Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de beslissing om het veldrijden van de lijst met topsporttakken te schrappen
Verslag
De heer Deckmyn heeft het woord.
Mijnheer de minister, u bent de kampioen - jammer genoeg of gelukkig - niet van het veldrijden, maar wel die van de slechte timing. Net nu, tijdens het weekend dat het wereldkampioenschap veldrijden werd gehouden, presteerde u het om de mensen te vertellen dat het veldrijden geschrapt wordt van de lijst met topsporttakken.
Mijnheer de minister, dit is een kaakslag. Voor de vele veldrijders en ook voor hun honderdduizenden supporters.
Na het weekend waarin deze heisa werd bekendgemaakt, was ik verrast door de communicatie van de Vlaamse Regering hierover. Aan de ene zijde stelde minister-president Peeters een beetje sussend dat dit allemaal goed doorgesproken was. Op de ministerraden van 7 november 2008 en 19 december 2008 stond het ontwerpbesluit met betrekking tot de topsporttakkenlijst geagendeerd. Je zou dus denken dat er niets aan de hand is, ware het niet dat in hetzelfde weekend minister Van Mechelen, toch uw collega, mijnheer de minister, heel woedend naar u uithaalde. Hij stelde dat hij u zwaar aan de tand zou voelen. Hij zou u ondervragen over deze problematiek en hij had daarbij zware bedenkingen.
Ik vraag mij af, mijnheer de minister, of jullie nog wel met elkaar praten. Dit is toch wel een voorbeeld van slechte communicatie.
Aan de andere kant stelde u, mijnheer de minister, dat dit een technische aangelegenheid is en dat er niet al te veel financiële consequenties zijn. Alles blijft een beetje zoals het was. Dat is misschien deels waar, mijnheer de minister, maar daar gaat het niet om. Het gaat verder dan dat. Voor die mensen is dit een emotionele zaak, een zaak vol symboliek. U raakt die mensen diep in het hart. Kijk maar naar de vele artikels die verschenen. Zo wil wereldkampioen Niels Albert zelfs niet meer door u worden ontvangen. Als bewijs dat dit hem raakt, kan dit tellen.
Mijnheer de minister, u baseert zich op het advies van uw diensten en op uw administratie. Maar u hebt in het verleden heel vaak gesteld dat u niet altijd de adviezen van uw administratie volgde. En u was daar fier op. Vandaar mijn concrete vraag: mijnheer de minister, waarom doet u dit nu wel? Vlaams Belang vraagt u bij dezen namens al die supporters en namens die veldrijders zelf - Vlaanderen heeft heel veel kampioenen voortgebracht - met aandrang om terug te komen op uw besluit.
De heer Schoofs heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het voorbije weekend heeft Vlaanderen weer kunnen genieten van een prachtig spektakel, een wereldkampioenschap veldrijden zoals er de voorbije jaren een aantal zijn geweest. Wij hebben daar allemaal van genoten. Het was schitterende tv, het was een schitterende reportage. En op de koop toe was het een prachtig resultaat voor onze Vlaamse kampioenen. Wij moeten niemand overtuigen van de uitstraling in het binnenland van deze sporttak. Het is een stukje cultureel erfgoed, hoe wij nu al decennialang als Vlamingen schitteren in die sport. Het is inderdaad spijtig dat net op dat moment de communicatie plaatsvindt dat deze sport niet meer de naam 'topsport' waardig zou zijn.
Wij weten allemaal, mijnheer de minister, dat de Vlaamse Regering inzet op olympische sporten. Maar dat neemt niet weg dat een sport als het veldrijden in de harten van veel sportliefhebbers het statuut van topsport moet blijven behouden. Het was om die reden spijtig dat net op dat moment die contrasterende verklaringen in de pers verschenen.
