Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, u hebt ongetwijfeld gelezen dat men in Nederland beslist heeft om 30 miljard kubieke meter gas minder op te pompen. Dat gaat niet enkel over het Groningenveld, men heeft nog een heel pak kleinere velden. De productievermindering zal verdeeld worden over de twee velden. Dat kost Nederland ook een pak geld op zijn begroting, namelijk 1,2 miljard euro.
Ik heb eerder al eens een actuele vraag gesteld over de omschakeling voor een klein miljoen gezinnen in Vlaanderen. Die zou normaal gezien rond zijn tegen 2029. Vanaf 2016 zou men starten met een proefproject. We zien nu echter dat men in Nederland de kraan verder dichtknijpt, wat ik kan begrijpen, want er zijn nogal wat problemen met mensen die in de omgeving van zo’n gaswinningsgebied wonen. Men spreekt er nu in Nederland zelfs over om gas te importeren. Stel je voor: de Nederlanders zijn altijd gasexporteurs geweest en nu zouden ze plots ook deels gas gaan importeren. Dan vraag ik mij af, minister, of het geopolitiek toch niet interessant is om al vroeger te proberen over te schakelen en de datum van 2029 bijvoorbeeld met x-aantal jaren te vervroegen.
Ik heb nogal wat contacten in de gassector. De Baltische staten bijvoorbeeld, die momenteel gas krijgen vanuit Rusland, vinden dat niet veilig meer en willen nu contracten afsluiten met de LNG-terminal in Zeebrugge. Ook Duitsland is momenteel ‘on speaking terms’ met Zeebrugge.
Dat is uiteraard zeer goed nieuws voor Vlaanderen, want de LNG-terminals van Zeebrugge liggen nog altijd in Vlaanderen. Als we daar een ombouw kunnen doen, om Duitsland en de Baltische staten te helpen, is dat goed. Maar het zou krankjorum zijn om straks zelf in Vlaanderen in de problemen te komen, doordat we niet snel genoeg zijn omgeschakeld naar hoogcalorisch aardgas naar aanleiding van de problemen in Nederland.
Er is indertijd een inschatting gemaakt van 500 tot 700 miljoen euro investeringen in het netwerk en bij de particulieren. Ik weet dat er afspraken zijn gemaakt om dat ook in het tarief te verrekenen. Het gaat er ook om de nodige mensen te vinden om al die keuringen te doen bij de 920.000 gezinnen in de drie provincies.
Minister, houdt u rekening met een versnelde afbouw van de gastoevoer uit Nederland? Wat is de stand van zaken van het proefproject in 2016? Wat is de minimale capaciteit die Vlaanderen nodig heeft om de huidige gezinnen van laagcalorisch gas te blijven voorzien?
Stel dat Nederland de kraan toedraait. Contractueel kan het niet. Maar wat als ze echt in de problemen komen? Dan hebben ze twee mogelijkheden: de export stoppen of zelf importeren. Dat zal een kwestie zijn van money. Wat is het meest interessant voor hen, onder hun contract uitkomen of gas importeren? Minister, is het mogelijk om de volledige ombouw te versnellen?
De heer Schiltz heeft het woord.
De evoluties die zich in Nederland voltrekken zijn toch wel opmerkelijk. Uiteraard is bevoorradingszekerheid niet uw bevoegdheid, maar er is wel een onmiddellijke impact op de situatie in Vlaanderen, gelet op de grote gasafhankelijkheid bij ons, niet enkel voor energieproductie in elektriciteitscentrales, wat de laatste tijd een beetje afneemt, maar ook voor de huishoudens. In die zin ondersteun ik de vraag van de heer Gryffroy.
Minister, kunt u iets meer toelichting geven bij de uitrol van de omschakeling van het laagcalorisch naar het hoogcalorisch gas? Hebt u voldoende contact met minister Marghem over de bevoorradingszekerheidsproblemen?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Zoals ik al eens heb gezegd in een antwoord op een actuele vraag, plant Nederland al langer een geleidelijke afbouw van de export naar België, Frankrijk en Duitsland van zogenaamd Slochterengas of laagcalorisch gas. Nederland geeft aan op termijn tegen 2030 geen laagcalorisch gas meer te willen exporteren en tussen 2024 en 2030 de export te willen afbouwen. Hierbij wil Nederland wel zijn contractuele verplichtingen nakomen, wat wil zeggen dat, indien men niet voldoende laagcalorisch gas zou produceren voor de export, men bijkomend laagcalorisch gas moet produceren uit hoogcalorisch gas.
De politieke discussie in de provincie Groningen over aardbevingen en verzakkingen versnelt nu de afbouw van de Nederlandse productie. Op 23 juni 2015 kondigde mijn Nederlandse collega minister Kamp van Energie in een Kamerbrief aan dat het productieplafond voor aardgas in Groningen voor dit jaar wordt verlaagd van 39,4 naar 30 miljard kubieke meter. Dat is een aanzienlijke verlaging met 25 procent. Men wil ook meer continu gas ontginnen, dus even veel in de zomer als in de winter, om het risico op aardbevingen in te perken. Dit betekent dat men de conversie van hoog- naar laagcalorisch gas gaat gebruiken om winterpieken op te vangen.
