Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer De Meyer tot de heer Sannen, Vlaams minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, over de Europese subsidiëring van het plattelandsbeleid.
In 2003 besteden we opnieuw onvoldoende middelen aan plattelandsontwikkeling. Er zullen dus minder middelen zijn voor mensen die een land- en tuinbouwbedrijf willen opstarten, voor projecten die landbouw en natuur willen verzoenen of voor beheersovereenkomsten.
In 2001 zijn we miljoenen euro's Europees geld misgelopen en bovendien hebben we een boete van twee miljoen euro moeten betalen. De minister had toen beloofd dat dit scenario zich niet meer zou herhalen, maar blijkbaar gaan we in 2003 opnieuw dezelfde weg op. Zeven miljoen euro dreigen verloren te gaan.
Vlaanderen heeft recht op een Europees plattelandsbudget. De middelen die niet werden besteed, kunnen echter niet uitbetaald worden en zullen ook niet overgedragen worden naar het volgende jaar. Als de besteding lager ligt dan 75 procent, dreigt er bovendien een boete. Op 1 oktober was de bestedingsgraad namelijk 80 procent voor België, maar slechts 70 procent voor Vlaanderen.
Waarom dreigt Vlaanderen voor de tweede keer op drie jaar tijd miljoenen euro verloren te laten gaan voor plattelandsontwikkeling? Wat heeft de minister gedaan na de eerste signalen dat het dreigde mis te lopen?
Deze vraagstelling is tendentieus. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen de begroting, de aanwezigheid van begrotingsmiddelen en het verloren laten gaan van beschikbare middelen.
Europa verwacht dat we een begroting indienen die nagenoeg correct is. Daarom is er een boeteclausule opgenomen voor het geval minder dan 75 procent van de voorziene middelen is aangewend. In 2001 hebben we onvoldoende middelen aangewend en daarom hebben we een boete moeten betalen. In 2002 hebben we 93 procent van de middelen aangewend. In dat jaar hebben we dus een inhaalbeweging doorgevoerd. Dit jaar hebben we een normaal uitgavenritme gevolgd. Vermits het aanwendingspercentage nu reeds op 85 ligt, zal er dus zeker geen boete zijn.
De heer De Meyer suggereert dat we middelen laten verloren gaan indien de begroting niet voor 100 procent wordt uitgevoerd. Dat is onjuist. Het komt erop aan de aanwending enerzijds niet boven de 100 procent te laten stijgen, omdat er dan geen Europese ondersteuning meer is, maar ze anderzijds ook niet onder de 75 procent te laten zakken. We zitten dus in een gezond spanningsveld.
Waaraan hebben we de middelen besteed? De tegemoetkoming die we aan de boeren hadden beloofd in het kader van de nulbemesting, werd door de Europese Commissie geweigerd. Deze middelen hebben we dus niet kunnen aanwenden.
We ondersteunen de provincies in hun plattelandsbeleid. Deze middelen staan ingeschreven in onze begroting, maar we zijn niet helemaal verantwoordelijk voor de aanwending ervan.
De bijkomende bebossing van landbouwgebieden is nu pas goedgekeurd door de Vlaamse regering. In de loop van het jaar konden hiervoor dus geen middelen worden uitgetrokken. Voor dit probleem is de Vlaamse overheid zelf verantwoordelijk.
De middelen voor vorming, voor het verzoenen van landbouw en milieu en voor het bevorderen van de afzet van onze producten, werden wel grotendeels besteed. Voor de ondersteuning van jonge boeren die een bedrijf overnemen, hebben we minder uitgegeven dan aanvankelijk gepland omdat er door de conjuncturele terugval minder investeringen zijn in de landbouw en bijgevolg ook minder vraag naar subsidies.
De minister heeft me wel tevreden maar niet gerustgesteld. Uiteraard ben ik tevreden dat men geen boete moet betalen. België heeft echter 85 procent van het aanbestedingsplafond bereikt omdat het uitgavenpatroon in Wallonië beter werd opgevolgd dan in Vlaanderen.
Als men dan toch de provincies wenst aan te pakken, wil ik hier duidelijk stellen dat de provincies maandenlang de onzekerheid en de slechte opvolging van dit dossier hebben aangeklaagd.
Bovendien hebben de besparingsmaatregelen van minister Van Mechelen ervoor gezorgd dat Vlaanderen minder Europese subsidies ontving.
Als België goed scoort, is dit in de eerste plaats dankzij Vlaanderen. Ik heb daarenboven een uitzondering gevraagd op de omzendbrief van minister Van Mechelen. Ten slotte wil ik er ook op wijzen dat het cijfer van 1 oktober achterhaald is.
Ik ben tevreden met alle inspanningen die geleverd werden na 1 oktober. Elke verloren euro is er echter een teveel.
Het incident is gesloten.