Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Voorzitter, minister, gisteren lazen we in de krant dat een op de drie vrouwen bang is om het openbaar vervoer te nemen, uit schrik voor ongewenst gedrag. Die cijfers zijn afkomstig uit een mobiliteitsonderzoek van de federale overheid.
Minister, het is niet de eerste keer dit jaar dat u bevraagd wordt over de onveiligheid aan en op het openbaar vervoer. En voor u het Vlaams Belang beticht van stemmingmakerij: ook de andere partijen hebben dit onderwerp al bij u aangekaart.
Het is een problematiek die heel regelmatig aan bod komt, wat duidelijk maakt dat er een breedgedragen bezorgdheid is. En ook de cijfers bewijzen dat er een duidelijk probleem is. Want vorig jaar vonden er aan en in het openbaar vervoer maar liefst 90 gevallen van seksueel grensoverschrijdend gedrag plaats. En gewone ongewenste seksistische opmerkingen zijn niet eens vervat in deze cijfers. Het gaat dus over 90 feiten van ernstige seksuele intimidatie. En dat is blijkbaar nog maar het topje van de ijsberg. Want uit diezelfde cijfers bleek ook dat er zich vorig jaar maar liefst 5449 feiten van overlast voordeden op het openbaar vervoer. 5449 feiten: dat is een pak meer dan in 2020. Toen waren er 4384.
Minister, u kunt niet ontkennen dat er zich een probleem stelt. Er is duidelijk nood aan nultolerantie ten opzichte van overlast, ten opzichte van seksuele agressie en ongewenst seksueel gedrag op het openbaar vervoer. Omdat dit het recht op veiligheid is, dat het belangrijkste mensenrecht behoort te zijn, maar ook omdat uw modal shift geen succes kan zijn aangezien u nooit extra mensen naar het openbaar vervoer zult kunnen aantrekken wanneer de veiligheid van de passagiers niet wordt gegarandeerd.
Minister, als een op de drie vrouwen bang is om het openbaar vervoer te nemen, dan schiet uw beleid helaas schromelijk tekort. Welke initiatieven zult u nemen om opnieuw te garanderen dat ons openbaar vervoer een veilige plaats wordt voor alle reizigers, ook voor vrouwen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw Ryheul, ik dank u voor uw vraag. Elke vorm van ongewenst gedrag, van grensoverschrijdend gedrag, van fysieke of verbale agressie ten aanzien van medereizigers, of dat nu op de trein, tram of bus is, of ter hoogte van de haltes, is uiteraard onaanvaardbaar. En dat moeten we uiteraard een halt toeroepen.
Samen met u heb ik uit die studie van de federale overheid kennisgenomen van de vele getuigenissen en van het feit dat ruim een op de drie vrouwen angst zou hebben om de trein, de metro of de bussen van De Lijn te nemen. We lezen ook dat het onveiligheidsgevoel daalt als er een chauffeur of een lijncontroleur aanwezig is. Hoe dan ook kunnen we dat niet accepteren. We moeten daar tal van maatregelen tegen nemen. Alle overheden doen dat ook. De overheid neemt tal van maatregelen, maar daarnaast blijf ik benadrukken dat het de taak is van elke getuige van grensoverschrijdend gedrag of andere vormen van agressie om onmiddellijk in te grijpen en het nodige te doen.
Wat doet De Lijn inzake die vormen van agressie? Ze neemt tal van maatregelen. Ze roept in de eerste plaats op om telkens melding te maken van feiten die niet door de beugel kunnen en ook om klacht in te dienen. Op de website van De Lijn vindt u een uitgebreide uiteenzetting van hoe dat allemaal in het werk gaat. Er is een heel uitgebreid actieplan ‘Veilig op Weg’ met tal van organisatorische maatregelen, zoals camera’s en de inzet van lijncontroleurs en lijnspotters. Er is ook de samenwerking met externe partners. Daarnaast heeft De Lijn recent een sociaal veiligheidsincidentenbeheersysteem opgezet waarbij alles wordt gemonitord en in kaart gebracht. Daarbij wordt extra gefocust op de probleemgebieden of -haltes. Verder werden er al heel wat bewustmakingscampagnes opgezet en die zullen ook in het najaar worden gevoerd. We hopen dat probleem alleszins een halt toe te roepen want het is uiteraard onaanvaardbaar.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Een op de drie vrouwen mijdt het openbaar vervoer omdat men zich er niet veilig voelt. Er zijn inderdaad al een aantal maatregelen genomen. Ik verwijs ook naar het actieplan Veilig op Weg, maar alles toont toch aan dat dat nog onvoldoende is om vrouwen met een gerust hart het openbaar vervoer te laten nemen, vooral ’s avonds en op bepaalde risicotrajecten.
