Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, de bondscoach van de Yellow Tigers, Gert Vande Broek, heeft zich schuldig gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag. Dat zeg ik niet, maar dat heeft het Bondsparket geoordeeld na diepgaand onderzoek. De tuchtraad binnen Volley Vlaanderen zal zich nu buigen over een passende, disciplinaire sanctie. Ik heb volgende vragen: wanneer mogen we een uitspraak van die tuchtraad verwachten? Kan Gert Vande Broek intussen aanblijven als bondscoach? En hebt u het onderzoeksrapport reeds ingekeken en wat is uw oordeel? Dank u.
Dat was een korte, krachtige vraag. Minister Weyts is aan het woord.
Mijn antwoord zal iets langer zijn. Het klopt dat de tuchtraad zich momenteel buigt over die zaak en – voor alle duidelijkheid – nog een oordeel moet vellen. Ik wil dat proces op geen enkele manier gaan beïnvloeden met verklaringen in welke richting dan ook en ik denk dat het belangrijk is dat dit allemaal sereen en rechtvaardig afgerond kan worden, met ook de te respecteren rechten van verdediging. Nadien kan iedereen aan de slag met die uitspraak.
Op uw eerste vraag kan ik kort antwoorden: voor zover ik weet is er geen vaste timing vooropgesteld. Zowel het Bondsparket als de tuchtraad hebben aangegeven dat ze die zaak graag grondig willen aanpakken. Wat mij betreft, mag dat natuurlijk snel gaan en mocht het ook al sneller zijn gegaan. Ik begrijp dat men dat niet overhaast wil aanpakken, maar sowieso denk ik dat eenieder baat heeft bij een finaal oordeel. Wat betreft de positie van de bondscoach, is het aan de federatie om te oordelen of hij op dit moment kan aanblijven. Dat is een beslissing die volledig onder hun eigen bevoegdheid valt. Ik lees in de reactie van Volley Vlaanderen dat zij het Bondsparket danken voor het geleverde onderzoek en ik leid af dat zij ook wachten op het oordeel van de tuchtraad.
Ik heb het rapport niet ontvangen en dus ook niet gelezen. Om de vertrouwelijkheid van het onderzoek en het objectieve verloop van de procedure niet te schaden, is het rapport ook enkel bezorgd aan de personen die zich betrokken partij hebben gesteld. Dus ik heb net als u enkel fragmenten en interpretaties gelezen in de pers. De enige meer officiële berichtgeving die gevolgd is, is die van Volley Vlaanderen zelf, waar zij verwezen naar de mededeling van het Bondsparket. Ik citeer: “dat er wel degelijk sprake is van feiten die als grensoverschrijdend gekwalificeerd dienen te worden.” Wat ik natuurlijk betreur, maar onze positie is vanuit het Vlaams sportbeleid altijd in woord en daad duidelijk geweest. Wij hebben altijd vrij kordaat ingegrepen en ook in dezen was ik bereid om dat te doen, maar dan was er de interventie van het Bondsparket waardoor verdere demarches van mijn kant de facto onmogelijk werden gemaakt. Dus ik wacht samen met u het verdere verloop van deze zaak af. Het Bondsparket heeft dit dossier van bij aanvang naar zich toe getrokken waardoor die procedure verder afgehandeld moet worden.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Dank u wel, minister. Het is inderdaad niet veel nieuws, behalve dat u nog afwacht, ook al is er nu al wel door één instantie geoordeeld dat er wel degelijk sprake is van grensoverschrijdend gedrag. We kunnen dat hier minimaliseren, maar het had hier ook al kunnen stoppen en dat is niet het geval.
Ik heb nog een paar vragen. Is Gert Vande Broek intussen al voor die tuchtraad van Volley Vlaanderen verschenen? En dan wilde ik ook weten hoe die procedure voor de tuchtraad zal verlopen en hoelang het zal duren. Maar ik meen begrepen te hebben dat u zegt dat ze het grondig zullen doen waardoor u dat niet kunt zeggen.
