Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de nood aan meer effectieve alternatieve energiebronnen
Verslag
De heer Decaluwe heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, geachte leden, maandagochtend lazen we in een aantal kwaliteitskranten een aantal treffende koppen als "België raakt achterop met windenergie", "België voorlaatste van de klas in de windmolens" en "De trein der traagheid". Met die krantenkoppen werd toch wel de perceptie gecreëerd dat we niet goed bezig zijn op het vlak van de alternatieve energie, en meer specifiek de windenergie.
Mevrouw de minister, lezen we de artikels echter aandachtig, dan blijkt daaruit dat België in de rangschikking van de dertiende naar de veertiende plaats zakt. Ik zou zeggen: so what? Een aandachtige lezer zou van de media toch wat meer precisie mogen verwachten. Zo wordt louter het vermogen vergeleken. Het sterkste was dat werd gesteld dat België zelfs door Polen wordt voorbijgestoken. Dat zou er nog maar aan ontbreken: Polen is qua oppervlakte tienmaal groter dan ons land en heeft vier- à vijfmaal meer inwoners dan ons land. Dat wil ik maar gewoon aangeven, als er een vergelijking wordt gemaakt tussen het vermogen en het aantal vierkante kilometer. Onze kustlijn is niet die van Nederland, Spanje, Frankrijk of de Canarische Eilanden. Mocht de vergelijking worden gemaakt met het aantal inwoners, zou er ook sprake zijn van een ander verhaal.
Europa en ook de Vlaamse Regering hebben een aantal doelstellingen naar voren geschoven op het vlak van hernieuwbare energie. We weten dat er op het vlak van ruimtelijke ordening nu en dan misschien wat problemen zijn met de inplanting. Ik stel alleszins vast dat de voorbije vijf jaar het vermogen uit windenergie vervijfvoudigd is. Mevrouw de minister, mijn enige vraag aan u is dan ook: zitten we met het huidige beleid op koers om die doelstellingen die Europa ons oplegt, te kunnen realiseren?
De heer Lachaert heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, dames en heren, ik zou deze zaak eerder in positieve zin willen schetsen. Op het vlak van ruimtelijke ordening werden onlangs initiatieven genomen, zowel door de Vlaamse Regering als door het parlement. In de commissie behandelen we tot in den treure een voorstel van decreet. Daar komen allerlei aspecten aan bod zoals typevoorschriften voor RUP's in agrarisch gebied en een omzendbrief die wordt voorbereid door het Vlaams Energieagentschap en de administratie RO.
We leveren enorme inspanningen op het vlak van milieu, maar goede initiatieven, vanuit welke hoek dan ook, worden gekortwiekt. Niemand wil turbines in zijn achtertuin, actiecomités protesteren, er wordt geen bouw- of milieuvergunning afgeleverd en alles blijft bij het oude. Ik heb het al aan minister Van Mechelen gezegd: wij verwachten van de overheid een meer proactieve houding. De Vlaamse overheid zou bijvoorbeeld kunnen bepalen waar windturbines kunnen en waar niet. Zij moet dan onderzoek verrichten naar de mogelijke hinder voor omwonenden. Vooral op dat punt krijgen we tegenkanting, men stapt naar de Raad van State en protesteert tegen de vergunningen. Als de overheid beslist heeft waar een inplanting kan gebeuren, moet om het even welk bedrijf een aanvraag kunnen indienen. Ik vraag aan u als minister van Leefmilieu om dat kader te scheppen zodat men niet eerst al die obstakels moet overwinnen. Wat wilt u daaraan doen?
Minister Crevits heeft het woord.
Dames en heren, ik heb maandag uiteraard ook de krantenartikels gelezen. Ik geef u graag een duidelijke boodschap mee. De heer Decaluwe heeft er al naar verwezen.
