Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Kennes heeft het woord.
Mijn vraag gaat over het feit dat een aantal mensen bij een monopolistisch overheidsbedrijf in enkele weken tijd opnieuw een staking opleggen, waardoor heel veel werknemers in dit land niet in staat zijn op hun werk te geraken, en dat geldt ook voor Vlaamse ambtenaren. De Vlaamse overheid is nochtans een werkgever die er heel bewust voor gekozen heeft om heel wat Vlaamse administratieve centra en een aantal ministeries in te planten nabij de stations, zoals in Leuven, Brugge, Brussel-Noord en Antwerpen. Voor veel van onze ambtenaren levert deze staking moeilijkheden en problemen op. Minister, neemt de overheid als administratie, als werkgever, speciale maatregelen in deze omstandigheden, zoals aanzetten tot carpoolen, thuiswerken, verlof nemen of op andere plaatsen werken? Welke maatregelen worden er genomen om deze problemen op te vangen?
Minister Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Kennes, ik deel uw appreciatie over deze staking, die ik ook totaal onverantwoord vind. Ze heeft gelukkig weinig effect gehad op onze Vlaamse administratie. Ik geef de cijfers van het Vlaams Intermodulair Personeelssysteem (Vlimpers). Dat zijn de enige die ik vandaag heb. U weet wat Vlimpers is. 5 mensen hebben gestaakt op een totaal van 14.149 mensen. 81 procent van die 14.149 mensen is aan het werk geweest, wat evenveel is als op een normale woensdag. Ik heb de cijfers vergeleken met vorige woensdag. Toen waren er 0,7 procent meer mensen aan het werk. Die 81 procent is een normaal gegeven. Veel mensen die deeltijds werken, werken niet op woensdag. Er zijn ook mensen die vakantie hebben, ouderschapsverlof enzovoort.
Dat betekent dat veel mensen er toch in zijn geslaagd naar hun werk te komen. Ik wil hieraan toevoegen dat dit veel te maken heeft met de maatregelen die we hebben genomen. Er hebben dubbel zo veel mensen thuis gewerkt of getelewerkt als vorige woensdag. Ik heb de cijfers vergeleken. Nu gaat het om 8 procent. Vorige woensdag ging het om ongeveer 4 procent.
De leidende ambtenaren weten dat ze in dergelijke omstandigheden moeten oproepen te carpoolen en zo veel mogelijk te telewerken. We hebben ook een afspraak met de ICT-verantwoordelijken. Op dergelijke dagen worden veel meer licenties voor het virtueel particulier netwerk (VPN) ter beschikking gesteld. Dat betekent dat mensen ook thuis gemakkelijk op het netwerk kunnen.
Dat belet niet dat veel mensen toch naar hun werk in Brussel of in een van de VACs zijn gekomen. Ik ben die mensen heel dankbaar. Ik heb verhalen gehoord van mensen die inspanningen hebben geleverd en allerlei vervoersmiddelen, zoals bus, tram en metro, hebben gecombineerd. Sommige mensen zijn er pas rond 10 uur in geslaagd hun werk te bereiken.
De cijfers waarover ik beschik zijn voorlopige cijfers. Ik heb nog niet alles. Ik wil al die mensen mijn dank betuigen voor de ontzettende inspanningen die ze hebben geleverd om toch op het werk te geraken.
Ik sluit me graag aan bij de woorden van waardering van de minister voor alle medewerkers die een inspanning hebben geleverd om hun taken vandaag naar behoren te kunnen uitvoeren. Ik ben eveneens blij dat bepaalde maatregelen, zoals de verstrekking van bijkomende VPN-licenties, zijn genomen om het thuiswerken in deze situatie te bevorderen.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me graag namens mijn fractie bij deze actuele vraag aan. Ik vind deze actuele vraag heel terecht. Ik stel vast dat de minister met de rest van de Vlaamse Regering maatregelen treft. Op het vlak van het flexibel werken zou nog meer kunnen gebeuren. Ik weet niet of dit wordt toegestaan. Aangezien de werknemers toelating hebben om thuis te werken, neem ik aan dat dit het geval is.
Belangrijker is de link met de federale overheid en de gevolgen voor het Vlaams beleid. Iedereen weet dat mijn fractie er steeds voor heeft gepleit in dergelijke situaties een minimale dienstverlening in het leven te roepen. Dat geldt niet enkel voor de federale NMBS. Die vraag is ook al vaak aan de Vlaamse overheid gesteld. Het gaat dan om De Lijn. We merken niet zozeer bij de fractie van de minister, maar eerst en vooral bij de socialistische coalitiepartner een zeer kleine bereidheid om een minimale dienstverlening tot stand te brengen.
Minister, u hebt veel maatregelen genomen. Die maatregelen zijn goed. Bent u evenwel ook bereid om over een minimale dienstverlening door het Vlaamse gedeelte van het openbaar vervoer na te denken?
Mevrouw De Vits heeft het woord.
Voorzitter, dit was geen algemene stakingsoproep. Het gaat om een Europese actiedag. Hierbij is aangekondigd dat in bepaalde sectoren gedurende 24 uur kon worden gestaakt. Het is belangrijk te vermelden dat het geen wilde staking betreft. Alle procedures zijn nageleefd. De minister-president heeft tijdig een brief ontvangen waarin werd gesignaleerd dat er in bepaalde sectoren stakingen zouden kunnen zijn.
