Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, is er een brede bekommernis over een gezonde leefomgeving? Jazeker, die is er, zowel in de politiek als bij brede lagen van de bevolking. Mogen leerlingen daar les over krijgen? Uiteraard, maar de manier waarop er de voorbije dagen en weken aan politieke recuperatie en ideologisch activisme wordt gedaan in bepaalde politieke en onderwijskringen, is voor ons toch een brug te ver.
Dat bijvoorbeeld leerlingen van het vijfde en zesde leerjaar basisonderwijs op straat gestuurd worden om de politieke ideeën van het schoolpersoneel kracht bij te zetten, is toch wel ongezien. Toch is dat wat onlangs gebeurd is in Leuven. Jonge kinderen werden daar op straat gestuurd om te betogen voor het klimaat. Bovendien gebruiken bepaalde politici, zoals de socialistische burgemeester van Leuven, die acties van de lagereschoolkinderen om hun eigen politieke doeleinden kracht bij te zetten.
Dan was er ook nog de schaamteloze poging van één partij om de klimaatmars politiek te recupereren via het onderwijs. Inderdaad, minister, CD&V stuurde een brief naar scholen met de vraag om de parlementsleden van de streek in de scholen uit te nodigen. Het was bijna een smeekbede om gedurende een uurtje te mogen komen spreken en het klimaatbeleid van minister Schauvliege, die ondertussen ontslag genomen heeft, te verdedigen.
Het gaat hier over de eerste kiezers van straks uit het middelbaar onderwijs die dus gewoon politieke propaganda opgedrongen krijgen en nog wel van uw partij, minister. Ik vind het bijzonder pijnlijk dat het net de partij van de minister van Onderwijs is die een dergelijk initiatief neemt waarbij niet alleen de grenzen van het fatsoen worden overschreden maar vooral de grenzen van zorgvuldig bestuur die inhouden dat er op scholen niet aan politieke propaganda wordt gedaan. En dus wil ik van u, minister, dat u dit veroordeelt en dat u garandeert dat er in ons onderwijs neutraliteit komt en geen politieke propaganda. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Crevits heeft het woord.
Collega's, ik kan daar eigenlijk vrij duidelijk over zijn. Er zijn evidente regels die in ons onderwijs ook gerespecteerd moeten worden. Debatten op school kunnen perfect, dat is geen enkel probleem, maar partijpolitieke propaganda in een school kan niet en kan nooit, op geen enkel moment. Dus, als scholen politieke partijen binnenhalen, dan doen ze dat het best op een tegensprekelijke wijze of moet dit aansluiten bij een of ander project of thema waarover men dan afwisselend politieke partijen hoort. Dat is geen probleem. Het staat trouwens in de eindtermen dat jongeren politiek bewust moeten worden.
Wat het eerste onderdeel van uw vraag betreft, hebt u inderdaad een punt dat kinderen van zes jaar onmogelijk verplicht kunnen worden om op straat te komen, dan nog tijdens de lesuren, ten gevolge van politiek activisme. Het is heel belangrijk dat scholen op dit ogenblik projecten over het klimaat uitwerken, dat leerkrachten en leerlingen samen dingen doen, maar als men dat doet, dan moet dat gebeuren in het kader van de eindtermen of van de opvoeding die wordt gegeven aan die jongeren. Daar moet de school heel nauwgezet over waken, zowel wanneer ze naar buiten gaan als wanneer ze politieke partijen binnenlaten op hun terrein.
Minister, ik begrijp dat u dan het initiatief van uw eigen partij hier vandaag hebt getorpedeerd, want hier staat dat er geen vraag is naar een politiek debat of een tegensprekelijk debat, neen, CD&V vraagt of de parlementsleden een uurtje van de lestijd mogen gebruiken voor leerlingen van het vijfde en zesde jaar om het gevoerde klimaatbeleid toe te lichten. Geen debat, gewoon politieke propaganda van uw eigen partij. Ik neem aan dat u dit hier veroordeeld hebt.
