Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Vraag om uitleg over het project inzake menstruatiearmoede van de Vlaamse Scholierenkoepel
Verslag
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, ik heb u al ondervraagd over dit onderwerp. Uit een onderzoek van Caritas Vlaanderen blijkt dat een op de acht leerlingen, die ondervraagd werden, niet altijd voldoende geld heeft voor de aankoop van menstruatieproducten. Bij meisjes in armoede liep dat op tot bijna de helft. Behoorlijk wat leerlingen misten daardoor regelmatig school of buitenschoolse activiteiten. Rond menstruatiearmoede is er in België lang weinig gedaan. We dachten dat dat iets van de derde wereld was, tot bleek dat dat helemaal niet zo was. De Wereldbank heeft criteria vastgelegd voor menstruatiearmoede en hoe die tegen te gaan. Niet alleen toegang tot sanitaire infrastructuur en menstruatieproducten is nodig, maar ook informatie en kennis over menstruatie, goede praktijken en een ondersteunende omgeving waar schaamte en taboes – die er ook bij ons zijn – niet thuishoren.
In navolging van de eerste vragen en resoluties is er heel wat gebeurd. Lokaal zijn er heel veel projecten opgestart door gemeenten en scholen. Nu gaat deze maandag de Vlaamse Scholierenkoepel een campagne lanceren tegen menstruatiearmoede. In 49 Vlaamse en Brusselse scholen gaan ze starterspakketten neerleggen, met infobrochures, posters, maandverbanden en tampons. Daarna gaan ze samen met de leerlingenraad proberen om het pakket gevuld te houden, door bijvoorbeeld sponsoring.
U zou een onderzoek op poten zetten om een eventuele uitrol van pilootprojecten op te starten. We hebben daar niet veel meer over gehoord, misschien is dat wel gebeurd intussen, dat hebt u ook vernoemd in antwoord op de laatste vraag. Momenteel nemen sommige scholen zelf het initiatief, waardoor er een versnippering in aanpak ontstaat. Niet elke school heeft het budget, de middelen of de knowhow om hieraan tegemoet te komen. Een aanpak vanuit Vlaanderen zou de scholen kunnen ontzorgen, want nu doen ze het zelf.
Kunt u een stand van zaken geven over het onderzoek naar de aanpak van menstruatiearmoede en de uitrol van pilootprojecten? Wat zijn de effecten en de resultaten van dit onderzoek? Hoe worden deze omgezet in maatregelen? Zeker op dit moment in de legislatuur is het tijd om te bekijken wat er nog zal gebeuren.
Zal de Vlaamse Regering pilootprojecten uitrollen om die op grote schaal te verspreiden naderhand? Welke budgettaire maatregelen zal de Vlaamse Regering daaraan koppelen? Op welke termijn plant ze dit te doen?
Bent u of gaat u in dialoog gaan met de onderwijskoepels, onderwijsnetten en armoedeorganisaties? Wat is de stand van zaken van het overleg?
Zult u een grote sensibiliseringsactie organiseren in samenwerking met de koepels, armoedeorganisaties en Sensoa om het taboe rond menstruatieschaamte te slechten, zowel rond menstruatiearmoede als rond reproductieve gezondheid? Op welke termijn?
Wordt er in de praktische uitvoering van de eindtermen rond relationele en seksuele vorming genoeg ingezet op het doorbreken van stigma's en taboes rond menstruatiearmoede- en schaamte? Wordt er genoeg ingezet op seksuele reproductieve gezondheid? We zien in andere conclusies in het gezondheidsdomein en bij de algemene bevolking, dat het daar schort. Meisjes en jonge vrouwen weten onvoldoende over wat er met hen aan de hand zou kunnen zijn als het bijvoorbeeld gaat over endometriose. Ze moeten bijvoorbeeld acht jaar wachten op een correcte diagnose. Doet de Vlaamse Regering daar genoeg aan?
De heer Veys heeft het woord.
