Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer De Craemer heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega's, de woorden 'staatshervorming' en 'dialoog' zijn al verschillende keren gevallen deze namiddag. Gisteren konden we in De Morgen lezen: "Het is erop of eronder. Nog deze week wil ik een beslissing nemen over het lot van de gemeenschapsdialoog. Wordt deze terug opgestart of moet deze definitief opgedoekt worden?"
Mijnheer de minister-president, we hebben dat al verschillende malen gehoord en gelezen. Ik vind het een goed initiatief dat u deze week zou beslissen, maar ik vind ook dat het een zaak voor het voltallige parlement is. Ik had eerder een debat verwacht.
Mijnheer de minister-president, blijkbaar twijfelt u nog, maar ik ben ervan overtuigd dat verschillende mensen hier al lang niet meer twijfelen. De dialoog tussen de gemeenschappen was nog voor de start een hopeloze zaak. Ik vraag me af of er een echte dialoog is geweest. Een constructieve dialoog aangaan wil zeggen een gesprek hebben met het oog op resultaat. Dat laatste is er altijd te veel aan geweest. De Franstaligen hebben na de verkiezingen van juni 2007 van meet af aan gezegd: "Er komt geen grote staatshervorming vóór juni 2009." Zij hebben hun woord gehouden.
Mijnheer de minister-president, u kijkt nu al bijna drie maand de kat uit de boom. Aftastende gesprekken met uw Franstalige partners hebben u blijkbaar niet overtuigd om de dialoog opnieuw op te starten. Het is tijd om uw ei te leggen. Timing is in de politiek heel belangrijk. U kunt misschien eens te rade gaan bij een van uw collega-ministers, die een specialist is in goed getimede uitspraken. Ik dring aan op vijf minuten politieke moed. Maak zelf een einde aan die soap en herstart die schijnbesprekingen niet.
Mijnheer de minister-president, wat is de beslissing die u en de Vlaamse Regering deze week zullen nemen? Als u alsnog wilt ingaan op de uitnodiging van Armand De Decker, wat hebt u daarvoor dan als minimumlat gelegd?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mijnheer De Craemer, enerzijds zegt u dat u nooit hebt geloofd in die gemeenschapsdialoog, dat we er niet moesten aan beginnen, dat het niets voorstelt. Anderzijds vraagt u hier een debat over de vraag of we de dialoog al of niet moeten sluiten. Enige logica in uw opbouw ontgaat mij, maar dat zal wel aan mij liggen.
De gemeenschapsdialoog is naar aanleiding van de beslissing van de niet-benoeming van de drie burgemeesters, 'on hold' gezet. In het federale regeerakkoord staat dat we die dialoog moeten heropstarten. Ook in een aantal uitspraken waar u naar verwijst, onder meer van Franstalige kant, komt dat tot uiting. Armand De Decker, de co-president van de gemeenschapsdialoog, zei: "Ik nodig iedereen uit voor een diner en laat ons die gemeenschapsdialoog terug opstarten." Zijn woorden waren nog niet koud of de heer Maingain zei dat er dan meteen moet worden gesproken over andere zaken, bijvoorbeeld de benoeming van de drie burgemeesters. De heer Moureaux, ook een lid van de gemeenschapsdialoog, heeft op 29 januari ook een aantal zaken gezegd, evenals mijn collega Rudy Demotte. De laatste Franstalige die daarover uitspraken heeft gedaan was Elio Di Rupo. Hij zei: "Die gemeenschapsdialoog moet zo snel mogelijk worden opgestart, maar het eerste pakket is zowat het enige dat daaruit kan komen."
Langs Franstalige kant zegt men dat we de dialoog moeten heropstarten, langs de andere kant is er geen duidelijk signaal, laat staan dat de Franstaligen verder zouden kunnen met de zeven dossiers die ik hier met jullie heb overlopen. Ik zal hierover met de Vlaamse ministers van gedachten wisselen. Mijnheer De Craemer, u had waarschijnlijk graag gehad dat ik de boodschap zou brengen "Het is erop of eronder", verwijzend naar De Morgen. Ik zal dat doen in afspraak en samenspraak met de ministers van de Vlaamse Regering. Ik zal daar verslag uitbrengen van alle bilaterale contacten die ik heb gehad. Ik ga ervan uit dat, als we een beslissing hebben genomen, we hierover in het Vlaams Parlement kunnen discussiëren, mocht daar behoefte aan bestaan.
