Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Minister, ik dank u omdat u, ondanks griep, hier toch aanwezig bent om te antwoorden op mijn actuele vraag.
Mijn vraag gaat over de herstructurering binnen het agentschap. Vorige week gaf u aan dat het ontslag van een kwart van het personeel geen impact zou hebben op de dienstverlening. Tot drie keer toe zei u: ‘Er zullen geen inburgeraars moeten wachten. Er zullen geen wachtlijsten komen. Er is geen probleem.’
Nu, wat blijkt uit de feiten die de afgelopen dagen naar boven zijn gekomen? We vernemen dat een 5000-tal inburgeraars wachten op een inburgeringscursus, waarvan een 1400-tal al een jaar aan het wachten zijn. In Ronse moet een inburgeringloket sluiten en verhuizen naar Oudenaarde, terwijl er in Ronse drie keer meer inburgeraars zijn. Zo wordt het hen precies moeilijker gemaakt om in te burgeren, wat niet de bedoeling is, neem ik aan.
Er worden richtlijnen gegeven aan lokale inburgeringsloketten om Europeanen – Polen, Roemenen en Bulgaren – die geen Nederlands spreken – en ik neem aan dat we het belangrijk vinden dat zij ook Nederlands leren – niet meer uit te nodigen, omdat men geen aanbod heeft en de workload te groot is.
Om maar te zeggen, minister: deze feiten staan haaks op uw bewering dat er, wat de dienstverlening betreft, geen enkel probleem is. En dat er zo'n grote kloof is tussen wat u zegt en wat uit de feiten blijkt, is wel problematisch. De vraag is: hoe kunnen we nog geloven wat u zegt? Minister, daarom vraag ik u om de situatie uit te klaren, om tegenstrijdigheden uit te klaren. Minister, bent u bereid om het agentschap te onderwerpen aan een externe audit, aan een grondige analyse, om eens duidelijk te maken wat het probleem is binnen het agentschap?
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, gisteren was het al problematisch in de commissie, maar ik zal toch proberen om iet of wat duidelijk te antwoorden qua stem, zodat de inhoud duidelijk is. Want mevrouw Kherbache, u suggereert hier iets op het spreekgestoelte en ik heb dat vandaag ook gelezen. Maar momenteel zijn er absoluut geen wachtlijsten die te wijten zijn aan een tekort aan personeel. Ik merk dat er gegoocheld wordt met allerlei cijfers om toch een probleem te kunnen aankaarten dat er momenteel gewoon niet is. Ik las vandaag het cijfer van 5000 mensen die zouden wachten. Ik heb gisteren, zoals ik vorige week heb aangekondigd, een zeer constructief gesprek gehad met mensen van de vakbonden. Tijdens dat gesprek is er zelfs het cijfer van 6600 gevallen.
Ik zal proberen uit te leggen – zeer kort, voorzitter – vanwaar dat cijfer van 6600 komt. Er zijn 3605 mensen die een inburgeringscontract hebben getekend, maar die nog niet zijn ingeschreven voor een inburgeringscursus. Dat is een groot verschil. Waarom zijn ze nog niet ingeschreven voor een inburgeringscursus? Dat kan te maken hebben met diverse redenen, bijvoorbeeld persoonlijke. Zo kan iemand een ziekte hebben – en dan bedoel ik geen korte griep. Of iemand kan nog geen kinderopvang hebben gevonden. Of iemand volgt momenteel een andere opleiding en wil die eerst afronden vooraleer te starten met een inburgeringscursus. Dat kan allemaal.
Er zou ook een tweede reden kunnen zijn. Ik wilde in dit verband trouwens de heer Keulen een compliment geven. We hebben altijd gezegd dat we werk op maat willen. Ik denk – ik hoop althans – dat u dat ook een zeer goede aanpak vindt. De tweede reden kan ermee te maken hebben dat iemand start met de cursus maatschappelijke oriëntatie – u weet dat we dat niet in het Nederlands doen, maar in de contacttaal, omdat dat beter is voor de inburgeraar – en dat die nood heeft aan bijvoorbeeld een lesgever van een zeer zeldzaam Somalisch dialect – ik vind dat niet uit, dat bestaat. Ik vind het logisch dat men dan, als men bijvoorbeeld twee andere kandidaten heeft, nog even wacht totdat er een klasje is van vier personen die die zeldzame contacttaal, bijvoorbeeld in dezen het Somalisch dialect, nodig hebben om te kunnen starten.
Een tweede groep bestaat uit 2986 mensen die een inburgeringscontract hebben getekend en die zijn ingeschreven in een cursus voor het voorjaar, maar waarbij de cursus nog niet is gestart. U weet ook dat de cursussen maatschappelijke oriëntatie in 2018 zijn gestart in januari en eindigen in februari. In maart beginnen er nieuwe cursussen, net als in mei. Het zou niet goed zijn voor alle mensen die zich in de maand januari hebben ingeschreven en die zich vandaag inschrijven voor een cursus maatschappelijke oriëntatie, om zich na een maand bij dat lesgebeuren te voegen, want dan haalt men geen goed resultaat.
