Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Lantmeeters, uit Limburg, heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter uit Antwerpen. (Gelach)
Voorzitter, minister, collega’s. Ik verontschuldig me, ik dacht dat ik hier niet meer zou komen staan in verband met het dossier van de Noord-Zuidverbinding, nadat we dat project eind 2017 in een complex project hebben geduwd.
Begin 2018 was er nog een actuele vraag, waarbij collega Keulen nog gezegd heeft dat dit een dossier is waarin het gaat over politieke geloofwaardigheid en dat we nu vooruit kunnen. Collega Keulen zei toen dat we onszelf belachelijk zouden maken, bij wijze van spreken, als we niet tot een voltooiing zouden komen in 2024-2025.
Minister, ik kan begrijpen dat er hier en daar wat vertraging op kan zitten, als de werkvennootschap aan het werk gaat. Maar een maand geleden, toen u – opnieuw – kersvers minister was, werd u geïnterviewd door het Belang van Limburg. Toen hebt u – en ik weet dat u graag lintjes doorknipt en deelneemt aan recepties – het volgende verklaard: “Ik zal dat lint van de Noord-Zuidverbinding doorknippen en dan spreken we over uiterlijk 2024.” Dat is de timing die collega Keulen in 2018 ook had vooropgesteld.
We zijn amper een maand verder, en wat lezen we gisteren in het Belang van Limburg? Dat de voltooiing van de Noord-Zuidverbinding ineens pas begint in 2026 met een einde in 2029. Dus op één maand tijd krijgen we drie maanden vertraging. Dus is mijn eerste vraag aan u zeer eenvoudig, minister. Hoe komt dit nu? Wat is er aan de hand? U hebt zelf een maand geleden verklaard dat u dat lint zou doorknippen. Het probleem sleept al aan sinds mijn geboorte. Nu zal het beëindigd worden in 2029. Ik heb even gerekend: dan ben ik even oud als Jan Peumans nu. Dat is dus al heel oud.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer Lantmeeters. Ik hoop dat we samen met alle Limburgers hier dat lintje effectief kunnen doorknippen.
U vraagt mij wat er nu gebeurd is. Waarom spreken we nu plots over de datum van 2026? Zoals u waarschijnlijk weet, hebben wij vorige week een bijeenkomst gehad met onze SALK-taskforce (Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat). Daar zijn al de projecten verder uiteengezet en opgevolgd. Ik kreeg daar inderdaad ook te horen hoe het nu juist zit met het hele verhaal van het complexe project van de Noord-Zuidverbinding. U weet dat wij allemaal de uiteenzetting gehad hebben in het Provinciehuis op 3 december. Toen zijn die datums niet zo expliciet vernoemd, maar vorige week vrijdag dan wel.
Misschien toch nog even voor alle duidelijkheid, het verhaal van de complexe projecten, u kent het verhaal. We zijn eerst in de verkenningsfase. Dan is er inderdaad op 18 maart 2018 een beslissing genomen, een startbeslissing van de Vlaamse Regering.
Dan komt de onderzoeksfase, waar we nu in zitten en die straks in februari zou moeten leiden tot een alternatieve onderzoeksnota om te zien welke alternatieven zullen worden onderzocht.
Dan komt de uitwerkingsfase en dat stond expliciet vermeld in de SALK-nota van vorige week. Deze fase is gepland vanaf 2021, als het voorkeursbesluit genomen is. Dan zal heel de procedure lopen van het verdere onderzoek naar de uitwerking. Die zal eind 2023, maar waarschijnlijk pas in 2024, effectief resulteren in een uitwerkingsbesluit. Dat moet dan resulteren in een aanbesteding en een financiering en dergelijke. Ik moet zelf zeggen, ik was ook verrast door de datum 2026. We moeten alles op alles zetten om over die timing te waken en waar het kan te vervroegen. Dat is één.
Ten tweede, in afwachting van dit hele project – het is een complex project, het duurt lang – zijn er een vijftal ‘quick wins’ door de werkvennootschap uitgewerkt, zodat we er nu al kunnen voor zorgen dat de mensen die stilstaan op die Noord-Zuidverbinding toch al in beweging gebracht kunnen worden.