Mijnheer de minister, u hebt terecht een aantal zaken in de juiste context geplaatst. U hebt terecht een aantal bijsturingen gedaan. Wij lezen in de krant dat een aantal selectiecriteria worden gehanteerd om een sport te erkennen als topsport. De criteria, zoals ze nu gelden, pleiten ook voor de sport veldrijden. Als je alleen al naar de uitstraling in het binnenland kijkt, behoort deze sport tot de top in Vlaanderen. Ik pleit er dan ook voor dat u bereid zou zijn deze zaak bij te sturen. Ik heb dit al met zoveel woorden in de krant kunnen lezen. Ik hoor graag uw visie daarover.
Minister Anciaux heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, het is allicht een goede zaak hier een aantal zaken te verduidelijken. De heer Deckmyn heeft het over de communicatie tijdens het afgelopen weekend. Denkt hij nu echt dat ik zo idioot ben? (Gelach bij het Vlaams Belang)
De slechte communicatie en het moment van die communicatie zijn vanzelfsprekend niet aan mij te wijten. In een krant is duidelijk gecommuniceerd dat ik het veldrijden niet langer als een topsport zou beschouwen. Niets is minder waar. Die incorrecte communicatie is niet van mij afkomstig. Wie wil weten van wie dat bericht wel afkomstig is, zal het aan de journalist van de Gazet van Antwerpen moeten vragen. Het is ook mogelijk eventueel een aantal verbanden tussen die journalist en andere mensen te leggen.
De Vlaamse Regering heeft in november en december 2008 over dit onderwerp beraadslaagd en heeft toen een beslissing genomen. De Vlaamse Regering heeft die beslissing collectief en als regering genomen. Ik zal even toelichten over welke beslissing het gaat.
De Vlaamse Regering heeft zeker niet beslist dat veldrijden geen topsport meer is. Geen enkele beslissing houdt in dat de Vlaamse Regering of ikzelf veldrijden niet langer als een topsport zouden beschouwen. Ik ben het daar ook fundamenteel niet mee eens. Voor mij is veldrijden wel degelijk een topsport. De atleten die op het wereldkampioenschap weer schitterend hebben gescoord, zijn in mijn ogen wel degelijk topatleten.
Het gaat hier om een lijst van sporttakken in de topsport waarvan de disciplines volgens artikel 2, ten negende, van het decreet van 13 juni 2001 in het kader van de Olympiade Londen 2009-2012 kunnen worden gesubsidieerd. Het gaat bijgevolg niet om het al dan niet erkennen van een sporttak als topsport. Het gaat hier louter om een financieringsinstrument in het kader van het decreet, met name het decreet op de sportfederaties. Dit decreet maakt het mogelijk topsport via de federaties te subsidiëren.
De mij voorgelegde lijst is door de Stuurgroep Topsport en Task Force Topsport unaniem goedgekeurd. In beide organen zetelen vertegenwoordigers van de Vlaamse Sportfederatie (VSF). Dit betekent dat deze organisatie op beide niveaus is vertegenwoordigd. De VSF heeft de plicht, voor de Stuurgroep Topsport en de Task Force Topsport tot een beslissing overgaan, zijn leden te raadplegen. We gaan er dan ook van uit dat alle federaties die door de VSF worden vertegenwoordigd, op de hoogte zijn van die lijst.
Het gaat hier om een technische, op een decreet gebaseerde financieringslijst. Die lijst vertrekt van een aantal eenvoudige en duidelijke principes. Ten eerste, het moet gaan om sporttakken die binnen de Olympische Spelen of de Wereldspelen passen. Ten tweede, er moet een mogelijkheid zijn om bij de top te eindigen. De betrokken sporttakken moeten binnen de Olympische Spelen of binnen de Wereldspelen aan bod komen en de waarschijnlijkheid of de mogelijkheid om te kunnen scoren, moet hoog zijn.
