Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Yüksel heeft het woord.
Collegas, minister, enkele maanden geleden heb ik hier ook gestaan. Toen ging het over dezelfde problematiek. Minister, begin december heb ik u een vraag gesteld over het aflopen van erkenningen voor levensbeschouwelijke derden op de VRT. U hebt toen gezegd dat u er werk van zou maken, dat u een nieuw uitvoeringsbesluit zou opstellen en een oproep zou lanceren voor de aanvragen van kandidaturen van nieuwe derden. In afwachting van een dergelijk uitvoeringsbesluit zou u de huidige regelgeving verderzetten. Ondertussen zijn we een halfjaar verder en ik zie dat er weinig of niets gebeurd is wat dat betreft. Het resultaat van dat alles is dat de vijf bestaande levensbeschouwelijke omroepverenigingen geen subsidies hebben gekregen voor het jaar 2010.
Zolang er geen nieuwe erkenningsronde heeft plaatsgevonden op basis van een nieuw uitvoeringsbesluit, kan er geen ministerieel besluit worden genomen om de financiering en de verdeling van de zendtijd te regelen. Dit betekent concreet dat de levensbeschouwelijke omroepverenigingen vandaag niet zeker zijn over hun middelen. Ze kunnen dan ook geen langlopende contracten afsluiten. Nieuwe kandidaten weten niet wanneer en hoe ze een dossier moeten indienen.
Minister, wanneer denkt u klaar te zijn met het uitvoeringsbesluit? Binnen welke termijn zou u een oproep kunnen lanceren om kandidaten de mogelijkheid te bieden om levensbeschouwelijke uitzendingen op de VRT aan te bieden?
Minister Lieten heeft het woord.
Voorzitter, collega's, ik heb goed nieuws, want we hebben wel degelijk voortgewerkt. Het uitvoeringsbesluit is bijna klaar. Als dat klaar is, kunnen we een nieuwe erkenningsoproep doen. In december zei ik al dat we zullen zorgen voor een tussentijdse regeling om de bestaande uitzendingen van levensbeschouwelijke omroepverenigingen mogelijk te maken, als dat tenminste nodig zou zijn. Wel, we zullen daar ook effectief voor zorgen. Ik kan dus bevestigend antwoorden op uw twee vragen: het uitvoeringsbesluit is bijna klaar, en we zullen zorgen voor continuïteit voor de bestaande verenigingen, via een overgangsregeling.
Ik wil het graag geloven, maar het zomerreces staat voor de deur. Ik vroeg u naar de timing. U zei dat u er bijna klaar mee bent, maar u hebt niet geantwoord op mijn vraag wanneer het uitvoeringsbesluit er zal zijn en wanneer de bestaande omroepverenigingen zekerheid zullen krijgen en nieuwe kandidaten de mogelijkheid zullen krijgen om zich kandidaat te stellen. Ik dring aan op een overgangsregeling, want zoals het nu gaat, krijgen bestaande omroepverenigingen geen werkingssubsidies voor 2010. Zij kunnen niet wachten tot september of oktober om programmas te maken.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de heer Yüksel zegt terecht dat de organisaties echt wel behoefte aan duidelijkheid hebben. Ze hebben er ook recht op. De uitvoeringsbesluiten zijn dringend. Dat staat los van de discussie of men voor of tegen het systeem is: het decreet bestaat, en het moet dus zo vlug mogelijk worden uitgevoerd.
De heer Verstrepen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik herhaal mijn boodschap, ook om vast te houden aan een rechtlijnige politiek, met een blik naar mijn collega op het spreekgestoelte.
Na de discussie van december heb ik meteen brieven ontvangen van al die levensbeschouwelijke omroepverenigingen die me proberen ervan te overtuigen dat mijn stelling niet juist is. Ik had gezegd dat de programmas van die levensbeschouwelijke omroepverenigingen overbodig, ouderwets en zonde van de zendtijd zijn. Ik wil dat herhalen, want ik wil hun post blijven ontvangen: ze zijn overbodig, ouderwets en zonde van de zendtijd.
Minister, ik reken erop dat u nog in deze legislatuur een decreetsaanpassing zult doorvoeren om dat ouderwetse systeem af te voeren.