En net zoals u dat veroordeelt, wil ik dat u scholen oproept om een klimaatdiscussie te voeren maar niet kinderen van zes à zeven jaar een ideologische agenda op te dringen zoals nu onder meer in Leuven is gebeurd. Kinderen van die leeftijd volgen braafjes wat volwassenen hun voorkauwen en zeggen, terwijl het de taak van het onderwijs zou moeten zijn om leerstof door te geven aan kinderen en geen politiek ideologische agenda. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, was u op de hoogte van die brief toen die werd verstuurd door uw collega-minister en parlementsleden? Want u zegt hier zeer duidelijk dat het niet kan om ontegensprekelijk propaganda te voeren in scholen. Dat is trouwens al meermaals veroordeeld door de Commissie Zorgvuldig Bestuur.
U bent minister van Onderwijs, ik neem aan dat u op de hoogte bent van de zaken die binnen uw partij gebeuren, u bent daar doorgaans zeer goed van op de hoogte. Dus, was u op de hoogte van het feit dat die brief is verstuurd? En zo ja, hoe komt het dat die dan toch gepasseerd is?
Mijnheer Daniëls heeft het woord.
Collega's, minister, ik ben blij dat u de regelgeving ter zake, het verbod op politieke propaganda, nog eens heel duidelijk hebt herhaald voor iedereen. De N-VA is voor het politieke debat en ik hoop dat we daar veel collega's van andere partijen mogen zien, dat daar dan een tegensprekelijk debat wordt gevoerd en dat de leerlingen dat zien. Maar één partij uitnodigen in de klas, tijdens de schooluren, is er voor ons toch ook absoluut over.
Minister, zult u zelf klacht neerleggen bij de Commissie Zorgvuldig Bestuur voor die zaken waarvoor het wel gebeurd is?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Collega's, ik denk dat iedereen heeft gezien hoeveel duizenden scholieren hier week na week komen betogen en onze partij heeft inderdaad een initiatief genomen om niet alleen de scholieren naar de Wetstraat te zien komen maar ook de Wetstraat naar de Schoolstraat te brengen.
Collega's, ik vind het eigenlijk ontstellend hoe weinig vertrouwen jullie hebben in het beoordelingsvermogen van leerkrachten en directies om het initiatief van onze partij te plaatsen. Uiteraard gaat elke school of elke directie daar op een gezonde en wijze manier mee om. Uiteraard leidt dat tot tegensprekelijk debat met collega-politici of met experten of met anderen die in dit debat relevant kunnen zijn.
Mevrouw De Ridder, ik wijs graag op het initiatief van een school in de provincie Antwerpen waar een collega van de N-VA samen met een collega van CD&V voor de klas gaat staan. (Opmerkingen)
Ik denk dat het een goede manier van werken is en dat het klimaat dat naar de school wordt gebracht, een goede zaak is.
De heer De Ro heeft het woord.
Als het effectief van de ondertekenaars van de brief de bedoeling was om debatten te organiseren op scholen, dan is het zeer spijtig en heel ongelukkig dat de partij die de minister van Klimaat en van Onderwijs levert, geen oproep doet aan scholen om politieke en maatschappelijke debatten te organiseren met alle mogelijke spelers, zowel uit het politieke als het maatschappelijke veld.
We hebben het in het verleden al gezien. Er zijn toen ook uitspraken gedaan. Andere partijen zouden het ook niet moeten riskeren. Als je wil dat er op scholen debatten worden georganiseerd, dan moeten alle partijen er goed over waken dat niet één partij het naar zich toe trekt. Voor je het weet, krijgen scholen schrik om zoiets te doen. Als Vlaams Parlement en als Vlaamse Regering moeten we een oproep doen aan scholen om, op vier maanden van de verkiezingen, debatten te organiseren met verschillende partijen en partners in plaats van met één partij.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, ik heb een heel concreet vraagje. Waarom was die brief alleen verstuurd naar de directies van het katholiek onderwijs?
