Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Vraag om uitleg over de werkbelevingsdag DUOday en het individueel maatwerk
Vraag om uitleg over de werkbelevingsdag DUOday
Verslag
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Het is onder de radar gebleven, maar op ons congres was er heel veel aandacht voor maatwerk, onder andere voor het uitbreiden van de aantal plaatsen in het maatwerk. Eind juni 2023 start individueel maatwerk. Dat is een belangrijke stap vooruit voor de inclusie van personen met een beperking op onze arbeidsmarkt. Maar het is cruciaal dat dat goed wordt geïmplementeerd. Al geruime tijd uit onze fractie haar bezorgdheid over de toekomst van de lokale diensteneconomie (LDE), en hoe zij haar maatschappelijk nuttige taken kan voortzetten binnen het kader van individueel maatwerk. De minister heeft hier ook een kader voor voorzien door extra middelen te geven via aanvullende diensten om het wegvallen van de SINE-premie (sociale inschakelingseconomie) te compenseren. Daarnaast zou er ook sprake zijn van een specifiek statuut voor LDE-organisaties binnen individueel maatwerk.
Wij horen van lokale besturen en LDE-organisaties dat er nog steeds geen duidelijkheid is over hoe de middelen voor de aanvullende diensten precies verdeeld zullen worden onder de lokale besturen, waardoor ze ook niet weten hoeveel middelen ze zullen krijgen. Dit zorgt voor onzekerheid bij de LDE-organisaties die hun werking willen voortzetten onder individueel maatwerk, maar voor een deel afhankelijk waren van SINE-middelen. Omdat individueel maatwerk al van start gaat begin juli, zit er wel wat haast achter. Daarnaast horen wij dat er een specifiek statuut in de maak is voor die voormalige LDE-ondernemingen binnen individueel maatwerk.
Wat is de stand van zaken van de verdeelsleutel van de middelen voor aanvullende diensten? Indien dit rond is, kan dit meegedeeld worden? Indien niet, wanneer zullen LDE-organisaties duidelijkheid krijgen over hoe ze hun werking kunnen financieren? Komt er ook een alternatief statuut voor LDE-organisaties binnen individueel maatwerk? Is hier al een concreet voorstel voor?
Mevrouw Claes heeft het woord.
We weten allemaal dat personen met een beperking het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt. De werkzaamheidsgraad ligt onder de 50 procent. Daarmee laten we talenten liggen. De minister maakte gebruik van deze dag om werkgevers warm te maken voor het individueel maatwerk, dat vanaf 1 juli 2023 van start gaat.
Op 25 mei 2023 vond, zoals in twaalf andere Europese landen, de DUOday plaats. Het Gespecialiseerd Team Bemiddeling (GTB) is de drijvende kracht achter de DUOday en werkt samen met partners zoals UNIZO, de Vereniging voor Social Profit Ondernemingen (Verso), VDAB, Voka en de Werkplekarchitecten. Dit jaar nemen 203 verschillende bedrijven deel, met in totaal 321 unieke werkvloeren.
Tijdens DUOday vormen personen met een beperking of gezondheidsprobleem een duo met een werknemer in een bedrijf. Werkzoekenden krijgen de kans om hun talenten te tonen en kunnen hun beeld van een specifieke baan toetsen aan de werkelijkheid. Bedrijven en hun werknemers ontdekken op hun beurt de mogelijkheden van deze werkzoekenden en maken kennis met het dienstverleningsaanbod.
Op welke manier kan de DUOday worden ingeschakeld om het individueel maatwerk systematisch te promoten? Kan het principe worden veralgemeend, om zo meer werkgevers in contact te brengen met personen met een beperking? Het individueel maatwerk gaat van start vanaf 1 juli 2023. Staat alles in de steigers om vanaf 1 juli effectief van start te gaan? Welke uitdagingen of knelpunten zijn er nog? Kan de transitieperiode worden afgerond? Is de inkanteling van de maatwerkafdelingen, SINE, LDE en de Vlaamse ondersteuningspremie (VOP) binnen het individueel maatwerk geregeld? Is VDAB klaar om vanaf 1 juli de indicering te organiseren?
