Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de uitrol van het misdaadpreventieplatform in heel Vlaanderen
Verslag
De heer Dewinter heeft het woord.
Minister, ik steun volmondig uw initiatief om in het kader van het op te richten misdaadpreventieplatform die Graydontool op termijn ter beschikking te stellen van alle steden en gemeenten in Vlaanderen. In Antwerpen hebben we al twee jaar ervaring met deze scanmethode die toelaat om malafide handelszaken te detecteren. U weet dat we in Antwerpen aan dubieuze winkels en malafide bedrijfjes absoluut geen gebrek hebben: straten met gemiddeld zeven tot acht Marokkaanse kappers waar weinig gekapt wordt maar vooral zwart geld witgewassen wordt, viswinkels waar meer coke en hasj wordt verkocht dan makreel en pladijs, Pakistaanse halalnachtwinkels waar lachgas, nepkledij en nephandtassen van Louis Vuitton de best verkopende producten zijn en niet te vergeten de Turkse bazaars waar alles verkocht wordt wat elders gepikt werd. Dit netwerk van malafide handelszaken en nepwinkels moet dienen om de criminele activiteiten van de maffia toe te dekken en druggeld wit te wassen. Het wordt tijd om een einde te maken aan die vijandelijke overname van de legale wereld door de illegale onderwereld.
De tool die u wilt toepassen is nuttig, maar er is een ‘maar’. Het Graydonmodel – dat weten we uit de Antwerpse ervaring – scant op basis van open bronnen fiscale gegevens maar informatie van bijvoorbeeld de sociale inspectie hoort daar niet bij. Er zijn dus nog heel wat blinde vlekken. De info moet ook efficiënt opgevolgd worden en leiden tot gerechtelijke vervolging. En daar wringt nu juist het schoentje. Antwerpen heeft het grootste politiekorps van het land. In veel kleine steden en gemeenten ontbreekt die expertise totaal en ook de mankracht om van die tool een nuttig instrument te maken.
De tool in heel Vlaanderen uitrollen is dus een goed idee. De bestaande 35 parameters moeten worden uitgebreid met fiscale en sociale gegevens. Het wettelijk kader moet worden ingevuld. Er moet voldoende personeel zijn voor de verwerking en de opvolging van de info en er is expertise en ervaring nodig. Anders heeft deze tool geen zin.
Mijn vraag aan u is dus: hoe gaat u dat allemaal doen om die tool nuttig te kunnen inzetten?
De heer Brouns heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, nagelstudio’s waar geen nagels gelakt worden, handcarwashes waar het personeel in een berghok moet slapen en die eigenlijk een dekmantel zijn voor mensenhandel, transportbedrijven waar de CEO om de haverklap wisselt of – misschien een nog treffender voorbeeld dat duidt op de aanwezigheid van georganiseerde criminaliteit – Operatie Sky, ons aller bekend, waarbij voor een straatwaarde van maar liefst 4,5 miljard euro aan drugs in beslag werden genomen, de grootste operatie ooit … Dat zijn enkele voorbeelden die heel duidelijk aangeven dat de georganiseerde criminaliteit een stevige voet aan de grond heeft in Vlaanderen en op die manier inderdaad ook van onder uit onze Vlaamse samenleving kan ontwrichten. Collega’s, dat baart zorgen.
Dat baart ook zorgen wanneer ik kijk naar het buitenland. De ons omringende landen hebben en onderkennen dat probleem natuurlijk ook en investeren daar ook massaal in. De Nederlandse regering investeert de komende twee jaar meer dan een half miljard euro enkel en alleen in de bestrijding van dat fenomeen van de drugscriminaliteit. Het waterbedeffect baart zorgen, omdat criminelen natuurlijk steeds de weg van de minste weerstand zoeken.
Gerechtelijk-politioneel moeten we daar uiteraard heel zwaar op inzetten. Ook de lokale besturen hebben daar hun rol in. Lokale besturen zijn een heel belangrijke schakel in die veiligheidsketen en hebben een belangrijke poortwachtersfunctie. Zij zijn vaak de eerste die in contact komen met bedrijven, organisaties of personen. Zij moeten die kunnen screenen. Het misdaadpreventieplatform waarmee we vandaag werken, heeft inderdaad een aantal verbeterpunten maar blijkt in de praktijk al heel effectief te zijn om het kaf van het koren te scheiden, om heel duidelijk een onderscheid te maken tussen hen die bonafide dan wel malafide intenties hebben.
Minister, mijn vraag is dus: wanneer en hoe zult u dit verder uitrollen en onder welke voorwaarden?
Minister Demir heeft het woord.
