Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, u kent mijn bekommernis omtrent sensibilisering rond rookmelders, en dat gebeurt ook wel, vanzelfsprekend. Maar ik denk dat dat een nagel is waarop je ook altijd moet blijven kloppen. Daarom stel ik ook geregeld de vraag naar cijfers daarrond, en doe ik hier ook nog een oproep naar sensibilisering.
Sinds 1 januari 2020 is het immers verplicht om op elke verdieping van een woning een rookmelder te hebben. Uit de cijfers die ik kreeg in antwoord op mijn schriftelijke vraag nummer 372 kon ik vaststellen dat in 2021 nog 12 procent van de gecontroleerde woningen niet aan die verplichting voldeed. Daarmee wordt de verplichting om rookmelders te plaatsen al wel veel beter opgevolgd dan een jaar voordien, toen het nog ging over 17 procent van alle gecontroleerde woningen die niet of onvoldoende voorzien waren van rookmelders. Maar het blijft natuurlijk nog altijd te veel. Ook in sommige gemeenschappelijke delen van een gebouw met appartementen moet een rookmelder aanwezig zijn.
Elke rookmelder kan levens redden. Het is mijns inziens dan ook heel belangrijk om te blijven inzetten op sensibilisering. Dat is ook altijd de boodschap die vanuit de brandweer wordt meegegeven: besef dat elke rookmelder levens kan redden.
De controles die onder meer de rookmelderverplichting nagaan, zijn vooral toegespitst op woningen en kamers die verhuurd worden. Woningen die bewoond worden door de eigenaars zelf, worden minder gecontroleerd. Het is echter aannemelijk dat ook in die categorie heel wat woningen nog niet voldoende zijn uitgerust met een branddetectiesysteem.
Minister, in het verleden zijn er al verschillende campagnes geweest die gericht waren op brandveiligheid en maatregelen om de kans op slachtoffers bij een woningbrand te verkleinen, zoals de campagne rond het sluiten van binnendeuren en de aanwezigheid van rookmelders. In navolging van de campagne in het najaar van 2020 is er ook nog steeds de website doededeurdicht.be. De samenwerking met Netwerk Brandweer blijft bestaan. De boodschap wordt daarnaast verder verspreid met folders, affiches en een uitgebreid informatieaanbod op de website van Wonen-Vlaanderen.
Minister, in antwoord op mijn vraag om uitleg van 6 mei vorig jaar antwoordde u dat u met betrekking tot dit onderwerp ook heel hard gelooft in herhaling en dat u de intentie had en hebt om erop te blijven inzetten.
Hoe evalueert u de cijfers met betrekking tot het aantal woningen dat wel of niet voldoet aan de rookmeldersverplichting?
Nog altijd een op de acht huurwoningen die gecontroleerd worden is niet voldoende voorzien van een branddetectiesysteem. Welke initiatieven neemt u om verder in te zetten op de bekendmaking van die verplichting en de sensibilisering om daar daadwerkelijk gevolg aan te geven?
Plant u nog brede campagnes met betrekking tot brandveiligheid, teneinde de rookmeldersverplichting ook sterker te laten doordringen bij eigenaars-bewoners? Dat kan mogelijk ook over andere thema’s in het kader van brandveiligheid gaan.
Wanneer in een meergezinswoning of appartement meer mensen samenwonen, is de individuele verantwoordelijkheid van ieder van hen voor het plaatsen van rookmelders in de geïndividualiseerde woningen belangrijk. Dit kan immers een impact hebben op de bewoners van de andere woongelegenheden binnen hetzelfde gebouw, naast de plaatsing van rookmelders in de gemeenschappelijke delen. Hoe wordt hier specifiek op ingezet?
Minister Diependaele heeft het woord.
Bedankt, mevrouw Schryvers. Voor alle duidelijkheid: we delen geheel de analyse die u maakt. Ik ben het daar helemaal mee eens. Het is een thema waar we blijvend aandacht voor moeten hebben.
Maar ik hoop ook dat we het erover eens kunnen zijn dat de cijfers de laatste jaren wel degelijk al zeer gunstig geëvolueerd zijn. In 2017 spraken we nog over 60 procent van de onderzochte woningen die aan de rookmeldersverplichtingen voldeden. Dat is intussen gestegen: in 2018 was dat 77 procent, in 2019 79 procent en in 2020 82 procent. En het aandeel woningen met voldoende rookmelders is vorig jaar nog verder gestegen, naar 88 procent in 2021. En dit jaar zouden we waarschijnlijk nog iets hoger uitkomen. In die zin ben ik het dus helemaal eens met uw analyse, maar ik denk dat we ook al mogen zeggen dat de inspanningen de voorbije jaren hebben geloond.
