Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 10 maart 2023 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de wijziging van het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die (vermoedelijk) met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano.
De algemene bespreking is geopend.
Gelet op het feit dat dit rechtstreeks in de plenaire vergadering wordt behandeld, dient minister Crevits een korte toelichting te geven.
Minister Crevits heeft het woord.
Voorzitter, collega's, ik vraag inderdaad de rechtstreekse behandeling in de plenaire vergadering vanwege de hoogdringendheid. Het moet goedgekeurd zijn voor 31 maart 2023. Het betreft een instemmingsdecreet met een nieuw samenwerkingsakkoord tussen de federale staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC), dat het oude samenwerkingsakkoord van 2020 wijzigt.
De afgelopen twee jaren zijn er meerdere samenwerkingsakkoorden afgesloten om maatregelen te kunnen treffen om de wereldwijde covidpandemie het hoofd te bieden. Zo werd onder meer het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020 getroffen, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, de gezondheidsinspecteurs en de mobiele teams, in het kader van contactonderzoek bij personen die vermoedelijk besmet waren met corona. Daarvoor werd een gegevensbank bij Sciensano afgesloten.
Tegen een stuk van die regelgeving met betrekking tot de bestrijding van COVID-19 zijn rechtszaken ingespannen, en dus ook tegen dit samenwerkingsakkoord, namelijk dat van 2020. Het Grondwettelijk Hof heeft in een vernietigingsberoep tegen dat samenwerkingsakkoord een uitspraak gedaan op 22 september 2022. Het Grondwettelijk Hof achtte het vernietigingsberoep grotendeels ongegrond, maar enkele elementen werden wel vernietigd, zij het dat daarvoor een termijn van handhaving tot 31 maart 2023 is voorzien.
Naar aanleiding van dat arrest moesten wij dus enkele wijzigingen aanbrengen aan het samenwerkingsakkoord. Samengevat vernietigde het arrest drie zaken. Ik geef ze kort mee: ten eerste is niet de federale overheid, maar zijn wel alle partijen bij het samenwerkingsakkoord verwerkingsverantwoordelijken van de gegevensbank 1, dat is die databank bij Sciensano. Die bepaling moet dus aangepast worden zodat er sprake is van een gedeelde verwerkingsverantwoordelijkheid. Ten tweede werd er voor de persoonsgegevens in gegevensdatabank 4 geen bewaarduur bepaald. Dat is een essentiële vereiste vanuit de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Ten derde waren er bepalingen omtrent het informatieveiligheidscomité (IVC), en die zijn vernietigd.
De gevolgen van de eerste twee bepalingen worden gehandhaafd tot maximaal 31 maart van dit jaar, om zodoende de partijen bij het remediëren de mogelijkheid te geven om dat te doen. Het samenwerkingsakkoord bepaalt dus dat alle partijen bij het samenwerkingsakkoord verwerkingsverantwoordelijken zijn, zoals gevraagd, en bepaalt ook een maximale bewaarduur voor de persoonsgegevens in de gegevensdatabank 4, en een termijn waarbinnen die persoonsgegevens gewist moeten worden zodra ze niet meer pertinent en actueel zijn. Nog naar aanleiding van de opmerkingen van de Raad van State zijn de doeleinden van die gegevensdatabank 4 beter omschreven.
Aan het derde aspect, het IVC, wordt niet geremedieerd door dit samenwerkingsakkoord. Daarvoor is op federaal niveau wel een wetsontwerp voorbereid, waarin het IVC een betere wettelijke basis krijgt.
Het Grondwettelijk Hof heeft 31 maart als tijdslimiet opgelegd voor de inwerkingtreding van de noodzakelijke wijzigingen. Als die datum niet behaald wordt, dan worden de geviseerde artikelen definitief vernietigd. Het is dus nodig om de procedure tot het afsluiten van het samenwerkingsakkoord zo snel mogelijk te laten lopen, zodat alles in orde is tegen 2023.
Voilà, dat is in het kort de reden waarom ik ook gevraagd heb om het hier te behandelen. Een samenwerkingsakkoord, dat weten jullie, moet ook een hele procedure doorlopen om al die overheden op één lijn te krijgen. De tekst zit ook gevoegd bij het instemmingsdecreet. (Applaus van Peter Van Rompuy en bij Open Vld)
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Ik kom kort tussen om te zeggen dat we dit ontwerp van decreet gaan steunen, omdat contactopsporing belangrijk is. Ik wil wel elke keer opnieuw benadrukken dat wij denken dat een publieke contactopsporing belangrijker is dan de private, zoals die nog steeds georganiseerd wordt op dit moment.
Maar er waren wel twee aandachtspunten van de gegevensbeschermingsautoriteiten waar nog geen antwoord op gekomen is, denk ik. Dat gaat enerzijds over de termijn waarbij de gegevens bewaard worden. Er wordt in het ontwerp gezegd dat dat binnen de zestig dagen is vanaf dat ze niet meer actueel of relevant zijn is. De gegevensbeschermingsautoriteiten wijzen erop dat dat onduidelijk is, en vragen daar een duidelijkheid over.
Langs de andere kant is het ook een aandachtspunt dat het op dit moment zo is dat er verschillende contactpunten zijn waar burgers terechtkunnen om hun recht op privacy uit te oefenen. Dat wil zeggen: zowel een federaal, als een Vlaams, een Brussels en een Waals contactpunt. Zij wijzen er terecht op dat er één federaal aanspreekpunt zou moeten zijn waar mensen terechtkunnen, want anders is het erg onduidelijk.
Maar we gaan het ontwerp steunen, omdat het belangrijk is dat er continuïteit voorzien wordt voor de contactopsporing.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik wil daar kort op antwoorden.
In het samenwerkingsakkoord op initiatie van het Grondwettelijk Hof bepalen we nu dat alle partijen verwerkingsverantwoordelijke zijn van die gegevensbank.
Dan geef ik misschien nog wat uitleg bij de bewaartermijn. Die databank bevat gegevens van collectiviteiten, samen met de contactgegevens daarvan. In sommige gevallen zullen dat dus persoonsgegevens zijn. De namen van die contactpersonen mogen maximaal vijftig jaar bewaard blijven, maar we hebben daarbij verduidelijkt dat die vijftig jaar alleen maar geldt als de gegevens ook actueel en correct blijven.
Ik geef een voorbeeld: persoon X is vijftig jaar lang contactpersoon voor een bepaald woonzorgcentrum. Zodra dat gegeven niet meer actueel is, bijvoorbeeld omdat iemand naar een andere functie overstapt, dan moet dat persoonsgegeven binnen de zestig dagen verwijderd worden uit de gegevensdatabank. Dat is dus wat uitleg over de termijn, omdat ik vermoedde dat er zo’n vraag gesteld kon worden. Dan is dat hierbij ook wat verhelderd.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2022-23, nr. 1624/1)
– Artikel 1 en 2 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.