Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vandewalle heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik zat gisterenavond in de zetel en ik zette Terzake aan want het was tijd voor een debat, een debat over onderwijs, een tegensprekelijk debat, met aan de ene kant de minister en aan de andere kant de heer Rousseau van Vooruit. Ik dacht dat het interessant zou zijn want het ging over het al dan niet bestraffen van ouders als de kinderen niet genoeg Nederlands spreken. Het verbaasde me een beetje want vorige week hoorde ik de collega's van Vooruit zeggen: “Het is een populistisch ballonnetje, ouders bestraffen is contraproductief, het zal de kinderen niet helpen.” De heer Rousseau zei zelfs: “een debiel idee.” Het zijn niet mijn woorden, collega's, hij had het over een debiel idee.
Maar gisteren leken jullie het veelal eens. Het ging vooral over hoe we de ouders juist zouden moeten bestraffen en hoe we dat het beste zouden kunnen aanpakken, niet meer over of het al dan niet een goed idee is. Dat verbaast mij een beetje en in dat debat, minister, lanceerde u ook een idee, meer bepaald rond ouders die slecht Nederlands spreken: de scholen mogen dat signaleren aan de Vlaamse overheid. Nu heet dat signaleren, minister, maar ik noem dat een kliklijn voor scholen naar ouders toe. Dat is volgens mij een slecht idee om drie redenen. Ten eerste zal dat het vertrouwen tussen de school en de ouders volledig breken. Ten tweede denk ik dat geen enkel kind daardoor beter Nederlands zal spreken. Ten derde is dat volgens mij illegaal en ongrondwettelijk. En dus is mijn vraag, minister, heel simpel: dat voorstel van gisterenavond, meent u dat echt? (applaus bij de PVDA)
Minister Weyts heeft het woord.
Dank u wel. Ik veronderstel dat de vragen vooral aan mij gericht zijn, eerder dan aan andere collega’s in de zaal. Voor alle duidelijkheid – want u maakt er wel wat karikaturen van –, neen, wij gaan thuis niet binnenvallen en neen, heel het debat heeft wat mij betreft niets te maken met de thuistaal. Het heeft wel te maken met een heel oprechte bekommernis, vanuit een vaststelling dat kinderen meer gelijke kansen hebben wanneer zij ook na half 4, na het sluiten van de schoolpoort, in contact komen met Nederlands.
Vandaag geldt er trouwens een engagement van de ouders, dat zij ook onderschrijven in het schoolreglement, om er effectief voor te zorgen dat hun kinderen ook na half 4 in contact komen met het Nederlands. De vraag is dan: wanneer ouders dat engagement niet nakomen, laten we dat dan gewoon blauwblauw, in de wetenschap dat die kinderen minder gelijke kansen hebben dan andere? En mijn antwoord is: neen, ik wil dat niet gewoon blauwblauw laten. Ik vind dat we dan verder moeten gaan. Scholen doen hun uiterste best, hebben daarvoor ook de nodige middelen gekregen – 12 miljoen euro – om te werken ten aanzien van die taalintegratie, het bijspijkeren van kinderen, maar je stelt vast dat dat soms niet afdoende is. Moeten wij in dat geval niet nadenken over pistes waarbij je meer repressieve maatregelen moet kunnen nemen of ten minste bespreken, als je vaststelt dat ouders een aangegaan engagement niet nakomen? En die verantwoordelijkheid wil ik opnemen en bespreken in de schoot van de Vlaamse Regering, want ik neem geen genoegen met de wetenschap dat sommige kinderen minder gelijke kansen hebben dan anderen.
De heer Vandewalle heeft het woord.
Dank u wel, minister, maar ik ben niet helemaal overtuigd van uw antwoord. Ik ga daar eerlijk over zijn, en ik heb daar een aantal redenen voor. U zegt dat er een engagement gevraagd moet worden van de ouders, maar ik vraag mij af waar het engagement is van de minister. Je moet je voorstellen dat je je kind naar een klas stuurt, die krijgt daar drie maanden geen les omdat er een lerarentekort is en vervolgens gaat de minister je beboeten omdat je kind slecht Nederlands spreekt. Dan vraag ik mij af: waar is het engagement van de minister ter zake?
