Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de gevolgen van de opzegging van handelsakkoorden door de Verenigde Staten
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, toen Trump verkozen werd, zeiden sommigen dat we hem ernstig moeten nemen, maar niet letterlijk. Hij is nu president van de Verenigde Staten geworden, en nu blijkt dat we zijn dreigementen niet alleen ernstig moeten nemen, maar sommige van die dreigementen ook letterlijk moeten nemen. Zijn eerste daad was het schrappen van het nieuwe handelsverdrag met een aantal Aziatische landen. Hij heeft herhaald, ook als president, dat hij ‘very high’, zeer hoge, invoertarieven zou installeren. Hij heeft daar ook de mogelijkheden toe. Hij kan dat zelfs doen zonder toestemming van het Amerikaanse parlement.
Gisteren of eergisteren verscheen een studie van de KU Leuven waarin wordt berekend wat de mogelijke kost zou zijn voor Vlaanderen. We hebben een van de meest open economieën in Europa en in de wereld. Onze welvaart is onlosmakelijk verbonden met de vrije handel in de wereld. De studie komt tot de constatatie dat dit in het goedkoopste scenario Vlaanderen 1200 jobs zou kosten, en in het worst case scenario, waarbij Trump de invoertaksen zou optrekken met 15 procent, nog altijd zonder toestemming van het parlement, zou dat 5000 jobs kunnen kosten.
Minister-president, hoe schat u de bedreiging voor de Vlaamse welvaart in van wat op dit ogenblik aan het gebeuren is in de Verenigde Staten?
De heer De Croo heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, ik heb de gewoonte om een paar cijfers te gebruiken als ik iets mag uitleggen. Het is de moeite om te weten dat wij, Vlaanderen, het 1264e deel van Rusland zijn, maar 8 procent van hun bruto nationaal product (bnp) hebben; dat wij het 727e deel zijn van het grondgebied van de USA, maar bijna een 50e van hun bnp hebben. Wij hebben in dit land 900 Amerikaanse bedrijven. Zij stellen 125.000 mensen te werk. Dat is 12 procent van de arbeidsbevolking.
In de vijftig grootste Amerikaanse bedrijven die hier actief zijn, werken meer dan 85.000 mensen. Onze uitvoer naar de Verenigde Staten (VS) is goed voor 8 miljard euro. Dat is het equivalent van ongeveer 50.000 arbeidsplaatsen. Ik dank de heer Vanlouwe dat hij ‘eigen volk eerst’ niet toegepast wil zien wanneer het over de Walen gaat. Ik ben dus van mening dat we moeten ijveren voor een economische vrijhandelszone. Voor onze welvaart en ons welzijn rekenen we voor twee derde op de uitvoer en op de internationale handel. Ik ken uw standpunt ten aanzien van het Trans-Atlantisch Vrijhandels- en Investeringsverdrag (TTIP). Het is hetzelfde als het onze, maar nu zien we, zoals collega Van Rompuy al zei, iets heel anders gebeuren. Het Trans-Pacific Partnership (TPP), waarbij twaalf Aziatische landen partij zouden zijn, wordt afgebouwd. Misschien hangt daar een klein voordeel aan vast voor ons omdat we daar een klein marktaandeel kunnen krijgen. Er kan een bevoorrechte relatie ontstaan tussen de VS en het Verenigd Koninkrijk. We zouden nadelige gevolgen kunnen ervaren van het overdreven economisch patriottisme onder het motto ‘America for the Americans’.
Minister-president, hoe schat u de kansen in voor de overleving van het vrijhandelsverdrag tussen Europa en de VS?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Dit zijn prangende vragen die veel mensen wereldwijd bezighouden. Ik heb het daarnet al aangegeven in mijn antwoord op de vraag over Davos. De maatregelen die president Trump aangekondigd of genomen heeft, blijven binnen het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Hij valideert de handtekening van zijn voorganger Obama niet met betrekking tot het TPP, wat ertoe leidt dat China onmiddellijk de gemaakte opening gaat invullen. China gaat zelf aan tafel zitten met de landen in de Stille Oceaan om te komen tot een vrijhandelsverdrag. Hij wil ook de Noord-Amerikaanse Vrijhandelsovereenkomst (NAFTA) heronderhandelen. Ook dit blijft binnen de WTO kaderen.