Minister, ik ben een heel vriendelijk mens, maar af en toe ben ik zeer duidelijk. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Ik zie dat de heer Tobback twijfelt aan mijn vriendelijkheid. Ik probeer vriendelijk te zijn, maar toch heel duidelijk.
Zoals de heer Keulen heeft gezegd, gaat het hier over politieke geloofwaardigheid. U hebt een hele uitleg klaar, ik begrijp die uitleg en ik ken die uitleg. Maar ik heb niets aan uitleg op dit ogenblik. U hebt aangekondigd dat het in 2024 zou gebeuren. Er zijn dan opnieuw verkiezingen en we gaan daarnaartoe stappen zonder enig begin van realisatie. We hebben toch wel een verantwoording af te leggen. Het is toch wel zeer duidelijk dat we hier vooruit moeten.
Waar ik evenmin mee omkan, is dat men telkens weer rekent in halve jaren. Begin 2023 zal dat gebeuren en eind 2023 dat. Elk bedrijf dat op dergelijke manier te werk gaat, gaat failliet. Er moeten toch maatregelen genomen worden, zodat de werkvennootschap sneller kan werken en dat de timing strakker wordt gehouden. Het gaat niet op dat we ons keer op keer moeten te buiten gaan aan verhalen en uitleg over de vertraging. Anders, minister, dat moet u van mij aannemen, moet u niet zo gauw overgaan tot aankondigingspolitiek. Als u zegt dat u iets gaat doen in 2024 en u kondigt een maand daarna aan dat het 2029 wordt, dan moet u begrijpen dat de burger zegt: ‘Kijk, de politiek, ze bakt er weer niks van.’ Dus ik ga u vragen: probeer de timing te verstrakken, zodat er ten minste een begin van uitvoering is, zo snel mogelijk.
De heer Keulen heeft het woord.
Mijnheer Lantmeeters, het lijkt een beetje op ‘Vld-collega’s-spitsen’. U weet beter dan wie ook, als we nu inderdaad op de trein der traagheid zitten, dat dat alles te maken heeft met het feit dat Limburg heeft gekozen om te overleggen met God en klein Pierke, omdat de grote vijand van de Noord-Zuidverbinding in Limburg zit, niet in Brussel. Een aantal krachten daar zijn permanent bezig met bij elke oplossing of alternatief stappen te zetten naar de Raad van State en zo telkens de Vlaamse overheid terug naar af te sturen. Men heeft gekozen voor die omstandige aanpak net om dat soort vertragingen te vermijden.
Men gaat nu vooruit. Dat is inderdaad met kleine stapjes. Men probeert iedereen aan boord te houden. Er bestond daarover een politieke consensus. Ik ken mijn uitspraken. In Limburg zal men maar geloven dat het er komt op het ogenblik dat die weg er ligt. Ik denk dat de rest van Vlaanderen allang zegt: ‘Leg die weg aan.’
Ondertussen is daar heel veel bij gesleurd, omdat het ook gaat over overlast in aanpalende straten en ook in wijken die iets verderaf liggen van die Noord-Zuidverbinding.
Het is een keuze geweest van Limburg om procedures bij de Raad van State te vermijden. U weet dat, u weet dat eigenlijk heel goed. Ik denk dat dit de enige manier is om er te geraken. Voor mij mag het eerder gedaan zijn gisteren en eergisteren dan morgen of overmorgen. We weten heel goed dat we dat samen hebben beslist en daar samen de schouders onder hebben gezet, ook nog in de tijd dat Ben Weyts minister van Openbare Werken was.
De heer Danen heeft het woord.
We hebben inderdaad samen beslist dat het een complex project zou worden. Wij schaarden ons daar met onze fractie ook voluit achter. En wat ik daar tot nog toe van gezien heb, stemt me wel hoopvol. Ik heb ook steeds verklaard dat als de procedure juist gevolgd wordt, wij ons als één man of als één vrouw achter dit project zullen scharen.
Ik ben ook wat verrast door de timing. Dat is voor mij ook nieuwe informatie. Er is altijd gezegd, dacht ik toch, dat het twee jaar sneller zou gaan.