De heer Caron heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de Braambossen en Lichtpunten van deze wereld moeten nog een tijdje in het vagevuur blijven zitten. Ten gronde wil ik toch dit zeggen. Uw collega-minister blokkeert projectsubsidies voor cultuur. Als u dan toch wilt besparen, doe het dan hier. Ik zou bijna durven te zeggen dat het de bedoeling is om de zaak te laten aanslepen. Waarom duurt het toch zo lang om dit eenvoudig uitvoeringsbesluitje door de regering te laten goedkeuren? Mag het misschien niet van de begrotingsminister?
De heer Delva heeft het woord.
Ik sluit me graag aan bij de vraag van de heer Yüksel. De huidige toestand is nefast voor de omroepen. Dat is des te jammer omdat Braambos en Lichtpunt kwaliteit brengen en mooie kijkcijfers kunnen voorleggen, ondanks de onmogelijke uren waarop ze worden uitgezonden.
Dus, mijnheer Verstrepen, die programmas zijn niet overbodig, niet ouderwets en zeker geen zonde van de zendtijd.
Minister, indien er bijkomende erkenningen van levensbeschouwelijke omroepverenigingen zouden komen, zal dit dan samengaan met een uitbreiding van de zendtijd en van het budget, zoals het decreet toelaat? Als dat niet het geval zou zijn, dan zouden de gevolgen voor de bestaande omroepen niet te overzien zijn. Ik hoop dat ik daar een helder antwoord op kan krijgen.
De heer Wienen heeft het woord.
Na de heer Verstrepen gehoord te hebben, waan ik me in een recent verleden. Hij heeft echter gelijk. De reden waarom we de uitzendingen door derden zoals we die vroeger kenden, hebben ingevoerd, was dat er toen nog heel weinig communicatiemiddelen waren. Vandaag is dat niet meer het geval. Het internet kent een ongebreidelde uitbreiding. Het lijkt me dan ook nuttig te evalueren wat nu nog de meerwaarde is van die uitzendingen door derden. Ik weet dat u de politieke uitzendingen hebt afgeschaft, waarschijnlijk om een politieke reden.
Ik denk dat die uitzendingen niet meer van deze tijd zijn. De heer Verstrepen vraagt aan de minister om een decretaal initiatief te nemen. U kent mijn standpunt daarover. Wij zijn zelf de decreetgever en kunnen dat evengoed zelf doen. Ik ben dan ook blij dat ik voor een voorstel van decreet dat al is ingediend, de steun zal hebben van mijn goede collega, de heer Verstrepen.
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, in december hebben we deze discussie ook gevoerd. De heer Yüksel stond hier toen ook. Ik heb toen aangedrongen op een ernstige evaluatie en op een ernstig debat. Ik heb toen vastgesteld dat de meerderheid nog snel voor Kerstmis een bijkomend decreet heeft goedgekeurd om een aantal zaken mogelijk te maken. Ik heb tussen december en vandaag echter geen enkel debat, discussie of gesprek daarover gezien. Als het dan in december allemaal zo dringend was en iedereen het erover eens was dat er een evaluatie en beslissing moest komen, waarom is er vandaag dan nog altijd geen resultaat en is daar nog altijd geen discussie over gevoerd?
De uitvoeringsbesluiten zijn bijna klaar. Ik verwacht dat die voor het zomerreces naar de regering kunnen worden gebracht. We zullen zeker en vast een overgangsregeling uitwerken zodat ook in 2010 de uitzendingen door derden niet in financiële problemen geraken.
Mijnheer Delva, wanneer er bijkomende erkenningen zijn, zal dat moeten gebeuren met hetzelfde aantal middelen.
Minister, ik ben blij dat u aankondigt dat er overgangsmaatregelen komen. Ik denk dat de nood hoog is bij die omroepverenigingen. Er is het advies van de sectorraad. Met de IKW hebt u de organisaties ontvangen. U hebt dus eigenlijk geen reden om te wachten.
Mijnheer Verstrepen, wanneer we omroepen en uitzendingen moeten beoordelen op ouderwetsheid en niet meer van deze tijd, dan denk ik dat er nog andere zaken zijn die we kunnen afschaffen.
Mijnheer Tommelein, ik heb toen ook gezegd dat CD&V die discussie zeker wil aangaan. Vandaag hebben wij echter een Mediadecreet en dat moeten we uitvoeren. Vandaag hebben we het over een bestaande situatie. Wij vragen niets bijkomends. Wij vragen enkel dat de uitvoeringsbesluiten worden genomen en dat daar de nodige middelen voor worden vrijgemaakt. Ik doe mijn werk als parlementslid.
Het incident is gesloten.