Hoeveel externe dienstverleners voor de begeleiding op de werkvloer zijn er momenteel erkend? De Vlaamse Regering kent voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 31 december 2023 in totaal 4,24 miljoen euro toe aan de lokale besturen voor de organisatie van het aanvullende lokaal dienstenaanbod. Wat is de doelstelling van deze maatregel? Er wordt een lanceringsevent en een brede communicatiecampagne naar werkgevers gepland na de zomer. Minister, kunt u al wat meer informatie geven over de concrete uitwerking?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, u weet dat een inclusieve arbeidsmarkt me nauw aan het hart ligt. Ik stel dan ook graag deze vraag over DUOday in deze commissie. Op 25 mei vond voor de veertiende keer DUOday plaats. Deze sensibiliseringsactie, waarvan GTB de hoofdorganisator is, brengt bedrijven en werkzoekenden met een beperking dichter bij elkaar. Ook UNIZO, Verso, VDAB, Voka en de Werkplekarchitecten verlenen hun medewerking. Er namen 203 verschillende bedrijven deel, goed voor 321 werkvloeren. Tijdens DUOday vormt een werknemer binnen een bedrijf of organisatie op die dag een duo met een werkzoekende met een ondersteuningsnood. De werkgever maakt kennis met de vaardigheden, de inzet en de mogelijkheden van deze werkzoekende en het dienstverleningsaanbod. De werkzoekende krijgt de kans om zijn of haar talenten te tonen en zijn of haar beeld over een bepaalde job te toetsen aan de realiteit. Het is inderdaad een mooie stap naar individueel maatwerk.
Minister, hoe evalueert u de veertiende editie van DUOday?
Qua spreiding van het initiatief merken we nog enkele witte vlekken, zoals de streek ten noorden van Gent, de Vlaamse Ardennen en de Westhoek. Mij was het initiatief ook helemaal niet bekend. Voorziet u extra inspanningen om deze actie, die een opstap kan zijn naar individueel maatwerk, ook daar verder ingang te doen vinden?
Hebt u zicht op het effect van de actiedag? Zijn er bijvoorbeeld cijfers over het aantal aanwervingen naar aanleiding van DUOday? We zijn optimistisch.
Deelnemende bedrijven geven met hun deelname aan DUOday alvast ook aan dat zij interesse hebben om op zoek te gaan hoe zij personen met een beperking aan het werk kunnen zetten. In hoeverre worden deze bedrijven nadien ook verder gestimuleerd en ondersteund om met individueel maatwerk aan het werk te gaan en verder meegenomen te worden in het opzetten van individueel maatwerk?
Minister Brouns heeft het woord.
Op 1 juli van dit jaar treedt de regelgeving van het individueel maatwerk in werking. De transitieperiode wordt niet verlengd. Dat was ook niet de bedoeling of de afspraak.
De inkanteling van de VOP, SINE, LDE en maatwerkafdelingen in individueel maatwerk was al afgerond op regelgevend vlak, maar het was belangrijk om ook de LDE-organisaties en de maatwerkafdelingen voldoende tijd te geven om de strategische beslissing die ze moesten nemen – individueel maatwerk, al dan niet met overgangsmaatregel of collectief maatwerk – op een zorgzame manier te kunnen maken.
Wat betreft de begeleiding bij deze transitie, is het belangrijk dat de organisaties konden rekenen op een uitgebreide ondersteuning en een een-op-eencoaching vanuit onze administratie. Alle werkgevers die door een van de vier maatregelen gevat zijn, werden ondertussen al meermaals geïnformeerd over de nieuwe maatregel en de gevolgen voor hun dossier. Begin juli ontvangen zij nogmaals een brief vanuit onze administratie. Ondertussen zijn ook de nodige ministeriële besluiten voorhanden.
