Verslag plenaire vergadering
Verslag
Beste collega´s, in Nederland zou men zeggen: hartstikke bedankt. Ik heb deze nacht een korte toespraak voorbereid. De inspiratie komt altijd ´s nachts. Dan is zij in Limburg, mijnheer de uittredende minister-president, altijd het best.
Beste collega´s Vlaamse volksvertegenwoordigers, dames en heren, en ook: talrijk opgekomen publiek, dit is voor mij een heel bijzondere dag. Ik denk hierbij in het bijzonder aan mijn familie. Het is niet zo dat ik, zoals de heer Luc Van der Kelen in 2004 in Het Laatste Nieuws schreef, mijn halve dorp heb meegebracht, maar ik heb nu wel bijna een hele bus familie bij me.
Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat ik tijdens de laatste vergadering van dit Vlaams Parlement in dit halfrond, eind april, nooit heb gedacht dat ik op deze voorzittersstoel zou terechtkomen. Het afscheidswoord van mevrouw Marleen Vanderpoorten, die ik trouwens nog eens wil bedanken, was een van de laatste interventies die ik hield als fractievoorzitter van een van de kleine oppositiepartijen. Wij waren op dat ogenblik al blij met een score in Vlaanderen van rond de tien zetels. De zetel in Limburg, zeiden de specialisten inzake vergissingen en voorspellingen, zou niet makkelijk te halen zijn.
Met veel plezier en inzet heb ik gedurende vijf jaar dit parlement leren kennen, waarderen en vooral koesteren. Trots op het feit dat ik als een van de 124 volksvertegenwoordigers in Vlaanderen in dit democratisch parlement verkozen was. De verkiezingsuitslag is wat hij is. U weet dat de kiezer altijd gelijk heeft. Voor de tweede keer verkozen worden als een van die 124 kan een mens alleen maar nog vrolijker en tevredener stemmen.
De regeringsonderhandelingen verliepen, onder leiding van de uittredende minister-president, vlot. Vandaag staan hier vier vrouwen en vijf mannen in de startblokken om met de regering-Kris Peeters II te starten. Sommigen staan hier zelfs zeer ongeduldig in de startblokken, heb ik gezien.
Uiteindelijk, na een mogelijke omweg via een niet-behaald ministerschap, mijnheer Dewinter, mag ik voorzitter worden van dit Vlaams Parlement. Voorzitter van een assemblee die door sommigen laatdunkend een veredelde gemeenteraad wordt genoemd, en door anderen zelfs een lilliputtersparlement.
Dames en heren, dit is voor mij een bijzondere dag. Wie zijn ontgoochelingen snel kan vergeten, weet altijd snel andere en betere perspectieven te vinden. We moeten niet terugkijken, maar vooruitkijken.
Ik beschouw het als een grote eer op deze voorzittersstoel te mogen zitten en als voorzitter dit parlement te leiden in samenspraak met het Vast Bureau, met het Uitgebreid Bureau en uiteraard met allen die tot Vlaams volksvertegenwoordiger zijn verkozen.
Ik hoop uit de grond van mijn hart dat het Vlaams Parlement gedurende de komende vijf jaar als een levendig en spitant parlement mag functioneren. Dit moet gebeuren op basis van een gezonde en gedreven oppositie, die doet wat ze moet doen. Ik hoop tijdens de openingszitting in september 2009 alvast nader in te gaan op een aantal aspecten die worden aangedragen door de benchmarking die onder leiding van mevrouw Vanderpoorten en van de huidige eerste ondervoorzitter, de heer Decaluwe, is uitgevoerd. Het uitzetten van een aantal krijtlijnen voor de werking van dit parlement tijdens deze legislatuur kan het best een aanzet vinden bij de denksporen die tijdens de vorige legislatuur zijn uitgewerkt maar die nog een verdere verfijning en vooral een toepassing vergen. Ik denk hierbij aan de werking van de commissies en aan thema´s als de kwaliteit van de wetgeving en de betrokkenheid van het Vlaams Parlement bij het beter bestuurlijk beleid.