U zegt dat we dat niet kunnen aanvaarden, maar we moeten dat helemaal niet doen. Niemand hier stelt voor om dat te aanvaarden, en ik verwijs graag naar de mens die de KOALA-test voor u heeft opgesteld, Kris Van den Branden. Die zegt zelf dat wat na school gebeurt, niet het probleem is, maar wel wat op school gebeurt. En wat gebeurt er op school? Er is een lerarentekort. Er zijn te weinig leerkrachten en dat heeft een enorme impact op de kwaliteit van het Nederlands van de jongeren. En ik zal dus de vraag nog eens herhalen: wat gaat u daaraan doen? (Opmerkingen van Ben Weyts. Applaus bij de PVDA)
De heer Laeremans heeft het woord.
Als Vlaams belang vinden wij dat nieuwkomers pas een land mogen binnenkomen als ze op voorhand Nederlands hebben geleerd, net zoals dat een voorwaarde is om pakweg naar Australië te emigreren. Maar goed, voor wie er nu al is, zou er eigenlijk zo vroeg mogelijk een signaal gegeven moeten worden aan de ouders dat ze absoluut Nederlands moeten leren. Dat kan vastgesteld worden door Kind en Gezin. Wij zouden daar een derde van het groeipakket afhankelijk van willen maken. En als je intussen, bij nog latere instromers, op de kleuterschool hiermee iets wilt doen, dan zou wat ons betreft die KOALA-screening beter hervormd worden naar een dubbele test, met een eerste afname in het najaar, gevolgd door een eventuele bijwerking en vervolgens een controletest in mei om te zien of de achterstand al is weggewerkt. Als de ouders dan nog geen Nederlands hebben geleerd of hun kind niet naar een hoger niveau hebben getild, dan kan men inderdaad aan de schooltoelagen raken.
Minister, is dat geen piste die wat meer rechtszekerheid biedt?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Scholen staan onder druk. We hebben dat hier al vaak besproken. Onze fractie past er in elk geval voor om scholen nog extra verantwoordelijkheden toe te wijzen, laat staan om scholen ook taalpolitie te doen worden. Wij van cd&v houden alvast vast aan de opdracht die werd gegeven om KOALA-testen op te maken, namelijk een screening om op zoek te gaan naar de gepaste taaltrajecten op maat voor kleuters.
Minister, waar we wel benieuwd naar zijn, is naar de uitwerking van het Leesoffensief. Het Leesoffensief had het aanwakkeren van de liefde voor taal en verhalen via voorlezen en brede taalstimulering als doelstelling. In het Leesoffensief lezen we letterlijk dat er alles aan zal worden gedaan om ouders, leerkrachten, opvoeders, grootouders en kinderbegeleiders bewust te maken van de cruciale rol die ze zullen hebben in de taalontwikkeling van kinderen. De vraag is: welke concrete acties zijn er nu op til om dat Leesoffensief ook echt waar te maken?
Mevrouw Ampe heeft het woord.
Minister, niemand wil dat de politiek komt controleren in de huiskamer wat daar wordt besproken, maar iedereen wil wel dat kinderen goed Nederlands spreken. Ik ben al blij dat u nu hebt verduidelijkt dat u geen boetes gaat geven aan de mensen, want er zijn wel momenten geweest waarop mensen dat hebben gedacht. Je leert natuurlijk geen correct Nederlands van ouders die het maar half spreken. De beste manier om correct Nederlands te leren is van mensen die daarin lesgeven, van de leerkrachten. Daarom is het belangrijk dat, als u echt wilt dat kinderen goed Nederlands leren spreken, er meer Nederlandse lessen worden gegeven. U zou bijvoorbeeld een van de twee uren godsdienst of islam kunnen vervangen door Nederlands. Dat is een optie. U zou ook in de scholen kunnen zorgen voor lessen Nederlands voor de ouders, zodat ze ook Nederlands leren. Dat is een manier om de mensen stappen vooruit te laten zetten, want wij leven nu in een maatschappij van boetes en daar is nog niemand ver mee geraakt.