U had het over een aantal bewustmakingscampagnes. De hoffelijkheidscampagne wordt later in het najaar uitgevoerd. Ik vrees echter dat die weinig indruk zal maken op personen zonder elementaire fatsoennormen. Voor mij was het geld beter geïnvesteerd geweest in nog meer camera’s. Minister, welke stappen wilt u zetten om ter zake een volledige dekking te bekomen? Op die manier zal voortaan iedereen die van plan is om iets kwaad te doen op het openbaar vervoer, er zeker van zijn dat hij dat ten eerste niet anoniem kan doen en dat hij ook zal worden geïdentificeerd en ten tweede dat er een kordate bestraffing is. Wanneer komt er in plaats van een softe en wellicht ook dure hoffelijkheidscampagne toch een harde aanpakcampagne?
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Grensoverschrijdend gedrag is een groot probleem in de samenleving en ook in het openbaar vervoer. Het kan niet dat mensen, vrouwen en mannen, zich geremd voelen om het openbaar vervoer te gebruiken omdat ze zich niet veilig voelen. We merken ook een blijvend probleem van agressie tegenover chauffeurs, wat ook niet kan. De PVDA roept daarom al langer op om een tweede man of vrouw op de bus of de tram te zetten, iemand die mensen kan helpen met in- en uitstappen, die uitleg kan geven over de lijnen en de aansluitingen, maar die ook een oogje in het zeil kan houden en helpen bij de veiligheid op het openbaar vervoer. Er zijn proefprojecten geweest op hoogrisicolijnen in Antwerpen, Vlaams-Brabant en Gent. We hoorden dat de ervaringen positief waren. We willen graag weten of er daar een evaluatie van gemaakt is en wat er nog verder wordt ondernomen.
De heer Bert Maertens heeft het woord.
Collega’s, we mogen deze problematiek absoluut niet onder de mat vegen. Dat is heel duidelijk. Ik denk dat iedereen daar dezelfde mening over heeft. Het is een problematiek die anderhalf jaar geleden hier in de plenaire zitting, toen in beperkte samenstelling, aan bod is gekomen. Het was mijn goede collega Daniëls die toen de minister heeft aangesproken met het voorbeeld uit Nederland. De Nederlandse Spoorwegen hadden toen een Whatsapp- en sms-nummer in het leven geroepen waarmee mensen heel onopvallend en heel snel een melding kunnen maken aan de Nederlandse Spoorwegen van dergelijk ongewenst gedrag, waardoor de Nederlandse Spoorwegen heel snel kunnen optreden. Toen heeft de minister geantwoord dat dat zeker iets is, en dat De Lijn dat zou onderzoeken. Mijn vraag is nu uiteraard: waar staan we met dat onderzoek? Zijn er concrete plannen om zo’n nummer in te voeren? Als u spreekt over meldingen, minister, dan zal dit zeker een stap in de goede richting zijn.
De heer Bex heeft het woord.
Inderdaad, collega Ryheul haalt een belangrijke problematiek aan. U hoeft helemaal niet bang te zijn, collega, om beschuldigd te worden van stemmingmakerij. Wij hebben vanuit alle fracties al vragen over deze thematiek gesteld. We vinden het allemaal superbelangrijk dat mensen zich veilig op het openbaar vervoer kunnen begeven. Dat zal er alleen maar toe leiden dat het openbaar vervoer meer succes kent.