Wat de externe begeleiding betreft: de diploma’s en opleidingen zijn gekend waar externe begeleiders aan moeten voldoen. Organisaties kunnen zich sinds 23 november 2022 laten erkennen als een externe dienstverlener voor de begeleiding van het individueel maatwerk. Uitzendkantoren en organisaties die personen ter beschikking stellen, kunnen een aanvraag indienen voor de bijzondere registratievoorwaarden.
Collega Claes, wat uw vraag naar de cijfers betreft: momenteel zijn er een vijftigtal organisaties erkend als externe dienstverlener voor de begeleiding op de werkvloer in het kader van individueel maatwerk. De oproep blijft openstaan, zodat organisaties ook na de zomer, ook volgend jaar hun erkenning kunnen aanvragen. De lijst van de erkende begeleiders kunt u terugvinden op de website. Er wordt ook aan gewerkt om die op een zo klantvriendelijk mogelijke manier aan te bieden.
De criteria voor de indicering door VDAB zijn vastgelegd en VDAB heeft de nodige opleidingen georganiseerd voor het eigen personeel, maar ook voor partners die betrokken zijn bij individueel maatwerk. Ook bij GTB werden opleidingen georganiseerd.
Voor personen die reeds over een recht op de VOP beschikken, voorzien we een automatische omzetting naar advies individueel maatwerk. Die personen worden hier begin juli ook van verwittigd. Voor andere personen kan vanaf 1 juli een aanvraag voor indicering gedaan worden.
De applicatie om de aanvraag van werkgevers en zelfstandigen te ontvangen, zal vanaf maandag 3 juli beschikbaar zijn via de website van het Departement Werk en Sociale Economie (WSE). Op die manier kunnen we bij de opstart, indien nodig ook inhoudelijke en technische ondersteuning bieden.
Wat de communicatie betreft: de transitieperiode is ook gebruikt om te kunnen communiceren, niet enkel naar de organisaties en personen die betrokken zijn bij de maatregelen die inkantelen, maar ook naar nieuwe organisaties en personen die van de maatregel gebruik kunnen maken.
De website wordt nog steeds regelmatig geactualiseerd met nieuwe info. We voorzien ook nog bijkomend materiaal met de lancering van de maatregel eind juni, begin juli. De administratie zal ook aanwezig zijn op events die stakeholders organiseren.
Alles staat dus in de steigers om vanaf 1 juli van start te kunnen gaan. Vanuit onze administratie, het departement en VDAB is er wel heel hard gewerkt om dit mogelijk te maken. We durven te hopen dat de opstart op 1 juli zal slagen.
We nemen diverse initiatieven naar werkgevers, niet enkel naar de werkgevers die hebben deelgenomen aan DUOday, collega Vandromme. Vanuit VDAB en GTB worden werkgevers geïnformeerd over individueel maatwerk en kunnen ze verdere ondersteuning krijgen om inclusiever te ondernemen via de Werkgeversdienstverlening van GTB.
De regisseurs sociale economie en werk leggen lokaal verbanden tussen werkgevers, intermediairs, stakeholders. Via de sectorconvenanten en de intersectorale acties zetten we in op diversiteit en inclusie. Het is onder meer een verplicht decretaal thema in elk sectorconvenant. De consulenten zijn dit voorjaar aan de slag gegaan rond preventie en werkbaar werk, dit najaar zetten ze in op het inclusief ondernemen. De intersectorale adviseurs zetten hiertoe acties op en de sectorconsulenten delen al hun ervaringen.
Tot eind 2023 lopen via het Europees Sociaal Fonds (ESF) de projecten inclusieve werkvloeren. Die zijn niet specifiek gericht op het stimuleren van individueel maatwerk, maar het maakt wel deel uit van die bredere aanpak om kwetsbare groepen vanuit de vraagzijde in ondernemingen duurzaam tewerk te stellen. Vanuit de ervaringen van die projecten werkt Europa aan een digitaal platform inclusieve ondernemingen, waar werkgevers inspirerende voorbeelden wordt aangereikt en waarmee ze in contact kunnen komen met een dienstverleningsaanbod om hun werkvloeren nog meer inclusief te maken. De organisaties zijn fysiek al een aantal keren samengekomen. In het voorjaar 2024 komt er een digitaal platform. We bereiden ook een nieuwe subsidieoproep voor, als vervolg op de zogenaamde oproep 500 wat betreft inclusieve ondernemingen, die in 2024 van start zal gaan. De partners van die ESF-projecten inclusieve werkvloeren, zoals UNIZO en Voka, zijn partner van DUOday. Via deze weg zullen de organisaties in het kader van DUOday dus ook nog geïnformeerd kunnen worden.
