Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer De Ro heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, vorige week hebben alle onderwijsvakbonden en -koepels cao X getekend. Alle koepels? Neen, één koepel heeft niet meegetekend. De Onderwijskoepel van de Steden en Gemeenten heeft duidelijk gesteld dat hij niet moet weten van deze onderwijs-cao, ondanks het feit dat er een aantal goede maatregelen in zitten.
Zij hebben daar twee zeer duidelijke redenen aan gekoppeld. Ten eerste vindt men dat de Vlaamse Regering, die van bij de start onderhandeld heeft, alleen maar van de uitgangspunten en eisen van de werknemersorganisaties is uitgegaan, alleen maar de eisen van de vakbonden heeft meegenomen, en niet die van de onderwijskoepels. Ten tweede vindt men het niet kunnen dat voor een van de maatregelen, namelijk de arbeidsduurvermindering voor het administratief personeel van het deeltijds kunstonderwijs van 38 naar 36 uur, geen enkele compenserende maatregel is genomen.
We hebben hier vandaag als eerste actuele vraag de vraag van de heer Reekmans gehad over de financiële omstandigheden bij de gemeentes. We hebben hier elke week wel een getuigenis gekregen van hoe moeilijk het is om die rekeningen rond te krijgen. Als ik zou vragen wie deze week al bijeen heeft gezeten in de gemeenteraad voor de begroting, zou de helft van de zaal de hand opsteken. Ofwel moet men het later deze week nog doen.
Tijdens die belangrijke weken waarin we proberen de rekeningen te laten kloppen voor de komende zes jaar, krijgen we nog eens een maatregel bij, waarin de Vlaamse Regering de factuur doorschuift naar de steden en gemeenten. Waarom is de Vlaamse Regering enkel uitgegaan van de eisen van de vakorganisaties en waarom schuift ze die factuur zonder compensatie door naar de steden en gemeenten, die nu al krap bij kas zitten?
Minister Smet heeft het woord.
Ik ben heel blij met de vraag, om eraan te herinneren dat we erin geslaagd zijn opnieuw een cao af te sluiten, waarbij we 40 miljoen euro hebben uitgetrokken voor de komende twee jaar, om de eindejaarstoelage te verhogen, als waardering voor de leerkrachten, tegen de tendens in.
U weet zeer goed dat, met uitzondering van het hoger onderwijs en de basiseducatie, de werkgevers niet rechtstreeks rond de tafel zitten. Dat is een virtuele discussie, want ze zitten er virtueel wel bij, getuige het feit dat ze in het protocol hun mening kunnen geven en daar al dan niet mee akkoord kunnen gaan. Voor het hoger onderwijs en de basiseducatie zitten de werkgevers wel rechtstreeks rond de tafel, toch vertrekt men daar ook vanuit het eisencahier van de vakbonden. Dat is de normale procedure. Niets belet natuurlijk de werkgevers om ook eisen op tafel te leggen, dat is nu ook gebeurd.
Wat de inrichtende machten op tafel hebben gelegd, viel allemaal onder het loopbaanpact. De vakbonden wilden in die cao X over dergelijke maatregelen niet praten. Afgelopen legislatuur hebben we mét behoud van de sociale vrede – wat men al eens gemakkelijk vergeet, alsof dat altijd gemakkelijk is geweest – van de vakbonden heel wat gevraagd. In deze cao vonden we dat het tijd was om het evenwicht te herstellen. Daarom zijn we vertrokken vanuit wat de vakbonden hebben gevraagd. Alles dat erin staat, wordt gecompenseerd, op twee uitzonderingen na: de verplaatsing voor lokale vakbondsafgevaardigden voor vergaderingen van het schoolbestuur en de prestatieregelvermindering voor de opstellers in het deeltijds kunstenonderwijs van 38 naar 36 uur.
Mijnheer De Ro, ik moet zeggen dat ik de reactie een beetje flauw vond, wat onderwijs betreft. U hebt het nu ook heel duidelijk politiek gekleurd. Weet u, die verplaatsing voor lokale vakbondsafgevaardigden is niet zo veel, en als je vergaderingen meteen na schooltijd organiseert, moet je geen verplaatsingskosten betalen. Dat is dus een kwestie van organisatie.
Weet u om hoeveel voltijdsequivalenten het gaat bij de prestatieregeling? Acht! We hebben het over acht voltijdsequivalenten, verspreid over heel Vlaanderen. We hebben de koepel gevraagd om een voorstel te doen hoe we dat konden compenseren over al die academies, dat kon men natuurlijk niet doen. De compensatie voor acht mensen verdelen over alle academies in Vlaanderen, dat wordt potsierlijk. Bovendien stel ik vast dat in alle andere domeinen van het onderwijs, waar diezelfde prestatieregeling is gebeurd, dat zonder compensatie kon.