Ik blijf erbij dat veldrijden voor mij wel degelijk een topsport is. Veldrijden hoort echter niet bij de Olympische Spelen of bij de Wereldspelen. Dat is de reden waarom veldrijden niet op deze op het decreet gebaseerde lijst staat. Er zijn trouwens andere mogelijkheden om topsport te ondersteunen. Deze lijst slaat enkel op sporttakken die op de Olympische Spelen of de Wereldspelen aan bod komen. Bovendien hebben we met betrekking tot deze sporttakken een zeer hoge kans om goed te scoren.
U vindt één uitzondering op die lijst: duatlon en triatlon lange afstand. We zijn bezig om een verschuiving naar de Olympische discipline te krijgen, namelijk triatlon korte afstand die nog altijd behoorlijk lang is. Ook hier is er een dubbele vereiste. Het moet gaan over een mondiale sport. Triatlon, bijvoorbeeld de Iron Man, bewijst wel degelijk dat het gaat over een mondiale sport waaraan heel veel landen deelnemen. Er moet ook de nood zijn om die sporters te financieren.
Dat is de reden waarom, binnen die technische lijst van topsporttakken in het kader van het decreet van 2001, veldrijden niet is opgenomen. Wil dit zeggen dat we het veldrijden niet verder ondersteunen? Ik kan u verzekeren dat, sinds het begin van deze legislatuur, de middelen die rechtstreeks naar veldrijden gaan vanuit de Vlaamse overheid, verdubbeld zijn. Ik kan u ook verzekeren dat de federatie vanzelfsprekend, buiten het geld dat ze krijgt van de Vlaamse overheid, eigen sponsorgeld mag besteden aan wat ze wil.
De middelen die er zijn via dit decreet, moeten we kunnen toeleiden naar de vier Olympische disciplines binnen wielrennen: weg, baan, mountainbike en BMX.
De beslissing is definitief genomen midden december en werd een eerste keer goedgekeurd in november. Alle collega's weten dit en waren het erover eens. Ik schrik soms ook van bepaalde vragen, maar dat is, wat mij betreft, niet het belangrijkste. Er moet een duidelijke communicatie zijn. U geeft me daartoe de kans. Veldrijden is en blijft topsport. De topsporttakkenlijst in het kader van het decreet is een technisch financieringsinstrument. Er zijn andere mogelijkheden.
Mijnheer de minister, u zegt dat het een technische zaak is. Maar we zien hoe het aankomt bij de sporters.
Als het zo gecommuniceerd wordt.
Inderdaad, maar u hebt daarnet gesteld dat het een technische aangelegenheid was. Wat mij betreft, gaat het verder dan dit. U degradeert in feite het veldrijden als topsport. Zo is het ook overgekomen bij de mensen zelf.
Ik heb ook van u vernomen dat u een unaniem advies had van de administratie.
Nee, van de stuurgroep.
Het is niet de eerste keer dat u een advies naast zich neerlegt. U had dit ook in dit geval kunnen doen.
Voor het schrappen van het veldrijden van de topsporttakkenlijst gebruikt u als excuus dat het geen Olympische sport is. Dat is juist, maar misschien zou u er beter aan doen om, als minister, te ijveren voor het aanvaarden van veldrijden als Olympische sport. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer de minister, ik denk dat u een aantal terechte opmerkingen en kanttekeningen hebt gemaakt bij wat er de laatste dagen is gecommuniceerd. U stelt alles in een juist kader en dat is heel belangrijk. We moeten het imago van die sport absoluut hoog houden.
Ik ben blij dat u verwijst naar het inzetten van middelen voor bijvoorbeeld de BMX-tak en de jeugd, want hier wordt vaak talent gehaald om verder door te groeien in het veldrijden. Het inzetten van middelen voor topsporters, bijvoorbeeld in het veldrijden, is misschien minder noodzakelijk. Ze worden goed betaald, ze hebben goede contracten. Het is hen ook gegund, want ze leveren prachtige prestaties.