Dan heb ik toch ook een bedenking. Dit jaar is België samen met Duitsland, Estland en Italië het gastland voor het Europees kampioenschap volleybal voor dames, een heel belangrijk moment voor ons damesvolleybal. Vindt u dat iemand die toch al in eerste instantie schuldig is bevonden aan grensoverschrijdend gedrag, werkzaam kan blijven als bondscoach van de Belgische volleybalploeg? En als laatste zou ik toch willen vragen of het mogelijk is om dat onderzoeksrapport van het Bondsparket hier in het parlement in te kijken. Dank u.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Mevrouw Lambrechts, hoewel ik het heel erg waardeer dat u de thematiek van grensoverschrijdend gedrag hoog op de agenda wilt plaatsen en daar ook wilt houden – u weet dat het een thematiek is die me nauw aan het hart ligt – denk ik dat deze vraagstelling ver voorbij onze taak als parlementsleden gaat. Het is niet aan ons om individuele dossiers, waarin zelfs nog een gerechtelijk dossier lopende is, te gaan uitspitten of ‘backseat driven’ en dat te gaan evalueren. Indien u dat echt wenst te doen, dan zou ik u aanraden om bij de tuchtraad of het Bondsparket te solliciteren. Het is hun taak, dus laat hen dat dan ook in alle sereniteit doen. Ook de evaluatie van sancties is noch aan ons als parlement, noch aan de minister. Heel vaak draait het om vergelding, oog om oog, tand om tand. Wel, ‘an eye for an eye leaves the whole world blind’. Vergelding is niet het doel in dit soort dossiers, hoewel het zeer ernstig is. Erkenning, bemiddeling en herstel moeten elementair zijn. En het spijt mij ten zeerste, maar het feit dat dit soort individuele dossiers uitgespit, opgedolven en helemaal uiteengerafeld worden in dit soort commissies, helpt die drie elementen geen stap vooruit, integendeel zelfs.
Dus vraag ik na afloop van de procedure graag bij de minister de evaluatie op van de totale procedure van dit soort dossiers, om te bekijken hoe we omgaan met dossiers over grensoverschrijdend gedrag. Maar laat alstublieft de sereniteit met betrekking tot de individuele dossiers terugkeren, en laten wij ons alstublieft bezighouden met onze taak als parlementsleden want er ligt genoeg werk op de plank.
De heer Annouri heeft het woord.
Ik zal mij niet uitspreken over de lopende zaak. De mensen zijn daar hun werk aan het doen. Als die mens schuldig wordt bevonden, zal hij hopelijk de gevolgen van zijn daden dragen. Ik hoop vooral dat voor de slachtoffers rechtvaardigheid mag volgen. Dat is nu gaande. Het dossier loopt. Ik zal mij daar niet over uitspreken.
Ik heb tijdens de vorige legislatuur wel geleerd dat het mediatiseren van meldingen vaak een trickledowneffect heeft. Dan komen er meer meldingen. In die zin heeft dat wel een belangrijke symbolische functie. Het melden van grensoverschrijdend gedrag geeft aan slachtoffers de moed om stappen te zetten.
Minister, weet u of er door die specifieke casus in het volleybal meer meldingen zijn gekomen van slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag in het volleybal, die nadien hun weg hebben gevonden om klacht in te dienen? Heeft deze casus, zoals we ook in het verleden hebben gezien, een soort van voorbeeldfunctie gehad waardoor slachtoffers de moed hebben gevonden? Ik begrijp dat dat een gedetailleerde vraag is. U hoeft er nu niet op te antwoorden, ik kan het antwoord ook schriftelijk ontvangen. Het lijkt me wel interessant om dat verder te bekijken, om te weten of het mensen helpt om over die drempel te stappen.
Minister Weyts heeft het woord.
