Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van mevrouw Van Hecke tot de heer Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, over het optreden van de minister-president in het Kladaradatsch!-dossier.
De rol van de minister-president in het Kladaradatsch!-dossier is totnogtoe weinig belicht. Sinds 1870 gebeurt het regelmatig dat op lokaal vlak burgemeesters akten verlijden bij de verkoop van onroerende goederen. Maar het gaat daarbij altijd om onbetwiste en gewone zaken. Hier daarentegen ging het om de lichting van een optie en was de zaak evenmin onbetwist. Niemand heeft de brief gezien met daarin de bevestiging dat men de optie had. Maar vooral til ik zwaar aan het gebruik van een quasi notariële bevoegdheid voor een betwiste zaak, zelfs al had men de bevoegdheid en kon men juridisch de optie lichten. Vindt de minister-president dit deontologisch verantwoord?
De rol die ik gespeeld heb, is van juridisch-technische aard. De vraag is wanneer een dossier betwist is. Zich alleen baseren op de deontologie is evenmin een oplossing. Het gaat erom of men het al dan niet de moeite waard vindt om de aankoop voor de Vlaamse Gemeenschap tot een goed einde te brengen. De minister van Cultuur wou het pand verwerven om er het Vlaanderen-Nederlandhuis te vestigen. Als er een overeenstemming is over het goed en over de prijs, dan bestaat er een verkoopovereenkomst. Ik heb die twee elementen getoetst en ik meen dat de verkoper geen zuivere rol heeft gespeeld. Ik heb vastgesteld dat er een optie bestond evenals een overeenstemming over de prijs. Voorts bent u voorbarig. De rechter in kortgeding heeft de inschrijving in het hypotheekkantoor voorlopig opgeschort. Er is momenteel nog geen uitspraak over het eigendomsrecht. Mijn optreden is deontologisch verantwoord en volledig in het belang van de Vlaamse Gemeenschap.
Ik heb nooit betwist dat er eventueel een optie kan zijn. Voorts is de inschrijving niet opgeschort, maar alleen de gevolgen tegenover derden. De door u aangehaalde elementen overtuigen niet. Ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag. Men heeft duidelijk willen imponeren. Maar u hebt uiteraard het recht om uw deontologie te volgen.
Ik wijs erop dat het advies verstrekt werd door twee eminente professoren.
Het incident is gesloten.