Minister, er is inderdaad al een hele historiek sinds de befaamde studie van Caritas over menstruatiearmoede in Vlaanderen en de impact daarvan op jonge vrouwen. Er is ondertussen op het terrein wel al heel veel gebeurd. Het middenveld is toch wel serieus in gang geschoten, dat is het minste dat we kunnen zeggen, waaronder ook de Vlaamse Scholierenkoepel. Zij zetten dit jaar de strijd tegen menstruatiearmoede voort. Dat doen ze door onder andere startpakketten met menstruatieproducten, brochures en tips uit te delen aan leerlingenraden van 49 Vlaamse en Brusselse middelbare scholen. Dat is een fysiek aanbod, maar ze hebben daarnaast ook een digitaal aanbod waarmee leerlingenraden zelf aan de slag kunnen, om op die manier meer Vlaamse scholieren te bereiken op een laagdrempelige manier. Dat is een actie die mogelijk werd gemaakt met sponsormiddelen, middelen die ze inzamelden, ook in het kader van De Warmste Week, die in het teken van de armoedebestrijding stond.
Niet alleen de Vlaamse Scholierenkoepel onderneemt acties. Ook in het onderwijsveld zelf zijn er leerkrachten die zich buiten de uren engageren in hun scholen. Ik verwijs graag naar het project Goed GeRegeld dat werd gestart in GO! Atheneum Veurne en dat toch al heel wat scholen heeft bereikt. We hebben het daar vorige keer ook over gehad: diverse lokale besturen, waaronder Aarschot en Menen en er zijn er inmiddels al heel wat bij gekomen, zijn bezig met het opstellen van een actieplan of hebben er zelfs al voor gezorgd dat er gratis menstruatieproducten beschikbaar zijn in de toiletten op school. Eventueel worden er ook vanuit het sociaal beleid al stappen gezet ter zake.
De voorbeelden uit de praktijk bewijzen dat het kan, maar in het geval van bijvoorbeeld Goed GeRegeld gaat het over inzamelen en herverdelen. Dat is natuurlijk een voorlopige oplossing, die steunt op liefdadigheid. Het gaat dus niet om een structurele oplossing.
Minister, het is al meer dan een jaar geleden dat ik u een vorige vraag om uitleg hierover stelde. U zei toen dat u de evaluatie van de proefprojecten nog afwachtte om daar conclusies uit te trekken. U zei ook dat er bereidheid was van uw kant om te faciliteren en te ondersteunen, met een voortrekkersrol voor de bevoegde minister, toen nog minister Beke, nu minister Dalle. U zei toen eveneens dat de minister, uzelf en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) nog iets zouden kunnen ondernemen. Ik heb net het verslag nog eens doorgenomen.
Minister, ik heb de volgende vragen. Hoe staat u tegenover de actie van de Vlaamse Scholierenkoepel? Bent u bereid om die eventueel structureel te ondersteunen, zodat dat in alle scholen in Vlaanderen kan worden aangeboden? Dit hangt immers nog te vaak af van het middenveld en individuele leerkrachten. Vindt u het dan niet belangrijk dat overal in Vlaanderen leerlingen gratis toegang kunnen hebben tot menstruatieproducten? Erkent u dat er voldoende maatschappelijk draagvlak is om in gratis menstruatieproducten te voorzien in de toiletten op school? Hebt u ondertussen kennisgenomen van de resultaten van de federale proefprojecten en de evaluatie ervan door de Vrouwenraad? Welke conclusies trekt u daaruit? Neemt u bijkomende initiatieven? Is er reeds een beslissing genomen binnen de Vlaamse Regering over welke initiatieven zullen worden genomen? Zo ja, wat is daar concreet van aan en welke minister coördineert, faciliteert, ondersteunt en trekt dat?
Minister Weyts heeft het woord.
Op het gevaar af debatten te heropenen die we in een vrij recent verleden nog hebben gevoerd in de plenaire zitting, mijn uitgangspunt is nog niet gewijzigd ten opzichte van gisteren, in die zin dat ik het als minister van Onderwijs ook mijn opdracht vind om onze scholen te behoeden voor het in hun richting doorschuiven van diverse taken en verantwoordelijkheden allerhande. Hun kerntaak is lesgeven. Dat is bij uitstek een sociale taak. Men moet ook eens stoppen met het afwentelen van alle maatschappelijke problemen op ons onderwijs en daar de oplossing te zien.
De menstruatiearmoedeproblematiek die wordt geschetst, maakt natuurlijk ook deel uit van een bredere armoedeproblematiek. In dat kader heb ik bij de vorige vraagstelling verwezen naar federale proefprojecten die liepen en waarnaar u terecht hebt verwezen. Het eindrapport dat op basis van die projecten werd opgeleverd door de Vrouwenraad, bevat enkele structurele maatregelen, die het probleem bij de wortel zouden kunnen aanpakken. Ze staan ook op de website. Twee daarvan kunnen eigenlijk het hele probleem van menstruatiearmoede in één klap oplossen: de vraag om de btw op 0 procent te brengen en – het was eigenlijk ‘en/of’ – de terugbetaling van menstruatieproducten door de ziekteverzekering.