Op 10 februari 2022, minister, hebben we u daarover met een aantal collega’s ondervraagd. U hebt gezegd dat u het maken van een app op de interministeriële conferentie zou brengen en dat u zou voorstellen aan uw andere collega’s van Mobiliteit om een geïntegreerde app te maken. Want, collega, u zult het met mij eens zijn dat het niet de bedoeling kan zijn dat mensen eerst tussen hun verschillende openbaar vervoerapps moeten gaan zoeken om te weten via welke ze een melding moeten doen. Het zou goed zijn mochten we een app hebben voor alle openbaar vervoer in België. U zou dat aankaarten, minister, op die interministeriële conferentie. Hebt u daar al meer nieuws over?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Collega’s, gisteren kwamen er cijfers in de pers over het seksueel grensoverschrijdend gedrag op voertuigen en aan haltes van De Lijn naar aanleiding van een schriftelijke vraag die ik had gesteld. Daaruit bleek dat er vorig jaar 90 meldingen zijn geweest. We weten allemaal dat dit een heel zware onderschatting is. Dat betekent dat er in werkelijkheid veel, veel meer feiten zijn, maar dat mensen geen melding maken. De vraag is dan waarom ze geen melding maken. We moeten absoluut de meldingsbereidheid verhogen, maar we moeten ook inzetten op de omstaanders, minister. Mijn vraag is hoe u dat verder zult uitwerken. Het Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid (Sensoa) heeft ter zake al een campagne gelanceerd onder de titel ‘Wij grijpen in’. Want het is maar als omstaanders mee actie ondernemen dat slachtoffers zich ook veiliger gaan voelen en dat daders gaan stoppen. Ik denk dat dat een heel belangrijk element is dat zeker moet worden meegenomen.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, zoals u weet is voor Vooruit betaalbaar, kwaliteitsvol en veilig openbaar vervoer ontzettend belangrijk. Het wordt tijd dat deze Vlaamse Regering daarin investeert. De realiteit vandaag is spijtig genoeg dat de bussen te laat komen, tickets duurder worden en de mensen nu ook nog eens bang zijn om de bus of de tram te nemen. Een paar maanden geleden heb ik samen met andere collega’s het voorstel gelanceerd voor zo’n discreet meldpunt zodanig dat mensen die zich onveilig voelen op de bus of de tram via sms, Whatsapp of via een rode knop in de app van De Lijn een melding zouden kunnen doen. In Nederland bestaat dat al. Op federaal niveau gaat dat ingevoerd worden op de trein, heb ik begrepen. U hebt gezegd dat u het zou overmaken aan De Lijn om het te onderzoeken. Mijn vraag is: wat is daar ondertussen mee gebeurd? (Applaus bij Vooruit)
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, voorzitter, goede collega’s, ik denk dat het verhaal van de solidariteit van de medereizigers een heel belangrijke factor is. Als reizigers mee symbolisch of letterlijk een vuist maken ter ondersteuning van belaagde reizigers, dan wordt aan diegene die in de fout gaat ook een duidelijk signaal gegeven. Protocollen sluiten met de politiezones, zowel lokaal als federaal, om steekproefsgewijs eventueel politieploegen in tram of op de bus aanwezig te laten zijn is, denk ik, een belangrijk signaal zowel naar diegenen die het goed menen maar ook naar diegenen die in de fout willen gaan en die hun eigen gedrag niet onder controle hebben. Zo geven we het signaal dat ze dat niet straffeloos kunnen doen. En het laatste punt is heel belangrijk: elk van die feiten moet worden aangegeven. Die meldingsplicht is nodig om ook precies de omvang van de problematiek in kaart gebracht te krijgen. De officiële feiten zijn letterlijk het symbolische topje van de ijsberg, spijtig genoeg. (Applaus van Willem-Frederik Schiltz en Maurits Vande Reyde)
Minister Peeters heeft het woord.
Bedankt voor al jullie terechte opmerkingen en bedenking, collega’s. Elke vorm van agressie is totaal onaanvaardbaar en moeten we een halt toeroepen. Dat is een boodschap die geldt voor elke entiteit, elke overheid en elk openbaarvervoerbedrijf. Uiteraard zou ook elke medereiziger, elke burger die een vorm van agressie gewaar wordt, mee moeten optreden en mee een halt moeten toeroepen aan eender welke vorm van agressie.