Als er inderdaad maatregelen zouden worden genomen die WTO-bepalingen of de afspraken binnen de WTO schenden, belanden we in een situatie die serieuze gevolgen kan hebben voor de wereldhandel. Uiteraard zijn de gevolgen voor ons dan ook serieus. De cijfers die u gaf, kloppen. We zijn de derde meest geglobaliseerde economie ter wereld. We lijden onder elk soort protectionistische maatregel. We moeten veel jobs kunnen creëren die afhankelijk zijn van de export, en dat doen we ook.
WTO is het kader waarbinnen tot nu toe geopereerd wordt. Er zijn voorstellen, onder meer van de voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, Paul Ryan, om een Border Adjustment Tax in te voeren. Daarbij wordt gezegd dat de import zwaarder moet worden belast om de export te stimuleren. President Trump en zijn staatssecretaris voor Handel hebben zich daartegen uitgesproken. Maar zoals de heer Van Rompuy zegt, denkt president Trump zelf ook aan het verhogen van invoerrechten. Als dat gebeurt, en hij gaat buiten de afspraken die de VS gemaakt heeft binnen de WTO, ontstaat er een probleem. Nu bedragen de invoerrechten gemiddeld 2,1 procent. Als een van de landen eenzijdig daarbuiten treedt, moet er in het kader van de WTO gecompenseerd worden, zo niet ontstaat er een geschil dat volgens de geschillenprocedure van de WTO moet worden behandeld. Er zijn daarvoor wel degelijk mechanismen. Laten we hopen dat het niet gebeurt. De VS is altijd een voortrekker geweest van de WTO. Ik kan me moeilijk een situatie voorstellen waarbij de VS zelf eenzijdig zou afwijken van afspraken die daar gemaakt zijn en die nu neerkomen op een gemiddeld tarief van 2,1 procent.
Ik heb de VIVES-studie doorgenomen. Enige nuance moet daarbij aangebracht worden. VIVES heeft alleen de export van goederen genomen en niet van diensten. Het gaat enkel over de intermediaire handel voor Europa, maar niet over de intermediaire handel die gaat via China of andere landen. Ze hebben dan twee hypotheses toegepast: een verhoging van de rechten tot 5 procent, wat tot 1200 jobs zou kunnen kosten, en een verhoging tot 15 procent, wat voor Vlaanderen alleen 5000 jobs kan betekenen.
Ik herhaal, op dat moment ontstaat er een geschillenprocedure, een geschil binnen de WTO. Dit zal een wereldwijd effect hebben. Die cijfers zijn voor ons heel slecht. Voor andere Europese landen zijn ze nog veel slechter. Onder andere Duitsland zou bijzonder zwaar getroffen worden. We moeten te allen prijze vermijden dat protectionistische maatregelen worden genomen. Dat leidt tot tegenreacties, en dat is heel slecht.
Over het TTIP heeft de president nog niets gezegd. We moeten verder gaan om tot een overeenkomst met de VS te proberen te komen. Let wel, onder Obama waren we ook nog nergens. We hebben een aantal hoofdstukken besproken. Er is er geen enkel goedgekeurd. In de bewoordingen van Trump zie ik dat hij de hele tijd focust op lageloonlanden, wat niet het geval is voor Europa, integendeel. Ten tweede zegt hij dat hij smart en fair trade wil. Wij gaan ook voor smart en fair trade. Het Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA) is daar een voorbeeld van. Als er wat tijd verlopen is, moeten we er echt proberen op in te zetten om het TTIP weer op gang te brengen. Het is iets waar we heel nauwlettend aandacht voor moeten hebben, dat we intrafederaal moeten opvolgen, dat we Europees moeten opvolgen, om te vermijden dat we verglijden in protectionisme, in tegenmaatregelen, in conflicten die kunnen leiden tot ergere situaties.