Ik zou onze voormalige en uw nieuwe collega, Koen Van den Heuvel, willen oproepen om vooral het klimaat in deze kamer, het parlement, te verzorgen en niet in de leraarskamer en ook niet in de klas. We hebben actie nodig en geen propaganda op school. (Applaus bij sp.a)
Collega's, ik zal starten met de laatste opmerking van mevrouw Gennez. Het sluit een beetje aan bij wat collega De Ro heeft gezegd en ik zal ook het initiatief nemen. Er zijn straks verkiezingen en ik vind dat alle scholen in Vlaanderen er goed aan doen om debatten te organiseren. Om alle misverstanden uit de weg te ruimen, zal ik zelf het initiatief nemen om een brief naar de scholen te sturen in mijn hoedanigheid van minister. Ik zal de regelgeving uitleggen en duidelijk maken dat het organiseren van tegensprekelijke debatten absoluut niet verboden is, zelfs wenselijk is. Ik denk dat ik daar kamerbrede steun voor zal krijgen.
Collega Meuleman, wat het initiatief van mijn partij betreft, ben ik geen initiatiefnemer. Ik ben ook niet de schoonmoeder van de mensen die zich vanuit een oprecht engagement gaan aanbieden om naar scholen te gaan. Maar het is aan mij om duidelijk te maken dat alleen in een school gaan optreden om bepaalde zaken te verdedigen, niet kan en dat het best op een tegensprekelijke wijze gebeurt. Ik heb ook begrepen – er zijn ook vragen over gesteld – dat dit absoluut de bedoeling is. Collega Bothuyne gaf daarnet nog een voorbeeld dat over twee partijen ging.
Dit alles mag het debat in scholen niet smoren. Toen ik parlementslid was, heb ik zelf vele schooldebatten gedaan en ze zijn verrijkend, niet alleen voor de scholieren maar ook voor het parlementslid. Je ziet soms de kloof tussen waarmee je in Brussel elke dag bezig bent en de manier waarop jongeren naar die dingen kijken. Ik vind het echt elementair dat dit gebeurt. Zoals gezegd, zal ik initiatief nemen.
Hetzelfde geldt voor mij als het gaat over jongeren die al dan niet naar initiatieven buiten de school gaan. Ik heb het ook al herhaaldelijk gezegd dat ik niet wil dat er sociale druk ontstaat waardoor jongeren die niet naar marsen gaan, plots worden gestigmatiseerd alsof ze niet voor het klimaat zouden zijn. Het is van belang, en het staat ook in de eindtermen, dat we de jongeren op school ook opleiden tot kritische burgers die een eigen mening kunnen vormen.
Er is vandaag een grote bezorgdheid rond het klimaat. Ik bespeur ook een groot engagement. Het is goed dat we van dat momentum gebruikmaken om ook op school informatie te versterken en debatten te organiseren. Collega's, zoals gezegd, zal ik zelf initiatief nemen.
Minister, dank u wel. Voor alle duidelijkheid, voor de partijgenoten van u die het nog niet zouden hebben begrepen, leg ik de volgende casus even voor. Stel u voor dat politici van het Vlaams Belang naar de scholen zouden trekken om hun standpunt over migratie toe te lichten, of stel u voor dat de rechtse organisaties betogingen zouden organiseren tegen massamigratie, en directeurs en leerkrachten leerlingen verplichten daarnaartoe te gaan. Het kot zou te klein zijn, en terecht, want kinderen een politieke, ideologische agenda opdringen is moreel verwerpelijk, net zoals het voeren van politieke propaganda in scholen verwerpelijk is. Minister, daarom vraag ik u om niet alleen die neutraliteit in het onderwijs te bepleiten, zoals u dat vandaag doet, maar om die ook te garanderen, ook door partijgenoten. Er moet immers een einde komen aan die manipulatie van jonge kinderen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.