Mevrouw Kherbache, die mensen moeten dus inderdaad wachten. Als ze zich nu inschrijven, zullen ze moeten wachten tot maart om te kunnen beginnen met een cursus maatschappelijke oriëntatie. Er zijn geen wachtlijsten omdat er geen aanbod is; er zijn mensen die een tijdje moeten wachten omdat we op maat werken. Dat is net wat we wilden doen met het inburgeringsbeleid. U weet het of u weet het misschien niet, maar we zijn het enige land in Europa dat ook contacttalen aanbiedt. We zouden dat evengoed in het Nederlands kunnen doen. Het zou goedkoper en gemakkelijker zijn, maar het zou niet in het voordeel zijn van die mensen die inburgeren.
Kortom, er zijn geen wachtlijsten en er is voldoende aanbod. Er zijn alleen een aantal mensen die vanwege persoonlijke redenen of vanwege de aanpak op maat, die ik heel belangrijk vind, eventjes moeten wachten.
De herstructurering vind ik ook geen gezellig proces, dat weet u. Ik heb het al gezegd en zal het blijven herhalen. Het is geen prettig gegeven dat mensen moeten afvloeien. Met wat nu wordt verteld, niet alleen hier, maar ook in de krant, wordt niemand geholpen, niet de personeelsleden van het agentschap en ook niet de mensen die inburgeren. Ik roep iedereen dus op om te stoppen met paniek zaaien. Er zijn geen wachtlijsten en mensen kunnen onmiddellijk inburgeren.
Voorzitter, ik besluit. De herstructurering is noodzakelijk en we moeten ermee doorzetten, niet het minst voor het personeel, zodat die mensen ook weer zekerheid krijgen en dat we het eindelijk op een positieve en constructieve manier over het agentschap kunnen hebben in dit parlement. Het agentschap verdient dat omdat het ontzettend goed werk verricht in Vlaanderen.
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Minister, we kennen uw operationele argumenten om die wachtlijsten te relativeren. Inburgering en integratie is veel te belangrijk om te vervallen in een heilloze welles-nietesdiscussie. Net daarom vragen we een externe audit: dan scheppen we klaarheid in alle objectiviteit. Nu wekt u opnieuw de indruk geen pottenkijkers te willen, terwijl het vertrouwen in de directie zoek is. Het personeel zegt dat er geen visie is, geen correcte informatie en geen vertrouwen. U antwoordt ook niet op de opmerking dat er loketten moeten sluiten, dat Europeanen niet meer worden uitgenodigd voor inburgeringscursussen, …
De komende maanden gaat de nood niet dalen. Het aantal Europeanen gaat niet dalen. Er is nog een bulk van erkenningsdossiers die op ons afkomt. Vanaf 1 januari 2019 is inburgering ook in Brussel verplicht. We mogen dus verwachten dat er gigantisch veel dossiers bij zullen komen. Ik zeg het opnieuw: nu een kwart van het personeel op straat zetten, is het agentschap in de soep draaien en echt niet het antwoord op het signaal van de werknemers. Ik vraag u dus transparantie om klaarheid te scheppen en om op die manier als de vragen die er zijn op een objectieve manier te beantwoorden.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, integratie en inburgering is voor ons cruciaal. We vinden het belangrijk dat nieuwkomers integreren en dat mensen samenleven. Uw voorzitter doet vandaag een open oproep en zegt dat de nieuwkomers actief moeten zijn. We rekenen heel hard op u om ervoor te zorgen dat het Agentschap Integratie en Inburgering zeer goed werkt zodat de mensen die er een beroep op moeten doen en die een dienstverlening vragen, goed geholpen worden. Zo kunnen ze hun weg vinden in de samenleving en daarin een actieve bijdrage leveren.
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
Minister, u zegt dat er geen probleem is, maar er is natuurlijk wel degelijk een probleem. Het probleem is dat er vijfduizend mensen zijn die gestart zijn met een inburgeringstraject, en daardoor niet gedefinieerd worden als staande op een wachtlijst, maar die niet kunnen starten met de lessen maatschappelijke oriëntatie. Dat zijn lessen waarin onze Vlaamse waarden en normen worden aangeleerd. Dat is onaanvaardbaar, temeer omdat binnenkort nog eens een vierde van het personeel dat deze lessen geeft, zal worden afgedankt.
Minister, u bent lid van een partij die te pas en ook te onpas de mond vol heeft over het belang van die Vlaamse waarden en normen en van het aanleren ervan aan die nieuwkomers.
Ik vraag u dus, net zoals mevrouw Kherbache, volledige transparantie. Het minste dat u daarvoor kunt doen, is een externe doorlichting organiseren. (Applaus bij Groen)
De heer Cordy heeft het woord.