Binnen de communicatiecampagne is een luik gericht op intermediairs, sociale partners en stakeholders. We ontwikkelen voor hen een communicatiepakket met flyers, beeldmateriaal en teksten die ze op maat van hun doelpubliek kunnen aanpassen en gebruiken.
We gaan in het najaar, de tweede helft van september 2023, een brede communicatiecampagne hebben. Deze campagne zal zich richten op werkgevers, zelfstandigen maar ook op burgers. Vanuit het departement werd een oproep gelanceerd, samen met een aantal stakeholders die bereid waren om die oproep te ondersteunen. We zochten werknemers met een beperking, hun werkgevers en zelfstandigen met een beperking die bereid zijn om het gezicht van de campagne voor individueel maatwerk te zijn. We hebben die kandidaten geselecteerd. We hebben daar zes duo’s uit kunnen selecteren, om die verscheidenheid ook wel te kunnen tonen, zowel naar leeftijd, beroep als beperking. We hebben vernomen dat er vorige week een fotoshoot en opnames waren om die duo’s in beeld te brengen. In de tweede helft van september worden de duo’s voorgesteld.
Wat betreft de vragen van collega Claes en Vandromme, denk ik dat een initiatief als DUOday absoluut een meerwaarde is. Het creëert op een heel laagdrempelige manier een ontmoeting tussen mensen met een beperking en de werkplekken. Het is logisch dat de formule aanslaat. We zien dat ze inmiddels buiten Vlaanderen wordt overgenomen. Tegelijkertijd vind ik het spijtig dat het initiatief nog nodig is, dat het geen evidentie is om de competenties van een persoon te zien en voorbij de beperking te kunnen zien. Ik denk dat dat een heel grote uitdaging is vandaag, veel breder dan heel specifiek mensen met een beperking. Denk maar aan de ambitie om langdurig zieken meer kansen te geven op werk en veel sneller op het pad richting werk te zetten. Daarbij moeten we veel meer kijken naar de mens vanuit het perspectief wat de kansen en mogelijkheden zijn die hij of zij nog heeft, veeleer dan wat hij of zij niet meer kan.
We hebben in Vlaanderen diverse instrumenten, gaande van een jobdag, een bedrijfsbezoek, beroepsverkennende stages en dergelijke die elke dag worden ingezet. Met de DUOday komt het ook in de media en kunnen hopelijk andere personen en werkgevers geïnspireerd worden. GTB organiseert deze dag al een jaar of veertien en doet hiervoor een beroep op het netwerk, maar lanceert ook elk jaar een brede oproep naar iedereen die interesse zou kunnen hebben. Die oproep wordt ook verder gedeeld door de werkgeversorganisaties en de andere stakeholders. Uiteraard is deelname aan DUOday niet verplicht. Indien er minder inschrijvingen binnen een bepaalde regio worden vastgesteld, gaan we daar niet specifiek acties rond voeren, maar het wordt wel meegenomen bij een volgende editie.
Via de lokale diensteneconomie bouwde de overheid samen met het werkveld een aanbod uit dat aansluit bij maatschappelijke noden en tegelijk kansen creëert voor doelgroepwerknemers die een zekere afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Vaak hebben deze mensen bepaalde competenties niet kunnen opbouwen of zijn ze die gaandeweg kwijtgeraakt, maar ze hebben wel het potentieel om te werken binnen het normale economische circuit. Via een inschakelingstraject, met competentieversterkende tewerkstelling en kwaliteitsvolle begeleiding, stelt de overheid deze doelgroepwerknemers weer in staat om volwaardig werk te vinden op de reguliere arbeidsmarkt.
