Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, vorige week werd er aangekondigd dat de populaire Waterbus in Antwerpen duurder wordt, een derde erbij, bij de prijs. Eerder dit jaar is het goedkoopste Lijnticket ook al met een kwart opgeslagen. We zullen het morgen bij de bespreking van het openbaredienstencontract van De Lijn ongetwijfeld hebben over de kostendekkingsgraad die verder moet stijgen, over de duurdere tickets in de spits enzovoort.
Overal in onze buurlanden kiezen ze ervoor om openbaar vervoer goedkoper te maken. In Duitsland betaal je 9 euro om een hele maand onbeperkt trein, tram en bus te kunnen gebruiken. In Luxemburg is er volledig gratis openbaar vervoer. In twintig steden in Frankrijk: gratis openbaar vervoer. Wat doet de Vlaamse Regering? De prijzen verder laten stijgen. Het kost nu al 2,5 euro om een bus te nemen, en daarmee koop je eigenlijk geen busticket maar een lottoticket. Komt de bus of komt hij niet? Geraak ik erop of geraak ik er niet op? Ben ik op tijd of ben ik niet op tijd? Altijd spannend bij De Lijn.
Ik snap de argumenten ook niet, minister. Er wordt altijd gezegd dat de prijzen stijgen en dat dus de ticketprijzen mee moeten stijgen. Maar in Duitsland, Frankrijk, Luxemburg gebruiken ze exact de omgekeerde redenering. Onlangs nog hebben ze in Montpellier aangekondigd dat ze het openbaar vervoer, dat trouwens bijzonder kwalitatief is, helemaal gratis zullen maken. Dat deden ze met de boodschap: ‘Voor de koopkracht en voor het klimaat, Montpellier wacht niet.’ Ik denk dat wij ook niet te lang meer moeten wachten.
Het is heel interessant om te zien dat in die steden waar ze kiezen voor heel goedkoop of gratis openbaar vervoer, men altijd eerst heeft geïnvesteerd in de kwaliteit van het openbaar vervoer, dat die twee echt samengaan. Dan zie je dat het werkt. In Duitsland zijn er sinds de invoering van het 9 euroticket 10 miljoen reizigers bij gekomen. Ze hebben daar vandaag meer reizigers op het openbaar vervoer dan voor de coronacrisis. In Luxemburg zijn ze volop bezig met een ambitieuze modal shift, en in heel veel Franse steden zijn ze bezig met echte autosteden terug te geven aan de bewoners, met een betere mobiliteit, betere luchtkwaliteit en zo verder.
Minister, welke inspiratie haalt u uit die buitenlandse voorbeelden over het inzetten van gratis of goedkoper openbaar vervoer in de strijd tegen de koopkrachtcrisis? (Applaus van Kim De Witte en Stijn Bex)
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer D’Haese, ik heb uiteraard ook kennisgenomen van het voorstel in bijvoorbeeld Duitsland, waar men inderdaad een succesvol project heeft uitgerold. Gedurende drie maanden heeft men daar ruim 7 miljoen abonnementen uitgereikt aan een kostenplaatje van 2,5 miljard euro – geld van de belastingbetaler, dat moeten we er ook wel even bij zeggen.
U vraagt wat wij zullen doen als Vlaamse overheid inzake goedkopere tarieven. Ik nodig u uit om eens opnieuw naar de benchmark te kijken die we in december 2020 hebben gelanceerd. Daaruit blijkt dat Vlaanderen voor zowel de meerrittenkaarten als de abonnementen tot de gebieden met de laagste tarieven behoort, de allerlaagste. De middengroep heeft ruim 50 procent hogere tarieven, zowel voor de eenrittenkaarten als de abonnementen als de meerrittenkaarten. We zitten dus al heel laag met onze tarieven.
We hebben recent een openbaredienstencontract kunnen afsluiten met De Lijn – we zullen het daar morgen in detail over hebben – en daar zetten we in op drie grote kernbegrippen. We willen met De Lijn volop de transitie inzetten en volop kiezen voor meer en beter openbaar vervoer. Daarin staan klantvriendelijkheid, duurzaamheid en efficiëntie centraal.
