Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Sonja Claes, Lies Jans, Freya Saeys, Griet Coppé, Peter Persyn en Danielle Godderis-T’Jonck houdende wijziging van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, wat de opname door woonzorgcentra van bepaalde personen buiten de erkende capaciteit betreft.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Franssen, verslaggever, heeft het woord.
Voorzitter, ik probeer het beknopt te houden voor de kwaliteit van het debat.
Op dinsdag 8 november besprak de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin het voorstel van decreet houdende wijziging van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, wat de opname door woonzorgcentra van bepaalde personen buiten de erkende capaciteit betreft.
Hoofdindiener Sonja Claes verwijst naar haar conceptnota voor nieuwe regelgeving over koppels in woonzorgcentra en de hoorzitting hierover. Dit voorstel van decreet creëert een bijkomende decretale mogelijkheid om een zelfredzaam persoon samen met zijn of haar zorgbehoevende partner op te nemen in een woonzorgcentrum, bovenop de capaciteit.
Het voorstel van decreet voert geen verplichting in, niet voor de betrokken persoon en niet voor het woonzorgcentrum. De algemene zaken worden hierbij geregeld door het voorstel van decreet. Uitvoeringsbesluiten moeten uiteraard voor de concrete uitwerking zorgen. In uitzonderlijke gevallen moet het mogelijk zijn dat de zelfredzame partner gebruikmaakt van de zorg. Als de zelfredzame persoon zelf zorgbehoevend wordt, krijgt die persoon voorrang in het woonzorgcentrum. Na het overlijden van de zorgbehoevende partner kan de zelfredzame persoon nog zes maanden in het woonzorgcentrum verblijven.
Tijdens de algemene bespreking stelde Lies Jans dat dit een reëel probleem is, waarvoor op korte termijn een oplossing moet worden gevonden. Hoewel het de bedoeling is om partners zo lang mogelijk thuis te ondersteunen, kan het voor de niet-zorgbehoevende partner een goede ondersteuning zijn mee te worden opgenomen in het woonzorgcentrum om het in een deel van de mantelzorgtaken te ontlasten.
Collega Saeys is tevreden met het voorstel van decreet en benadrukte de keuzevrijheid, zowel voor het koppel als voor het woonzorgcentrum. Ze pleit er tevens voor om de administratieve lasten te beperken.
Elke Van den Brandt vindt het principe belangrijk dat koppels kunnen samenwonen binnen de ouderenzorg. Toch stelt ze zich vragen bij het initiatief, onder meer over de omschrijving van de doelgroep, de betaalbaarheid en de financiering. Ze merkt op dat zes maanden vrij kort is om een geschikte woning te vinden na het overlijden van de zorgbehoevende partner en komt hierop terug bij de artikelsgewijze bespreking.
Ook Ortwin Depoortere onderschrijft het principe, maar heeft een aantal kanttekeningen over de kostprijs van de hotelkosten en sluit zich aan bij de opmerking dat de administratieve lasten voor de woonzorgcentra zo beperkt mogelijk moeten blijven.
Bart Van Malderen erkent dat een ernstige vraag aan de oorsprong ligt van dit voorstel van decreet, maar heeft een aantal randopmerkingen. Hij maakte zich zorgen over de hoogte van de hotelkosten, de administratieve lasten, de periode van 6 maanden die kan leiden tot veel verplaatsingen op korte termijn. Hij zoekt incentives om het bezoek van de partner te faciliteren binnen het huidige kader en vraagt zich af wat er gebeurt met hulpbehoevende koppels die in verschillende woonzorgcentra verblijven.
Sonja Claes gaat uitgebreid in op de bezorgdheden van de collega’s. Ze wijst op de functie van dit voorstel van decreet dat geen afbreuk doet aan de thuiszorg. De sector heeft er zelf op aangedrongen om het idee verder uit te werken.
De administratieve lasten moeten zo beperkt mogelijk worden gehouden. Er moet echter een duidelijke regeling worden uitgewerkt voor de brandveiligheid. Lies Jans sluit zich daarbij aan en stelt dat dit voorstel van decreet een antwoord biedt aan de reële oplossing van de problemen van een beperkte groep.
Bij de artikelsgewijze bespreking was er discussie in de commissie over de verblijfsperiode van 6 maanden in het woonzorgcentra van de zelfredzame persoon na het overlijden van de zorgbehoevende partner.