Dat betekent dat de administratie alle mogelijke maatregelen, zoals thuiswerk en dergelijke, kan nemen om de situatie op te lossen voor de personeelsleden die beslissen niet tot staking over te gaan.
Een minimale dienstverlening lijkt me helemaal geen oplossing. De NMBS kan geen halve trein laten rijden. Het lijkt me belangrijk dat er geen wilde stakingen komen en dat alle procedures worden nageleefd. Om die reden is het dan ook belangrijk dat er nu sociale bemiddelaars voor de overheidssector komen.
Mevrouw De Waele heeft het woord.
Voorzitter, enkele maanden geleden heb ik de minister enkele vragen gesteld over het gebruik van het openbaar vervoer door ambtenaren. Uit de cijfers die toen zijn verstrekt, blijkt dat het aandeel van de ambtenaren dat de trein gebruikt met 8,42 procent is gedaald. Het autogebruik is met 6,23 procent gestegen. In het licht van een duurzaam woon-werkverkeer kan dat tellen.
Minister, u hebt me laten weten dat een onderzoek werd gepland en dat gegevens in verband met een duurzaam woon-werkverkeer werden opgevraagd. Ik zou u dan ook een bijkomende vraag willen stellen. Zijn al bedrijfsvervoersplannen opgesteld? Tot welke conclusies bent u gekomen?
De heer Penris heeft het woord.
Ik ben vanmorgen met het openbaar vervoer naar hier gekomen. Ik ben om acht uur vanmorgen in Antwerpen vertrokken, en ik was omstreeks tien uur in Brussel. Ik geef toe, collegas, dat ik met de trein slechts tot in Vilvoorde ben geraakt. Ik ben goed begeleid door het Vlaamse treinpersoneel. Daarna heeft De Lijn, een Vlaamse maatschappij, mij opgevangen. Ik heb kritiek op De Lijn, en op de manier waarop die maatschappij is hervormd, maar de mensen van De Lijn hebben hun uiterste best gedaan om al die gestrande reizigers in Vilvoorde op te vangen en naar Brussel te brengen. Ze hebben ons naar het Koning Boudewijnstadion gebracht, waar we de metro hebben genomen. Zo zijn al die ambtenaren hier aangekomen. Ik denk dat de staking vandaag maar één ding duidelijk maakt, namelijk de Waalse stakers die duidelijk maken dat we hen niet meer nodig hebben. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De vraag naar flexibeler werk bestaat natuurlijk, en precies vandaag is dit nog maar eens bewezen. Bij steeds meer entiteiten is het gebruikelijk dat de tikklok niet meer gebruikt wordt.
De leidende ambtenaar kijkt erop toe dat mensen hun job doen, en dat dit gebeurt in volle verantwoordelijkheid. Er zijn natuurlijk jobs waar men wel aan vaste uren gebonden is. Bij het Agentschap voor Facilitair Management zit men in een heel andere situatie dan bij een departement, maar ik denk dat wij ons personeelsbeleid en hr-beleid op een zeer moderne manier voeren.
Het stakingsrecht is nog altijd een federale aangelegenheid. Ik heb vroeger zelf een wetsvoorstel ingediend dat betrekking had op stakingsrecht in de publieke sector. We hebben een kleine bevoegdheid betreffende het personeelsstatuut. Maar het Algemene Principes Koninklijk Besluit (APKB) is nog altijd federale materie, en daar hebben we geen bevoegdheid.
Collega De Vits, er is inderdaad een mededeling geweest van de vakbond, het ACOD. Er was geen stakingsaanzegging, maar alleen een mededeling dat er wellicht zou worden gestaakt. En als er gestaakt wordt, zal het ACOD de staking erkennen. Aansluitend, collega Penris, de cijfers uit onze administratie wijzen erop dat die niet gevolgd is. 5 mensen op 14.147 hebben meegestaakt. Dat is zeer weinig.
Collega De Waele, ik kan nu niet antwoorden op uw vraag of er bedrijfsvervoerplannen zijn in bepaalde agentschappen. De ministeries vallen onder mijn verantwoordelijkheid, en de kantoren hier in Brussel zijn op loopafstand van de stations. De Vlaamse Administratieve Centra (VAC) in onze provinciehoofdplaatsen zijn ook gebouwd op loopafstand van de stationsgebouwen. Ik weet dat er een achteruitgang is van het gebruik van het openbaar vervoer, en de oorzaken ken ik niet. De huidige problemen met het openbaar vervoer zullen natuurlijk niet bijdragen tot een regelmatiger gebruik. Wij voeren een beleid gericht op het gebruik van het openbaar vervoer, alleen al door de inplanting van al onze centra, zowel in Brussel als in onze provinciehoofdplaatsen. Wij voorzien ook in terugbetaling van de abonnementen, en ondersteunen ons fietsbeleid door het toekennen van een fietsvergoeding aan onze fietsers. Het onderzoek waar u aan refereert loopt nog, en daar kan ik nu geen antwoord op geven.
Of het nu aangekondigde, gemelde of wilde stakingen zijn, ze hebben sowieso een negatief effect op al die mensen met een mobiliteitsprobleem die ergens moeten geraken. Als werkgever moet men daar kunnen op inspelen. Ik hoop dat onze ambtenaren niet zullen worden ontmoedigd door dit soort stakingen om gebruik te maken van het duurzame woon-werkverkeer.
De actuele vraag is afgehandeld.