We investeren inderdaad in windenergie, en doen dat helemaal niet zo slecht. In 2004 produceerden we ongeveer 100 gigawattuur per jaar. In 2008 haalden we 300 gigawattuur. Dat is een verdrievoudiging in vier jaar. Dat is een mooie prestatie. Ik geef een paar andere cijfers. Het is gemakkelijk om met de vermogens van onze buren te vergelijken, want dat zegt niets over oppervlakte, aantal kilometers kust, de mogelijkheden en de bevolkingsdichtheid. Ik maak dezelfde vergelijking als voor Vlaanderen: hoeveel watt per vierkante kilometer is er geïnstalleerd? België haalt 12.700 watt per vierkante kilometer, tegenover Italië dat op nummer drie staat met 12.400 watt. Polen produceert 1500 watt per vierkante kilometer, en Frankrijk, nochtans vierde op de lijst, produceert 6200 watt per vierkante kilometer. Het is maar hoe men het bekijkt. Als we rekening houden met bevolkingsdichtheid, oppervlakte, inwonersaantal en het objectieve aantal watt per vierkante kilometer, dan scoren wij goed.
Het kan nog beter en we moeten in de toekomst volop inzetten op windenergie. We hebben in deze legislatuur al enkele beleidsinitiatieven genomen. De heer Lachaert heeft ernaar verwezen. Ten eerste zijn de bebakeningsvoorschriften vroeger federaal door de toenmalige bevoegde minister vereenvoudigd. We waren daar strenger dan andere landen. Twee, er is rechtszekerheid gekomen over de opbrengsten die zo'n windmolen genereert qua groenestroomcertificaten. Drie, er is een paar jaar geleden een onderzoek gebeurd naar de mogelijkheden voor het aantal turbines dat nog op het land zou kunnen worden ingeplant.
Als we bekijken wat de mogelijkheden zijn, kunnen we toch wel ambitieus en realistisch zijn. We zouden er tegen 2020 in moeten kunnen slagen om de 300 gigawattuur van vandaag op te trekken tot 1800 gigawattuur. Dat betekent dus een vermenigvuldiging met zes van de hoeveelheid groene stroom die geproduceerd kan worden via windmolens.
Wie trouwens dezelfde krant van maandag vandaag heeft gelezen, zal zien dat over het cijfer dat ik u zonet meegaf, instemming bestaat bij de Vlaamse windenergieassociatie, waarin alle partners vertegenwoordigd zijn. We moeten er dus voor zorgen dat we het doel kunnen halen: een verzesvoudiging van de hoeveelheid groene stroom opgewekt via wind, tegen 2020.
Hoe kunnen we dat doen? Volgens mij kunnen en zullen we dat realiseren via vier of vijf maatregelen. We moeten er ten eerste voor zorgen dat de opbrengst van de groenestroomcertificaten voor de geproduceerde energie via windmolens, stijgt tot de onrendabele piek. We moeten het bedrag dus een beetje laten stijgen. Vandaag bedraagt die opbrengst 80 euro.
Ten tweede moeten we er inderdaad voor zorgen, mijnheer Lachaert, dat er nog meer duidelijkheid komt over waar en hoe windmolens goed kunnen worden ingeplant. Er is al een omzendbrief met een aantal inplantingsvoorwaarden en een omzendbrief over de kleine en middelgrote windturbines is in voorbereiding: in principe kan elke gemeente daar zelf over beslissen, maar we voelen dat er toch wat nood is aan een gewestelijk kader.
Ten derde heeft de Vlaamse Regering ook beslist om de procedure te vereenvoudigen voor windturbines die kunnen worden ingeplant in landbouwgebied. Of met andere woorden: het verplicht opstellen van een GRUP wordt afgeschaft, waardoor een aantal projecten op een soepeler en minder tijdrovende manier gerealiseerd kan worden.
Ten vierde is er voor de inplanting van windmolens al een windplan in Vlaanderen - een windmolen wordt immers het best gezet op een plaats waar veel wind is - maar er werd door drie provincies al een beleidsvisie ontwikkeld over de plaatsen waar meerdere windmolens geplaatst kunnen worden. De goede locatiekeuzes werden al bepaald voor de provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Antwerpen. Uiteraard is het de bedoeling dat Vlaanderen hier heel actief aan meewerkt. Daarnaast is er ook de interdepartementale windwerkgroep die zich buigt over het vereenvoudigen van procedures om makkelijker en beter tot locatiekeuzes te komen. Vorige vrijdag hebben we tijdens de ministerraad pas een GRUP goedgekeurd om in Oost-Vlaanderen een aantal windmolens te laten plaatsen.
