Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de klacht bij het Grondwettelijk Hof tegen de discriminaties in de nieuwe Vlaamse Sociale Bescherming
Verslag
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, twaalf middenveldorganisaties stappen naar het Grondwettelijk Hof tegen de beslissing van de Vlaamse Regering en van de meerderheid in het Vlaams Parlement om de regels rond de Vlaamse sociale bescherming aan te passen. De Vlaamse sociale bescherming zou eigenlijk, toch zeker volgens sommigen in dit parlement, de aanzet moeten zijn voor onze eigen Vlaamse sociale zekerheid.
Volgens die middenveldorganisaties kunnen er niet alleen moreel-politieke meningsverschillen zijn over die Vlaamse sociale bescherming en de maatregelen die u daar vorig jaar voor hebt genomen, maar zijn er ook juridische problemen mee. Zij stappen naar het Grondwettelijk Hof omdat wat wij hier in het parlement, maar ook veel organisaties die toen hun stem hebben laten weerklinken, net voor het zomerreces hebben goedgekeurd, volgens hen niet kan. Men maakt eigenlijk een Vlaamse asociale bescherming want men bouwt alleen maar meer drempels in om het voor mensen nog moeilijker te maken om recht te hebben op de ondersteuning in noodsituaties voor wat zorg betreft, waar die Vlaamse sociale bescherming voor bedoeld is.
We hebben dat hier tijdens een hoorzitting gehoord en we hebben zelfs, met als gevolg een oncomfortabel gevoel bij de meerderheid, een aparte hoorzitting georganiseerd samen met collega Anaf en collega D’Haese. Daarbij weerklonken een aantal stemmen die toen al zeiden dat dit een probleem was. Diezelfde stemmen zeggen vandaag dat ze naar het Grondwettelijk Hof stappen.
Het gaat over twaalf middenveldorganisaties waaronder Netwerk tegen Armoede, Liga voor Mensenrechten, de vakbonden, Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Ze hadden toen aangekondigd dat dit niet kon omdat er onnodige drempels werden gecreëerd voor de toegang tot noodzakelijke premies wat betreft de Vlaamse sociale bescherming.
Minister, ze hebben dat maandag aangekondigd, ze hebben ook een actie gevoerd. Hebt u, die hopelijk toch openstaat voor die band met het middenveld, die openstaat voor die signalen uit de samenleving, dat signaal gehoord en bent u bereid om de bedenkelijke keuzes van het voorbije jaar bij te sturen en opnieuw echt gaan voor een Vlaamse sociale bescherming?
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, wanneer mensen hun land ontvlucht zijn en hier bescherming en papieren krijgen, dan is een van de eerste brieven die zij krijgen, een brief van de Vlaamse overheid over de Vlaamse sociale bescherming die stelt dat ze hier misschien wel mogen wonen, werken en bijdragen, maar dat ze er nog niet helemaal bij horen. Nog tien jaar lang zullen ze er niet helemaal bij horen. En dat gaat over mensen zoals Hanan. Zij is hier net aangekomen, heeft papieren gekregen, heeft een heel laag inkomen maar zij moet toch de volle zorgpremie betalen van 54 euro in plaats van het sociaal tarief van 27 euro waar ze normaal recht op zou hebben.
Minister, 27 euro betekent heel wat voor mensen zoals Hanan. Voor Hanan zou dat concreet willen zeggen dat zij voldoende pampers kan kopen voor haar kinderen. Hanan betaalt niet alleen het volle pond, het zal ook nog eens tien jaar duren vooraleer ze ook recht heeft op financiële steun als ze zwaar en langdurig zorgbehoevend is. Ze moet meer betalen, maar ze heeft minder rechten. En ze is niet de enige. Het is misschien gemakkelijk om nieuwkomers strengere regels op te leggen, maar wat u ook doet, minister, is regels plots aanpassen. Want dat is gebeurd bij de drieduizend mensen die het afgelopen jaar aanvragen deden voor een zorgbudget, maar via strenge regels die u opgelegd hebt, plots geen recht meer hebben op een zorgbudget. Bovendien moeten ze, als ze daartegen in beroep willen gaan, een dossierkost van 75 euro betalen met de groeten van diezelfde Vlaamse Regering.