U vraagt welke elementen bijkomend gedaan worden. Ik heb al gezegd dat er, organisatorisch, binnen De Lijn al een hele reeks maatregelen wordt uitgewerkt. Die vindt u allemaal binnen de globale aanpak van ‘Veilig op Weg’. Daar zitten heel wat concrete maatregelen in, zoals extra lijncontroleurs. We hebben het daar een tijd geleden ook al over gehad. Toen was de vraag specifiek of er bijkomend lijncontroleurs aangeworven worden. Er zijn recent nog 5 fulltime-equivalenten (fte’s) bij gekomen. We hebben vandaag meer dan 190 lijncontroleurs. Daar wordt dus volop op ingezet.
Bijkomend zijn er de lijnspotters, in samenwerking met de lokale besturen. Ook dat project loopt verder. We bekijken daar hoe we samen met de lokale besturen een soort van gemeenschapswachten kunnen inzetten voor die locaties waar er vaker melding komt van ongewenst gedrag of van een onveiligheidsgevoel. Ook daar wordt dus verder op ingezet.
Natuurlijk is ook het materiële van belang. Op dit ogenblik hebben we al in ruim 76 procent van onze bussen camera’s hangen. Bij elke nieuwe bus die wordt geleverd zal er sowieso camerabewaking zijn. Op al onze tramtoestellen is er uiteraard ook camerabewaking. Daarnaast hebben we in al onze toestellen ook de fysieke rode knop die iedereen kan induwen als hij of zij een of andere vorm van agressie of van onaanvaardbaar gedrag vaststelt. Als de knop wordt ingedrukt kan de chauffeur onmiddellijk actie ondernemen en, in samenspraak met de dispatching, al dan niet bijkomende ondersteuning vragen. Er is ook nog de app, waar heel wat collega’s het over hadden. Ik heb dat vorige keer inderdaad aangegeven. We weten dat de NMBS daarmee bezig was. Samen met de andere openbaarvervoerbedrijven is men op dit ogenblik aan het kijken hoe men die app gemeenschappelijk kan ontwikkelen, zodat het duidelijk is voor eenieder. Iedereen kan dan eenzelfde app gebruiken, of het nu op een bus is van De Lijn, de TEC, of de MIVB, of op een treintoestel. Men heeft beloofd mij daaromtrent tegen de zomer meer duidelijkheid te geven. Ik hoop dat we zo snel mogelijk ook via die app meldingen van onaanvaardbaar gedrag kunnen doorgeven.
Mevrouw Ryheul, aangaande de hoffelijkheidscampagne denk ik echt dat het en-en-en is. We moeten zorgen voor meer veiligheidsgevoel, én door de inzet van onze bijkomende lijncontroleurs en ons personeel, én tegelijkertijd ook door de apps, de noodknoppen en de camera’s. Tegelijk blijf ik het toch ook belangrijk vinden om te focussen op de campagnes. Laat ook het feit dat wij, in dit halfrond, daar opnieuw alle aandacht op focussen een oproep zijn voor eenieder: zie je onaanvaardbaar gedrag bij medereizigers, of bij wie dan ook, maak er dan onmiddellijk melding van, dien klacht in. Alleen zo kunnen we halt toeroepen aan dergelijke feiten, die absoluut onaanvaardbaar zijn.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik hoop dat niet alleen mijn vraag, maar ook de vragen van alle collega’s, u duidelijk maken dat er dringend stappen moeten worden genomen om ons openbaar vervoer veiliger te maken. Als één op de drie vrouwen het openbaar vervoer links laat liggen omdat het een risicoplek is voor ongewenst gedrag, dan moeten er inderdaad bij u ook alarmbellen afgaan. U moet ervoor zorgen dat geen enkele dader ontsnapt aan betrapping en aan bestraffing. Het is inderdaad een en-enverhaal: door meer cameratoezicht, door meer discrete alarmmogelijkheden te voorzien voor de slachtoffers, en ook door snelle interventie te garanderen. Maak daar dus verder werk van, minister.
Maar – dat moet ook wel eens gezegd worden – klop toch ook eens op tafel bij uw federale collega, minister Van Quickenborne, zodat hij er verdorie eens voor zorgt dat geen enkele aanrander, geen enkele belager van vrouwen nog vrijuit kan gaan omdat ze niet vervolgd worden. Maak dus eindelijk eens werk, minister, van een nultolerantie tegenover overlast en tegen seksuele intimidatie op ons openbaar vervoer. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.