Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Ja, minister, dit onderwerp is al meermaals aan bod gekomen, maar ook vorige week liet u weten dat u met de vakbonden rond de tafel zou zitten over de verzelfstandiging van de Delhaizefilialen.
Delhaize wil zoals geweten al zijn overgebleven 128 filialen in eigen beheer verzelfstandigen. Dat leidt tot grote bezorgdheid bij het personeel over hun loon- en arbeidsvoorwaarden, want die liggen wel vast in een cao, maar de vrees bestaat dat die bij een franchisering niet meer zullen worden gerespecteerd. Dit opent de deur naar het aanwerven van goedkoper personeel.
U had vorige week ook al opgeroepen om een sociaal plan uit te werken dat het personeel meer garanties biedt dat hun loon- en arbeidsvoorwaarden worden gerespecteerd indien het tot een overstap komt. U hebt ook gepleit voor de aanstelling van een sociaal bemiddelaar, en die werd intussen aangesteld.
Nu is mijn vraag: wat is nu het resultaat van dat overleg met de vakbonden vorige week woensdag? Wat hebt u gezegd aan de vakbonden en welke engagementen hebt u op zich genomen? Hoe is het overleg gegaan met de directie van Delhaize? Welke garanties hebben zij u gegeven over het respecteren van de loon- en arbeidsvoorwaarden?
Minister Brouns heeft het woord.
Collega Malfroot, de beslissing van Delhaize om dus 128 winkels in eigen beheer te verzelfstandigen blijft ook vandaag de gemoederen bedaren, zoveel is duidelijk. Ondanks het feit dat er verschillende ondernemingsraden waren gepland om de sociale dialoog aan te gaan, zijn zowel Delhaize als de vakbonden er tot op heden niet in geslaagd om een constructief gesprek met elkaar aan te gaan. De uitweg lijkt nog niet gevonden.
Ik vond het dan ook niet meer dan mijn plicht als Vlaams minister van Werk en Economie om in gesprek te gaan met zowel de directie van Delhaize, als met de vakbonden. Ik heb dat ook gedaan, al meerdere keren.
Delhaize neemt vandaag inderdaad een beslissing die voor een groot deel voelbaar is in Vlaanderen. In totaal staan er 13.543 werknemers op de loonlijst van Delhaize van eind februari 2023, waarvan 9207 in de geïntegreerde winkels in België. In 65 van de 128 geïntegreerde supermarkten in Vlaanderen samen, werken 5119 werknemers.
Alle andere activiteiten van Delhaize zijn gevestigd in Vlaanderen. Het gaat dan over de logistiek, de distributiecentra, de transport en dergelijke, die zich dus in Zellik en Ninove bevinden, en daar gaat het in totaal over 2859 medewerkers. Het gaat ook over de ondersteunende diensten, support service en dergelijke, in Kobbegem, met een totaal van 1477 medewerkers. Het gaat dus over net geen 9500 mensen die in Vlaanderen actief zijn.
Door in gesprek te gaan met zowel Delhaize als met de werknemersvertegenwoordigers, kan ik vaststellen dat iedereen nood heeft aan perspectief voor de toekomst. Dus je voelt heel goed dat de vakbonden zekerheid vragen. Er is een cao 32bis, maar daardoor voelden ze zich niet voldoende beschermd. En dan heb je Delhaize, die op basis van analyses tot de vaststelling komt dat de verzelfstandiging een absolute noodzaak is voor hun toekomst.
De vakbonden waren vooral ook boos omdat ze niet echt gehoord of gerespecteerd waren, ze voelden een stukje ondankbaarheid. Ik heb dat ook al een paar keer zo genoemd, dat die 9000 werknemers het gezicht zijn van Delhaize. Zij zijn als het ware Delhaize, en zij willen daarvoor ook dat respect en die waardering die ze wat mij betreft ook verdienen.
Daarnaast zit je met een speler die vandaag in een moordende concurrentiestrijd zit in Vlaanderen, en die op basis daarvan commerciële keuzes maakt, en op dit ogenblik geen andere uitweg ziet dan inderdaad die verdere verzelfstandiging. Zij verwijzen bijvoorbeeld naar de tevredenheidsscores. Die blijken tot 30 procent beter te zijn bij zelfstandige uitbaters dan bij hun eigen winkels.