Minister, dat is geen sociale bescherming. Dat is sociale afbraak. Het is daartegen dat al die sociale organisaties vandaag een gemeenschappelijke klacht hebben ingediend bij het Grondwettelijk Hof. Dat gaat over samenlevingsopbouw SAAMO, de drie vakbonden, Liga voor de Mensenrechten, Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW), Progress Lawyers Network. Al die organisaties zien zich vandaag genoodzaakt om naar het Grondwettelijk Hof te stappen. Hoe reageert u op die klacht van het middenveld?
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, de wijzigingen van het decreet inzake de Vlaamse sociale bescherming werden op 16 juni van vorig jaar aangenomen in het parlement. We leven in België in een democratie. Er is een scheiding van machten. Middenveldorganisaties kunnen tegen wetswijzigingen procedures aanhangig maken, naar het Grondwettelijk Hof stappen, enzovoort. Dat is een fundamenteel principe in onze democratie. Het is maar goed dat die principes er zijn. Verschillen in meningen zullen er altijd zijn, zeker rond gevoelige thema’s zoals sociale bescherming. Als het middenveld daartegen in beroep wil gaan, dan hebben ze daar de instrumenten voor.
Met deze decreetswijziging werden voor nieuwkomers in België die van buiten Europa komen de verblijfsvoorwaarden opgetrokken van vijf naar tien jaar. De verstrengde verblijfsvoorwaarde geldt enkel voor de toekenning van de zorgbudgetten. Deze verstrenging geldt niet – en dat wil ik toch beklemtonen – voor de toegang tot erkende zorgvormen, zoals bijvoorbeeld het verblijf in een psychiatrisch verzorgingstehuis of in een woonzorgcentrum. De Vlaamse sociale bescherming is een volksverzekering waarbij de betaling van een premie gekoppeld is aan de rechten op een financiële tegemoetkoming en een vergoeding van zorg. Dat impliceert dat wie verschuldigde bijdragen betaalt, ook rechten kan opnemen in die Vlaamse sociale bescherming. Zoals u weet zijn er voor kwetsbare groepen uitzonderingen die al ingeschreven waren in het decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming van 18 mei 2018. Deze uitzonderingen blijven ook behouden. Er gaat speciale aandacht naar personen met een dringende zorgnood. Achterstallige bijdragen mogen dringende zorgverlening niet in de weg staan.
Ik heb al gezegd dat het een volksverzekering is, een verzekeringsprincipe. Dat wil zeggen dat er een band is en een band moet zijn tussen het betalen van een premie en de rechten die men daar kan uithalen. Om dat ook in de toekomst te garanderen, voorziet het decreet inderdaad een verhoging van de verblijfsvoorwaarden van vijf naar tien jaar. In dit stelsel betalen velen de premies twintig jaar of langer. We beginnen te betalen als we jong zijn. Het gros van de mensen neemt zijn rechten op in die sociale bescherming na een heel lange tijd. Voor de meeste van de rechthebbenden is dat het zorgbudget, wanneer men ouder is dan 65 jaar. Dat betekent dat men overwegend meer dan twintig jaar premies betaalt.
Nu de Vlaamse sociale bescherming niet langer in een opstartfase zit, maar duidelijk kruissnelheid genomen heeft, willen we met de verhoging van de verblijfsvoorwaarden van vijf jaar naar tien jaar garanderen dat alle groepen in de Vlaamse samenleving minstens een minimale periode aangesloten zijn tot de Vlaamse sociale bescherming vooraleer zij rechten kunnen doen gelden op dat zorgbudget.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. U zegt dat dit een volksverzekering is. Vlaanderen kondigt dit, ook op zijn website, natuurlijk wel echt aan als een sociaalzekerheidsstelsel. Een sociaalzekerheidsstelsel houdt in dat daarop ook Europese regelgeving inzake sociale zekerheid van toepassing is. Het gaat dan bijvoorbeeld over het standstillprincipe, wat betekent dat je de rechten van mensen niet mag verminderen als dat niet proportioneel is.