Ik heb bovendien vastgesteld dat we het draagvlak voor de inplanting van windmolens kunnen vergroten door gemeenten en mensen eraan te laten participeren. De gemeenten zullen daar actief aan participeren omdat ze deel uitmaken van de intercommunale. We zien dat dergelijke projecten draagvlakversterkend werken. Ik meen dat ze een goede manier zijn om ervoor te zorgen dat we uiteindelijk onze verzesvoudiging van de hoeveelheid windenergie kunnen realiseren.
Mevrouw de minister, ik dank u uitdrukkelijk voor het antwoord. Het enige dat ik onthoud is dat men op schema zit en dat de doelstelling tegen 2020 wordt gehaald, dat werd trouwens bevestigd in een vrije tribune in dezelfde krant. De doelstelling zal worden gehaald door de hoeveelheid te verhogen, en meer bepaald door haar met zes te vermenigvuldigen. De verdere optimalisering gebeurt in de nabije toekomst misschien wel via nieuwe technologieën, want die zijn er toch ook in deze sector. Ik stel dus vast dat we, ondanks de negatieve perceptie die werd gecreëerd, effectief op schema zitten.
Mevrouw de minister, ook ik dank u voor het antwoord. Ik zal de kwestie natuurlijk blijven volgen. In de eerste plaats moet er een kader worden gecreëerd. Men is daarmee bezig en is zelfs bijna klaar, maar ook de opvolging zal noodzakelijk zijn en vooral de vertaling naar de maatschappij is belangrijk, want blijkbaar is dat steeds weer het grote probleem.
Deze week nog werd een uitzending van Peeters & Pichal gewijd aan het onderwerp. Als je de reacties hoort van al die mensen die daarmee te maken hebben, dan zijn dat misschien maar kleine zaken, maar op die manier worden sommige projecten wel in vraag gesteld. Het is dus een kwestie van goed te lokaliseren waar het kan, en waar het niet kan, te lokaliseren met de minste hinder. In de realiteit is dat een samenspraak tussen Ruimtelijke Ordening en Leefmilieu.
Ik dank u voor uw antwoord, mevrouw de minister.
De heer Huybrechts heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, onze fractie heeft altijd gepleit voor duurzame, betaalbare en vooral betrouwbare energiebevoorrading. Wij blijven voorstander van een gezonde mix van alle mogelijke energiebronnen, zowel de fossiele brandstoffen, kernenergie, als alternatieve en duurzame energiebronnen. In tegenstelling tot de collega's van sp.a en Groen! sluiten wij geen enkele energiebron uit. Die luxe hebben we trouwens niet.
Ook windenergie is voor ons dus een zeer aanvaardbaar alternatief, mevrouw de minister, waar we de nodige aandacht en belangstelling voor moeten hebben. Dat wil niet zeggen dat wij vinden dat windturbines eender waar kunnen worden ingeplant en dat er sprake kan zijn van wildgroei. Wij zijn voorstander van een oordeelkundige inplanting van windturbines in Vlaanderen, waarbij de inplanting gebundeld wordt in industriegebieden, langs het hoofdwegennetwerk, langs bepaalde kanalen en waterwegen en langs de randstedelijke omgeving.
Mevrouw de minister, behalve aan de mogelijke hinder - de geluidshinder, de slagschaduw, de veiligheidsaspecten enzovoort - moet de Vlaamse Regering ook aandacht besteden aan de landschappelijke inpasbaarheid. Ik hoop dat u en de Vlaamse Regering zich realiseren dat in het kleine, vlakke Vlaanderen de inplantingsmogelijkheden beperkt zijn.
De heer Peumans heeft het woord.