Daar verankeren we ook dat we ieder jaar opnieuw ruim 1 miljard euro aan exploitatiekosten geven aan De Lijn. Daarnaast verankeren we dat we de komende vijf jaar ieder jaar opnieuw minstens 270 miljoen euro zullen investeren in De Lijn. Dat zal sowieso zorgen voor een volledige kentering, voor een volledige transitie, waarbij De Lijn veel attractiever zal zijn en waarbij we volop werk kunnen maken van die modal shift.
Daarnaast – en dat hebben we daarstraks ook al gezegd – is de fiets nog altijd de goedkoopste manier om zich te verplaatsen. Het is goedkoop en duurzaam. En daar roepen we ook eenieder toe op. Ook daar investeren we ongeziene budgetten. Ik zie u lachen, ik zie dat u geen voorstander bent van de fiets. Maar toch roep ik eenieder ertoe op om de meest duurzame wijzen van verplaatsing te gebruiken, namelijk de fiets en het openbaar vervoer.
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, ik ben een fervent fietser. Maar ik zal nooit achter de idee staan dat, als het openbaar vervoer voor jou te duur is, je dan maar de fiets moet nemen.
Ik had ergens wel verwacht dat u zou zeggen dat gratis of goedkoper openbaar vervoer heel veel geld kost. U weet misschien dat het in Duitsland een liberale minister is die het ticket van 9 euro heeft ingevoerd. Dat is niet ineens een communist geworden, het is gewoon een goed idee, omdat je mensen daarmee uit de auto haalt, de vervoersarmoede en de luchtvervuiling aanpakt, iets doet voor het klimaat en ervoor zorgt dat we niet allemaal vaststaan in de files.
Want daarover heeft niemand het ooit: de kostprijs van files – ik weet niet of u dat weet – bedraagt 4,5 miljard euro per jaar, van luchtvervuiling 8 miljard euro per jaar, van verkeersongevallen 12,5 miljard euro per jaar. En dan heb ik het nog niet over de klimaatverandering die ons onwaarschijnlijk veel geld zal kosten. Als je dan kijkt naar de kostprijs van bijvoorbeeld gratis openbaar vervoer bij De Lijn, die ongeveer 200 miljoen euro zou kosten, dan denk ik dat dat zijn kost meer dan waard is, minister.
Ik hoop dat u de blik een beetje meer kunt openzetten, dat u kunt kijken naar die goede voorbeelden. Zestig Europese steden kiezen ervoor en wereldwijd zijn het er honderd. En we zien dat, daar waar men kiest voor investeringen in beter en betaalbaarder openbaar vervoer, men ook meer reizigers aantrekt. (Applaus van Kim De Witte)
De heer Maertens heeft het woord.
Collega D’Haese, voor u is het nooit genoeg, dat weten we. Voor u moet het allemaal gratis zijn. Maar iemand moet dat betalen. Waar u het geld haalt, dat zegt u natuurlijk nooit.
Maar laten we eerlijk zijn. Als je de abonnementsprijs voor 1 jaar in de middengroep, leeftijdscategorie 25 tot 64 jaar neemt, dan kost dat 351 euro per jaar. Dat is minder dan 30 euro, dat is 29,25 euro per maand. Denkt u nu echt dat iemand sneller zal overschakelen op zo’n abonnement omdat het gratis is? (Opmerkingen van Jos D’Haese)
Als je maandelijks met de auto al die kilometers moet rijden naar het werk en dat kunt vervangen door een abonnement met de bus, dat nog geen 30 euro kost, dan denk ik dat die keuze snel gemaakt is. Als u denkt dat het tarief het enige is dat iemand over de streep kan trekken, dan kunnen we het daar absoluut niet mee eens zijn. Waarover gaat het? Het gaat in de eerste plaats over de betrouwbaarheid van het openbaar vervoer, over stiptheid, over kwaliteit en over veiligheid. Dat zijn de punten waaraan De Lijn zeker moet werken, dat zijn ook de punten waarover we het morgen in de commissie zullen hebben. En dan zullen die tarieven echt niet meer de doorslag geven. (Applaus bij de N-VA)
De heer Verheyden heeft het woord.
Collega D’Haese, we weten allemaal dat u heimwee hebt naar de voormalige Sovjet-Unie of naar het Noord-Koreaanse model, zo u wilt. (Opmerkingen van Jos D’Haese)
Maar dit is Vlaanderen. Dit is Vlaanderen en hier weten we dat gratis niet bestaat. Gratis moet altijd worden betaald. En u zou moeten weten dat dat in heel veel gevallen betaald wordt door die hardwerkende Vlaming die nu al compleet wordt belast.
