Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Minister, het kwam ook al eerder aan bod in verschillende besprekingen hier, maar ook plenair. De invoering van het individueel maatwerk dwingt ons tot een 360 gradenaanpak inzake een inclusieve arbeidsmarkt. Ik heb in het verleden al eens de vergelijking gemaakt met het M-decreet, waar ik wat meer ervaring in heb uit het verleden. We hebben daar gezien dat, alle goede bedoelingen ten spijt, als we niet naar een volledige aanpak gaan, waarin we alle spelers meekrijgen in een totaalbeleid rond inclusie, we toch wat op de grenzen stoten van wat je als beleid kunt.
Om duurzame tewerkstellingskansen op de reguliere arbeidsmarkt te garanderen voor personen met een afstand tot die arbeidsmarkt, moeten bedrijven in hun interne werking echt grondig nadenken over begeleiding, productieprocessen, arbeidstijd … Ik heb begrepen dat dat echt wel in het traject zit richting de uitrol van het individueel maatwerk. De Vlaamse Regering voorziet daarvoor ondersteuning.
Maar er zijn ook factoren die niet altijd binnen de verantwoordelijkheid van bedrijven vallen. Neem bijvoorbeeld iets als mobiliteit. Zorgen dat bedrijven die zich inschrijven in dat individueel maatwerk, ook toegankelijk zijn voor personen die zich niet kunnen verplaatsen met de wagen, is toch wel belangrijk. Goede toegankelijkheid via het openbaar vervoer is essentieel. Zo werd ik recent gewezen op een dame die wilde gaan werken in een bedrijf op een bedrijventerrein. De dame had een fysieke handicap, maar de bushalte was niet toegankelijk. Die had letterlijk drempels waar zij niet over kon.
Als we dat individueel maatwerk echt een kans willen bieden, als we daar een succes van willen maken, is het echt nodig dat we alle elementen gaan bekijken, ook elementen die niet stricto sensu binnen uw bevoegdheid vallen. Het zou te jammer zijn mochten we daar kansen laten liggen. Anderzijds kan het individueel maatwerk ook een hefboom zijn om die algemene toegankelijkheid van onze samenleving een push te geven.
Vandaar mijn vragen aan u, minister. Erkent u dat we daar echt een volledige aanpak nodig zullen hebben – 360 graden – om dat individueel maatwerk ook tot een succes te maken? Welke drempels ziet u zelf nog – ik bedoel dan vooral buiten het bedrijf – om daar een succes van te maken? Hebt u hefbomen om te zorgen dat zaken die buiten uw bevoegdheid vallen, zoals mobiliteit, geen drempel vormen voor het individuele maatwerk? Bent u in overleg met collega’s, zoals de collega van mobiliteit, om te kijken hoe de mobiliteit van de individuele maatwerkers gegarandeerd kan worden?
Minister Brouns heeft het woord.
Collega Verbeurgt, het is al een voorafname op uw volgende vraag om uitleg, over externe drempels naar tewerkstelling, maar afstand tot de werkplek kan inderdaad een drempel vormen voor werknemers en niet-beroepsactieven, los van een specifieke meer inhoudelijke afstand tot de arbeidsmarkt. Het gaat dan niet enkel om de toegankelijkheid van openbaar vervoer, maar ook de bereikbaarheid van bedrijventerreinen, toegankelijkheid buiten de klassieke kantooruren en dat soort voorbeelden.
Ik wil deze problematiek zeker niet ontkennen, zeker niet, maar ik wil ook niet bijdragen tot een vooroordeel waar werkgevers mee schermen om geen personen met een arbeidsbeperking aan te werven. Het is ook iets waar personen met een arbeidsbeperking me zelf op wijzen: het is niet omdat je een werknemer bent met een bepaalde arbeidsbeperking, dat je automatisch moeilijkheden hebt om tot op de werkplek te geraken.
Individueel maatwerk is een belangrijke hervorming om werkgevers en zelfstandigen te ondersteunen tijdens een tewerkstelling, maar het blijft een heel diverse groep die hiervan gebruik kan maken. We kunnen hier dus geen ‘one size fits all’-oplossing aan koppelen voor mobiliteit. Een toegankelijke werkplaats is noodzakelijk voor alle werknemers.
Ik volg u wel dat een inclusieve arbeidsmarkt een 360-gradenaanpak vraagt. Ik denk inderdaad dat dat noodzakelijk is. Individueel maatwerk kan een belangrijk puzzelstukje van die aanpak zijn. Zoals u zelf aangeeft, is het ook nodig dat bedrijven in hun interne werking en organisatie gaan nadenken. Ook daar bieden we vanuit de overheid ondersteuning. Ik verwijs dan naar de ESF-projecten (Europees Sociaal Fonds) rond inclusief ondernemen, maar ook naar de proeftuin in de industrie rond werkbaar werk. Een gebrek aan informatie bij deze bedrijven over de mogelijke ondersteuning kan ook een belangrijke drempel zijn. Dat heb ik ook al vastgesteld.
Bij elke maatregel die we nemen, zetten we expliciet in op communicatie en de bekendmaking ervan. Individueel maatwerk vervangt de bijzondere tewerkstellingsondersteunende maatregelen voor personen met een handicap niet. Dat is ook belangrijk om aan te geven. We zullen nog steeds een tegemoetkoming voorzien om arbeidspost of arbeidsgereedschap aan te passen, een specifieke tussenkomst voor vervoer, de inzet van een gebarentolk … Al die maatregelen blijven. Deze maatregelen zijn altijd boven op de inspanningen die we van werkgevers verwachten op vlak van redelijke aanpassingen, een recht dat in de grondwet is ingeschreven, maar ook de inspanningen die werkgevers leveren op vlak van woon-werkverkeer, welzijn op het werk, enzovoort. Dat zijn inspanningen die ze voor alle werknemers leveren.