Mijnheer de minister-president, ik dank u voor uw antwoord hoewel ik weinig concreets heb gehoord. Ik had dit ook niet verwacht. Ik begrijp dat het moeilijk is om een nieuwe mislukking toe te geven. Eerst was er Leterme op het federale niveau die is mislukt. Dan was het uw beurt, en ook u hebt gefaald. Iedereen weet echter al maanden dat die dialoog tot mislukken gedoemd was. U hebt zelf die federale problematiek van de staatshervorming naar het Vlaamse niveau willen overhevelen. U wilde toenmalig premier Leterme uit de communautaire wind zetten. Dat was uw bedoeling.
Mijnheer de minister-president, ik citeer u tweemaal. U zei op 8 november 2008: "Ik laat niet met mijn voeten spelen. Ik investeer zwaar in de gemeenschapsdialoog. Indien die niet levensvatbaar zou blijken, zal ik zelf mijn conclusies wel trekken." Een ander citaat is van 29 november 2008: "We gaan geen tijd verdoen en de dialoog rekken tot de verkiezingen. We laten niet met onze voeten spelen. Er moeten snel, zeer snel, liefst voor Nieuwjaar nog, deelakkoorden komen. Deze situatie kan geen weken meer duren."
Mijnheer de minister-president, u bent de zaak nog altijd aan het rekken. U hebt beloofd dat u een beslissing zou nemen. Ik had echter graag gehad dat er een parlementair debat zou worden gehouden voor u een beslissing neemt en met de regering gaat samen zitten.
De heer Bourgeois heeft het woord.
Maar ik ben nog niet klaar.
Mijnheer de Craemer, u bent al veel te lang bezig.
De heer Bourgeois heeft het woord.
Lijst Dedecker pakt zijn toekomstige coalitiepartner CD&V nogal hard aan.
Mijnheer de minister-president, u hebt altijd gezegd dat u garanties had. U hebt dat verklaard tegenover uw toenmalige kartelpartner. U hebt dat ook in dit parlement verklaard. Jammer genoeg stel ik vast dat er geen garanties zijn. Ik heb gelezen dat de heer Di Rupo zegt dat hij vasthoudt aan het federale regeerakkoord. U zegt dat u daar niet door gebonden bent. Het federale regeerakkoord heeft het over twee zaken: de dialoog en de werkgroep Brussel.
De Franstaligen geven geen garanties maar koppelen wel BHV, de uitbreiding van Brussel en de benoeming van de burgemeesters aan de dialoog. Het klopt dus niet wat u destijds hebt gezegd. U had toen geen garanties en u hebt er nu ook geen. U hebt gezegd dat u niet zou deelnemen aan een praatbarak. U hebt ook gezegd dat u er eind december de stekker zou uittrekken indien er nog geen resultaten waren.
Intussen is het februari. Hebt u nieuwe elementen? Wordt de dialoog opnieuw opgestart? Zo niet, wat gaat u dan doen? De kinderbijslag zou moeten worden gecommunautariseerd. Voor de loonkostproblematiek ontbreken de sociaaleconomische hefbomen. Het ziet ernaar uit dat we van dat alles niets zullen binnenhalen.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, u hebt destijds de hete aardappel van de gemeenschapsdialoog in uw schoot geworpen gekregen om premier Leterme te redden. Intussen is premier Leterme weg en zit de dialoog meer dan ooit in het slop. U hebt altijd gezegd dat er tegen eind december duidelijkheid moest zijn.
Als we al die verklaringen lezen, dan vragen wij ons af wat de houding is van de Vlaamse Regering in het algemeen, en van de minister-president in het bijzonder. U kunt de deadline niet blijven opschuiven, tenzij er electorale motieven in het spel zijn. Het is merkwaardig dat u samen met de Senaatsvoorzitter, voorzitter bent van die dialoog. U doet nogal meewarig over de verklaringen die de Senaatsvoorzitter als covoorzitter van die dialoog heeft afgelegd. U hebt zelf geconcludeerd dat het geen voorwaarden zijn om zelfs maar aan tafel te gaan zitten.