De Vlaming die die gratis bus zal nemen, die zal dat op een andere manier moeten terugbetalen. Laten we eerder inzetten, minister, op het uitbouwen van een modern, efficiënt, comfortabel en veilig openbaar vervoer, maar vooral op een openbaar vervoer dat inderdaad wordt geleverd aan democratische prijzen. Pas dan kan dat een alternatief zijn voor de automobilisten.
We hebben het onlangs nog gezien. U hebt een nieuw openbaredienstcontract afgesloten dat morgen zal worden besproken. Maar wanneer ik dan zie dat De Lijn meer autonomie krijgt inzake ticketprijzen en dat ze denken aan flexibele prijzen, dan zijn wij daar geen voorstander van. Want dat zal niet meer mensen naar het openbaar vervoer trekken. Want dan is het opnieuw die werkende Vlaming, die schoolgaande jeugd, die daarvan het slachtoffer is. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, minister, goede collega’s, Steve is back. Steve Stevaert is back, alive and kicking. Ik denk dat hij zichzelf nu trakteert op een goed glas champagne – hij zei altijd: ‘Niet veel, maar goed’ – ergens in de eeuwige jachtvelden waar hij zich nu bevindt.
Uit het Hasseltse voorbeeld met gratis bussen, dat toch ruim een decennium geduurd heeft, blijkt dat daar niets aan modal shift werd bereikt. Men haalde wel fietsers van de weg, en die namen dan de bus. Maar degene die de wagen nam, de automobilist, bleef verder met zijn auto rijden. In deze dagen, tijdens de schoolvakanties, zaten daar schoolkinderen op bij wijze van tijdverdrijf. Maar de modal shift is er nooit door gestimuleerd. Onderzoeken wijzen dat inderdaad uit. De busreiziger is vooral bekommerd om kwalitatieve maatstaven: voorspelbaarheid, propere bussen. De prijs is eigenlijk van onderschikt belang. En inderdaad, gratis betekent dat de factuur voor de belastingbetaler is, voor alle Vlamingen. En in die zin is het ook een vorm van bedrog. (Applaus van Tom Ongena)
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, met de gigantische uitdagingen waar we vandaag voor staan, zou in een warm Vlaanderen een Vlaamse Regering er alles aan moeten doen om de bus en de tram opnieuw aantrekkelijk te maken en dus resoluut te investeren in een kwaliteitsvol openbaar vervoer dat werkt. Naast zorgen voor betaalbaarheid, betekent dat ook betere dienstverlening, hogere kwaliteit en meer aanbod. Mensen wachten daarop. Maar u, minister, doet spijtig genoeg het omgekeerde. U bespaart, u zorgt dat iedereen ontevreden is, u verhoogt de prijzen en vervolgens gaat u privatiseren. En we weten uit het buitenland wat dat betekent: nog minder bussen, nog hogere prijzen, nog meer files en nog meer vervoersarmoede. Wij bij Vooruit passen daarvoor. Voor ons heeft het openbaar vervoer ook een maatschappelijke rol. Het is essentieel dat mensen zich kunnen verplaatsen op een betaalbare manier en de overheid moet daarom de regie in eigen handen houden.
Wat de betaalbaarheid betreft, minister, hebben wij al het voorstel gedaan om te zorgen voor een ticket voor alle openbaarvervoernetten in ons land samen. Dat staat nu ook in de beheersovereenkomst. Wat gaat u daarmee doen?
De heer Bex heeft het woord.
Minister, een verdienste wil ik u toekennen en dat is dat u in de beheersovereenkomst die dit weekend bekend raakte, middelen vrijmaakt om de tramsporen te herstellen waar de tram nog maar tien kilometer per uur kan rijden omdat er al dertig jaar geen onderhoud aan gebeurd is. Maar er komen geen extra werkingsmiddelen voor De Lijn en toch zal De Lijn meer moeten doen. U zegt dat De Lijn de vrijheid krijgt om de tarieven aan te passen. Dat betekent dus dat de tarieven zullen verhogen.