Minister, u hebt de afgelopen jaren al heel duidelijk uw engagement getoond om het agentschap grondig te ondersteunen en, waar nodig, zijn middelen op te trekken, zowel structureel als op knelpuntmomenten. Men heeft het over wachtlijsten. Wel, dan wil ik eerst wel eens zien dat wordt aangetoond dat die er zijn.
Zijn er effectief structurele wachtlijsten? Als u dat niet kunt aantonen, moet u ook geen oorzaak zoeken voor iets wat niet aantoonbaar is. je kunt geen foute remedies vinden voor kwalen die fout worden gediagnosticeerd.
De heer Kennes heeft het woord
Voorzitter, ik ga het even niet hebben over de wachtlijsten en de afvloeiingen. Er zijn nog heel wat andere vragen in dit dossier. De mensen hebben vrijdag vijf dagen gekregen om tegen vannacht de standplaatswijziging al dan niet te aanvaarden. Als ze die niet aanvaarden, leidt dat automatisch tot het collectief ontslag. Dat zet heel veel druk op mensen die al jaren op een bepaalde plaats werken. Dat zou kunnen leiden tot een nog grotere uitstroom dan die die al gepland was. Onze zorg gaat naar een goede juridische dienstverlening, een dienst die serieus moet afbouwen terwijl hij geen extra personeel had gekregen op het moment van de vluchtelingeninstroom. Nu wordt hij wel serieus afgebouwd, terwijl hij in Vlaanderen een unieke positie bekleedt voor heel veel andere diensten.
Onze tweede grote zorg is die van de regionale dienstverlening. Dat werd vorige week duidelijk gesteld voor Limburg. Deze week is ook de problematiek van Ronse en Oudenaarde aan bod gekomen. Een goede regionale spreiding is essentieel in het kader van de dienstverlening.
Sommigen vragen waarom er weinig wordt gesleuteld aan het management en waarom er vooral op de werkvloer wordt bespaard. Dat is in dit dossier een cruciale vraag.
Minister Homans heeft het woord.
Er worden hier heel veel intentieprocessen gemaakt, vooral van het management. Ik vind dat zeer betreurenswaardig.
Mevrouw Moerenhout, als u goed naar mijn antwoord zou hebben geluisterd, dan zou u hebben gehoord dat ik heel duidelijk heb gezegd dat niet iedereen die een inburgeringscontract heeft getekend zich al heeft ingeschreven voor een inburgeringscursus. U beweert van wel. Neen, dat is niet zo. Ik heb proberen aan te tonen – en dank u, mijnheer Cordy, om mij daarin te ondersteunen – dat er geen wachtlijsten zijn.
Mevrouw Kherbache, van twee zaken één – en ik stel die vraag heel open en oprecht aan u. Ofwel kiezen we ervoor om te werken op maat en om te werken met contacttalen. Dat is in het voordeel van de mensen die inburgeren. Ofwel houden we rekening met persoonlijke situaties, bijvoorbeeld voor iemand die nog geen kinderopvang heeft of voor iemand die ziek is. Ofwel gooien we dat allemaal overboord en zeggen we: ‘U moet onmiddellijk starten.’ Dan laten we het maatwerk vallen. ‘U moet onmiddellijk starten’: ik pas daarvoor. Ik kies heel duidelijk voor dat maatwerk. Ik denk dat dat zeer goed is. Ik denk dat dat de mensen die een toekomst willen uitbouwen in ons Vlaanderen alleen maar ten goede kan komen.
Ik heb heel duidelijk gezegd dat er voldoende aanbod is. U kunt hier volgende week opnieuw met cijfers komen, en morgen zullen er misschien nog andere cijfers in de media staan. Dat zullen we dan wel zien. Ik heb gezegd dat er voldoende aanbod is. Ik heb dat onderbouwd met heel concrete cijfers, die ik, voor alle duidelijkheid, niet heb uitgevonden. Maar sommige mensen moeten misschien een maand of twee maanden wachten doordat we werken op maat, doordat we rekening houden met de persoonlijke situatie van de inburgeraars. Is dat menselijk? Ik denk het wel. Wat u vraagt, is onmenselijk, mevrouw Kherbache. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Minister, van drogredenen naar halve waarheden naar karikaturen: het is wel goed geweest. Ik vraag u uw verantwoordelijkheid op te nemen en orde op zaken te stellen. Het feit dat u hardnekkig weigert om transparantie te geven, maakt duidelijk dat u geen pottenkijkers wenst. U wilt duidelijk niet tonen hoe het agentschap de afgelopen negen jaar is mismeesterd.
Minister, ik wens u veel beterschap. Maar ik wens dat agentschap ook veel beterschap. Dit is het moment om daaraan te beginnen, door eerst een externe audit toe te passen, en door aan de kant van het personeel te staan, in plaats van hun de rekening te presenteren voor het mismanagement van de afgelopen jaren. (Applaus bij sp.a en Groen)
De actuele vraag is afgehandeld.