Sinds 1 januari 2021 kan een woning zonder voldoende rookmelders bovendien ongeschikt verklaard worden. Voordien werd het conformiteitsattest wel geweigerd, maar was er geen verdere handhaving. Zoals u terecht aangeeft, vinden deze controles bijna uitsluitend plaats in huurwoningen. Dat is logisch, aangezien de woningkwaliteitsbewaking zich toespitst op de huurmarkt. We hebben daardoor vanuit de woningkwaliteitsbewaking weinig zicht op het aandeel rookmelders in eigenaarswoningen. Uit wetenschappelijk onderzoek van het Steunpunt Wonen weten we wel dat het aandeel eigenaarswoningen met rookmelders sterk gestegen was tussen 2013 en 2018, namelijk van 26 naar 54 procent.
Voor een nieuwe stand van zaken moeten we de resultaten van het Grote Woononderzoek 2023 afwachten, maar als ik kijk naar de stijging die we hadden van 2017 naar 2022 op de huurmarkt, dan ben ik ervan overtuigd dat dat ook op de eigenaarsmarkt positief geëvolueerd zal zijn. Al is het nog een beetje afwachten hoeveel precies. Ik ben er ook van overtuigd dat dit te danken is aan onze inspanningen van de voorbije jaren, met grootschalige mediacampagnes en verhoogde handhaving. Dat is trouwens geen goedkope campagne geweest, maar wel een die haar resultaat gehad heeft. Iedereen kent die nog, en dat is zeer belangrijk. Als je je enkele jaren later nog het beeld herinnert van die brandweerman die van het plafond naar beneden zakt, dan weet je dat die campagne aangeslagen heeft.
Elk slachtoffer van een brand blijft er natuurlijk een te veel. We moeten hier dus op blijven inzetten, want rookmelders redden levens. Daar zijn we het over eens.
Uw tweede en derde vraag neem ik samen. Zoals ik daarnet al aangaf in het antwoord op uw eerste vraag, hebben we op 1 januari 2021 de handhaving opgevoerd. Daardoor kan een woning zonder rookmelders ongeschikt verklaard worden, zelfs als die woning verder helemaal in orde is. Dat is een belangrijke hefboom.
De meeste verhuurders die het signaal krijgen dat de burgemeester hun woning ongeschikt zal verklaren omdat er geen rookmelders hangen, schieten in actie en doen het nodige om die ongeschiktheidsverklaring te vermijden. Het verhuren van een woning zonder rookmelders is dan ook strafbaar. Die stokken achter de deur zijn belangrijk en versterken de sensibilisering, zeker als je weet dat het ondertussen om, denk ik, niet meer dan 20 euro gaat voor één rookmelder. Dan kun je ook niet zeggen dat dat de grote kost is.
Wat die sensibilisering betreft hebben we de voorbije jaren heel wat initiatieven genomen. Na de grootschalige rookmelderscampagne in 2019 hebben we het belang van rookmelders opnieuw benadrukt in de mediacampagne over de woningkwaliteitsnormen in 2020. De folders worden verder verspreid en de webpagina, met onder andere de tv-spot en tips voor het plaatsen van rookmelders, blijft uiteraard online.
Daarnaast werken we samen met het Netwerk Brandweer. Zo ondersteunden we eind 2020 de campagne ‘Doe de deur dicht’, met de befaamde doe-de-deurdichters, die ook poëzie brachten. Ik weet niet of u dat gezien hebt? Momenteel wordt een nieuwe socialemediacampagne voorbereid over brandveiligheid. Het belang van rookmelders zal daarbij uiteraard opnieuw aan bod komen. Dat gebeurt dus in samenwerking met het Netwerk Brandweer.
Dan was er nog uw laatste vraag. Ik denk dat uw bekommernis over rookmelders in appartementsgebouwen terecht is. De rookmelders gelden daar uiteraard ook in de individuele appartementen, maar er is ook een bijkomende verplichting voor de gemeenschappelijke ruimten. Wij gaan samenzitten met de Confederatie van Immobiliënberoepen (CIB) en het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars (BIV) om te bekijken of we daar nog specifieke initiatieven kunnen nemen om de rookmeldersverplichtingen voor appartementsgebouwen, meer bepaald in de gemeenschappelijke ruimten, extra onder de aandacht te brengen.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Bedankt voor uw uitvoerig antwoord. We hebben inderdaad dezelfde bekommernis. Ik ben er daarstraks mee begonnen, en ik wil het ook graag herhalen, dat de cijfers inderdaad uitwijzen dat er beterschap is, en dat er inderdaad steeds meer huurwoningen – want daar gaan de cijfers over – voldoen aan die rookmeldersverplichting. U hebt ook cijfers gegeven over eigenaars, maar dat zijn dan natuurlijk eerder schattingen.