Collega's, dank u voor de vraag en jullie uitdrukkelijke steun. Ik weet dat heel veel lokale besturen en politiezones nood hadden aan zo een instrument. Antwerpen is natuurlijk een grote stad. Er zijn heel veel kleinere gemeenten in landelijke gebieden, ook grensgemeenten met Nederland, die vragende partij zijn voor zo een instrument. Daarom hebben we gezegd dat we alle informatie gaan bundelen. We gaan niet alleen die economische en financiële informatie bundelen maar we gaan het ook in een criminologisch verhaal zetten. Dan komt er een score. Hoe hoger die score, hoe meer alarmbellen afgaan. Dan kan een lokaal bestuur of een politiezone zeer gericht controleren wat er zich eigenlijk afspeelt achter een handelszaak. Wordt daar geld witgewassen, zijn er drugsactiviteiten enzovoort?
We gaan dat in eerste instantie in tien gemeenten uitproberen. We hebben dit uitgeprobeerd in de Westkust in West-Vlaanderen. Daar is gebleken dat in 80 procent van de gevallen alarmbellen afgingen en men zeer gericht naar de handelszaak kon gaan. We weten ook dat men de voorbije twee jaar in Antwerpen al heeft gewerkt met een gelijkaardig instrument maar dat men daar meer informatie bij wil hebben, denk maar aan alle informatie rond omgeving, milieuovertredingen enzovoort. Dat gaan wij ook vanuit Vlaanderen kunnen aanvullen. Daar zijn we mee bezig. Zo is het heel uitgebalanceerd.
De evaluatie van Antwerpen nemen wij ook mee, zodra we de testfase hebben gedaan in tien gemeenten. We zullen zien waar er nog leemtes zijn. Die zullen we aanvullen na de testfase en na de evaluatie in Antwerpen. Daar wordt ook omgevingsinformatie aan toegevoegd. Daarna is het een kwestie van samenwerkingsakkoorden te sluiten met de federale overheid want het is heel belangrijk dat alles rond btw of sociale inspectie bijvoorbeeld daar ook in zit. Dat is essentieel. Wij hebben daar de afgelopen maanden hard aan gewekt. Ik denk dat de federale overheid met Wallonië nog een aantal zaken moest doen. We hebben gezegd dat we daar niet op zouden wachten en dit al zouden doen.
Dit is al een belangrijke eerste stap voor heel veel lokale besturen en politiezones. Collega Brouns heeft daar meermaals in het parlement op aangedrongen. Hopelijk is de federale overheid klaar met haar regelgeving en de stappen die zij moet doen in alles wat btw en sociale wetgeving betreft zodat we kunnen komen tot een groot geheel en lokale besturen heel gericht zulke activiteiten kunnen opsporen. Georganiseerde misdaad knaagt immers aan elk sociaal weefsel, elke wijk en elke gemeente. Het is de bedoeling om op die manier tot een zeer voldragen systeem te komen.
De heer Dewinter heeft het woord.
Minister, dank u wel. Er is de Antwerpse ervaring. Ik heb de burgemeester van Antwerpen en de korpschef daar al herhaaldelijk over ondervraagd. Ik wil u toch waarschuwen dat de Graydontool, die scan, geen tovermiddel is. Het is geen hapklaar model. In Antwerpen werkt het KALI-team daarmee. Dat is een zeer gespecialiseerd team met veel expertise, in samenwerking met het parket. Die scan kan afwijkend economisch gedrag opsporen maar het blijft onderdeel van een bredere bestuurlijke en gerechtelijke aanpak. Als er geen goede samenwerking is tussen politie, gerechtsdiensten, sociale inspectie en dergelijke meer en de burgemeester niet voldoende bevoegdheden heeft om op te treden, zoals in Nederland wel het geval is, dan zal het resultaat gering zijn. Daar wringt het schoentje want de langverwachte wet op de bestuurlijke handhaving – federaal, dat weet ik – ontbreekt nog steeds. Daar mogen we veel van verwachten als we deze tool in samenwerking met die wet op de bestuurlijke handhaving in de praktijk kunnen brengen.
Het wettelijk kader is nog niet klaar, de samenwerking is een probleem en de expertise is een probleem. Als dat niet gebeurt, minister, dan vrees ik dat die tool uiteindelijk goedbedoeld zal zijn maar weinig resultaat zal boeken.
De heer Brouns heeft het woord.
De analyse die collega Dewinter maakt, klopt grotendeels. Maar ik ben dan wel positiever gestemd.