Samengevat, men heeft een politieke lijn gekozen. U hebt dat ook duidelijk zo gekleurd. Het had niets te maken met wat wij hebben gedaan in het onderwijs. Het gaat om acht voltijdsequivalenten verspreid over alle gemeentebesturen van heel Vlaanderen. Er kwam ook geen uitgewerkt compensatievoorstel. Blijkbaar heeft men dat om een andere reden niet gedaan. Dat is van een politieke orde.
Ik ben blij met uw reactie, minister. U bevestigt, zoals het Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap (OVSG) heeft gezegd, dat u bent uitgegaan van de eisen van de vakbonden. Dat ervaren wij als inrichtende machten van het onderwijs steeds meer.
U zegt dat het maar over acht voltijdse banen gaat in heel Vlaanderen. Het is inderdaad maar een druppel, maar het is wel een definitieve druppel voor het dko. De steden en gemeenten trekken al jaren de hete aardappel uit het gerecht, als ik het zo mag zeggen. Wij betalen altijd de rekening. De infrastructuur is volledig ten laste van de gemeenten. We krijgen daar niets voor. Zie de getuigenissen uit Menen, Mortsel, Veurne en Poperinge recent in de krant.
Bij een vorige cao, die u inderdaad ook hebt afgesloten, werd een loonsverhoging afgesproken voor alle directies, behalve voor die van het dko. Arbeidsduurvermindering compenseren, al gaat het maar om acht vte? De gemeenten mogen betalen. Toch komt u hier in de voormiddag zeggen dat de Vlaamse Regering grote inspanningen doet voor cultuureducatie en dat het met rasse schreden vooruitgaat. Maar voor het deel van het onderwijs dat elke dag en elke avond werkt aan cultuureducatie, moeten de gemeenten hun plan trekken. Dat laat u hen zelf betalen. Dat is gemakkelijk, want we hebben 93 procent van de markt in handen. Betaal het dus maar, steden en gemeenten.
Er wordt hier elke dag, elke week, elke maand getuigd over de moeilijke financiële situatie. Kom dus niet klagen als er binnenkort geen academies meer zijn of er geen groei meer is of dat door uw inspectie de academies worden gesloten.
De heer Bouckaert heeft het woord.
Minister, u gaat er prat op dat er een cao tot stand is gekomen. Ik zal die cao maar aannemen als een compensatie voor het niet sluiten van het loopbaanpact. De heer De Ro heeft fundamenteel gelijk in die zin dat het eigenlijk niet zou mogen kunnen dat een cao die wordt afgesloten door een bepaald bestuursniveau, kosten externaliseert naar een lager niveau. Dat is niet alleen in dit geval zo, maar dat is in heel veel gevallen zo voor de gemeenten waar het water tot aan de lippen staat. Ik denk dat dat eens grondig moet worden besproken in de bestuurlijke hervorming van Vlaanderen. Je moet geen kosten dragen van externe beslissingen. Op 26 maart is er een colloquium van de Vlaamse Adviesraad voor Bestuurszaken (VLABEST). Misschien kan de vraag van de heer De Ro daar eens opnieuw worden opgeworpen.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, u grijpt de gelegenheid aan om uw cao nog eens in de verf te zetten. We weten allemaal dat er bij de vorige onderhandelingen is bespaard geweest en dat de compensatie van de eindejaarstoelage toegezegd en aangekondigd was. Zo nieuw om mee uit te pakken, is het dus niet.
Het punt dat de heer De Ro aanklaagt, is zeer terecht. Het deeltijds kunstonderwijs is gigantisch ondergefinancierd. U beloofde een hervorming van het dko, maar ze is er niet gekomen. Intussen kent iedereen de situatie in zijn of haar gemeente. Er zijn geen middelen voor infrastructuur van het dko. In onze muziekschool kunnen de instrumenten zelfs niet meer worden gestemd. De leerkrachten hebben het opgegeven. Er is slechts één iemand aanwezig: als er iets gebeurt, staat men er alleen voor. Er is geen administratief personeel meer. De situatie is vrij schrijnend. Ik vind het zeer terecht dat het probleem in deze vergadering eens aan de orde komt.
Het dko wordt vooral vanuit de gemeente gefinancierd, dat is nu eenmaal de manier waarop het dko bij ons is georganiseerd sinds mensenheugenis. U kunt toch niet van deze Vlaamse Regering verwachten dat ze plots alles gaat overnemen. Bovendien zegt u altijd zelf dat we minder moeten uitgeven. Er wordt hier een ongelooflijke contradictie op tafel gelegd.
