Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, de archivering van ons cultureel erfgoed vraagt veel zorg. Meestal gaat het om kostbare items die met de grootste voorzichtigheid behandeld moeten worden. De Vlaamse museumsector heeft dus nood aan heel goede infrastructuur.
Recent onderzoek laat uitschijnen dat de zware richtlijnen die we jarenlang hebben gehanteerd voor het bewaren van kunstwerken niet noodzakelijk zo streng hadden moeten zijn. Uit dat onderzoek zou blijken dat museumobjecten helemaal geen regressie ondervinden van langzame schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid.
Het FotoMuseum Antwerpen koos om voor de bouw van zijn nieuwe depot te gaan voor klimaatneutraliteit. Daarbij baseert het Fotomuseum zich op de Declaration of Environmental Guidelines, richtlijnen over het binnenklimaat voor de bewaring van erfgoedcollecties en -objecten. Dat document somt de aanbevelingen op zoals opgesteld door de Bizot Group, een internationale groep van musea die regelmatig tentoonstellingen organiseren, het American Institute for Conservation (AIC) en het Australian Institute for the Conservation of Cultural Materials (AICCM).
Door de nieuwste technieken en materialen toe te passen, kunnen we ‘slimme’ depots bouwen, en dat zou betekenen dat we minder moeten investeren in energieverbruik.
Minister, zijn de criteria volgens dewelke het FotoMuseum zijn depot bouwt conform de Vlaamse richtlijnen inzake energie-efficiëntie? Op welke manier kunt u bijdragen aan het energievriendelijker maken van het bestaande museumpatrimonium? In hoeverre kan dit patrimonium klimaatneutraal worden gemaakt?
Minister Turtelboom heeft het woord.
De Declaration of Environmental Guidelines volgens dewelke het Antwerpse FotoMuseum zijn nieuwe depot zal ontwikkelen, bevat richtlijnen voor optimale temperatuur en relatieve vochtigheid voor het bewaren van erfgoedcollecties en -objecten. Het bouwteam bepaalt autonoom, en overeenkomstig het toekomstige gebruik van het gebouw, wat de gewenste prestaties zijn op het vlak van binnentemperatuur en relatieve vochtigheid. Zo zullen er andere gewenste prestaties zijn voor een museumdepot dan voor een drukkerij, een operatiezaal of een restaurant. De keuze om soepelere richtlijnen toe te passen voor de gewenste temperatuur en relatieve vochtigheid en zo te zorgen voor een lager energieverbruik, verheugt mij uiteraard als minister van Energie.
De Vlaamse energieprestatieregelgeving legt voor nieuwe musea en nieuwe opslagruimtes eisen vast op het vlak van de isolatie van de constructieonderdelen zoals muur, dak en vloer, de algemene isolatie via het K-peil en op het vlak van de ventilatievoorzieningen. De eisen aan ventilatie voor niet-residentiële gebouwen bepalen welke ventilatiedebieten het ventilatiesysteem moet kunnen realiseren. De EPB-regelgeving (energieprestatie en binnenklimaat) legt echter geen prestatiecriteria of eisen vast op vlak van binnentemperatuur en relatieve vochtigheid. Er is dan ook geen conformiteitstoets mogelijk.
Voor vergunningsplichtige renovaties van bestaande musea is de EPB-regelgeving eveneens van toepassing. De eisen voor renovaties bestaan uit isolatie-eisen voor vernieuwde en nageïsoleerde constructieonderdelen, ventilatie-eisen en eisen aan nieuwe en vernieuwde technische installaties.
Daarnaast bereid ik een besluit voor waarin vanaf 2017 de EPB-eisen voor nieuwe en ingrijpend gerenoveerde musea worden uitgebreid met een E-peileis. Dit besluit wordt op zeer korte termijn voorgelegd aan de Vlaamse Regering.
De uitgangspunten voor klimaatneutraliteit van duurzame depots behoren tot de beleidsbevoegdheid van mijn collega Joke Schauvliege.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de informatie. Ik besluit daaruit dat ik mijn vraag het beste ook kan stellen aan minister Schauvliege.
De vraag om uitleg is afgehandeld.