Ik vind het ook goed, minister – en de eerlijkheid gebiedt dat absoluut te zeggen –, dat u niet gewacht hebt. U hebt niet gewacht op het wettelijke kader en de Directie Integriteitsbeoordeling voor Openbare Besturen (DIOB), waar we inderdaad allemaal op wachten. Maar vandaag blijkt in de praktijk dat werken met die misdaadpreventieplatformen effectief is. Daarvoor was het als het ware blind varen. Toen was het zoeken naar een speld in een hooiberg. Nu kunnen we wel degelijk veel gerichter, in samenwerking met politie, verder dooronderzoeken op bepaalde bedrijven. Dat was tot voor kort niet mogelijk. Uiteraard moet dat in een breder geheel, in het wettelijke kader dat ons toelaat elke vergunning te gaan screenen op die integriteit.
Ik wil nog een belangrijke suggestie meegeven. Als iets de georganiseerde criminaliteit typeert, is het grenzeloos zijn, figuurlijk en letterlijk. Zij kennen geen grenzen. De tool en de databanken zijn begrensd. Neem dus die suggestie mee om eventueel te kijken of er een koppeling kan worden gemaakt met publieke databanken in het buitenland.
De heer Keulen heeft het woord.
Ik denk – en alle burgemeesters zullen mij bijtreden – dat we vandaag met de technologie al lang het verschil maken als het gaat over politioneel optreden. Ik kom uit een zone waar ook de familie D’Aquino actief was. Het uitlezen van iPhones en nu ook de Sky ECC-operatie, dat zijn van die hulpmiddelen waar de criminele wereld nog altijd niet van bekomen is.
Het is heel belangrijk wat u nu doet, minister. Wat is vandaag echt de achilleshiel van alle politiezones, maar ook federaal? Dat is alles wat te maken heeft met ecofincriminaliteit. Alles wat te maken heeft met economische criminaliteit, daar zijn de lokale zones helemaal niet voor uitgerust. De parketten zijn daar matig voor uitgerust. En dat maakt dat we daar voor een stuk met straffeloosheid zitten.
Met deze misdaadpreventieplatformen kunnen we die dingen in kaart brengen en kun je politionele operaties daar ook op afstemmen. Maar belangrijk is ook om te investeren in opleidingen. Want dat is zoals een röntgenfoto in een ziekenhuis: als een arts dat niet leest, zijn dat voor een burger gewoon schaduwen en strepen. Daar heeft een doorsneemens niets aan. Een gespecialiseerd iemand maakt je dan de stand van zaken van een menselijk lichaam op. Hier geldt dat ook als het gaat over ecofincriminaliteit.
Dit is dus een stap in de goede richting. Rol het uit over de zones en zeker ook over de arrondissementele informatie- en expertisecentra (ARIEC’s). En investeer in opleidingen, om ook daadwerkelijk te kunnen toepassen wat je ontdekt.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, die bedrijven zijn niet enkel gekend voor drugs en witwaspraktijken, maar zijn ook heel vaak gekend voor mensenhandel en uitbuiting. Ik heb er zo heel veel zelf gecontroleerd over gans Vlaanderen. Onze fractie juicht dan ook echt toe dat u dit initiatief neemt, zodat die controles gerichter en efficiënter kunnen gaan verlopen en zodat zij een tool hebben om zich op te kunnen baseren. Het is dan inderdaad ook heel belangrijk dat met de resultaten uit die controles effectief wordt overgegaan tot het straffen van de daders en het opdoeken van die zaken. Het is niet enkel belangrijk om streng te straffen, maar ook om te voorkomen dat die organisaties zich op een ander moment of in een andere stad of gemeente verder gaan nestelen.
Minister, zoals gezegd, steunen wij uw initiatief enorm. Ik ben ook heel erg benieuwd naar de verdere resultaten van het gebruik van die tool. Zult u ook voorzien in een tussentijdse evaluatie, die u ons dan kunt voorleggen?
De heer Vandenhove heeft het woord.
Collega’s, bedankt voor de vragen. Ook wij als Vooruit zijn voor een sterke bestuurlijke aanpak. Ik heb dat trouwens ook al een paar keer gezegd in de commissie, minister. Het is belangrijk om inderdaad alle relevante informatie van lokale bestuurlijke en gerechtelijke instanties te verzamelen, maar natuurlijk is het ook belangrijk wie die informatie krijgt en hoe die ontsloten wordt. Ik wil daar ook even wijzen op de privacy-aspecten.
De voorgaande sprekers hebben al benadrukt dat het belangrijk is dat er een goede samenwerking is met het federale niveau en uiteraard ook met de steden en gemeenten, en ook met het parket, want zonder hen zal het zeker en vast niet gaan.
Ik denk ook dat we moeten opletten en zeker moeten zijn dat het instrument werkt vooraleer het op het terrein tot alle gemeenten uit te breiden. De beste manier om de subjectieve onveiligheid te verhogen is natuurlijk dat je iets voorstelt om iets op te lossen en dat je dat niet doet. In die zin zou ik vragen om het instrument te evalueren. Wat is de timing en hoe ziet u de uitbreiding van dit project in alle Vlaamse gemeenten?