De verdeling van de middelen voor de aanvullende lokale diensten werd twee weken geleden door de Vlaamse Regering goedgekeurd. De gehanteerde methodiek, de verdeelsleutel en een overzicht van de begunstigden, werd opgenomen in een besluit.
Aangezien subsidiebesluiten niet online worden gepubliceerd, wil ik wel kort en bondig duiden hoe we te werk zijn gegaan. De werkingssubsidies voor de lokale besturen en het over te dragen budget voor Vlaamse beleidsdomeinen werd vastgesteld op basis van een bevraging uitgevoerd in het vierde kwartaal van 2022 die de bestaande samenwerkingsverbanden tussen LDE-ondernemingen en de lokale besturen en Vlaamse beleidsdomeinen in kaart heeft gebracht. Het volledige SINE-LDE-budget van SINE-en LDE-middelen, zijnde 10.396.129 euro, werd op basis van deze bevraging verdeeld onder de betrokken lokale besturen.
In lijn met het engagement in het Vlaams regeerakkoord heb ik tot slot de lokale besturen en de Vlaamse beleidsdomeinen uitdrukkelijk gevraagd om deze middelen tijdens de overgangsfase toe te kennen binnen de bestaande samenwerkingsverbanden.
We zijn niet over één nacht ijs gegaan. Het is enerzijds belangrijk dat de lokale besturen worden aangemoedigd om met het kader voor de aanvullende lokale diensten (ALD) verder in te zetten op de diensten van algemeen economisch belang (DAEB) en anderzijds dat ook de ondernemingen na het wegvallen van de SINE hun werking kunnen blijven verderzetten. Het is immers een mooi samenspel van tewerkstellingskansen creëren voor personen met een afstand tot de arbeidsmarkt én voorzien in een lokaal en maatschappelijk relevant dienstenaanbod dat onvoldoende of niet afgedekt wordt door de huidige marktwerking.
De lokale besturen werden ondertussen formeel op de hoogte gebracht. Ook de LDE-ondernemingen en de vertegenwoordigers van de sector werden geïnformeerd. Onze administratie organiseert samen met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) op het einde van deze maand een infosessie specifiek voor de lokale besturen, gelet op de belangrijke rol die zij zullen opnemen in dit kader.
In de regelgeving individueel maatwerk is er geen alternatief statuut voor LDE-organisaties voorzien. Wel is het zo dat de LDE-ondernemingen en maatwerkafdelingen hun label behouden zolang ik het nodig acht, en ik zal dat ook zo behouden tot wanneer er een goede en duurzame oplossing voor deze ondernemingen op tafel ligt.
De heer Verbeurgt heeft het woord.
U hebt al een deel van mijn bijkomende vragen beantwoord, onder andere over die verdeelsleutel. U geeft terecht aan dat die niet online te vinden is. Ik weet niet of het mogelijk is om die documenten ter inzage te bezorgen. Ik heb genoteerd wat u hebt gezegd, maar het is altijd handig om die even te kunnen inkijken.
Over de SINE-LDE-uitdaging: u zegt dat jullie je uitvoerig geïnformeerd hebben. De signalen die ik van de LDE’s krijg, is dat er toch nog steeds onduidelijkheid en zorgen zijn, zowel over de financiering als over het kader. Ik ben blij met uw engagement om dat nauw op te volgen zolang er geen 100 procent helderheid is, wat ik begrepen heb uit uw laatste zinnen. De realiteit is dat het gecreëerde kader binnen het individuele maatwerk de LDE’s voor uitdagingen plaatst. Ik denk daarbij aan de afnemende financiering voor hun individueel maatwerk door de tijd heen of het verbod op het ontslag na het traject individueel maatwerk. Hebt u ook specifiek een traject met de LDE’s om te kijken, op basis van de eerste ervaringen na de invoering, waar bijsturingen nodig zijn?