Minister, ik wil u nog een uitspraak van de burgemeester van Houthalen-Helchteren voorleggen, die zegt dat het volgens hem twee jaar sneller kan. Weet u waarop hij zich baseert?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, de Noord-Zuidsaga duurt al meer dan veertig jaar. Met het decreet Complexe Projecten had iedereen veel hoop dat we toch op relatief korte termijn vooruitgang zouden boeken. Heel veel werkgroepen zijn enthousiast aan het werk gegaan. Als die ineens het nieuws krijgen dat ze nog eens tien jaar moeten wachten, dan zakt bij iedereen natuurlijk de grond onder de voeten weg en zakt de moed in de schoenen.
Er zijn ook geen garanties, want er zijn geen budgetten ingeschreven. Niemand weet wie op welke stoel zal zitten over tien jaar. Welke garanties kunt u geven met betrekking tot die Noord-Zuidverbinding? U hebt het ook over tijdelijke maatregelen. Welke maatregelen qua veiligheid en leefbaarheid zijn dat concreet? En welke budgetten staan daartegenover?
En over complexe projecten gesproken: ook de verbinding tussen de regeringspartijen is blijkbaar heel complex. (Applaus bij sp.a, Groen en de PVDA)
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, tot nader order de tweede grootste partij in het halfrond is niet betrokken bij die politiek samengestelde groep, waarvan u zegt dat die in december bij elkaar is gekomen. Maar dat terzijde.
Het is wel nodig dat er actie ondernomen wordt. Wie zegt wie er in 2029 zal moeten oordelen? Welke garantie kunt u geven dat de stappen die genomen worden, ook effectief worden uitgevoerd?
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik kan het appreciëren dat u dat lintje van de Noord-Zuidverbinding zo snel mogelijk wilt doorknippen. Wat mij betreft, kan dat ook absoluut niet snel genoeg gaan.
Collega's, tot ergernis van ons allemaal, moeten we de waarheid onder ogen durven te zien. De snelste weg om de Noord-Zuidverbinding aan te leggen, zal de juridisch meest robuuste weg zijn. Dat hebben we tot onze scha en schande mogen ondervinden.
In 2008 was er een gedragen oplossing door de meerderheidspartijen. Die was overlegd met de sociale partners. Ik vind het zuur dat partijen die daartegen in het verweer kwamen en altijd gezegd hebben dat het voddenwerk was, nu vragen stellen over de timing. Als we daar toen mee waren doorgegaan, dan lag die Noord-Zuidverbinding er vandaag en hoefden we dit debat al lang niet meer te voeren.
Dit moet ons alleszins leren, collega's, dat de snelste weg de juridisch meest robuuste weg is. Ik doe dan ook een oproep aan iedereen hier in het Vlaams Parlement – welke kleur ook, dat mag niet uitmaken – dat als dit project afgerond is, het ook afgerond is en we ons als parlement scharen achter de uitkomst van dat complexe project. Want er zullen altijd partijen zijn die zich daardoor benadeeld voelen. Je kunt nu eenmaal geen omelet bakken zonder eierschalen te breken.
Minister Peeters heeft het woord.
Collega's, ik ben een beetje verrast door het feit dat iedereen zegt dat men totaal niet op de hoogte was van die timing. Ik heb zelf de website van De Werkvennootschap erop nagekeken in verband met de Noord-Zuidverbinding. U vindt daar die tijdlijn terug. Ik denk, mijnheer Lantmeeters, dat u ze ook bekeken hebt. Alleen ziet u daar niet exact in welk jaar wat wordt gedaan. U ziet alleen dat we nu heel kort voor het voorkeursbesluit staan. ‘Heel kort’ is natuurlijk een rekbaar begrip, want dat gaat over het voorjaar van 2021. Dat voorkeursbesluit moet vervolgens uitgewerkt worden. Dat moet dan leiden tot een projectbesluit. En dat projectbesluit zal er ten vroegste in 2024 komen. Dat vind ik niet uit. Dat is een antwoord van De Werkvennootschap, dat vorige week gecommuniceerd is in het kader van ons SALK-verhaal (Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat).
Is dat lang? Ja, dat is heel lang. Als men in 2018 de beslissing neemt om via de procedure voor complexe projecten te starten met het eindeloze verhaal rond die Noord-Zuidverbinding, dat eindelijk moet landen, en als we dan nu weten dat acht jaar na de startdatum, in 2026, de Noord-Zuidverbinding er misschien zal zijn, dan vind ik dat inderdaad veel te lang.