Maar ik ben er ook wel van overtuigd dat, zeker gezien die campagnes, ook daar de mensen wel beseffen dat dat echt nodig is, dat een rookmelder levens kan redden. Bij nieuwbouw en renovaties hoort dat er nu standaard bij, daar waar alle oudere woningen natuurlijk specifiek uitgerust moeten worden. Dat vraagt bijkomende inspanningen. Ik hoop dus dat die cijfers inderdaad nog verder in de goede richting gaan.
Minister, ik heb nog een paar bijkomende vragen. Mijn vraag is al ingediend in augustus, maar in september was er in de media ook nogal wat te doen over de cijfers vanuit de stad Gent rond de controles van studentenkamers. Er werd gesteld dat bijna de helft van de gecontroleerde koten in het Gentse niet brandveilig zijn. Zet u ook specifiek in op bepaalde doelgroepen? We hebben een aantal jaren geleden het decreet uitgebreid zodat ook alle studentenkamers onder de rookmeldersverplichting zouden vallen, voordat die verplichting helemaal veralgemeend werd. Maar dat is toch ook wel een aandachtspunt, denk ik, zeker nu we weten dat de druk op de studentenkamers zo groot is. Het is er daarjuist al over gegaan. Men huurt dus het kot dat men kan krijgen, als ik het zo mag zeggen.
Ten tweede, neemt u in de campagnes ook mee op dat men ook moet zorgen voor het onderhoud en een werkende rookmelder? Want we zijn op een bepaald moment allemaal bekommerd over de plaatsing, en dan denken mensen misschien dat dat ook voor altijd blijft werken, en dat dat nooit eens gecontroleerd moet worden. Wordt dat ook meegenomen?
Ten derde wil ik ook nog een oproep doen, al weet ik dat dat mee in het segment Welzijn zit. Ik hoor wel eens dat kwetsbare mensen, bijvoorbeeld ouderen, zich wel bewust zijn van die verplichting, en ook wel in hun woning een rookmelder willen plaatsen, maar dat ze niet goed weten hoe. Ze hebben daar soms moeite mee. Kunnen de diensten die bij de mensen thuis komen – ik denk dan ook aan initiatieven zoals Zorgzame Buurten – ook eens bij de kwetsbare mensen kijken of dat in orde is, en vragen of ze daarbij kunnen helpen? Want ook daar is dat natuurlijk belangrijk.
Minister Diependaele heeft het woord.
Er waren nog drie vragen. Eerst en vooral, wat de kwaliteit bij studentenhuisvestiging betreft: dat zat eigenlijk een beetje in de vraag van collega Jans van daarnet. Dat uniform kotlabel zal daar onderdeel van uitmaken. Vandaag verschilt dat nog een beetje tussen de verschillende studentensteden.
Ten tweede, de controle van de batterij van de brand- of rookmelder nemen we wel degelijk mee met die zaken. Het is deel van het ruimere verhaal van het hangen van een rookmelder, dat je dat ook controleert. Dat nemen we mee in de socialemediacampagnes en dergelijke meer.
Voor uw laatste vraag kijken we eerder richting de lokale besturen, die dat dikwijls ook wel aangeven. Zij nemen dat mee in hun ruimere verhaal. Ik weet dat in mijn eigen stad de brandweerzone thuis gaat controleren, op vraag van mensen. Als mensen vragen wat ze nog kunnen doen rond brandveiligheid, komt de brandweer dat mee controleren en geven ze tips en tricks over hoe je bepaalde dingen kunt doen. Het gaat dan niet alleen over rookmelders, maar ook over een branddeken dat je in de keuken kunt hangen en dergelijke. Er zijn dus al heel veel initiatieven van lokale besturen om dat te gaan doen.
Ik hoop daarmee op uw drie bijkomende vragen geantwoord te hebben.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Dat hebt u zeker gedaan, minister. En dat laatste vind ik zeker iets om op te volgen. Ik weet niet of dat overal gebeurt, maar dat is toch wel heel erg nodig. Men kan heel goede tips geven aan mensen: hoe kan ik het hier op een eenvoudige manier brandveiliger maken?
De vraag om uitleg is afgehandeld.