Ik leid met andere woorden uit uw antwoord en uit de antwoorden die u de vorige keren hebt gegeven af dat u er niet meer in gelooft. En dan is onze vraag niet alleen of u de stekker zult uittrekken, maar wat u daarna zult doen. Wat is uw plan B? In plaats van hier te blijven freewheelen, wat u nu aan het doen bent, zouden dit parlement en deze regering beter een aantal zaken op een rijtje zetten en desnoods eenzijdig een aantal bevoegdheden in handen nemen, zoals die mijnheer Moureaux, naar wie u hebt verwezen, die dat in 1991 ook van plan was.
Die dialoog is ten dode opgeschreven, u wilt het alleen niet in het publiek toegeven. Ik begrijp u wel. Ik vraag u om met het parlement en de regering over te gaan naar het plan B en desnoods zelf een aantal dingen doen zonder dat we daarvoor de andere kant van de taalgrens nog nodig hebben. Ze zijn niet betrouwbaar. Dat is toch wel bewezen na al die maanden. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw de voorzitter, collega's, ik blijf ervan overtuigd dat een staatshervorming maar gerealiseerd kan worden in een dialoog van gemeenschap tot gemeenschap. Ik vind het eigenlijk heel spijtig dat we een periode hebben gekend toen u niets aan mij moest vragen omdat ik niet aan de onderhandelingstafel zat. Toen zaten daar anderen. Ik moest u toen naar de overkant verwijzen.
Er zijn mensen die zeggen dat ik het dossier heb overgenomen van Leterme om hem te redden. Dat is niet correct. We zijn al sinds 1999 vragende partij voor een staatshervorming. Wij zijn het dus die aan de tafel moeten zitten. Het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering moeten de onderhandelingen voeren. Dat is een goede aanpak. Het gaat niet meer of niet minder dan om het nemen van verantwoordelijkheid. Daar is politieke moed voor nodig. Er zijn immers heel wat risico's aan verbonden. U weet dat moed gedefinieerd wordt als elegantie in de vuurlinie. Dat is natuurlijk niet eenvoudig.
Mijnheer Bourgeois, u hebt het over garanties en het feit dat er niets is van in huis gekomen. U weet zeer goed welke garanties we hebben bekomen en waar we het over hadden! U was toen nog lid van de Vlaamse Regering.
Ik zal duidelijke informatie geven als de Vlaamse Regering een eensgezind standpunt heeft ingenomen. Ik zal die mededeling doen in het Vlaams Parlement. Ik ga echter niet voor mijn beurt spreken. Ik wil overleg plegen met de collega's van de Vlaamse delegatie. We zullen kortelings daarover discussiëren.
Mijnheer Van Hauthem, u hebt het over een plan B. Het plan B van uw fractie is de onafhankelijkheid van Vlaanderen. Dat klopt toch nog altijd? (Opmerkingen van de heer Frans Wymeersch)
Dat is dan plan A. Ik ga ervan uit dat we een duidelijk standpunt zullen innemen. We zullen daar wel eerst overleg over plegen in de regering.
Mijnheer de minister-president, indien ik in uw schoenen zou staan, dan zou ik ook zo reageren. Ik begrijp dan ook uw reactie. Ik ben natuurlijk gelukkig met de reacties van het Vlaams Belang en van de N-VA, die me in feite gelijk geven.
Mijnheer de minister-president, het is tijd voor actie. U staat erbij en meestal kijkt u ernaar. Als er iets is dat de federale overheid voor u heeft beslist, dan is het wel dat u best zwijgt over wat u niet gerealiseerd krijgt. En u hebt die boodschap heel goed begrepen. Dat helpt Vlaanderen echter geen stap vooruit, wel integendeel.
Nogmaals, het is tijd voor actie. Ik dring dan ook aan op een parlementair debat. Ik wil dat de beslissing wordt genomen door het Vlaams Parlement. (Applaus van de heer Jurgen Verstrepen)
Het incident is gesloten.