Dat zijn twee heel structurele maatregelen, aangedragen door de Vrouwenraad, die natuurlijk ook berusten bij de federale overheid. En het lijkt mij dan toch veel zinvoller om daarop te gaan inzetten, eerder dan op het doorschuiven en afwentelen van taken en verantwoordelijkheden richting onderwijs. Maar dat belet natuurlijk niet dat wij, vanuit dat onderwijs, ook altijd openstaan om te kunnen ondersteunen en faciliteren. En dat zie je ook in de praktijk. Ik steun trouwens de Vlaamse Scholierenkoepel meer dan ooit; die krijgen meer ondersteuning dan vroeger, maar dan in het algemeen, vanzelfsprekend. En je ziet ook dat veel scholen in de mogelijkheid voorzien om menstruatieproducten te verkrijgen via de school, hoewel dat niet hun kernopdracht is. Maar dat is wel de vrijheid. Ze zijn ook afhankelijk van de lokale problematiek die zich stelt.
Trouwens, we hebben ook onze eigen onderwijskanalen. De aanpak van Veurne waar u naar verwijst hebben we ook verspreid, onder andere via Klasse. Maar dat is nog altijd een vorm van noodhulp, en geen structurele oplossing voor deze problematiek. Een structurele oplossing ligt ook niet bij onderwijs, ik denk dat we het daar wel eens over kunnen zijn. Het doel moet nog altijd zijn om er net voor te zorgen dat scholen al die acties eigenlijk niet zouden moeten ondernemen, en daar liggen de hefbomen duidelijk bij de Federale Regering, waar u mogelijk een tikkeltje meer zeggenschap hebt dan ik. Maar ik ben altijd bereid om vanuit de Vlaamse Regering mee te werken aan elk initiatief om hulp te bieden. Maar ik ben, zoals gezegd, natuurlijk geen voorstander om vanuit de Vlaamse onderwijsbegroting onderwijsmiddelen te gaan spenderen, structureel dan nog, aan hygiëneproducten, gratis maandverbanden of tampons, om die te gaan bekostigen en verdelen. Ik denk dat dat geen correcte aanwending zou zijn van onze onderwijsmiddelen.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Bedankt. Er zijn ook heel structurele oplossingen voor armoedebestrijding op Vlaams niveau. Sterker nog, elke minister is voor armoedebestrijding bevoegd. Dus in die zin kan ik wel begrijpen dat u zegt dat de kerntaak lesgeven is. Maar je kunt natuurlijk niet lesgeven als iemand niet op school geraakt, doordat ze geen menstruatieproducten kunnen gebruiken.
Ik ben er helemaal voor dat u bijvoorbeeld voor kwetsbare mensen het groeipakket zou verdubbelen. Er zijn ettelijke dingen die niet noodzakelijk tot hun absolute kerntaak behoren. Ik heb er gisteren een aantal voorgelezen in de plenaire, die daarnaar zouden kunnen gaan. En dan kunnen mensen vrij hun groeipakket besteden. We weten uit onderzoek, en ik weet dat ook uit ervaring, dat je met het kindergeld vaak de dagen van de maand doorkomt waarin het geld op is. Want dat is de realiteit bij gezinnen in armoede.
Maar bij gebrek aan dat soort structurele oplossingen zijn er inderdaad noodmaatregelen nodig. Ik zou veel liever hebben dat die structurele oplossingen genomen worden. Maar het lijkt me, gezien de context waarin dat wordt geweigerd, realistischer om deze noodmaatregel te vragen. En hij is ook nodig, gezien de cijfers. De kerntaak kan niet uitgevoerd worden. De Vlaamse Scholierenkoepel (VSK) geeft zelf aan dat zij van liefdadigheid afhangen om zelfs deze maatregel en deze campagne ook maar te kunnen uitrollen.