Ik maak mij toch wel wat zorgen als ik van u een bepaalde timing hoor in het licht van de invoering. Duidelijkheid rond financiering of de aanvraagapplicatie eerstdaags, een sessie met lokale besturen op het einde van deze maand: dat is allemaal zeer kort dag voor een systeem dat bij wijze van spreken morgen ingevoerd zal worden. Ik maak me dus wel wat zorgen over de timing en of we terdege voorbereid zijn, zowel de lokale besturen als de organisaties zelf. Ik zou het al heel fijn vinden als u even duidelijkheid kunt geven over hoe het traject met de LDE’s zal verlopen na invoering.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Ik denk dat die DUOday de gelegenheid geeft om het nog eens te hebben over het individueel maatwerk. Het is nog maar een paar weken, minder dan een maand, voordat dat uit de startblokken schiet. Ik kan mij nog die discussie in de commissie herinneren om die zes maanden extra te voorzien. Als ik dan luister naar het antwoord van de minister, dan zijn die zes maanden wel goed gebruikt geweest, en werd er heel goed ondernomen. En dan ben ik blij om te horen dat u zegt, minister, dat we klaar zijn om uit die startblokken te schieten.
Nu moet ik ook aansluiten bij de bezorgdheid van collega Verbeurgt, want die signalen vanuit de lokale diensteneconomie hebben mij ook bereikt. Ik ben dus ook wel benieuwd wat u daarop zult antwoorden, minister.
Nu, het is ook iets nieuws. We moeten dat ook de tijd geven om te groeien. En ik denk dat er ook twee uitdagingen zijn op dit vlak: de inkanteling van de bestaande instrumenten, individueel maatwerk, de SINE, de lokale diensteneconomie en de VOP. Zal dat ook zonder kleerscheuren gebeuren?
Ten tweede is er de mate waarin die ondernemingen, die werkgevers daar ook effectief gebruik van zullen maken. Gaan die op die trein springen? We moeten daar toch zien dat dat voldoende bekend is. Ik hoor dat er ook heel veel initiatieven worden genomen om die campagne te lanceren, en dat men ook na de zomer zal blijven inzetten op die campagne. Ik denk dat we dat goed moeten opvolgen en eventueel moeten bijsturen. En we moeten die werkgevers absoluut warm maken om toch het individueel maatwerk te gebruiken.
Ik kan dus als volgt concluderen: ik heb eigenlijk een dubbele opdracht voor u. Houd de vinger aan de pols, en verleid de werkgevers om toch gebruik te maken van het individueel maatwerk. En om het in uw woorden te zeggen: ga de boer op en promoot het individueel maatwerk.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord. Er is de voorbije tijd inderdaad al heel wat ondernomen rond individueel maatwerk. Als lokaal bestuurder heb ik dat ook zelf opgevolgd, en rond de omschakeling van LDE naar individueel maatwerk hebben wij de nodige initiatieven genomen.
Er wordt gesleuteld en er staat iets nieuws op til. Dat brengt onrust met zich mee, wat normaal is. Maar ik denk dat er al heel wat stappen zijn gezet, en dat we ook het vertrouwen mogen hebben in u, minister, dat u de vinger aan de pols zult houden, en waar nodig zult schakelen.
Die DUOday was mij onbekend. Ik moet eigenlijk zeggen dat ik dacht dat dat een initiatief was dat in het leven werd geroepen naar aanleiding van individueel maatwerk. Maar toen bleek dat het al voor de veertiende keer plaatsvond. Nu, ik heb wat gepolst bij mij in de regio. De mensen die daarmee bezig zijn – de sector van de mensen met een beperking – wisten eigenlijk ook niet af van het bestaan. Ik denk dus dat er nog veel potentieel is, minister, om dit ook verder te gebruiken als initiatief om dat individueel maatwerk verder in de kijker te stellen.