In ieder geval kon het voor mij niet langer dat daar onderhandeld wordt. Je kunt het zelfs geen onderhandelingen noemen met bewakingsagenten als het ware in je nek. Wat dat betreft is het signaal gegeven om naar een sociaal bemiddelaar te gaan. Ik heb gisteren begrepen dat dat inmiddels gebeurd is, dat er iemand is aangeduid. En dan is het de wens en de hoop dat men uit die loopgraven, uit die egelstelling komt om met elkaar in overleg te gaan.
Ik denk dat het ook belangrijk is dat men voor een stuk elkaars logica begint te begrijpen, om tot werkelijke onderhandelingen te komen, want nu waren dat veeleer dovemansgesprekken. Dus tot daar heb ik denk ik een algemeen antwoord geboden.
We volgen dat natuurlijk op binnen onze bevoegdheden. Wat we daaraan kunnen doen, is op dit ogenblik nog beperkt. Maar ik denk dat het belangrijk is dat er in heel die transitie voldoende ondersteuning wordt geboden aan het personeel, en dat ook Delhaize zich ervan bewust wordt dat die groep echt wel nodig is om ook in die verschillende vestigingen een duurzame toekomst voor zichzelf, maar zeker ook voor Delhaize en de klant, te kunnen borgen.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, als ik het goed begrijp, heeft uw tussenkomst ook tot niets geleid. Dat is de harde realiteit, vrees ik. Ik denk dat iedereen hier in de zaal zeker en vast begrip heeft voor de standpunten van het personeel, dat terecht bezorgd is. Ik heb ook gesprekken gehad met mensen en die vrezen dat zij hun loon niet kunnen behouden, wanneer dat paritair comité verandert. Het zou in bepaalde functies zelfs gaan over 700 euro per maand. U weet ook dat er heel veel personeelsleden zijn die daar met hun partner tewerkgesteld zijn en die hun leven en hun uitgaven hebben afgestemd op de inkomsten, de goede verdienste die ze hadden bij Delhaize. In dat geval gaat het niet over 700 euro, maar over 1400 euro per maand. Hun lening is daarop afgestemd, en uiteraard ook hun uitgaven. Dat is een harde noot om te kraken. Ik begrijp dus die terechte bezorgdheid van het personeel.
Anderzijds moet men ook realistisch zijn. Een speler zoals Delhaize moet natuurlijk werken aan winst of moet er op zijn minst voor zorgen dat hij uit de kosten geraakt en dat hij kan overleven. Ik vrees dat het ook de harde realiteit is dat die verzelfstandiging niet uit de weg zal kunnen worden gegaan.
Maar ik vraag mij nu af, minister, in welke functie u daar zat? Zat u daar als minister om de situatie te ontmijnen en op te lossen of zat u daar vanuit uw achtergrond bij de vakbond? Wat was nu eigenlijk uw rol binnen het overleg? Want er is geen oplossing uit de bus gekomen. U hebt wel gepraat en u probeerde de partijen dichter bij elkaar te brengen, maar waartoe heeft het geleid? Wat was uw rol? (Opmerkingen van minister Jo Brouns)
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Ik ben benieuwd wat de achtergrond van de minister bij de vakbond is. Dat is een eerste bedenking. (Opmerkingen)
Het zou mij tot interessante inzichten kunnen brengen.
Neen, alle gekheid op een stokje. Minister, u hebt in een deel van uw tussenkomst terecht aangegeven dat we ten volle moeten beseffen wat de impact van deze beslissing is. Dat is iets wat velen in dit parlement al van dag één drijft. Het gaat om negenduizend mensen en, zoals collega Malfroot terecht aanhaalt, vaak ook partners. Het gaat om vele gezinnen waarbij man en vrouw samenwerken. Ik heb bijvoorbeeld zelf een koppel ontmoet waarvan de vrouw in de supermarkt werkt en de man op het depot. Dat heeft dus toch wel een gigantische impact. Die mensen leven vandaag, ondanks alle communicatie van Delhaize, nog steeds in totale onzekerheid. Die weten nog altijd niet of de winkel waar ze werken door een zelfstandige overgenomen zal worden en of de loonvoorwaarden waaraan ze vandaag werken, behouden zullen blijven. Dat is toch echt wel iets waarover we ons grote zorgen moeten maken. Delhaize mist daar, op zijn zachtst gezegd, een stuk empathie ten aanzien van het personeel – en dan druk ik mij nog zeer zacht uit.