Hetzelfde geldt voor scholen: ofwel moet het uit de eigen zak komen van lesgevers die nu zo onder druk staan, of van onderwijzend personeel, ofwel moet de school het van hun eigen middelen doen. En dan wordt er een ongelijkheid gecreëerd. U hebt gelijk, het is niet overal even erg. Maar ten eerste, menstruatiearmoede is zeer onzichtbaar. U bent zelf niet op het taboe ingegaan, maar dit is een van de dingen die meisjes en jongeren absoluut zullen verstoppen. Zij zullen dat niet aan de grote klok hangen. Dus allicht zijn er veel scholen waar men het niet doorheeft. Ik zat zelf ook op een school voor rijke kinderen. Men zal het aan mij niet gezien hebben dat ik te weinig had, maar er was wel te weinig. En dat lag niet aan mijn ouders.
Dan zijn er de scholen waar het veel meer zo is. En daarvan zegt u eigenlijk dat die dat dan maar naar de lokale noden moeten doen. Maar dat betekent dat u een context creëert waarin sommige scholen veel zwaarder belast worden, en waar u ze niet uit de brand helpt.
Ten slotte is er uw argument rond de Federale Regering. De studie die is aangevraagd, ging over de algemene bevolking. Er is een fundamenteel verschil tussen kinderen op school en de algemene bevolking. Bij de algemene bevolking moet je geen cadeautjes geven aan iedereen, want dat creëert een herverdelend effect naar mensen die het niet nodig hebben. De btw is al verlaagd. Er is de terugbetaling van de ziekteverzekering. Dat weet u allicht ook. Dat zijn dingen die worden aangevraagd door rijkere mensen. Overigens, een terugbetaling helpt niet als je op het moment zelf het geld niet hebt. Een terugbetaling zorgt ervoor dat je eigenlijk een lening hebt uitstaan en dat dat geld later pas terugkomt. Maar daarmee helpen we dus geen enkel meisje dat het op dat moment zelf niet kan betalen en voor wie het gezinsbudget tekortschiet.
Op school is elk kind gelijk. Ik zie u kijken, maar dit gaat over echte mensen, minister Weyts. Het gaat over echte jongeren. Ik denk dat u wilt dat wij wat dat betreft toch een doel delen, namelijk dat elk kind op school onderwijs kan genieten. En dit staat dat in de weg. Die federale maatregelen zijn dus fundamenteel verschillend. Op school hoort elk kind gelijk te zijn. Scholen zien dat het nodig is. En inderdaad, zij doen het al.
De vraag aan u is: gaat u zorgen voor budget om hen te ontzorgen in deze reële problematiek, die nu ook door de Vlaamse Scholierenkoepel wordt onderkend en waarvoor de Vlaamse Scholierenkoepel, net zoals de scholen, afhangt van liefdadigheid of van de eigen middelen? Op welke termijn gaat u dat doen? En hebt u nog overleg gehad – want daar bent u niet op ingegaan – met de verschillende actoren in kwestie? Dat gaat over de koepels, het net, de armoedeorganisaties en natuurlijk ook de vertegenwoordigers van leerlingen zelf.
De heer Veys heeft het woord.
Dank u voor uw antwoord, minister. U ging van start met te zeggen dat u sinds gisteren niet van gedacht bent veranderd. De Vooruitfractie is dat voor alle duidelijkheid ook niet, maar ik stel toch mijn hoop op het voortschrijdend inzicht bij onze beleidsverantwoordelijken.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik toch het gevoel had dat uw toon een jaar geleden, bij mijn laatste vraag om uitleg, wat voluntaristischer was. Ik hoor u vandaag toch vooral zeggen dat het eigenlijk iets is wat op federaal niveau moet worden opgelost. Dat het met u soms kwaad kersen eten is, dat wisten we al. Maar hier doet u toch wel wat aan cherrypicking, aan kersen plukken, uit dat evaluatieverslag. Ik heb het hier bij me. Het gaat over de preliminaire aanbevelingen, die aan het begin van een evaluatie worden gegeven. U zegt dat er twee opgenoemd worden, maar ik zie toch vier punten staan, waarbij het tweede punt het gratis ter beschikking stellen van wegwerpmenstruatieproducten via scholen, apothekers, openbare toiletten en welzijnsinstanties is. Dat is de bevoegdheid van Vlaanderen.
Het was een goede poging om u wat weg te steken. U zegt dat de kerntaak voor leerkrachten en scholen lesgeven is, maar de kerntaak voor leerlingen is natuurlijk dat ze van onderwijs kunnen genieten. De collega haalde het al aan. Als men niet op school raakt, is het moeilijk om les te krijgen. Als je dat met een lege maag doet, om even een ander debat aan te raken, is dat ook niet evident.
