Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de acties tegen Vlaamse boeren in Wallonië
Verslag
Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van de heer Denys tot de heer Sannen, Vlaams minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking over mestexport naar Wallonië en van de heer Van Dijck tot de Somers, minister-president van de Vlaamse regering over de acties van Vlaamse boeren in Wallonië.
Het kan verkeren. Voor de eerste keer in mijn carrière moet ik de heer Happart, Waals minister van Landbouw, een moedig man noemen en onderschrijf ik zijn uitspraken ten volle. De heer Happart verleent volop steun aan een Vlaamse varkensboer die zich in de buurt van Doornik kwam vestigen maar er geconfronteerd werd met tegenwerking van de lokale ingezetenen. Minister Happart meent immers dat Wallonië een mesttekort kent en de Vlaamse mest dus best kan gebruiken.
Er moet trouwens opgemerkt worden dat er in Vlaanderen steeds minder tewerkstelling is in de varkenssector. Dit staat in schril contrast met Wallonië waar vorig jaar, alleen al in deze subsector, 500 arbeidsplaatsen bijkwamen.
Nog niet zo lang geleden was er een dispuut tussen Vlaanderen en Wallonië over mesttransporten. Zelfs tot bodemverbeteraars verwerkte mest werd, op grond van de bezemrichtlijn, door de Waalse minister van Leefmilieu Foret geweigerd.
Eertijds heb ik mevrouw Dua hierover al geïnterpelleerd. Ik vraag dus nu dat minister Sannen dit probleem aankaart gedurende het volgende overleg dat hij zal hebben met zijn Waalse collega.
Mijn vraag komt vanuit een andere invalshoek. Langs de ene kent is het huidige Europa een Europa van open grenzen en vrij verkeer van goederen en personen. Langs de andere kant stel ik echter vast dat wanneer een Vlaams landbouwer zich in Wallonië gaat vestigen, men wel de uitbater en niet het bedrijf op zich viseert.
De heer Happart heeft gelijk wanneer hij stelt dat een varkenshouderij in Wallonië een Waals bedrijf is. De uitspraken in de krant van vandaag komen echter nogal cru over. Ik kan dan ook niet anders dan vaststellen dat loyaliteit in België nogal vaak eens van één kant moet komen. Denken we in dit verband alleen al maar aan de problemen waarmee de Vlamingen in de rand rond Brussel geconfronteerd worden.
In hoeverre zijn er problemen met Vlaamse landbouwers die naar Wallonië uitgeweken zijn? De Boerenbond spreekt van een honderdtal bedrijven. Op welke manier speelt de Vlaamse overheid in op de problemen waar deze mensen mee geconfronteerd worden?
Ik zal eerst antwoorden op de vraag van de heer Van Dijck. Momenteel heb ik geen concrete aanwijzingen over problemen waar Vlaamse landbouwers in Wallonië mee geconfronteerd worden. Wellicht speelt het zogenaamde Nimbysyndroom bij de vestiging van een nieuw bedrijf ook in Wallonië een rol. Men zal ook daar trachten om alle argumenten uit te puren die de vestiging van een nieuw bedrijf kunnen verhinderen. Meer wil ik er niet achter zoeken.
Op de vraag van de heer Denys kan ik enkel antwoorden dat er in Wallonië voldoende plaats is voor mest. Waalse boeren vragen zelfs om organische mest zoals kippenmest.
Zelfs als men de strengste normen wenst te hanteren, moet men vaststellen dat er voldoende ruimte is voor bijkomende mest. Verder stel ik vast dat er bij de Mestbank voortdurend nieuwe vragen naar bijkomende mest binnenlopen. Ten slotte heeft ook de universiteit van Gembloux aangetoond dat er nog ruimte is voor bijkomende mest.
In Wallonie blijft men dus om Vlaamse mest vragen. Ik ben dus ook tevreden met de uitspraken van minister Happart. Hij onderschrijft hiermee het Vlaamse standpunt. Ik zal mijn Waals collega Foret dus gedurende het overleg confronteren met de uitspraken van de heer Happart.
Vlaanderen moet echter wel beseffen dat de mestuitvoer naar Wallonië slechts op korte termijn een oplossing kan bieden. Op langere termijn zal Wallonië immers ook een evenwicht zoeken tussen de mestplaatsing en de groei van de eigen veestapel.
Bij een eerstvolgende ontmoeting met minister Foret zal ik dit opnieuw agenderen.
Het is normaal dat men in Wallonië op die manier reageert : we mogen niet vergeten dat wij tot voor twee jaar illegaal mest naar Wallonië uitvoerden.
Mevrouw Dua heeft in het verleden reeds meerder keren geprobeerd deze zaak te bespreken, maar er is nooit een doorbraak gekomen. Daarom zou ik de minister willen vragen nu niet meer al te lang te wachten om de situatie bij minister Foret aan te kaarten en het overlegcomité erbij te betrekken mocht er niet snel een akkoord bereikt worden.
Gezien de herkomst van de veehouders reageren de Walen volgens mij gewoon racistisch.
Dat is een verregaande uitspraak.
Ik zal mijn best doen een doorbraak te bewerkstelligen. Indien dit niet lukt zal ik het overlegcomité erbij betrekken.
De uitspraak van de heer Van Dijck over het racisme slaat nergens op : Vlaamse varkens worden in Wallonië juist als zeer kwaliteitsvol beschouwd.
Het incident is gesloten.