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik denk dat niemand betwist dat een goede kennis van het Nederlands belangrijk is. Daarom ook is het van belang dat u in dit debat aandacht hebt voor echte oplossingen, zoals kinderen onderdompelen in taalrijke omgevingen, positieve interactie met ouders, inzetten op zorgleerkrachten, maar ook zorgen voor voldoende leerkrachten en voldoende capaciteit in de onthaalklassen. Dat laatste is er vandaag veel te weinig. Over die echte oplossingen is ook iedereen het eens, alle deskundigen, alle specialisten. Ook de ontwerper van de KOALA-test is het ermee eens dat dat de oplossingen zijn om tot een beter Nederlands te komen. Ik begrijp dus echt niet dat u uw toevlucht neemt tot nepoplossingen, zoals dwang, straf en verklikking. Als ik u goed heb beluisterd, is dat het antwoord van partijen zoals de uwe om de grote uitdagingen van vandaag in ons onderwijs aan te pakken. Het idee dat het beperken van sociale rechten van ouders kinderen beter Nederlands doet leren, is een nepoplossing, een nepidee, een bijzonder slechte zaak. Ik vind het griezelig, het is simplistisch en het is onwettig. Wilt u dus werk maken van echte oplossingen in plaats van heil te zoeken in populistische non-maatregelen? (Applaus bij Groen en de PVDA)
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat we het erover eens zijn dat het belang van de kennis van het Nederlands een algemeen gegeven is en dat we niet kunnen overschatten hoe belangrijk het is voor elk kind om Nederlands te leren, om Nederlands te gebruiken, om daarmee in aanraking te komen. In ons land is het Nederlands immers ook de basis van alle leren, zowel binnen als buiten de schooluren. Juist buiten de schooluren hebben ouders natuurlijk een erg belangrijke rol. Zij moeten hun kind kunnen stimuleren. Zij moeten de schoolloopbaan van hun kind kunnen volgen. Het is belangrijk dat ook zij het Nederlands goed machtig zijn. We zetten in op onze verplichte integratietrajecten. We zetten in op onze NT2-lessen (Nederlands tweede taal) om die ouders dat zo goed mogelijk aan te leren. We mogen daar ook echt wel iets van terugvragen.
We hebben het ook al vaak gezegd: Nederlands spreken doet verschillen vergeten. Ik denk dat het heel belangrijk is om dat in het achterhoofd te houden. Minister, ik meende ergens te hebben opgepikt dat u er misschien over dacht om toch een stok achter de deur te hebben, om een bepaalde systematiek te hanteren, zoals we die ook hanteren bij de problematische afwezigheden in de kleuterschool.
Klopt dat? Heb ik dat juist gehoord? En hoe ziet u dat dan concreet? (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Collega’s, ik vind de politieke spelletjes op links wel een beetje vermoeiend. Daar is dit onderwerp ook te belangrijk voor, vooral omdat ik denk dat we het ook vooral eens zijn. Ja, meertaligheid is een troef. Ja, het is belangrijk dat kinderen Nederlands leren om het goed te doen op school. Het is gewoon ook een kwestie van gelijke kansen. Ja, het is belangrijk dat ouders betrokken zijn. Ik denk dat we het er ook over eens zijn dat het teamwerk is tussen een school en leerkrachten om kinderen echt boven zichzelf te laten uitstijgen, maar dan moeten ouders en leerkrachten elkaar natuurlijk begrijpen. Dus ja, wij vinden ook dat ouders echt een inspanning moeten leveren om Nederlands te spreken, in het belang van hun kind. Maar dan moet er natuurlijk ook een aanbod zijn. Want uit ervaring weet ik dat ouders dat eigenlijk ook graag willen, omdat ze het beste willen voor hun kind. Maar dat aanbod is vandaag natuurlijk ook een probleem. Deze Vlaamse Regering maakt het net moeilijker om Nederlands te leren, doordat ze die cursussen Nederlands betalend maakt voor nieuwkomers.
Dus onze boodschap vandaag is in de eerste plaats: neem uw verantwoordelijkheid, minister. Zorg voor voldoende betaalbare cursussen Nederlands voor ouders op school, zodat die ook hun verantwoordelijkheid kunnen nemen, in plaats van ballonnetjes op te laten. Want inderdaad: kindergeld afnemen, dat zullen wij nooit voorstellen of nooit steunen. (Applaus bij Vooruit. Opmerkingen van Koen Daniëls)
Minister Weyts heeft het woord.
Bedankt voor de zoveelste verduidelijking ter zake.