U zegt dat het een volksverzekering is. Collega’s, ik heb het ook geopperd bij de bespreking van het decreet. Ik vraag mij af wie van u een autoverzekering zou afsluiten waarbij gezegd wordt dat u bijdragen betaalt gedurende tien jaar en pas het elfde jaar geld kunt terugkrijgen als u een ongeluk hebt. Dat is wat hier geldt voor zorgtoelagen, dat is uw principe van verzekering, minister. Dat is alvast niet mijn principe van een sociale verzekering en ook niet dat van Groen. Volgens u heeft iemand na drie jaar betalen geen recht op een toelage als hij de pech heeft een ongeluk te hebben. Dat geldt voor mensen die hier al lang of minder lang wonen.
Minister, wij hebben daar een probleem mee. We stellen ons dan ook de volgende vraag. Schendt dit niet fundamenteel de rechten van iedere mens en het standstillprincipe, waar de Europese Unie voor staat en waar ook experten al vanaf het begin op wijzen?
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Deze Vlaamse sociale bescherming maakt meteen duidelijk hoe deze Vlaamse overheid kijkt naar de sociale zekerheid, minister. Onze sociale zekerheid is er vandaag net door ons middenveld, door sociale organisaties, door de werkende klasse, door de vakbonden. Door die mensen hebben wij vandaag een sterke sociale zekerheid. Maar wat deze Vlaamse overheid doet, wat deze Vlaamse Regering doet, in plaats van het aangaan van samenwerking en dialoog, is net het aangaan van de confrontatie met het sociale middenveld, met de sociale organisaties die Vlaanderen rijk is. Dat is heel pijnlijk.
Ten tweede, minister, gaat sociale zekerheid normalerwijze net om het organiseren van solidariteit. Dat versterkt elke mens in België, elke mens in Vlaanderen. Maar de Vlaamse sociale bescherming toont net aan dat er discriminatie is en kent een asociaal karakter. Want het gaat niet enkel om het uitsluiten van de nieuwkomers, het gaat ook over het afbouwen en afbreken van de rechten van mensen die vandaag al in Vlaanderen wonen. Zij stellen vandaag vast dat ze, door strengere regels, plots geen zorgbudget meer kunnen krijgen.
De heer De Reuse heeft het woord.
Er wordt gesproken over buitensporige verblijfsvoorwaarden. Voor ons is de voorwaarde van een wettelijk verblijf van tien jaar en een inburgeringsattest alvast geen buitensporige maar eerder een logische minimumvoorwaarde vooraleer deze groep aanspraak kan maken op een zorgbudget. Onze fractie was dan ook vragende partij om de snelle toegang tot de Vlaamse sociale bescherming af te schermen. Wij zien de Vlaamse sociale bescherming als een rechten- en plichtenverhaal. Eerst moet er een zekere bijdrage aan het systeem betaald worden, vooraleer men er rechten uit kan putten. Men kan niet verwachten dat men hier aankomt en direct recht heeft op alle voordelen van het Vlaamse systeem, waar Vlamingen veelal jaren aan bijdragen vooraleer ze er zelf iets uit putten.
We stellen vast dat het in het brede verhaal van integratie en inburgering meestal gaat over eenrichtingssolidariteit van ons als betaler richting de nieuwkomer. De verkiezingen bewijzen keer op keer dat de bevolking dit niet meer pikt. De verblijfsvoorwaarden die er momenteel zijn, zijn eigenlijk dus een tegemoetkoming aan de verzuchtingen van de bevolking, van de belastingbetaler. Wij hopen dan ook dat deze verblijfsvoorwaarde er blijft.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Collega’s, een van de punten die worden aangehaald, is het feit dat er een dossiertaks moet worden betaald wanneer er beroep wordt aangetekend. Collega’s, jullie weten dat er een vrijstelling is voor een aantal categorieën, namelijk voor mensen met een leefloon, met een inkomensgarantie voor ouderen (IGO), met een collectieve schuldenregeling enzoverder. Maar daar verwijzen jullie niet naar, terwijl dat voor ons juist de essentie is van sociaal beleid. Namelijk: de kost is er voor de maatschappij en die rekenen we door, behalve aan diegenen die kwetsbaar zijn. We geven niet aan iedereen een vrijstelling. Met betrekking tot die beroepen, minister, heb ik een bijkomende vraag.