Mijnheer Ceyssens, u hebt gelijk: het is juridisch de meest robuuste procedure. Maar tegelijkertijd – en het eerste voorbeeld is er – hebben we totaal geen garantie dat er niemand naar de Raad van State stapt. Dat is altijd het probleem. Dat zit niet in mijn bevoegdheid, maar ik denk dat we er daarom met z’n allen op moeten toezien dat we onze procedures – zowel inzake complexe projecten als inzake omgevingsvergunningen – opnieuw onder de loep nemen, om te bekijken hoe we er echt voor kunnen zorgen dat die procedures juridisch robuust en effectief zijn en dat het ook sneller kan. Een complex project van acht jaar, waarbij men geen garantie heeft dat het definitief rond is, daar stoor ik mij zelf ook aan.
Ik kijk positief naar de toekomst. Mijnheer Lantmeeters, ik wil nog altijd zoveel mogelijk lintjes knippen, niet omwille van dat lintje maar wel omdat ik dan weet dat het vooruitgaat. Ik heb al tegen meerdere mensen gezegd dat ik wat dat betreft een ongeduldig type ben. Voor mij moet het vooruitgaan. Daarom wil ik – zoals ik hier al een paar keer heb gezegd – efficiëntiewinsten in administratieve procedures, maar zeker ook een versnelling in de omgevingsvergunningsprocedures of planprocedures.
Voor wat betreft het complexe project Noord-Zuidverbinding wil ik zeker waken over een vlotte vooruitgang. Mevrouw Robeyns, u stelt de specifieke vraag. Wij hebben op dit ogenblik vijf quick wins die werden uitgewerkt door De Werkvennootschap: een tijdelijke fietsbrug, een fietsbus, de aansluiting Centrum-Zuid voor auto en vrachtwagen, de ontsluiting Bedrijventerrein-Centrum-Zuid voor de fiets en het zuidelijke segment van de Grote Baan. Wij hebben daarvoor in budgetten voorzien. Ze staan in ons geïntegreerd programma (GIP) 2020. Daar is een bedrag van om en bij de 20 miljoen euro voor uitgetrokken. U weet dat dat GIP nog niet definitief is. Maar het is wel de bedoeling dat die werken zo snel mogelijk starten. Sommige hebben een omgevingsvergunning nodig, waarbij ik opnieuw hoop dat ze snel zal volgen. Voor die die geen omgevingsvergunning nodig hebben, hoop ik dat de administratieve procedure snel rond is. Maar ik hoop dat we die quick wins snel kunnen uitvoeren om toch al minstens iets in beweging te brengen.
Opnieuw, we zijn het er allemaal over eens dat de timing van een complex project een proces van lange adem is. Het is goed om een draagvlak te creëren, om participatie te hebben. Maar het is een taak voor ons allemaal: we moeten die timing ten volle bewaken.
Mijnheer Lantmeeters, ik hoop dat ik samen met u dat lintje zo snel mogelijk mag doorknippen. (Applaus van Marino Keulen)
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Ik zei daarnet al dat ik in 2029 een bepaalde leeftijd zal bereiken, maar daar gaat het nu niet om. Pas op, mijnheer Keulen, u kunt naar mij wijzen op dit ogenblik, maar ik heb 2024 niet uitgesproken.
Minister, ik ben niet met 2024 aangekomen. Ik heb ook gezegd dat ik achter die juridisch robuuste procedure sta. Daar staan wij volledig achter. Maar, minister, u hebt pas op het einde geantwoord op mijn vraag waarom dat zo lang duurt. U zegt zelf dat het te lang duurt. Maar dat kunnen we toch aan geen mens uitleggen! Het duurt tot 2026 voordat de werken kunnen beginnen. Over de procedure zijn we het eens.
En neen, mevrouw Robeyns, er is geen discussie. Maar het gaat over het feit dat het veel te lang duurt. U hebt zelf 2024 aangehaald. (Opmerkingen van Marino Keulen)
Nu komt u met 2029. Dat is vijf jaar verschil, op één maand tijd. Dan mag ik mij toch afvragen hoe dat komt. En dan vraag ik of we daar niet aan kunnen werken. (Opmerkingen van Marino Keulen)
En ik heb het laatste woord. En ik heb het gezegd. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.