Het gaat hem inderdaad over engagementen. En dan kun je vragen of de overheid en de minister het nodige doen. Ik kan enkel zeggen dat er nog nooit zoveel is ingezet op taalverwerving als vandaag. Wij hebben effectief, niettegenstaande heel wat tegenstemmen hier, met deze Vlaamse Regering resoluut ingezet op de invoering van taalscreening, van de KOALA-test. Maar we willen inderdaad nog verder gaan. We hebben gezorgd voor 12 miljoen euro extra middelen voor de kleuterscholen om aan de slag te gaan met taalintegratie en het bijspijkeren van kinderen. We hebben gezorgd voor extra middelen en extra personeel. Daarbovenop hebben we ook nog eens gezorgd voor 535 voltijdequivalenten extra kinderverzorgers in het kleuteronderwijs. En we hebben inderdaad ook nog eens het Leesoffensief gelanceerd, dat niet alleen focust op lagere scholen en secundair onderwijs, maar ook nog eens op kleuteronderwijs. Dat zijn allemaal bijkomende stappen die we gezet hebben, waarbij we inderdaad engagementen hebben genomen en die ook effectief gaan realiseren.
Maar onze boodschap is ook dat het niet alleen een verantwoordelijkheid van de scholen is. Het gaat niet op om alle verantwoordelijkheden, maatschappelijke en ouderlijke, door te schuiven naar de school. Dat stopt ergens. Je moet ook als ouder je verantwoordelijkheid nemen, zeker in de wetenschap dat je daarmee je kinderen een betere toekomst geeft. Dat moeten we inderdaad ook stimuleren, met mijns inziens niet alleen positieve stimuli. In extremis moet je ook overwegen om dat ten aanzien van ouders die hun verantwoordelijkheden niet nakomen, die het engagement dat ze aangaan en onderschrijven in het schoolreglement, niet nakomen, ook met repressieve en financiële ingrepen te kunnen doen.
Is dat een novum? Neen, dat is niets nieuws. Hier wordt gezegd dat het groeipakket onaantastbaar is. Dat is niet het geval. Vandaag is het al zo dat er zoiets bestaat als een ‘zorgwekkend dossier’, waarbij scholen melding kunnen doen aan de Vlaamse overheid om te zeggen dat er een probleem is met sommige ouders inzake aanwezigheden van hun kinderen. Dan melden zij een zorgwekkend dossier aan, en vervolgens kan de Vlaamse overheid ter zake ingrijpen op een deel van het groeipakket, namelijk op de schooltoeslag. Dat is dus geen novum. Het bestaat vandaag al.
Ik vind dat we verdere pistes ter zake moeten blijven verkennen. Want ik aanvaard niet, mijnheer Danen, dat u het hier over rechten van ouders hebt. En wat met de rechten van kinderen? Wat met de rechten van kinderen wier ouders hun ouderlijke verantwoordelijkheden niet nakomen en er uiteindelijk voor zorgen dat die kinderen geen gelijke kansen hebben? Mag iemand daarvoor opkomen? Dat is wat wij willen doen. Wij willen ervoor zorgen dat kinderen zo maximaal mogelijk gelijke kansen krijgen en dat kinderen dus zo maximaal mogelijk worden bijgespijkerd op het vlak van de kennis van het Nederlands, niet alleen op school, maar ook buiten de school. (Applaus bij de N-VA)
De heer Vandewalle heeft het woord.
Eerst en snel dit, mevrouw Goeman. Ik zit hier nog niet zo lang, dus misschien kan ik niet altijd volgen. Maar ik denk toch dat er nog een telefoontje nodig is met de heer Rousseau om juist af te stemmen over wat er hier juist wordt verteld. Dat terzijde. Soms wordt de essentie van een debat nog beter samengevat in een gedicht, dan in een tussenkomst.
Ik heb in uw mail gezien, voorzitter, dat het morgen Wereldgedichtendag is. Ik dacht: ik neem al een voorsprong. Ik heb een gedicht gelezen. Het is al een vrij oud gedicht, van een jaar geleden. De dichter is, jammer genoeg, overleden. Stijn De Paepe heeft het debat vorig jaar al samengevat. Ik zal zijn gedicht even voorlezen.
Uw kleuter spreekt
een mondje Frans
en al z’n juffen
blijken fans.
Er komt een woordje
Engels uit?
Een kus alsook
een bank vooruit!
Praat hij Arabisch,
Pools of Turks,
dan wordt de juf
'n tikje nurks.
#Meertaligheid,
een waar festijn!
Als ‘t maar de
juiste talen zijn.
(Applaus bij de PVDA)
Collega Vandewalle, mag ik u feliciteren met uw eerste actuele vraag in dit parlement? (Applaus bij de meerderheid, Groen, Vooruit en de PVDA)
De actuele vraag is afgehandeld.