Mevrouw de minister, als er in een krantenartikel fouten staan, kunt u altijd een lezersbrief sturen en een rechtzetting vragen. Wat u natuurlijk ook kunt doen, is aan een partijgenoot vragen om hier een vraag te komen stellen, zodat u de juiste context van uw beleid kunt weergeven. (Gelach)
De vraag van de heer Lachaert was trouwens van heel andere aard en ging eerder over de structuur om dit hele windenergieverhaal tot een goed einde te brengen. Gelukkig was die vraag van de heer Lachaert er, anders zou ik wat teleurgesteld zijn geweest.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, ik vind het heel goed dat minister Crevits de puntjes op de i heeft gezet.
Binnen de hele massa van de hernieuwbare energie is het belangrijk om de meest efficiënte methode toe te passen. Naast windenergie bestaan er nog andere alternatieven. We mogen de efficiëntie daarbij niet uit het oog verliezen.
Ook in mijn eigen gemeente zijn er windturbines in aanvraag, maar dat verloopt heel erg moeilijk. Dat algemene kader op Vlaams niveau moet er dringend komen, want de provinciale directies verschuilen zich momenteel achter het ontbreken van een algemeen kader. Ik wil de regering dan ook oproepen om dat zo snel mogelijk uit te werken, want er liggen heel wat investeringsdossiers van industriële bedrijven te wachten.
De heer De Klerck heeft het woord.
Mevrouw de minister, het is inderdaad een en-enoplossing. Je moet zowel de alternatieve energiebronnen stimuleren als de fossiele energiebronnen verminderen. Daarvoor bestaat er een heel breed palet van mogelijkheden. Ik denk bijvoorbeeld binnen Ruimtelijke Ordening aan de mogelijkheden van duurzaam planadvies. Nieuwe bouwers worden via een subsidiëring in de mogelijkheid gesteld om duurzame plannen te realiseren. Ik denk ook aan de energiescans, die enorm succesvol zijn in Vlaanderen, de groendaken die meer en meer opkomen, en de zonnepanelen. In veel gemeenten wordt men overrompeld door aanvragen voor nieuwe zonnepanelen en -boilers. Ook dat is heel positief, zeker in de wetenschap dat dat maar een fractie van de aanvragen betreft. Er zijn immers heel veel mogelijkheden om een vrijstelling te krijgen voor die zaken. We zijn dus op de goede weg.
U hebt terecht gezegd dat die cijfers moeten worden genuanceerd en dat ze onder meer in functie van de grootte van de landen moeten worden bekeken.
De heer Martens heeft het woord.
Mevrouw de minister, ik ben het uiteraard met u eens dat we in deze legislatuur al heel wat hebben gedaan om de drempels uit de weg te ruimen die de windtechnologie de wind uit de zeilen namen. We hebben de regels op het vlak van de ruimtelijke ordening versoepeld en we hebben voorzien in een vaste prijs die contractueel kan worden vastgelegd met de netbeheerder.
Maar, mevrouw de minister, u zult het met me eens zijn dat die prijs te laag ligt om die technologie volledig rendabel te maken. Wij rekenen erop dat de regering de minimumwaarde die de exploitanten krijgen, optrekt tot 90 euro per megawattuur. Ik heb begrepen dat het spoedig op de agenda komt. Dat bedrag wordt ook in Wallonië toegekend.
Mevrouw de minister, op het land zetten we alle zeilen bij, maar het grote probleem ligt federaal bij de aansluiting van de windmolens op zee aan het hoogspanningsnet op het land. Wij hebben twee suggesties gedaan om dat probleem te verhelpen. Ofwel moet je Elia, de hoogspanningsnetbeheerder, de verbindingen voor zijn rekening laten nemen. Zo is het ook in Duitsland. Dan kun je met goedkopere technologie de verschillende windmolenparken aansluiten, door te voorzien in een stopcontact op zee. Ofwel moeten we de kabels vanuit Vlaanderen prefinancieren, net zoals we dat doen voor investeringsprojecten van de NMBS. Wij rekenen erop dat u de druk op de federale overheid opvoert voor een snelle oplossing.
De heer Glorieux heeft het woord.