Voor de hervorming van het dko zijn heel veel stappen vooruit gezet. We zullen afwachten of de volledige visie nog kan worden afgerond. Ik heb in de commissie ook heel duidelijk gezegd dat er extra geld nodig is om de hervorming door te voeren. Als je a zegt, moet je ook b zeggen. Intussen is er de financieel-economische crisis. We hebben 1,8 miljard euro extra voor Onderwijs gekregen. We hebben inderdaad prioriteiten gesteld. U kunt het mij toch niet kwalijk nemen dat ik vond dat de aanwerving van 1350 kleuteronderwijzers voor 53 miljoen euro op dat moment meer prioritair was. Dat kunt u toch niet ontkennen. Intussen veranderen er op het terrein wel dingen in het dko. Er worden academies opgericht, er wordt samengewerkt, er zijn proefprojecten. Je kunt dat niet ontkennen. Zoals minister Schauvliege vanmorgen overtuigend aan u heeft geantwoord, wordt er op het vlak van onderwijs en cultuur voor cultuureducatie wel degelijk vooruitgang geboekt.
Mevrouw Meuleman, u mag twee dingen niet verwarren. Het budgettaire ‘manoeuvre’ om de besparing te compenseren, heeft hier niets mee te maken. Het gaat hier om 40 miljoen euro extra om de komende twee jaar de eindejaarstoelage met 236 euro bruto te verhogen, wat zal neerkomen op ongeveer 115 euro netto. Over twee jaar moet er opnieuw worden gepraat over die besparing, waardoor er 80 miljoen euro op tafel zal komen. Ik ga ervan uit dat de vakbonden op dat moment ook zullen vragen om dat geld te gebruiken om de eindejaarstoelage te verhogen. U moet het hele verhaal bekijken. U was er niet. Als u er wel was geweest, dan had u gehoord dat de vakbonden zeer blij waren met wat we hier gedaan hebben.
Mijnheer De Ro, u weet dat we bij cao-onderhandelingen vertrekken van de eisen van de vakbonden, maar bij de vorige hebben we wel degelijk rekening gehouden met wat de inrichtende machten vragen.
Wij koppelen ook voortdurend terug naar inrichtende machten. U hebt eigenlijk bevestigd dat wat het OVSG hier heeft ingenomen, niets te maken heeft met een doorverschuiving.
In alle eerlijkheid: we compenseren alles, mijnheer Bouckaert, op twee dingen na. Ten eerste de verplaatsingskosten, maar die zijn perfect vermijdbaar door het tijdstip te kiezen waarop we de vergaderingen organiseren. Ten tweede de acht fulltime-equivalenten verspreid over heel Vlaanderen en over alle academies, maar de impact daarvan is verwaarloosbaar. De anderen vonden dit eigenlijk ook wel.
Ik herhaal dat men een politiek statement heeft willen maken dat eigenlijk de onderwijs-cao oversteeg. Het was eigenlijk niet nodig om dat standpunt in te nemen, maar u hebt bevestigd dat het eerder om politieke dan om inhoudelijke redenen gebeurd is.
Het was niet louter een politieke opmerking, minister. Het was een kreet van de steden en de gemeenten. Vlaanderen gaat er veel te gemakkelijk van uit omdat we 93 procent van de academies uitbaten en daar de inrichtende macht van zijn. U hebt het in uw antwoord bevestigd dat u dit niet kunt veranderen met de Vlaamse Regering. U moet het ook niet veranderen, u moet niet ingrijpen op het vlak van wie ze inricht, u moet wel in de nodige financiering voorzien.
Als ik zie dat er voor infrastructuur niet in geld wordt voorzien, als ik zie dat alle lonen van de directeurs worden aangepast in een eerdere cao, maar niet in het dko, dan moet u mij eens vertellen hoe de gemeenten en vooral de leerkrachten en de directies van het dko, zich moeten voelen. Dat is toch pure onderwaardering, dat is toch puur zeggen: “Dat is voor de gemeenten, daar trekken wij ons niets van aan.”
Ik concludeer dat er veel is aangekondigd over het dko. Misschien zullen we nu nog een masterplan krijgen. We zullen het met veel belangstelling bekijken. Op het terrein voel ik niet alleen als schepen van Onderwijs en als parlementslid, maar samen met heel veel mensen van de meerderheid en de oppositie, aan dat er een verwaarlozing is door de Vlaamse Regering van het deeltijds kunstonderwijs. De cao is een klein druppeltje, maar wel eentje dat de emmer deed overlopen. (Applaus bij Open Vld, LDD en Groen)
De actuele vraag is afgehandeld.