Een belangrijke drempel lijkt me te liggen in het gebrek aan maatwerk. De ene persoon met een arbeidsbeperking is de andere niet. Zelfs als ze dezelfde beperking en dezelfde job uitoefenen, zien we daar toch nog vaak verschillen in de ondersteuning die nodig is.
Ik zou dan ook een heel warm pleidooi willen houden om niet over mensen te praten – misschien een fout die we ook als politici maken – maar vooral ook met hen te praten, in dit geval mensen met een arbeidsbeperking. Het is ook niet toevallig dat ‘Niets over ons, zonder ons’ voor hen zo’n belangrijke slogan is. Dat geldt niet enkel op beleidsniveau, maar zeker ook op de werkvloer.
Ik heb geen specifiek overleg gehad met mijn collega van Mobiliteit. Er is er ook geen gepland. Vandaag biedt VDAB wel een gratis De Lijn-abonnement aan aan personen die gebruikmaken van een tewerkstellingsondersteunende maatregel, die een advies maatwerk hebben of een beperking van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Bovendien investeert de Vlaamse Regering in een masterplan voor toegankelijkheid voor De Lijn.
Met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) werd een charter afgesloten, zodat lokale besturen zich kunnen engageren om proactief de doelstellingen van het masterplan toegankelijkheid te realiseren. Jaarlijks kunnen dertig lokale besturen een coachingstraject ‘masterplan toegankelijke haltes’ aanvragen. Inter, het Agentschap Toegankelijk Vlaanderen, ondersteunt hen dan bij de opmaak van zo’n actieplan. De lokale besturen doen dan kennis en inspiratie op via een lerend netwerk. Het gebeurt momenteel ook binnen de nieuwe mobiliteitsregio’s.
Zoals u ziet, collega, zitten wij niet stil. Zelf hebben we eind vorig jaar ook een oproep gedaan rond duurzame mobiliteit, specifiek voor de maatwerkbedrijven en LDE-organisaties (lokale diensteneconomie). Dat is ook belangrijk om hier aan te halen. Zo konden dus ook sociale-economieondernemingen intekenen om subsidies te krijgen waarmee elektrische fietsen, voertuigen, busjes en alles rond mobiliteit kan worden aangekocht. Dat is voor mij een erg belangrijk project, aangezien het ook voor woon-werkverkeer kan worden ingezet. In de sociale economie organiseert men namelijk vaker dat collectieve woon-werkverkeer. Op die manier kan dat ook op een duurzame wijze gebeuren.
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Dank u, minister. Uw laatste zin is veelzeggend. We moeten bij het individuele maatwerk echt de switch maken van het collectieve, waarbij maatwerkbedrijven vandaag inderdaad vaak georganiseerd zijn op collectieve oplossingen voor het bereiken van de werkplek, naar een individuele aanpak. Individueel maatwerk vraagt individueel maatwerk. Eigenlijk moet elke case individueel bekeken worden. Ik denk dat dat een heel belangrijk element is.
U zei zelf dat het geen kwestie is van ‘one size fits all’. Dat was ook absoluut niet de insteek van mijn vraag. Er is geen uniforme oplossing. Elke individuele maatwerker zal met andere uitdagingen geconfronteerd worden. De uitdaging bestaat erin om case per case te gaan kijken wat de drempels zijn, zowel binnen het bedrijf als errond. En dat tweede element, rond het bedrijf, is wel een belangrijk element dat we ook moeten meenemen.
Wordt er nagedacht over een soort breder casusoverleg wanneer een individuele maatwerker drempels ervaart, bijvoorbeeld met lokale besturen en betrokken actoren, om te kijken of alle drempels richting werk, en dus ook rond het bedrijf, kunnen worden aangepakt op basis van de noden van de individuele maatwerker?
Minister Brouns heeft het woord.
Uw laatste vraag vertrekt vanuit het perspectief van de individuele maatwerker. Die moet natuurlijk op zijn plek geraken. Ik projecteer me even naar de realiteit zoals ik ze ken. Bedrijven zijn natuurlijk ook onderdeel van een netwerk. Die gaan in contact met de lokale besturen en met netwerkorganisaties, en dan is dat een agendapunt en een thema. Ik herinner me dat uit mijn verleden. Vooral in die mobiliteitsarme regio’s was dat ook een topic, hoe je je werkvolk op de werkplek krijgt. Dat gaat dan zelfs nog veel ruimer dan degenen die een beperking hebben. Ik zie daar dus wel een forum of een platform voor het lokale netwerk, waar werkgeversorganisaties samenkomen met werknemersorganisaties, maar vooral ook lokale besturen, om het op dat lokale niveau, waar de organisatie van het woon-werkverkeer een impact kan hebben, op de agenda te zetten. En dan wordt natuurlijk ook De Lijn daarop aangesproken als partner. De ontsluiting van bedrijventerreinen is daarbij een belangrijk element.
Ik ben me dus heel goed bewust van de problematiek. Ik zie in de praktijk het platform waar dat wordt besproken. Het is vooral het lokale niveau dat daar als regisseur vaak tot werkbare en goede oplossingen komt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.