Ik hoor vooral dat er eigenlijk geen stappen meer zijn gezet sinds de vorige vraag. Ik kijk dan vooral naar uw collega’s Crevits en Dalle in dit geval. Ik weet niet of u tot aan de achterste pagina van het evaluatierapport bent geraakt, want daar staan nog wat meer aanbevelingen. Dat is de evaluatie van de proefprojecten, waarin de scholen toch duidelijk aangeven dat ze dat na het eindigen van deze projectmiddelen niet in hun budget kunnen opnemen en dat ze daarvoor dus wel naar de minister van Onderwijs kijken.
Er staat ook een oproep in dat de politiek en het middenveld de krachten dienen te bundelen. Ik voel een beetje dat u dat middenveld wat loslaat als het hierover gaat. Maar goed, ik zal in ieder geval ook nog uw collega’s bevragen.
Ik wil u nog één iets heel concreets vragen, dat ook in die aanbevelingen zit. Het zou goed zijn dat er een bijkomend onderzoek komt naar het verband tussen absenteïsme en de toegang tot menstruatieproducten. Dat lijkt me nu wel iets wat in uw kraam past. Bent u bereid om dat te bekijken? Zijn daar plannen voor, eventueel samen met andere ministers? Ik denk dat we menstruatiearmoede wat breder binnen menstruatiewelzijn moeten bekijken. Bent u bereid om daar eventueel een stap te zetten voor een onderzoek naar het verband tussen toegang tot menstruatieproducten op school en het absenteïsme? Als we het absenteïsme willen aanpakken, denk ik dat dat toch wel een goede zaak zou zijn. En als ik me niet vergis, heeft een collega in de Vlaamse Regering gezegd dat er wel nood is aan meer onderzoek rond menstruatiearmoede.
Minister Weyts heeft het woord.
Vooruit bepleit toch niet dat we middelen bestemd voor Onderwijs gaan inzetten voor menstruatieproducten? Zo kunnen we alles gaan betalen, alles wat van heinde of ver kinderen en jongeren aanbelangt. Dan komen we in dezelfde discussie terecht waar ik mee begonnen ben, namelijk dat we alles moeten oplossen. Alle maatschappelijke problemen moet Onderwijs dan oplossen.
Mevrouw Groothedde, ik lachte een beetje omdat u een eigenzinnige interpretatie gaf van de notie ‘terugbetaling’. Dat is geen lening, terugbetaling door het ziekenfonds is wat algemeen gangbaar is, namelijk dat u betaalt en dat u dat volledig teruggestort krijgt. Dat is dan kosteloos, dat is de notie ‘terugbetaling’, dat is iets anders dan een lening.
Er bestaan geen scholen voor rijke kinderen. Dat werd ongetwijfeld een beetje kwansuis geformuleerd, maar dat is een serieuze beschuldiging. Ik denk niet dat u dat meende.
Opnieuw, te gronde, moeten we scholen verplichtingen opleggen, daar ging het gisteren over, bijvoorbeeld om warme maaltijden aan te bieden? Ze moeten verplicht worden om op te treden tegen menstruatiearmoede, en wat nog meer? Ze zijn ook verantwoordelijk voor gezonde dranken en voeding. Dat, echt waar, moet ik een halt toeroepen. Maatschappelijke problemen richting onze scholen en de afwending van schoolmiddelen moet ik tegengaan.
Onze kabinetten hebben eerder al de initiatieven bevraagd die Welzijn neemt. Ongetwijfeld hebt u minister Crevits ter zake al bevraagd. Ze zal zeker met Sensoa al een samenwerking gestart zijn en via die weg met alle betrokken partijen. We nemen ter zake enige verantwoordelijkheid, maar als de structurele oplossingen voor de hand liggen, zoals door de Vrouwenraad naar voren geschoven, en er zijn er nog andere, maar deze lijkt me nog structureler, als je het de facto kosteloos maakt, zij het met een omweg of met een terugbetaling, dan heb je het wel structureel aangepakt en moeten wij de discussie niet voeren en moet er niets worden afgewenteld, opnieuw, naar de scholen. Dat lijkt mij terdege een structurele oplossing die we allemaal kunnen voorstaan.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, u weet toch ongetwijfeld dat mensen allerlei zorg uitstellen omdat ze die niet kunnen betalen? Ze kunnen de dokter of tandarts niet betalen, ook niet met terugbetalingen. Daarom heb ik het in onomwonden termen gesteld, zodat u het zou begrijpen. Dat is een realiteit.