Die beroepen zijn momenteel helemaal anders georganiseerd dan de vroegere bezwaren tegen de inschaling. We hoorden tijdens de behandeling in de commissie onder meer dat er heel veel mensen zijn die bij een lagere inschaling standaard een bezwaar indienen en dat er dus veel nood is aan bijkomende informatie, zodat, als mensen voor een beroepsprocedure kiezen, ze dat geïnformeerd doen en er ook meer kans is. Mijn vraag is op welke manier die informatie verstrekt wordt.
De heer Parys heeft het woord.
Collega Vandecasteele, u spreekt over sociale afbraak, maar u moet mij toch eens uitleggen in welk land ter wereld u voor 27 of 54 euro per jaar een hele rist rechten opent die je nergens anders hebt. Ik ken alleszins zo geen land. Ik vind ook, mevrouw Vandecasteele, dat het even mag dat we een inburgeringsverplichting vragen en een voorwaarde stellen dat iemand hier tien jaar verblijft en bijdraagt, vooraleer die persoon recht krijgt op een zorgbudget van 7400 euro per jaar. Het is mij eerlijk gezegd een raadsel waarom u altijd opkomt voor hen die niets hebben bijdragen maar wel aanspraak maken op duizenden euro’s, terwijl u weinig zegt over de Vlaming die eerst gemiddeld twintig jaar moet bijdragen vooraleer die recht krijgt op een zorgbudget. De band ontkennen tussen een premie betalen, een bijdrage, en de rechten die je daaruit kunt putten, is eigenlijk de tak afzagen waarop je zit. Mensen verwachten dat: er is een band tussen eerst iets bijdragen en er daarna rechten aan ontlenen. Dus, mevrouw Vandecasteele, uw betoog is voor mij zo wereldvreemd als het maar kan zijn. Wat ons betreft, wachten wij de uitspraak van het Grondwettelijk Hof af.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Deze Vlaamse Regering wil de toegang tot de voordelen van de sociale bescherming en de organisatie van zorg beperken. Dat is volgens de twaalf middenveldorganisaties die nu naar het Grondwettelijk Hof stappen, maar ook voor Vooruit een compleet verkeerde keuze. We vinden het ook gewoon totaal niet consequent. Wat jullie doen, is voor bepaalde inburgeraars de toegang tot bepaalde sociale rechten en zorgbudgetten ontzeggen, maar tegelijkertijd moeten ze wel lid worden. We gaan dus naar een situatie waarbij mensen lid moeten worden en elk jaar een premie moeten betalen, maar niets in de plaats gaan krijgen als er een probleem is. U zegt dat dat een verzekeringsprincipe is, maar wat voor een verzekering is dat? Een verzekering waarbij je jaren een premie betaalt, maar waarbij er niets komt als je er een beroep op moet doen. U zegt eigenlijk dat ze moeten betalen, maar dat ze er niets voor in ruil krijgen. Dat vind ik fundamenteel onrechtvaardig en een warm Vlaanderen onwaardig. En dan heb ik het als Brusselse nog niet over de situatie in Brussel, want Brusselaars zullen in de toekomst gewoon niet meer naar Vlaamse zorginstellingen kunnen gaan.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, ik ga geen voorafname doen op een uitspraak van het Grondwettelijk Hof. Dit Vlaams Parlement heeft een decreet goedgekeurd en een aantal organisaties is het daar niet mee eens en stapt naar het Grondwettelijk Hof. Wij wachten de uitspraak van het Hof af. Dat lijkt mij de logica zelve te zijn.