U weet ook, minister, dat ik vaak bezig ben met onderwijs, en dat we een conceptnota hebben gemaakt rond de inclusieve leraarskamer. Daaruit blijkt dat slechts tweehonderd mensen met een beperking in het onderwijs aan de slag zijn. Dat is veel te weinig wat mij betreft. Zeker in het kader van het lerarentekort zit daar ook nog wel potentieel. En zoals in het persbericht stond, is het belangrijk om elkaar te leren kennen, en dan de potenties van mensen te zien. Vandaar mijn concrete vraag: ziet u nog mogelijkheden of neemt u nog initiatief om dit individueel maatwerk ten eerste richting het onderwijs nog verder bekend te maken, en ten tweede ook naar de lokale besturen? Lokale besturen zijn sowieso nabij, staan dicht bij de burger. En zij kunnen zeker ook nog, bijvoorbeeld via DUOday, die initiatieven verder ondersteunen. Ik dank u.
Minister Brouns heeft het woord.
Ik ga misschien eerst in op de vraag naar de verdeelsleutel. Ik denk dat we die wel gewoon ter beschikking kunnen stellen, mijnheer Verbeurgt. Dat is geen probleem. Ik denk dat het nu belangrijk is dat we de start alle kansen geven, met die overgangsmaanden, die zes maanden, om het zeker heel goed te kunnen voorbereiden.
Collega Vandromme zei het al: het is iets nieuws, en alle nieuwe zaken zullen misschien aanvankelijk wel wat groeipijnen kennen. Maar ik ga ervan uit dat de verschillende betrokkenen het zeer goed hebben voorbereid. Geef het alle kansen.
En wat LDE betreft: laat ons dat hele verhaal eerst opstarten. Dat is ook de eerste prioriteit: dat bij de lokale besturen de ondersteuning van die LDE’s goed gebeurt. We hebben dat traject met de koepels en met de sector voorbereid. Zodra dat is opgestart, hebben we LDE, die structurele werking, tot 2025.
Wat DUOday betreft: de bekendmaking is misschien wel een aandachtspunt, omdat het bij mij ook niet echt helemaal vooraan zat. Die bekendheid is misschien wel een thema.
Collega Claes, het individueel maatwerk moet inderdaad die mijlpaal worden. Ik denk dat we het dan ook alle kansen moeten geven.
Wat de scholen betreft: ik denk dat in elke organisatie, dus ook in scholen, het individueel maatwerk een kans moet krijgen. Inclusiviteit en inclusieve schoolvloeren zijn wat mij betreft ook een aandachtspunt. Dat is ook zeker iets dat kan worden meegenomen, om het te promoten in alle sectoren, en zeker ook in het onderwijs. Er zijn uiteraard ook de lokale besturen. We hebben ook de sectorconvenanten die daar een rol in kunnen spelen, zoals daarnet ook is aangehaald.
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Ik heb het al een paar keren gezegd: u hebt onze steun om van het individueel maatwerk een succes te maken, maar ik ben toch echt bezorgd. We mogen daar niet de fouten maken uit andere domeinen. Ik ben bezorgd dat we de kansen van deze hervorming missen, omdat we onvoldoende klaar zijn op het veld. Ik denk dat we dat vanaf dag 1 goed moeten opvolgen. Ik zou u ook echt willen aanraden om nog een extra tandje bij te steken voor die LDE’s, om te zorgen dat zij ten volle geïnformeerd zijn. Want als we niet alle aspecten van het individueel maatwerk goed en tijdig opvolgen, dan zou het weleens kunnen dat het helaas misloopt, en dat wil niemand, in het belang van een inclusieve arbeidsmarkt.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Ik volg hier natuurlijk de collega’s. Veranderingen en hervormingen zorgen voor bezorgdheden. Ik sluit ook aan bij de opmerking van de lokale diensteneconomie. Maar het zal al over een paar weken starten, en ik hoop natuurlijk dat het een vlotte start zal nemen. We zullen zien en afwachten hoe de start zal verlopen. En als er nog moeilijkheden of knelpunten zijn, dan moeten we die hier natuurlijk bespreken in de commissie.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Ik ben blij om te horen dat er zoveel believers zijn in die inclusieve arbeidsmarkt. Dat is ook nodig. Ik denk het individueel maatwerk echt een belangrijke stap is om daar nog meer werk van te maken. Ik ben alvast uw partner, minister, om dit verder uit te dragen.
Dat is bijna idyllisch.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.