Mevrouw de minister, de artikels in de krant bevestigen wat we hier al verschillende keren naar voren hebben gebracht. Ik ben toch ontgoocheld om u steeds hetzelfde plaatje te horen draaien, namelijk: "Kijk eens wat er sinds 2004 bij gekomen is." In andere landen die al een veel grotere voorsprong hadden, is er nog veel meer bij gekomen. Wallonië heeft helemaal geen kustlijn en heeft zeker niet meer wind dan Vlaanderen. Het vermogen aan windenergie is daar de laatste drie jaar veel meer toegenomen dan in Vlaanderen. Luxemburg heeft zeker niet meer geschikte dakoppervlakte om zonnepanelen te leggen. Toch ligt het aantal zonnepanelen er exponentieel hoger dan in Vlaanderen. Ik kan me niet voorstellen dat daar meer zon zou zijn.
Men zegt dan dat we de doelstelling van 6 percent hernieuwbare energie tegen 2010 gaan halen. Hoe gaan we dat doen? Door biomassa bij te stoken in oude, vervuilende steenkoolcentrales waardoor die groenestroomcertificaten krijgen, als gevolg waarvan alternatieven zoals gascentrales veel duurder worden dan die vuile steenkoolcentrales.
Vlaanderen moet inzake hernieuwbare energie meer dan een tandje bij steken. Het is positief dat u nu maatregelen neemt zoals ervoor zorgen dat ook in landbouwgebied windturbines gemakkelijker kunnen worden ingeplant. Maar ik vraag me af waarom u vier jaar hebt moeten wachten om deze maatregel door te voeren.
Er is inderdaad nood aan een kader, niet alleen voor de grote maar ook voor de kleinere windmolens, die weliswaar wat minder rendement geven, maar die gemakkelijker aansluitbaar zijn voor individuele bedrijven.
Mijnheer Martens, u verwijst terecht naar de opbrengststeun. Ik had dat al gezegd in mijn antwoord, maar ik begrijp dat u het ook nog eens wilt zeggen. U hebt de 90 euro vermeld. Ik gun u dat. Als de Vlaamse Regering het ermee eens is, zullen wij vrijdag hoogstwaarschijnlijk die belangrijke extra steun kunnen bezorgen.
Mijnheer Glorieux, ik denk dat het mij siert dat ik telkens dezelfde plaat draai. Politici die elke week een andere plaat spelen, lijken mij niet erg standvastig. U hebt absoluut niet betwist dat als we de vergelijking maken qua vermogen per vierkante kilometer, wij het eigenlijk uitstekend doen in Vlaanderen. U zegt dat Wallonië een grotere sprong voorwaarts heeft gemaakt. De gemiddelde bevolkingsdichtheid in België is 348 inwoners per vierkante kilometer. In Vlaanderen is dat 477, mijnheer Glorieux. Dat is een spectaculair hoger aantal.
Er zijn veel meer daken om zonnepanelen op te zetten.
Maar op daken zet je geen windmolens, mijnheer Glorieux. Het gaat hier over windenergie. Ik heb zeer duidelijk mijn engagement gegeven: maal zes tegen 2020. U zult die plaat nog heel vaak horen. We zullen dat mooi op muziek zetten. De Vlaamse Regering is er volop mee bezig.
Mijnheer Glorieux, wat de biomassa en de bijstook betreft, is het de vorige legislatuur die die deur heeft opengezet. Het zal deze regering zijn die komende vrijdag die steun zal halveren. U moet toch een klein beetje intellectueel eerlijk blijven. Wij moeten opruimen wat u hebt gerealiseerd. (Applaus bij CD&V)
Dat moet u aan uw coalitiepartner verwijten, want die was verantwoordelijk voor energie.
U zat er ook in, u hebt de deur opengezet.
Mijnheer Glorieux, in een regering zonder Groen! is het windvermogen veel meer gestegen dan in een regering met Groen!
Vlaanderen is eindig. We hebben 65 kilometer kust, we hebben nog gebieden waar er weinig hinder zou zijn. Sommigen zouden er problemen mee hebben dat daar windmolens komen. In andere landen gebeurt dat ook. Waarschijnlijk zijn dat de enige locaties waar dat op een verstandige manier en zonder veel hinder voor vogels en groene kikkers kan worden geplaatst.
Het incident is gesloten.