Enkel en alleen al door zijn uitspraak en door zijn eerste actie, is er al schade toegebracht aan de wereldwijde vrijhandel. Vandaag is – u bent in Davos geweest – de eerste bekommernis van de bedrijfsleiders wat betreft het economisch herstel de vrees voor het neoprotectionisme. Dat is de eerste bekommernis. Het protectionisme werkt als een soort van sluipend gif. Er zijn geen spectaculaire of opvallende fabriekssluitingen die onmiddellijk de media-aandacht vragen, maar de gevolgen en de resultaten zijn dezelfde: het verlies van vijfduizend jobs betekent meer dan de sluiting van Ford Genk.
Gelukkig zijn we als Vlaanderen deel van de Europese Unie en zijn we niet weerloos in heel de handelsoorlog die hij nu dreigt op te starten. We kunnen misschien hopen op het beste, maar we moeten stilaan realistisch zijn en ons ook voorbereiden op ernstige dreigementen.
Er zijn 4806 Belgische bedrijven die uitvoeren naar de Verenigde Staten. Dat geeft een tewerkstelling van 50.000 medeburgers. Op een ander vlak, waar we niet rechtstreeks mee te maken hebben, vrees ik dat de 0,9 procent die we aan defensie geven, op een dag zal moeten stijgen, misschien tot 2 procent. Wie gaat dat eventueel betalen? Zelfs al is dat niet onze rechtstreekse bevoegdheid, we zijn toch de grote bijdragers in dat systeem.
Wat me bijzonder treft als grote conclusie, is dat ik hoor, en met plezier vaststel, bij u en bij Karl Vanlouwe: eigen volk eerst speelt niet wanneer het over economische belangen gaat. Proficiat.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Wij geloven dat vrijhandelsakkoorden welvaart en jobs kunnen creëren en onze milieu- en arbeidsstandaarden omhoog kunnen tillen. Daarvoor moeten er wel duidelijke voorwaarden in die handelsakkoorden staan. De akkoorden waar we het vandaag over hebben, namelijk die met de Verenigde Staten en met Canada, zijn niet evenwichtig. Daar staan die voorwaarden niet in. Als dat evenwicht zoek is, als die akkoorden niet ten dienste van de mens, de maatschappij en het milieu staan, maar enkel bepaalde belangen van de grootste bedrijven dienen, dan is het evenwicht zoek en dan geef je een vrijgeleide aan mensen zoals Trump.
Ik ben ervan overtuigd dat niemand daar beter van wordt. Het komt er dus op aan om – zoals u het zegt, minister-president – faire vrijhandelsakkoorden te onderhandelen, onder voorwaarden die hier jobs creëren en die hier ons ook geen jobs gaan kosten. Een korte vraag: bent u van plan om dat te doen?
De heer Vanbesien heeft het woord.
Voorzitter, ik wil ook even mijn positie ten opzichte van protectionisme duidelijk maken. Eerder voor het verslag, dan voor mijn collega’s, want mijn collega’s luisteren daar toch nooit naar, en maken er altijd een karikatuur van, maar dan staat het ten minste in het verslag. Wij zijn tegen protectionisme, wij zijn tegen het idee – ook dat Amerika dat zou doen – van grote invoerbeperkingen om de eigen economie te beschermen. Wij zijn wel voor een beleid op het vlak van invoer dat kwaliteitskenmerken inhoudt en dat ervoor zorgt dat handel sociaal gecorrigeerd wordt en oog heeft voor de ecologie. Dat is wat er moet gebeuren.
Tot nu toe heeft Trump niets aangekondigd dat Europa – zoals de minister-president ook zegt – rechtstreeks zou treffen, maar goed, de algemene richting is wel duidelijk. Mogelijk komt dat er nog aan. Minister-president, ik roep u op om naar een Europese strategie te gaan die zelfbewust is en inzet op faire handel en respect heeft voor ecologische grenzen.
De heer Van Grieken heeft het woord.
Sta me toe te beginnen met twee kanttekeningen. Ik begrijp dat de twee vraagstellers een beetje in shock zijn, omdat iemand die iets belooft voor de verkiezingen, dat ook doet na de verkiezingen. Daar hebben we jullie partij nog niet op kunnen betrappen.
Ten tweede, het is wel selectieve verontwaardiging natuurlijk. Uw eigen staatssecretaris voor Buitenlandse Handel, Pieter De Crem van CD&V, zei: “Trump zijn protectionistische maatregelen gaan geen negatieve gevolgen hebben voor ons land, wel integendeel.” Dat is toch diezelfde CD&V? Dat is toch diezelfde staatssecretaris van Buitenlandse Handel?