Heel concreet, minister, u hebt vorige week inderdaad twee zaken gevraagd. Dat is ten eerste een sociaal bemiddelaar. Uw federale collega Dermagne heeft die aangesteld, zodra hij voelde dat het overleg volledig vastzat en, zoals de regelgeving voorziet, er bereidheid was bij de sociale partners om een sociaal bemiddelaar toe te laten. Dat is het eerste luik. Als tweede luik riep u op tot een bijkomend sociaal plan. Zijn daarin eigenlijk al concrete stappen gezet? Hebt u er zicht op dat er iets in die richting ondernomen zal worden? Welke hefbomen hebt u zelf nog om die aankondiging die u hebt gedaan te realiseren?
En dan heb ik nog een laatste punt. We weten helaas dat er voor ongeveer 280 mensen op de hoofdzetel een andere toekomst gezocht zal moeten worden. U hebt van in het begin gezegd dat u VDAB in gereedheid bracht om daarmee aan de slag te gaan. Wat is de stand van zaken daaromtrent, voor de mensen waarvan we helaas al weten dat ze niet aan de slag zullen kunnen blijven bij Delhaize?
Minister Brouns heeft het woord.
Collega Malfroot, ik vond het uiteraard mijn verantwoordelijkheid om met de betrokken partijen te spreken, ook al ben ik inderdaad pas bevoegd vanuit VDAB bij een collectief ontslag. Ik vind het niet meer dan normaal dat wanneer er inderdaad een volledige impasse dreigt bij een heel belangrijke economische speler in Vlaanderen, waar het inderdaad gaat om negenduizend jobs, dat ik goed begrijp waar het over gaat en waar het knelpunt zit. Zo kan ik bekijken wat we inderdaad vanuit onze politieke verantwoordelijkheid kunnen doen.
Ik heb vanaf dag één, dus na mijn eerste contact, al met de directie vastgesteld dat die patstelling al compleet was. Ik heb dan ook meteen de suggestie gedaan om toch ernstig na te denken over een sociaal bemiddelaar. We zijn op die nagel blijven kloppen. U hebt waarschijnlijk ook het debat in het federaal parlement gevolgd. Daar is ook op een bepaald moment door verschillende partijen gesteld dat de sociale bemiddeling daar op zijn plaats is. Je kunt op een bepaald ogenblik de vraag stellen: wat heb je meer nodig vooraleer over te gaan tot een sociaal bemiddelaar als je ziet dat er bewakingsagenten nodig zijn? Daar is uiteindelijk wel gevolg aan gegeven.
Een ander element is inderdaad een sociaal transitieplan. Daar vind ik tegelijk dat het aan de politiek is om daar enige terughoudendheid aan de dag te leggen en niet het overleg in hun plaats doen. Daar moeten naar inhoud toe ook alle kansen geboden worden aan het overleg dat nu wel vlot getrokken wordt. Maar uiteraard staan wij klaar met VDAB indien dat nodig is voor opleiding, loopbaanbegeleiding, noem maar op want ik denk dat inderdaad ook een van de grote uitdagingen bijvoorbeeld de verdere digitalisering is, ook in die sector. En wat dat betreft kunnen daar opleidingskansen geboden worden. Dat kan een belangrijk onderdeel zijn van zo’n transitie die noodzakelijk is en die inderdaad nodig is in functie van duurzame tewerkstelling en een duurzame toekomst van Delhaize in Vlaanderen.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, u kaart het aan: we zitten in een impasse en dat is nog zeer zacht uitgedrukt. Maar het is nu vooral in het belang van het personeel, maar ook in het belang van de winkeluitbaters en van de mensen die daar werkwillig zijn – die willen open houden – en in het belang van de toeleveranciers – die zitten nu ook in zware problemen – en uiteraard in het belang van de klanten die graag volle rekken hebben en graag in hun Delhaize willen gaan shoppen, dat u echt wel werk maakt om uit de impasse te geraken. Die verzelfstandiging kunnen we niet tegenhouden. Dat zal wel de toekomst zijn, zeker en vast wegens de winstgevendheid en het duurzaam model van de supermarkten. Maar als parlement, als minister, moet u ook waken over de bescherming van het personeel en hun arbeidsvoorwaarden. Ik blijf erbij dat u daar de kar moet trekken om die onzekerheid weg te nemen en hun een goede toekomst te verzekeren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.