Tot nu toe hebben de Nederlandse autoriteiten steeds aangegeven dat de productieverminderingen in Nederland geen aanleiding geven tot een niet voorziene vermindering van de voorziene gasexport naar de buurlanden en dus van een herziening van de timing voor de afbouw. Ze blijven bij het afbouwscenario dat al lang was gecommuniceerd. Er zijn geen aanpassingen. Er is op dit moment geen enkel element dat erop wijst, formeel of informeel, dat Nederland naar een snellere afbouw wil gaan.
Het project in 2016 betreft de conversie naar hoogcalorisch gas van een gebied in Houthalen-Helchteren. Het betreft zesduizend gasaansluitingen. Omdat er een bijkomend ontvangstation voor hoogcalorisch gas nodig is in Zonhoven, zal Fluxys in 2016 een leiding van laagcalorisch gas moeten omschakelen naar hoogcalorisch gas. Die leiding bevoorraadt ook een deel van Houthalen-Helchteren, waar Infrax de aansluitingen zal omschakelen naar hoogcalorisch gas.
Omdat deze relatief kleine operatie een voorafname is voor de veel grotere conversie die op termijn nodig zal zijn om de afbouw van de export uit Nederland op te vangen, werd besloten dit project als een proefproject te beschouwen en hier de nodige ervaring op te doen. Het zal fungeren als test voor de binnen Synergrid, de federatie van netbeheerders, afgesproken werkwijzen en lastenboeken. De VREG volgt dit project op vanuit het toezicht op de investeringsplannen van Infrax Limburg, de CREG vanuit het toezicht op de investeringsplannen van Fluxys. Indien nodig, is er overleg.
Voor heel België bedroeg in 2014 de totale vraag voor laagcalorisch gas 53,5 terawattuur of 29 procent van de totale vraag naar aardgas. Zoals gezegd, hangt de bevoorradingszekerheid van aardgas op het vlak van laagcalorisch gas niet zozeer af van de productie in Nederland, maar wel van het gedeelte dat Nederland exporteert.
Bevoorradingszekerheid is een federale bevoegdheid. Het overleg met de Nederlandse autoriteiten gebeurt dus in eerste instantie via mijn federale collega minister Marghem. Zij had op 4 maart 2015 een overleg met minister Kamp, waar dit thema op de agenda stond. België overlegt regelmatig met Nederland in het kader van het Gasplatform. De volgende vergadering is op 15 juli 2015.
Omdat verschillende beleidsniveaus in ons land bevoegd zijn, werd in het verleden een speciale werkgroep ‘L/H-gas’ van het energieoverleg tussen de federale overheid en de gewesten (ENOVER) opgericht, onder het voorzitterschap van de FOD Economie. De laatste vergadering van deze werkgroep vond gisteren plaats op 30 juni 2015. Deze ENOVER-werkgroep volgt de gesprekken met de Nederlandse overheid over de afbouw van de export naar de buurlanden op.
Samengevat, op dit ogenblik zijn er noch informeel, noch formeel indicaties dat Nederland minder zal exporteren, wel minder produceren. Via verschillende werkgroepen is er meer dan voldoende contact om de bevoorradingszekerheid, een federale bevoegdheid, te garanderen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
We zitten inderdaad met een federaal- regionaal raakvlak. De bevoorradingszekerheid is federale materie. U kunt het waarschijnlijk met minister Marghem bespreken. Als de LNG-terminal in Zeebrugge almaar belangrijker wordt, ook voor andere landen die meer onafhankelijk willen zijn van Rusland, kan het nuttig zijn voor Vlaanderen om sneller klaar te zijn met de omschakeling van laag- naar hoogcalorisch aardgas.
De vraag is: kan het technisch sneller klaar zijn dan 2029? Misschien weet u dat pas na het proefproject in 2016. Er zullen voorbereidingen moeten worden getroffen. Ik heb het toen ook bij de actuele vraag uitgerekend. U hebt gedurende al die jaren ongeveer 150 mensen permanent nodig voor de keuringen van al die meters die moeten worden omgeschakeld. Het is niet veel werk, maar het zijn wel 150 mensen. Ik probeer te wijzen op de urgentie, net omdat we een alternatief hebben.
Het is altijd heel leuk om je te kunnen beroepen op akkoorden met het buitenland, zolang er geen problemen zijn, maar een kat in het nauw krabt ook. Ik weet niet wat Nederland nog gaat doen. Als ze op een bepaald ogenblik een strenge winter hebben en nood hebben aan aardgas, gaan ze dan een verlies van 1,2 tot 2 miljard euro op de begroting blijven slikken, omdat ze een contract hebben met België? We hebben de tools in eigen handen, daarom vraag ik of we kunnen versnellen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.