Het standpunt van alle fracties is in dit verband belangrijk en kan voor een belangrijke nieuwe input zorgen. Ik denk hierbij zeker aan de nieuwe leden van deze assemblee. Ik zal de fracties dan ook binnenkort uitnodigen om hun ideeën over de werking van het Vlaams Parlement kenbaar te maken.
Mijnheer de uittredende minister-president, ik heb in de pers gemeld dat ik van deze voorzittersfunctie geen bloempotfunctie wil maken. U hebt dat ongetwijfeld gelezen. Ik heb trouwens andere benamingen, zoals voetveeg en marionet, gelezen. Ik ben daar toch even van geschrokken. Ik ben niet van plan dit te zijn. Gedurende vijf jaar, tijdens welke u eerst minister van Openbare Werken en nadien minister-president was, hebben we hier samen laten zien wat democratie betekent. Om duidelijke afspraken over de spelregels te maken, nodig ik u nu al uit om kort na de openingsvergaderingen in september 2009 een overleg te organiseren. Om de relatie tussen het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering duidelijk en helder te stellen, is het trouwens mijn bedoeling dergelijk overleg regelmatig te herhalen.
Dames en heren, ik voel me in dubbel opzicht een bevoorrecht man. Na Louis Vanvelthoven en Eddy Baldewijns ben ik de derde Limburger die op deze voorzittersstoel mag plaatsnemen. Dit levert iedereen alvast het voordeel op dat de vergaderingen iets trager maar des te duidelijker zullen verlopen. Daarnaast voel ik me een bevoorrecht man omdat ik na Maurits Coppieters de tweede voorzitter uit een democratische Vlaams-nationale partij ben.
Maurits Coppieters was voorzitter van de VU-fractie tussen 1971 en 1976 en tussen 1979 en 1980. Op 14 juni 1977 is hij tot voorzitter van de toenmalige Raad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap verkozen. Hij was de eerste voorzitter die inzake politieke en communautaire aangelegenheden stelling innam. Een ander door hem genomen initiatief betrof het verhogen van de naambekendheid van de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap. Dat hebben we in het verleden trouwens nog gehoord. In 1978 heeft hij voor het eerst een 11 juliviering georganiseerd. In de loop van datzelfde jaar zijn voor het eerst erepenningen aan verdienstelijke Vlamingen uitgereikt. De geschiedenis herhaalt zich trouwens. In 1975 heeft hij, samen met volksvertegenwoordigers van de VU, de CVP, de BSP en de PVV, een resolutie ingediend om de toenmalige executieve aan te manen beter op de naleving van de taalwetgeving in Schaarbeek toe te zien. Ik beschouw het als een grote eer namens mijn partij als opvolger van Maurits Coppieters de functie van voorzitter te mogen vervullen.
Dames en heren, ik zal de voorzitter zijn van de 123 Vlaamse volksvertegenwoordigers, zonder een onderscheid tussen de meerderheid en de oppositie te maken. Wat de relatie tussen het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering betreft, ben ik ervan overtuigd dat we een interessante nieuwe legislatuur beginnen.
Tot slot wil ik nog een woord van dank voor mijn streekgenoot, de heer Sauwens, uitspreken. Hij heeft de openingszitting en de 11 juliviering op het stadhuis van Brussel op een stijlvolle manier geleid.
Dit Vlaams Parlement kan zijn activiteiten voor het welzijn en de welvaart van het Vlaamse volk, in al zijn geledingen en met al zijn opinies en opvattingen, aanvatten. Ik dank u. (Applaus)
Ik verklaar het Vlaams Parlement geconstitueerd. Hiervan zal worden kennis gegeven aan de Vlaamse Regering, de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de Senaat, het Parlement de la Communauté française, het Parlement wallon, het Parlament der Deutschsprachigen Gemeinschaft, het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement, de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Assemblée de la Commission communautaire française.