Dat is geen oplossing want dan maakt u het gratis voor allerlei mensen die het niet nodig hebben. Ongetwijfeld zijn er in uw en mijn directe omgeving geen mensen die dit niet kunnen betalen. In andere kringen komt dat zeer zeer vaak voor. Ik vind het heel spijtig dat u een ideologisch debat hebt gemaakt van die praktische problemen.
U zegt dat het ‘basically’ niet allemaal op de scholen mag worden afgewenteld. Dat komt erop neer dat het niet mag bestaan, want het is wel een realiteit. Er zitten kinderen met honger op school en er zitten kinderen niet op school omdat ze geen menstruatieproducten kunnen betalen. Er zitten kinderen met schrik in de klas dat ze straks een vlek krijgen, en u weet heel goed hoe dat overkomt in een klas vol tieners, het parlement lijkt er soms een beetje op. Zo’n vlek is heel gênant. Ik heb het al gehad over het stigma, de schaamte, de informatie en kennis van uw rechten enzovoort. Dat debat zijn we hier nog niet eens aangegaan. Het is puur blijven hangen bij die ene herkenbare maatregel: zijn er menstruatieproducten ja of nee? En zelfs daarop is niet ingegaan.
U zegt dat scholen dat niet moeten oplossen. Ik ben het met u eens! U moet ervoor zorgen dat scholen ontzorgd worden. Vandaag moeten ze het allemaal zelf opknappen. Dus oké, als u het groeipakket voor kwetsbare gezinnen wilt verdubbelen of verhogen. Mijn collega De Martelaer heeft daar ettelijke voorstellen over uitgedokterd, en ik heb die samen met haar ingediend, maar die worden altijd afgewezen. Het zal wel, zoals men in een bepaalde regio zegt, ‘aren of jong’ worden. Ofwel doet u er langs de ene kant iets aan, ofwel langs de andere kant. Ofwel geeft u gewoon toe dat u er niets aan doet. Blijkbaar is uw antwoord voorlopig njet, en ik vind dat samen met de collega’s spijtig want de vorige keer was u wat voluntaristischer, toen was u nog van plan het te bekijken.
Uit welke middelen moet dat komen? Het moet niet per se uit Onderwijs komen. U hebt ettelijke middelen aan de relance besteed aan duizend-en-een projecten. Waarom is er niets voor de kansarme gezinnen in dit land?
De heer Veys heeft het woord.
Voorzitter, minister, u zegt dat Vooruit ervoor pleit om middelen van Onderwijs aan andere problemen te besteden. (Opmerkingen van minister Ben Weyts)
Ah, het was een vraag.
Tja, er is wel gratis toiletpapier op school. Uit welk budget komt dat? Is dat het budget voor Onderwijs of niet? Waarom kan dat niet voor menstruatieproducten? Ik verwijs naar collega Rutten die hier zei dat als mannen menstrueerden het allang geregeld zou zijn en het er zou liggen. (Jan Laeremans slaakt een zucht)
Ja, u mag zuchten. Dat verbaast mij niet van het Vlaams Belang.
De kwestie gaat niet alleen over armoedebestrijding, het is ook een principiële kwestie. Dat vind ik jammer. Dat ontbreekt wat.
Ik weet niet meer of u geantwoord hebt op de vraag of u bereid bent om dat onderzoek naar het verband tussen toegang tot menstruatieproducten en absenteïsme te lezen. Het zou kunnen dienen om iets te vragen aan de federale overheid. U zegt dat de oplossingen alleen van daar moeten komen, u vindt die structureler dan zelf iets te doen. Ik kan dat alleen maar betreuren. Ik stel vooral vast dat er weinig stappen zijn gezet sinds de vorige vraag. Ik zal uw collega’s nog verder bevragen. Ondertussen doet het middenveld op een goede manier verder.
Binnen afzienbare tijd zullen we wel allemaal inzien dat we al veel langer iets hadden moeten doen. Het zal alleen wat meer tijd vergen, maar ik blijf optimistisch. Ik vrees dat het voor een volgende Vlaamse Regering of toch in een andere samenstelling zal zijn.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.