Nochtans zijn er op dit moment tal van voorbeelden, in het buitenland, maar ook in deze stad, in Brussel, waar het openbaar vervoer zeker voor jonge en voor oudere mensen zeer goedkoop of gratis is. Open Vld haalt hier enerzijds een plan van twee jaar geleden aan en anderzijds beleid van twintig jaar geleden om vandaag te zeggen: ‘Goedkopere prijzen, in deze energiecrisis, in deze sociale crisis, dat moeten we niet doen.’ Collega’s, kunnen we alstublieft kijken naar de problemen die de mensen vandaag hebben en daaraan remediëren?
Ik heb nog een laatste vraag, minister, want ik kan mij niet voorstellen dat wij u goed verstaan hebben. Hebt u nu werkelijk gezegd dat wie geen geld heeft om de bus te nemen, maar op de fiets moet kruipen? Want dat is wat u daarnet gezegd hebt. (Applaus bij Groen)
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Het is toch wel merkwaardig dat de PVDA blijkbaar denkt dat de brandstofprijzen niet stijgen voor De Lijn. Alsof dat de overheid al niet genoeg kost.
Anderzijds heb ik bij de bespreking van het jaarverslag van De Lijn, op 2 juni, ook al gevraagd om van de nood een deugd te maken en met de stijgende energieprijzen meer mensen te overtuigen van het openbaar vervoer, en dan specifiek van De Lijn, als alternatief. Maar dat doe je niet met een gratisverhaal. Gratis bestaat niet. Het geeft bij mij soms zelfs veeleer de indruk dat gratis niets waard is. Voor sommige mensen komt dat zo over. En met azijn vang je geen vliegen. Om de mensen van de auto naar de bus te krijgen, denk ik dat er andere zaken nodig zijn. Zoals hier al gezegd is, gaan we dat morgen kunnen bespreken. In het nieuwe openbaredienstencontract met De Lijn zijn een heleboel zaken opgenomen, zoals een meer vraaggestuurd aanbod en betrouwbaarheid. En iets wat ik ook belangrijk vind, zijn propere bussen. Dat staat daar ook heel duidelijk in. Ik vond dat een invalshoek die soms te weinig wordt genomen.
Collega’s, mag ik alstublieft vragen om u aan de spreektijd te houden? Want het is vandaag echt heel erg. Er is voorlopig maar één persoon die zich eraan gehouden heeft. Ja, u bent dat, mijnheer D’Haese. (Gelach. Applaus)
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, dank u wel. Ik denk ten eerste dat de heer Keulen het heel duidelijk heeft geduid: gratis bestaat niet. Twintig jaar geleden is er het plan van Steve Stevaert voor gratis vervoer geweest, met als gevolg: iedereen weg van de fiets en niet weg van de auto. Dat was heel duidelijk het verhaal, en wat blijkt vandaag? Wij wonen vandaag in de provincie Limburg in de meest autogerelateerde provincie.
Ten tweede is er de kwestie van de tarieven. Dat heb ik daarstraks ook al gezegd. Wij wonen in gebieden met de laagste tarieven. Ik ben het niet die dat zegt. Dat blijkt heel duidelijk uit een benchmarkstudie waarin men Vlaanderen heeft vergeleken met soortgelijke regio’s met soortgelijke openbaarvervoersdiensten. Wij hebben de laagste tarieven. De grote middenmoot heeft minstens 50 procent hogere tarieven. Ook dat blijkt heel duidelijk uit die benchmark.
Het is heel duidelijk dat nog niet iedereen het openbaredienstcontract heeft gelezen. We geven in het kader van dat contract inderdaad meer autonomie aan De Lijn, als blijk van vertrouwen in het management, in de organisatie van De Lijn. Wij geven meer autonomie, zowel inzake het aanbod als inzake prijzen. Sommige collega’s lezen daar automatisch in dat wij de prijzen daardoor gaan verdubbelen. Mevrouw Robeyns, u kent het sociaal tarief dat wij hebben. Als ik dat op maandbasis tel, dan is dat geen abonnement van 9 euro, zoals in Duitsland. Dan is dat een abonnement van nog geen 4 euro per maand. Dat is ons sociaal tarief, en ik denk dat dat inderdaad van een warm Vlaanderen getuigt. Gaan wij door prijzenautonomie toe te kennen aan De Lijn, binnen een kader dat de Vlaamse Regering eerst vastlegt en dat duidelijk stelt dat niet mag worden geraakt aan die sociale tarieven, automatisch de prijzen verhogen? Hebt u dat ergens gelezen? Neen. Wat er wel is, is prijsdifferentiatie op maat van doelgroepen. Er zijn derde-betalerssystemen. Er wordt flexibel ingespeeld. In daluren gaat men eventueel de prijzen verlagen om mensen aan te moedigen om dan wél het openbaar vervoer te nemen. Dat is de autonomie die wij aan De Lijn geven, en dat is absoluut niet hetzelfde als zonder meer stellen dat wij een prijsverhoging zouden willen doorvoeren.