Twee, over solidariteit is hier inderdaad al veel gezegd. Collega Schryvers heeft daar al een stukje op geantwoord, maar, collega Goeman, de vergelijking die u maakt, gaat toch niet helemaal op. U zegt dat ze moeten bijdragen, maar niets krijgen. Het gros van de Vlamingen draagt twintig jaar of langer bij en neemt zijn rechten pas op als hij 65 plus is, met het zorgbudget. Twintig jaar en langer. In dezen wordt gezegd: “U gaat tien jaar bijdragen” – tien, geen twintig – “en dan kunt u ook uw rechten opnemen.” Er zijn uitzonderingen, maar daar heeft collega Schryvers al naar verwezen.
Collega Schryvers, wat de beroepen betreft die anders worden georganiseerd: het zijn de diensten maatschappelijk werk (DMW’s), de OCMW’s en de diensten voor gezinszorg die een indicatiestelling doen voor het zorgbudget zwaar zorgbehoevenden en die daarbij ook de informatie aan de zorgvrager bezorgen.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Bedankt, minister. U hebt groot gelijk dat u zegt dat u de uitspraak van het Grondwettelijk Hof gaat afwachten. Dat gaan wij ook doen. Maar dat zal ons natuurlijk niet beletten om daar politiek wel al uitspraken over te doen, en te zeggen waar wij voor staan.
Wat onze fractie betreft, wat Groen betreft, verschillen wij gewoon fundamenteel, denk ik dan, van mensvisie. Het is onze overtuiging dat de meeste mensen deugen, en dat het geen enkele zin heeft als beleidsmaker, om op de kop van de allerzwaksten te zeggen dat we een soort verzekering gaan invoeren waar je tien jaar aan mag betalen, en dat misschien na elf jaar, als je er nood aan hebt, van toepassing is. Voor andere mensen, die gemiddeld twintig jaar betalen, geldt het wel na drie jaar, of geldt het wel na één jaar. Als ze door een ongeluk in een rolstoel terechtkomen, hebben ze meteen recht op een zorgtoelage. Maar een oorlogsslachtoffer dat hier aankomt, heeft na tien jaar pas recht op een zorgtoelage.
Wel, dat is niet het Vlaanderen waar ik voor sta. En dat is ook vanuit de overtuiging dat heel veel mensen hier oprecht in het leven staan – u en ik, maar ook heel veel anderen, die hier niet komen profiteren, die gewoon hun ding komen doen, die willen bijdragen aan deze samenleving, en die hun bijdragen zullen betalen. Het is eigenlijk heel duidelijk dat u heel krachtig wilt tonen: ‘zie hoe stoer wij zijn, zie hoe hardvochtig wij zijn’. Dat is een Vlaamse ‘asociale’ bescherming.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, het punt is net dat iedereen bijdraagt. Maar de ene jonge mens die bijdraagt en hier al lang woont, heeft wel recht op hulp. En een andere jonge mens, die hier pas is komen wonen, heeft geen recht. Minister, dat heet discriminatie. En het punt is niet dat mensen pas na twintig jaar zullen bijdragen, het punt is dat u discriminatie organiseert tussen A-burgers en B-burgers. Iedereen betaalt evenveel, maar toch zullen B-burgers minder rechten hebben dan de andere burgers die evenveel bijdragen.
Toen het decreet hier besproken werd, hebben wij gewaarschuwd dat het inging tegen de Grondwet, inging tegen de sociale grondrechten die normaal voor iedereen hier in België van toepassing zijn, en dat u afbreuk doet aan die rechten. Wij hebben gewaarschuwd dat er klachten zouden zijn bij het Grondwettelijk Hof, en we zien nu waar we staan: een lange lijst van middenveldorganisaties heeft klacht ingediend, en het is nu wachten op de uitspraak.
Mijnheer Parys, ik wil reageren. U zegt dat ik geen enkel land zal vinden waar mensen 27 euro betalen en dan sociale rechten zullen kunnen krijgen. Het punt is hier net dat mensen vandaag al twintig jaar sociale bijdragen betalen, maar plots worden de voorwaarden aangepast, en wordt er een nieuw screeningsinstrument ingesteld. En daardoor hebben mensen plots geen recht meer op een zorgbudget.
Oké, mevrouw Vandecasteele. Uw tijd is al ruim op.
Ook op dat punt dienen die organisaties vandaag klacht in bij het Grondwettelijk Hof.
De actuele vragen zijn afgehandeld.