Ik deel uw bezorgdheid. We moeten allemaal bezorgd zijn over de Vlaamse jobs, maar jullie bezorgdheid is selectief en hypocriet. Waar was jullie bezorgdheid en daadkracht toen Ford Genk sloot en met ons belastinggeld een nieuwe plant opende in Turkije? Waar was jullie bezorgdheid en daadkracht toen 200 jobs van bpost naar India verschoven? Waar was jullie bezorgdheid en daadkracht toen door sociale dumping in 4 jaar tijd al 13.000 jobs verloren zijn gegaan?
Als Amerika zegt: ‘America first’, dan moeten wij zeggen: ‘Vlaanderen eerst’. Als zij zeggen: ‘buy American, hire American’, dan moeten wij zeggen: ‘koop Vlaams, bestel Vlaams, en zorg voor werk voor eigen volk eerst’.
De heer Ronse heeft het woord.
Als ik naar de vorige spreker luister, dan hoor ik precies de heer Magnette. Met hem hebben we vorige week of zo nog groen gelachen omdat hij zei dat hij de verkeersborden zelf wilde laten maken. We hebben toen groen gelachen, maar aan de overkant van de oceaan dreigt inderdaad ook zo’n protectionistische golf. Onze belangen inzake export zijn inderdaad absoluut niet min. Het is duidelijk dat de twee regio’s in dit land, Vlaanderen en Wallonië, een ander belang hebben, en een andere houding ook, ten aanzien van vrijhandel. Ik hoop dat we het maximum uit de Vlaamse diplomatie zullen halen om onze belangen daar te gaan verdedigen.
Mevrouw Turan, wat ook belangrijk is om werk en jobs te behouden in een constant ondernemersklimaat, is een rechtlijnige politiek. Ik wil u er toch op wijzen dat uw politieke familie CETA mee heeft goedgekeurd in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Graag een beetje rechtlijnigheid.
Collega’s, het hoeft geen betoog dat ik dat protectionisme niet wil. Protectionisme is een sluipend gif. Vlaanderen heeft er alle belang bij om daartegen in te gaan. We zijn een open economie, wij voeren sinds honderden jaren handel: dat is begonnen in de middeleeuwen met de Hanzesteden. Vlaanderen is altijd nieuwe horizonten gaan opzoeken. Vlaanderen heeft op die manier altijd welvaart gecreëerd en goede producten gemaakt. We hebben sterke havens die ervoor zorgen dat we een ‘port’ zijn voor de wereldimport en -export. Het slechtste wat we zouden kunnen doen, is in de lijn van ‘eigen volk eerst’ onze grenzen dichthouden, en alles wat van buitenaf komt, tegenhouden. Wij hebben die handel nodig. Een op zes van onze jobs is verbonden met de export. Dat is een hoog cijfer.
Collega’s, schets nu ook niet het beeld alsof Amerika tot nu toe het land is waar we het makkelijkst vrijhandel mee kunnen voeren. Er zijn al heel wat protectionistische maatregelen zoals ‘buy American’. Iedereen kent de Jones Act, waardoor onze baggeraars daar niet binnen geraken. Men moet 70 procent Amerikaans staal gebruiken, onder de Amerikaanse vlag varen en dus daar belastingen betalen. Men moet een volledig Amerikaanse bemanning hebben enzovoort. Er zijn heel wat maatregelen waardoor de markt nu afgeschaft wordt.
Maar wij voeren handel binnen de contouren van de WTO. Hebben wij geen TTIP, dan verandert er niets aan de huidige situatie, tenzij Donald Trump eenzijdig bepaalde tarieven zou verhogen, wat in mijn ogen een schending zou betekenen van de akkoorden binnen de Wereldhandelsorganisatie, en de mechanismen van compensatie en geschillenbeslechting in werking zou stellen.
Voor ons is het belangrijk om dat zeer actief op te volgen. Het is niet aan Vlaanderen om rechtstreeks te onderhandelen, en ook niet aan Duitsland, Italië, Frankrijk of welke lidstaat dan ook. Dat is een taak van de Europese Unie, die de wereldspeler is wanneer het gaat over wereldhandel. We moeten er dan ook voor zorgen dat we goede mandaten geven en dat we de zaken perfect opvolgen, wat we ook doen.