Ik nodig jullie uit om dat openbaredienstcontract toch nog eens heel aandachtig te lezen. We gaan er morgen in detail op in, maar alleszins lezen jullie daar vandaag al andere dingen in dan wat wij er daadwerkelijk in hebben opgenomen.
Mijnheer Bex, om u gerust te stellen: uiteraard zeg ik niet dat degene die geen 4 euro per maand kan betalen voor openbaar vervoer, dan maar de fiets moet nemen. De vraag was hier heel duidelijk wat ik zal doen om een antwoord te bieden op de hoge prijzen van fossiele brandstoffen. Ons antwoord daarop is juist kiezen voor meer duurzame alternatieven, en dat is voor mij op de eerste plaats het fietsen, waarin wij ongeziene bedragen investeren, maar dat is ook het openbaar vervoer. Met dat nieuwe openbaredienstcontract, een verhaal van rechten en plichten, geven we veel meer verantwoordelijkheid, veel meer autonomie aan De Lijn. De Lijn stelt zich er daarbij garant voor te kiezen voor meer klantvriendelijkheid, meer efficiëntie en meer duurzaamheid. Dat is hetgeen waarvoor wij kiezen, maar het is uiteraard een en-enverhaal.
Mijnheer D’Haese, u zegt dan dat wij niks doen voor het klimaat, dat er iedere dag opnieuw files staan. Wij doen daar heel veel voor. Ik nodig u opnieuw uit om onze klimaattransitienota van november vorig jaar te lezen. Van de veertig maatregelen die de Vlaamse overheid daarin op tafel heeft gelegd, waren er elf klimaatkleppers specifiek op het vlak van mobiliteit. Wij investeren ongeziene bedragen in onze waterwegen om ervoor te zorgen dat veel meer van ons goederentransport weg kan van de weg, richting spoor en vooral richting onze waterwegen, wat een vermindering van de files betekent. Daar investeren we enorm in. Wij kiezen volop voor zero-emissievoertuigen, weg van de fossiele brandstoffen. We kiezen ook bij De Lijn volop voor zero emissie. Kortom, we doen heel veel inzake de klimaatuitdagingen, inzake het weggaan van fossiele brandstoffen, maar als u het niet wilt weten, dan weet u het natuurlijk niet. Alleszins blijven wij daar volop in investeren. Ik heb er alle vertrouwen in dat De Lijn straks heel wat meer reizigers naar zich toe zal trekken op basis van het nieuwe openbaredienstcontract dat we hebben. (Applaus bij Open Vld)
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, beste collega’s, ik moet zeggen dat ik de reacties een beetje voorspelbaar vind, een beetje bekrompen. Niet durven kijken naar de voorbeelden die werken in het buitenland. ‘Gratis bestaat niet.’ Het verbaast mij, mijnheer Keulen, dat ik het van u moet horen, want in uw eigen Lanaken rijdt het openbaar vervoer gratis op marktdag. (Opmerkingen van Marino Keulen)
Gratis openbaar vervoer op marktdag, betaald door de gemeente Lanaken. Mijnheer Keulen, u weet dus dat het werkt, want anders zou u het afschaffen. En het werkt inderdaad. We zien het niet alleen in Lanaken, we zien het niet alleen in Gent – waar het gratis is op koopzondagen –, we zien het in Luxemburg, we zien het in Aubagne, we zien het in Duinkerke, we zien het in Tallinn, we zien het in Montpellier, we zien het overal waar men het invoert. En zeker vandaag, als de koopkrachtcrisis zo hard toeslaat, denk ik: gratis openbaar vervoer, voor het milieu, voor de koopkracht, waar wachten wij nog op? (Applaus van Kim De Witte, Stijn Bex en Bruno Tobback)
De actuele vraag is afgehandeld.