Het is belangrijk om ook in de toekomst ervoor te zorgen dat het veldrijden in Vlaanderen een topsport blijft en dat die traditie verder kan worden gezet. We moeten blijven investeren in jeugdvorming en in de verdere ontwikkeling van het veldrijden.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, ik geef toe dat ik ook maar pas na twee dagen heb gereageerd, maar ik heb voor een deel de hypocrisie gehekeld van een aantal mensen die mee de beslissing over de topsportlijsten hebben genomen en nadien kritiek geven.
Ik denk dat duidelijk moet zijn, en dat mag ook een signaal zijn naar heel Vlaanderen vanuit de politieke wereld, dat wat rond veldrijden gebeurt, zowel de prestaties van de sporters als het maatschappelijk draagvlak dat er in Vlaanderen voor is - en onze minister-president is een van de eerste supporters te velde - wel degelijk topsport is. We moeten duidelijk het signaal geven dat voor ons veldrijden een topsport is.
Dat is iets anders dan de topsportlijst. Ik denk dat de minister ook niet anders kan dan het decreet uitvoeren. Dat is zijn verdomde plicht. Als daarin Olympische Spelen en Wereldspelen het criterium zijn, is dat zo.
Mijnheer de minister, ik kan me ook niet voorstellen dat bijvoorbeeld in de Verenigde Staten van Amerika american football, omdat het geen olympische discipline is, niet beschouwd zou worden als een topsport.
U hebt niet gecommuniceerd, anderen hebben dat gedaan. Die zullen daar ook wel redenen toe gehad hebben, maar ik vind dat u iets te laat was om dat te counteren en duidelijk te zeggen dat veldrijden in uw ogen wel een topsport is, maar niet in de topsportlijst staat. Over het decreet heeft de minister gelijk, maar over de titulatuur van topsportprestaties is onduidelijkheid ontstaan. Ik denk dat dat niet alleen de schuld van de minister was.
Ik wil er nog aan toevoegen hoe bediscussieerbaar zaken soms zijn. Als Sven Nys naar de Olympische Spelen gaat met een mountainbike, past dat in de topsportenlijst zoals die is goedgekeurd. Tot nader order past hij daar niet in als hij veldrijder is. Is hij daarom minder topsporter? Neen.
De heer Sauwens heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, wie zelf vrijetijdsfietser is, weet dat veldrijden absolute topsport is. De combinatie van een uitermate behendige techniek die men moet ontwikkelen met absolute weerstand en uithoudingsvermogen, maakt het tot topsport.
Mijnheer Van Dyck, u hebt gelijk. Het feit dat Sven Nys, weliswaar ten koste van een enorme persoonlijke inspanning, op een jaar tijd de omschakeling naar de olympische sport mountainbiken heeft kunnen maken, betekent dat er een potentie aanwezig is.
Ik ben bijzonder verheugd dat deze 'Vlaamse' sport intussen steeds meer internationale allures krijgt. Er namen 24 nationaliteiten deel aan het WK en, naast de Franse, Italiaanse en Nederlandse kampioenen die gekend zijn, werd Walsleben wereldkampioen bij de beloften. Het is dus een sport die veel meer in zich heeft. Het is niet zomaar een cafésport zoals andere volkssporten in Vlaanderen. De sport heeft een heel sterk draagvlak.
Mijnheer de minister, Vlaanderen zegt dat men de middelen voor topsport, die zijn toegenomen dankzij dit parlement, deze regering en deze minister, niet gaat verkruimelen over tientallen sporttakken. Dat is de ratio legis van de sporttakkenlijst. Men heeft op een bepaald ogenblik daarin keuzes gemaakt.
U zegt dat die beslissing is genomen in december. Het feit dat vandaag dit soort misverstand nog kan bestaan en er zulke heisa over kan ontstaan, toont aan dat er niet of slecht gecommuniceerd is. (Opmerkingen van de heer Ludo Sannen)
Mijnheer Sannen, als men het goede nieuws altijd naar zichzelf toehaalt, moet men niet verwonderd zijn dat bepaalde mensen op bepaalde momenten iets doen. Men moet niet op de journalist schieten. We weten allemaal waarover we spreken.