Minister Demir heeft het woord.
Er komt een stuurgroep met verschillende actoren om ervaringen uit te wisselen. We zullen dat project driemaandelijks evalueren en ook bijsturen waar dat nodig is. Vervolgens zullen we het ontwikkelen in heel Vlaanderen.
Dit soort criminaliteit is ook grenzeloos. Mijnheer Dewinter, u spreekt vanuit een grote stad die heel veel mankracht heeft, maar zulke activiteiten verplaatsen zich heel snel. Daarom vind ik het belangrijk dat kleinere gemeenten waar die criminaliteit naartoe gaat, ook beschikken over zo’n instrument. We zullen dat ook koppelen met het bestuurlijk sanctieregister. Dat is heel belangrijk.
Ondertussen zijn we ook in gesprek met het federale niveau. We hebben deze week nog samengezeten. Ik hoop dat het federale niveau slaagt in zijn taak zodat we dat kunnen inpassen in dit systeem. We kunnen in het platform ook zien hoe die criminaliteit zich verplaatst. Dat is heel belangrijk zodat de lokale besturen en de burgemeesters heel snel kunnen ageren en naar zo’n handelszaak gaan. Als we zo’n instrument niet hebben, kost het heel veel tijd en mankracht, namelijk speurders, om dat allemaal uit te zoeken. We weten niet wat er allemaal plaatsvindt achter die gevels. Er kunnen eventueel indicaties zijn over de bodemprijzen bij een carwash en dan kun je eens gaan kijken, maar om dat gericht en op een goede manier te kunnen doen is zo’n instrument van groot belang voor heel veel lokale besturen.
Het klopt dat lokale besturen de informatie van de sociale inspectie nodig hebben en ook de btw-gegevens. Vlaanderen zal erop blijven aandringen dat het federale niveau die stappen voorwaarts zet. Ondertussen hoeft Vlaanderen niet stil te zitten of niets te doen.
Ik vind dit een heel belangrijke eerste stap en ik ben ervan overtuigd dat heel veel lokale besturen dat vinden. Ik heb gesproken met heel veel burgemeesters, collega Keulen. Ze zijn vragende partij om met zo’n instrument te kunnen werken. Vlaanderen wil dat aanbieden. Het is belangrijk om het instrument eerst te testen in die tien gemeenten, dat er een goede stuurgroep is en dat er een goede evaluatie gebeurt om het vervolgens verder te ontwikkelen in heel Vlaanderen.
De heer Dewinter heeft het woord.
Minister, in Antwerpen zijn er ondertussen wijken waar nagenoeg de volledige legale economische bovenwereld vervangen is door een criminele onderwereld met alle gevolgen van dien. Een van de vele trucjes om de Graydonscan te ontlopen is het snel wisselen van gedaante als bedrijfje of zaak. Men wisselt sneller van bedrijf dan wij gemiddeld van ondergoed met het gevolg dat ze bijna niet te pakken zijn. Sommige viswinkels, wassalons, carwashes en dergelijke meer wisselen om de drie tot zes maanden van gedaante, van naam, van maatschappelijk doel, van raad van bestuur enzovoort. Je moet goed beseffen dat de criminele onderwereld altijd een stapje voor is op wat de overheid, die log en niet altijd even efficiënt is, uiteindelijk beslist en doet.
Maar goed, dat neemt niet weg dat het een goed instrument is en dat we uw initiatief steunen. We hopen dat fiscale en sociale parameters kunnen worden toegevoegd aan de 35 bestaande parameters en dat er voldoende expertise en mankracht aanwezig zal zijn om dat ook daadwerkelijk te realiseren zodat alles leidt tot onderzoeken en gerechtelijke vervolging. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Brouns heeft het woord.
Collega Dewinter, als ik heel even mag antwoorden vanuit de praktijk: dat zijn nu net de signalen die wel aantikken op het platform: het heel snel wisselen van activiteiten. Dat leidt dus tot een score, waardoor je heel gericht kunt gaan zoeken.
Ik ben er dus absoluut van overtuigd dat, om die lokale besturen veel sterker te kunnen ondersteunen en om ze zo meer wapens te geven in de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit, dit een instrument is dat vandaag al effectief is. En het kan uiteraard uitgebreid worden en nog sterker worden dan het vandaag al is. Het wettelijk kader, federaal, is nodig om elke vergunning te gaan screenen in de toekomst. Maar ik zou zeggen, minister: pak het vast. Doe de evaluatie van die tien gemeenten, maar wacht niet op een vijfde release om het over heel Vlaanderen uit te rollen. Bedankt. (Applaus bij CD&V)
De actuele vragen zijn afgehandeld.