Sonja Claes sluit de discussie af door te verwijzen naar de tekst van het voorstel van decreet. De niet-zorgbehoevende oudere kan op zijn of haar verzoek gedurende minimaal 6 maanden buiten de erkende capaciteit in het woonzorgcentrum blijven. De termijn kan worden verlengd of ingekort afhankelijk van het verzoek van de oudere. De regeling kan niet worden gebruikt als wachtcapaciteit van het woonzorgcentrum.
Hert voorstel van decreet wordt in de commissie aangenomen met twaalf stemmen bij drie onthoudingen. (Applaus)
Mevrouw Claes heeft het woord.
Het verslag geeft perfect weer hoe de bespreking in de commissie is verlopen.
Vanmorgen ben ik bij Frans langs geweest. Frans is niet zorgbehoevend en woont al verschillende jaren samen met zijn zorgbehoevende vrouw op één kamer in een rusthuis. Frans neemt al die jaren een plaats in van een zorgbehoevende in het rusthuis, terwijl hij niet zorgbehoevend is en betaalt voor zorgen die hij niet krijgt en ook niet nodig heeft. Frans heeft me geïnspireerd om het voorstel te doen om buiten de erkenning te worden opgenomen. Ik ben dan ook heel erg blij dat er een oplossing is gevonden voor de voorziening aangezien Frans buiten de erkenning kan worden opgenomen terwijl hij in de toekomst ook enkel zal betalen voor het verblijf dat hij heeft in dat rusthuis. Hij heeft geen zorg nodig, dus hij zal daar in de toekomst ook niet voor moeten betalen. Dit voorstel van decreet voor niet-zorgbehoevende partners die samen met hun zorgbehoevende partner in een rusthuis willen verblijven, betekent een vooruitgang en ik ben dan ook heel fier en blij dat ik voor Frans en zijn vrouw, maar ook voor de andere Fransen in Vlaanderen mee een oplossing heb kunnen bedenken. (Applaus bij CD&V)
Mevrouw Jans heeft het woord.
Ik dank de verslaggeefster voor haar verslag dat een goede weergave is van de discussie in de commissie. Ik ben ook tevreden dat we mensen zoals Frans kunnen helpen met problemen waar zij momenteel mee worden geconfronteerd.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Dit is een initiatief van menselijkheid, en ik dank mevrouw Claes daar ook voor. Daarbij willen we mensen die al decennialang lief en leed delen, de kans geven om in een woonzorgcentrum te verblijven en niet te worden gescheiden op hun oude dag. De uitdaging is om niet te veel regels op te leggen.
De heer Bertels heeft het woord.
De evolutie die we afgelegd hebben van een conceptnota, via de hoorzittingen, naar het voorstel van decreet, is een goede evolutie geweest, waardoor er verbeteringen zijn aangebracht aan de conceptnota. Wij kunnen dus instemmen met het kader en de intenties die de initiatiefnemers hebben uitgedrukt. Het is oké om de mogelijkheid te creëren om Frans – om bij dat voorbeeld te blijven – die mogelijkheid te bieden en zo een oplossing te bieden voor sommige reële problemen.
Maar wij zullen ook behoedzaam en aandachtig zijn. We zullen opletten, want dit is een kaderdecreet, dat heel veel macht aan de Vlaamse Regering geeft. Wij zullen er, om maar één voorbeeld aan te halen, heel sterk op letten dat dit geen kapstok wordt om de niet-zorgbehoevende partner impliciet tot de verplichte mantelzorger te maken binnen de instelling. Daar gaan wij heel sterk over waken. De initiatiefnemers hebben gezegd dat het niet de bedoeling is, maar men laat het wel over aan de Vlaamse Regering om dat in te vullen.
Ten tweede wil ik opmerken dat we, los van dit goede kader, waar we mee kunnen instemmen, de echte discussie omtrent de capaciteit, die we daarstraks nog gehad hebben, niet uit de weg mogen gaan. We lossen hier een probleempje op voor een kleine groep, maar er zijn veel meer andere zorgbehoevende ouderen die momenteel geen oplossing hebben.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2016-17, nr. 837/1)
– De artikelen 1 tot en met 5 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.