naam durven te noemen. Het is ooit anders geweest, toen wij ook in dit dossier het voortouw namen.
Een aantal zaken situeren zich op Vlaams niveau, een aantal op federaal niveau maar vooral op Europees niveau. Mijnheer de Kort en leden van andere fracties, daarom zeg ik dat het niet opgaat om het alleen te hebben over arbeidskaarten, controle op arbeidskaarten of voorwaarden voor arbeidskaarten. Het gaat over de Detacheringsrichtlijn en het taboe van het vrije verkeer van personen in Europa. Ik denk dat we vooral daar de problemen bij naam moeten durven te noemen en dat daar de finale oplossing voor het probleem te vinden is. Ga de discussie aan over de Detacheringsrichtlijn. Ga de discussie aan in Europa met uw parlementsleden over het vrije verkeer van personen.
Minister, wat betreft de sociale wetgeving zou het perfect kunnen om een clausule in de overheidsopdrachten in te schrijven. Het is trouwens ook een vraag van de Confederatie Bouw dat die firma’s onze sociale wetgeving moeten naleven.
De heer Hofkens heeft het woord.
Voorzitter, minister, het is inderdaad juist dat sociale dumping, detacheringsfraude, onze Vlaamse ondernemers sterk beconcurreert op een oneerlijke wijze. We moeten er alles aan doen om daar tegenin te gaan.
Ere wie ere toekomt: de voormalige staatssecretaris voor Sociale Fraude heeft een aantal jaren geleden wel wat initiatieven genomen, maar die waren spijtig genoeg zeer inefficiënt. Hij heeft Limosa extra willen controleren via aangiften, en is teruggefloten door Europa. Hij heeft controle willen doen op socialezekerheidsfraude, namelijk A1-documenten, maar is teruggefloten door Europa. Mijnheer de Kort, ik denk dat u misschien uw rechtstreekse lijn met uw partijgenote mevrouw Thyssen moet opnemen en vooral bij haar het initiatief leggen. Minister, mijn vraag aan u is om dat overleg op Europees niveau op te starten, want ik denk dat de knoop werkelijk daar ligt.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Voorzitter, minister, sociale dumping is inderdaad een prangend probleem. Zoals reeds is aangegeven, is een belangrijk deel van de oplossing federale materie. Maar Vlaanderen heeft na de staatshervorming nu de bevoegdheid om ook een beleid inzake economische migratie te voeren.
Minister, in uw beleidsnota hebt u het over een risicoanalyse om te bepalen welke sectoren en beroepscategorieën fraudegevoelig zijn. Bent u bereid deze analyse op korte termijn uit te voeren?
Het staat in mijn beleidsnota. Dus, ik ben bereid om die uit te voeren.
De arbeidsmigratie is natuurlijk maar een klein onderdeel. Dit gaat over de mensen die van buiten de Europese Unie komen nadat ze een contract hebben gekregen bij een werkgever. Heel veel van de sociale dumping waar de heer de Kort over spreekt, heeft niet te maken met mensen van buiten Europa maar ook met mensen van binnen Europa. De heer Hofkens heeft gelijk dat dit op Europees vlak moet worden aangepakt. Ik zal zowel op het federale niveau met minister Peeters als op het Europees niveau met Europees commissaris Thyssen gesprekken voeren om elk op ons niveau de nodige maatregelen te nemen.
Ik ben het helemaal niet eens met mevrouw Kherbache. Ik heb daar ooit met haar fractievoorzitter in Terzake over gedebatteerd, waar ik heel duidelijk en goed heb kunnen uitleggen waarom die stelling niet juist is. Vandaag zijn er al veel minder dan 38.000 arbeidskaarten. Dat was het laatste jaar van de Roemenen en Bulgaren die nog een arbeidskaart moesten krijgen. Vandaag is dat al niet meer het geval. De controle is niet zo efficiënt omdat het over een een-op-eenrelatie gaat tussen werkgever en werknemer. Op het moment dat die relatie stopt, mag die persoon met de arbeidskaart niet zomaar ergens anders gaan werken. U zegt dat ik me niet mag verschuilen achter het federale niveau, maar ik doe de inspecties samen met hen. U telt natuurlijk alleen onze eigen inspecties en niet de gezamenlijke.
Er moet hier op een efficiënte manier op worden ingezet. Dat er werk rond moet gebeuren, is zeker waar, maar dat moet op de drie niveaus. Ik zal samen met mijn federale collega proberen om op Europees niveau de nodige invloed uit te oefenen.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is goed dat er op drie niveaus wordt samengewerkt om dit aan te pakken zodat ervoor gezorgd wordt dat er geen jobs dreigen verloren te gaan. Het gaat niet alleen over de dreiging van verlies van jobs, maar het is ook belangrijk voor de aantrekkelijkheid van de sector. In de toekomst moet een goede instroom mogelijk blijven. Daarvoor moeten we voor een ander imago zorgen, ook voor de bouw. Het is goed dat dit wordt aangepakt op de diverse niveaus.
De actuele vraag is afgehandeld.