Dat laatste kan ik niet mathematisch uitdrukken of kwantificeren. Maar onze ingrepen, zowel in de vorige als in de huidige regeerperiode, met betrekking tot het optreden ten aanzien van grensoverschrijdend gedrag, hebben ongetwijfeld klachten getriggerd. Kijk hoe we hebben ingegrepen in de delicate discussie over de Gymnastiekfederatie Vlaanderen (Gymfed). Daar hebben we ook moeten laveren. Ik denk dat we dat tot een goed einde hebben gebracht, ook al kun je er kritiek op blijven uitoefenen. We zijn daar, tot eenieders maximaal mogelijke tevredenheid, tot een goede procedure gekomen. Die heeft op zich ook wel wat losgemaakt, denk ik, ook wat betreft klachten of het mogelijk ter discussie stellen van methodieken en manieren van aanpak in het verleden en heden.
Nu wat deze zaak betreft. Het Bondsparket doet de facto geen uitspraak over schuld en onschuld. Dat komt de tuchtraad toe. De normale werkwijze bestaat daar uit een dagvaarding, een zitting en vervolgens een beslissing. In beginsel is dat, bij mijn weten, normaal gezien openbaar. Er kan worden beslist om dat achter gesloten deuren te doen. Ik heb niet begrepen dat het Bondsparket ter zake vragende partij zou zijn. Maar misschien stelt een van de partijen die vraag. Dan kan desgevallend aldus worden beslist.
De timing is natuurlijk afhankelijk van het aantal zittingen. Daar heb ik geen vat op. Men werkt daar autonoom. Dat kan maanden duren.
De straffen variëren van geen straf, bij het oordeel ‘niet schuldig’, tot een waarschuwing, een blaam of een schorsing. Er is wel een hele resem maatregelen mogelijk. Er is trouwens ook nog een beroepsmogelijkheid, voor alle duidelijkheid.
De aanstelling van de coach behoort volledig tot de autonomie van de sportfederatie in kwestie.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Dank u wel, minister en collega’s. Minister, het moet worden gezegd dat het Bondsparket in het communiqué heeft laten weten dat het niet vrijblijvend is wat zij hebben gedaan. Er is wel degelijk sprake van feiten die als grensoverschrijdend kunnen worden gekwalificeerd. Zij hebben dus niet gezegd dat zij het niet weten en dat zij het doorgeven. Ik ben het er helemaal mee eens dat het goed is dat wij er hier over praten want als dat grensoverschrijdend gedrag wordt gemediatiseerd, zet het ook mensen die heel lang hebben gezwegen aan tot de moed om het aan te klagen.
Ik ben het er volledig mee eens dat wij als parlementslid geen rechter zijn. Wij moeten de dossiers niet uitspitten. Maar als parlementslid hebben wij wel het recht om te weten wat er in die dossiers staat. Daar blijf ik bij. Het is onze taak om dat te bekijken. Dat gebeurt ook in andere commissies, met andere materies. Als er collega’s zijn die dat niet willen doen, hoeven zij niet te komen naar die zittingen. Dat is niet verplicht.
Ik las vandaag dat een zo getalenteerd iemand als Dorien Motten zich zodanig slecht voelt vanwege grensoverschrijdend gedrag dat ze in de toekomst naar Georgië gaat om te trainen. Ik betreur dat zeer, en ik denk u met mij. Dat moet worden aangepakt. U gaat daarin mee, ik heb niet de indruk dat u hier zegt dat het allemaal niet waar is. U neemt een zeer afwachtende houding aan. Maar we praten niet over kleine faits divers wanneer onze topturnsters niet meer zullen scoren voor België maar uit pure ellende naar Georgië trekken om te kunnen trainen bij een goede ploeg.
Ik zal dit thema, gelukkig samen met veel collega’s, blijven opvolgen. Ik hoop toch op meer duiding in deze commissie over de uitspraak, zodra die er is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.