Het is duidelijk dat in het sportlandschap Vlaanderen, met onder meer Bloso en andere, de communicatie veel beter zou kunnen. De reden waarom we bepaalde zaken wel weten en andere niet, is soms wat duister.
Vanuit onze fractie pleiten we voor een sterkere communicatie. Men moet dit besluit ten gronde durven herbekijken, op basis van het aanwezige decretale kader, juist met het voorbeeld van Sven Nys, maar er zijn er nog andere, in het achterhoofd, want het ligt helemaal in de lijn van wat wel een olympische sport is.
Mijnheer de minister, u hebt in de kranten gezegd dat er wel nog toelagen komen. Welke financiële middelen gaat het veldrijden dit jaar in Vlaanderen van deze regering nog mogen ontvangen?
De heer Stassen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, er bestond binnen de psychologie discussie over wat intelligentie is. Men raakte er niet uit, tot op een bepaald moment iemand gezegd heeft dat intelligentie datgene is dat wordt gemeten door een intelligentietest.
Wat is topsport? Topsport is datgene waarvan het parlement zegt dat het topsport is. In 2001 heeft het parlement op voorstel en in afspraak met de toenmalige minister van Sport de heer Sauwens en samen met de VLD, gezegd dat topsport is wat het Vlaams Parlement zegt dat topsport is, namelijk wat past binnen de Olympische Spelen en binnen de Wereldspelen. Dat wist iedereen, ook degenen die dit weekend van hun neus hebben gemaakt. Toch wordt er uitgehaald. Het geeft geen enkele appreciatie over de sport, het gaat erom wat het Vlaams Parlement heeft gezegd dat topsport is.
De politiek is toch een raar wereldje. Als iemand schoppen krijgt, en de minister heeft de laatste tijd regelmatig schoppen gekregen, dan geven mensen nog meer schoppen, ook als het niet nodig is. Ik vind het zeer raar dat ik blijkbaar de enige ben in het Vlaams Parlement die, als het over dossiers gaat, deze minister nog durft te verdedigen. (Applaus bij Groen!)
De heer Bossuyt heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, gelukkig zijn er de annalen van het parlement. Sommigen zouden wel eens beschaamd kunnen zijn als ze gaan kijken naar wat ze hier allemaal hebben verteld.
Mijnheer de minister-president, ik neem er akte van dat men ook binnen de regering goed weet waarover het gaat. Ik ben dan ook verbaasd dat ik in de krant moet lezen dat ministers, ook in dezen, op een eigenaardige manier reageren. Ik denk dat u binnenskamers er eens de nadruk op mag leggen dat dat niet hoort in een Vlaamse Regering.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik heb op Belga laten zetten dat dit een beslissing is, zoals minister Anciaux heeft gezegd, die tweemaal op de Vlaamse Regering is gekomen, namelijk in november en december, en dat die beslissing unaniem en collegiaal is genomen. Wat mij betreft, is dat een beslissing die ik als minister-president, samen met minister Anciaux, duidelijk verdedig waar het moet. Het parlement kan altijd discussies voeren, maar wanneer er een beslissing twee keer op de Vlaamse Regering wordt genomen, verdedigt heel de Vlaamse Regering die beslissing ook. (Applaus bij sp.a en Groen!)
Mevrouw de voorzitter, het is niet mijn bedoeling om het slecht communiceren in de schoenen van de journalist te schuiven. De journalist krijgt een boodschap en die was interessant genoeg om te brengen. De boodschap heeft ook veel aandacht gekregen. De journalist doet dus zijn werk. Degene die de informatie bewust gekleurd heeft gegeven, heeft een andere verantwoordelijkheid, maar daar kan ik niet op doorgaan.