Wanneer een akkoord kan worden gesloten met de VS, moet het een goed akkoord zijn. Om de woorden van Donald Trump te gebruiken: het moet ‘smart’ en ‘fair’ zijn. Collega’s, ik daag u uit om aan te tonen wat in het CETA-akkoord niet fair zou zijn. Dat is een zeer evenwichtig akkoord dat de handelstarieven maximaal naar beneden haalt met 99 procent en voor landbouw met 92 procent. Tegelijkertijd zorgt dat akkoord ervoor dat onze normen en standaarden gehandhaafd blijven inzake arbeid, productnormen, consumentenzorg en leefmilieu. Al die belangen zijn behartigd.
Wij voeren daar een zeer actief beleid in omdat wij daar het grootste belang bij hebben en omdat wij gaan voor een open economie en een fair akkoord. Dat is ook het antwoord op de globalisering. Globalisering kan in de eerste plaats tegemoet worden getreden door faire handelsakkoorden te sluiten die ervoor zorgen dat standaarden en normen worden beschermd en dat men niet in een spiraal naar beneden zit in die wereldhandel. Daar dragen wij de grootste zorg voor, en daar zullen wij ook werk van maken. Ik begrijp dat er hier een zeer grote consensus bestaat om tegen protectionisme in te gaan.
Ik hoop dat we erin slagen om tot onderhandelingen te komen, ook met de administratie-Trump. De onderhandelingen voor het TTIP liggen stil. Komt er geen TTIP en verandert er eenzijdig niets, dan is dat op zich niet dramatisch. We drijven nu veel handel – de heer De Croo heeft de cijfers gegeven – onder gelding van de wereldhandelsakkoorden. Het wordt problematisch wanneer daar eenzijdig wijzigingen in zouden worden aangebracht. Gelukkig bestaan er daarvoor mechanismen, maar het zou niet goed zijn om in die spiraal terecht te komen. Het is veel beter dat al die mechanismen niet op gang moeten komen. Protectionisme leidt tot tegenmaatregelen en conflicten.
Mijnheer De Croo, ik voel me helemaal niet aangesproken wanneer u het hebt over eigen volk eerst.
Minister-president, wat de vrijhandel betreft, is de uitdaging hoe wij de voordelen daarvan kunnen behouden en rechtvaardig verdelen over zo veel mogelijk mensen, en tegelijk de mensen kunnen beschermen tegen de nadelen daarvan. Of zoals men in het Engels zegt: ‘how to protect without protectionism’? Dat is de taak waar we voor staan. We moeten strijden tegen dumping op welke manier dan ook, maar niet tegen de vrijhandel. We moeten de vrijhandel blijven verdedigen, niet alleen omdat het de pijler is van onze welvaart, maar ook omdat het een van de pijlers is van de naoorlogse vrede en stabiliteit. We moeten die pijlers blijven verdedigen, ook tegen populisten zoals Trump en co.
Het verheugt me vast te stellen dat men kamerbreed, op een kleine uitzondering na die de regel bevestigt, tegen de beperking is van de vrije handel. Wanneer men de chocolade die in België wordt geproduceerd, in België moet opeten, dan zou die binnen de veertien dagen op zijn. Wanneer men het bier zou moeten uitdrinken dat in België wordt geproduceerd, dan zou dat twee maanden duren. Wanneer men de vaccins – 17 procent van de wereldproductie – in België zou houden, wat zouden we er dan mee doen? Wanneer wij de isotopen – bijna 50 procent in Mol en Floreffe gemaakt – in België zouden houden, zouden we na twee dagen klaar zijn. Enfin, het is te dwaas om los te lopen.
Vrijhandel heeft welvaart gebracht. Vrijhandel brengt nieuwe jobs. Vrijhandel is iets wat we moeten koesteren. We moeten ook die mentaliteit hebben. Wij zijn een klein, dapper volkje, dat moet leven van en met de anderen. En uw reactie over eigen volk eerst, in die zin begrepen, deed mij genoegen. (Applaus)
De actuele vragen zijn afgehandeld.