Het moet duidelijk zijn dat voor mij veldrijden om meer dan één reden een fantastische sport is, maar om een duidelijke reden een topsport is, met name omwille van de fysieke inspanningen die daarvoor nodig zijn. Ik heb er zelf een klein beetje ervaring in: je hebt meer handigheid nodig dan je zou denken. Je kunt beter ergens gaan rijden waar je zacht kunt vallen.
Het is voor mij helemaal geen cafésport, hoewel het een zeer populaire sport is. Veldrijden is wel degelijk een combinatie van topsport en volkssport. De negatieve reactie die er is gekomen, onder meer van onze renners, is vooral gebaseerd op de communicatie die verkeerd is gebeurd, namelijk alsof ikzelf het veldrijden niet langer als een topsport beschouw, quod non. Hier zijn een aantal zaken duidelijk gemaakt. Ik begrijp ook dat sommigen zich op het hart getrapt voelden. Mijnheer Deckmyn, geloof me, ik voelde dat ook, want veldrijden is nu toevallig een sport waar ik mijn hart aan heb verloren.
Via een aanpassing aan het uitvoeringsbesluit, is het voor de eerste keer mogelijk om de topsporttakkenlijst in het kader van het decreet van 2001 jaarlijks te herzien. Vroeger was die lijst niet herzienbaar voor een periode van vier jaar. We hebben dat veranderd omdat we ondertussen wel degelijk actie ondernemen om te proberen om van bijvoorbeeld veldrijden een olympische discipline te maken. Maar laat ons eerlijk zijn, collega's, daarvoor zullen we nog meer landen moeten kunnen aanzetten om deel te nemen. Het aantal landen is al toegenomen, maar men kijkt naar de tien eerste. De laatste vijf jaar zijn dat uitsluitend Europese landen. Alleen dat al is een nadeel om het als olympische sport te kunnen beschouwen. Binnen Europa is er vanzelfsprekend, gelukkig voor ons, een officieel Belgische, maar wel degelijk Vlaamse, absolute top aanwezig.
Ik hoop dat ik hiermee duidelijk heb gemaakt dat dit wel het laatste was dat ik wou, op een ogenblik dat heel Vlaanderen wou supporteren voor onze renners. U zult van me willen aannemen dat dit niet mijn bedoeling was. Iedereen hier heeft duidelijk gemaakt dat veldrijden wel degelijk een topsport is. Binnen het kader van het decreet kan de sport echter wel degelijk niet meer op die technische lijst voorkomen.
Wat de ondersteuningsmiddelen betreft, tot op heden ondersteunden we een aantal organisaties en manifestaties, net als de jeugdopleiding. Dat hebben we gekoppeld. Zo krijgt de Superprestige van ons meer steun dan voorheen. Vroeger was dat 35.000 euro, nu 75.000 euro. We doen dat net omdat zij elke Superprestigewedstrijd koppelen aan selectieproeven voor jong talent, op die pistes waarop de toppers ook zullen rijden. We zijn daar dus mee bezig en ik wil alle middelen vrijmaken die nodig zijn. Dat heb ik ook heel uitdrukkelijk gezegd. Het is niet mijn ambitie om geld weg te gooien. Het is wel mijn ambitie om het geld dat nodig is voor de topsport, ook te vinden. Tot op heden zijn we daarin geslaagd. (Applaus bij sp.a)
Mevrouw de voorzitter, ik heb daarnet gewezen op de slechte interne en externe communicatie van de ministers. Ik vat de tussenkomst van de minister-president dan ook op als een - zij het misschien lichte - terechtwijzing van minister Van Mechelen.
Mijnheer de minister, ik ben blij dat een aantal begrippen hier in de juiste context worden geplaatst en dat u ook de kans hebt gehad om het beleid en de ware toedracht ter zake toe te lichten. We wachten vol hoop op verdere maatregelen ten behoeve van het veldrijden.
Het incident is gesloten.