Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer Coel heeft het woord.
Begin dit jaar keurden we in deze commissie en plenair drie decreten goed die de regels omtrent inschrijven in het gewoon basis en secundair onderwijs vastleggen. We hadden daarbij ook specifieke aandacht voor enkele maatregelen in de Vlaamse Rand en in het Vlaamse onderwijs in Brussel.
Deze nieuwe regels gaan in op 1 september 2022 en zullen gebruikt worden om de inschrijvingen voor het schooljaar 2023-2024 te organiseren, en dit ter vervanging van de bestaande regelgeving uit 2012 en voortbouwend op wat daarover op het einde van de vorige legislatuur werd beslist.
Ook voor het buitengewoon onderwijs werden in 2019, op het einde van de vorige legislatuur, nieuwe inschrijvingsregels goedgekeurd. In het regeerakkoord is voorzien dat we deze nieuwe regelgeving deze legislatuur gaan evalueren. Tot op vandaag is deze regelgeving echter niet in werking getreden en wordt er nog met regelgeving van 2012 gewerkt.
Het buitengewoon onderwijs heeft uiteraard zijn eigen dynamiek en een heel andere set van uitdagingen om de inschrijvingen zo goed mogelijk te organiseren. Met de regelgeving van 2019 werd ervoor gekozen om voor het buitengewoon onderwijs het leidende principe in te schrijven dat een school in principe geen leerlingen kan weigeren. Als een school in de onmogelijkheid verkeert om alle leerlingen die erom vragen in te schrijven, kan ze een beroep doen op een platform voor het formuleren van een passend alternatief. In geen geval mag een kind eindigen zonder school. Dat waren de doelstellingen. Vanuit het onderwijsveld kwamen echter signalen dat in afwachting van de inwerkingtreding zij toch enkele bijsturingen voorstellen.
Ik heb hierover volgende vragen, minister.
Hebt u al kennisgenomen van de suggesties uit het onderwijsveld om een aantal bijsturingen te doen voorafgaand aan de inwerkingtreding van de in 2019 goedgekeurde inschrijvingsregels voor het buitengewoon onderwijs?
Zult u initiatieven nemen om tegemoet te komen aan de vragen van de verstrekkers van buitengewoon onderwijs omtrent de inschrijvingsregels?
Welke timing hebt u voor ogen om de, al dan niet aangepaste, regelgeving van 2019 in werking te laten treden?
Minister Weyts heeft het woord.
We hebben inderdaad, zoals u beschreef, het Inschrijvingsdecreet aangepast, heel specifiek voor het buitengewoon onderwijs. De algemene principes van het Inschrijvingsdecreet die gelden voor alle onderwijsvormen, houden ook wijzigingen in voor het buitengewoon onderwijs.
Het lijkt mij evenwel niet wenselijk om het Inschrijvingsdecreet voor het buitengewoon onderwijs ongewijzigd in werking te laten treden, om verschillende redenen. Zo zijn de leerlingenaantallen de laatste jaren sterk gestegen in het buitengewoon onderwijs en zorgt de capaciteitsdruk ervoor dat elk kind sowieso een plaats geven in praktijk moeilijk uitvoerbaar wordt. We hebben dan ook nog de problematiek van de diverse types. De Oekraïnecrisis speelt ons parten. Ik vrees dat de lokale besturen en overlegplatformen nu niet staan te springen of erin gaan slagen om het buitengewoon onderwijs te assisteren en door te zetten met een nieuw Inschrijvingsdecreet.
Recent had ik hierover een overleg met de onderwijsverstrekkers, en zij waren allemaal, de koepels en het gemeenschapsonderwijs, dezelfde mening toegedaan. Ze vonden net als ik een uitstel van een nieuw Inschrijvingsdecreet voor het buitengewoon onderwijs noodzakelijk.
Tegelijk wil ik focussen op de capaciteit, en op dat vlak hebben we al serieus wat maatregelen genomen. Ik denk – ik zeg het uit het hoofd – dat we sinds 2019 al meer dan drieduizend extra plaatsen hebben gecreëerd in het buitengewoon onderwijs. We hebben extra middelen vrijgemaakt. We hebben het gebruik van het modulaire, de containerklassen, vereenvoudigd. Dat is trouwens een oneerbiedig woord, het zijn comfortabele stevige units die worden aangeleverd door de sector.
We hebben bijkomende telmomenten georganiseerd, niet meer enkel in februari maar ook in oktober, in de afgelopen twee jaren. De scholen die over hun capaciteit gingen, krijgen daarvoor nog extra mensen en middelen, wat niet het geval is in het gewone leerplichtonderwijs. We hebben voor het eerst de capaciteitsmonitor toegespitst op de noden in het buitengewoon onderwijs. Dat is het eerste wat we willen tackelen. We maken 30 miljoen euro vrij voor onmiddellijke projecten, voor de uitbreiding van de capaciteit. We voorzien 25 miljoen euro voor dit jaar, en 5 miljoen euro voor volgend jaar. Daar willen we heel snel schakelen.
Tot slot willen we prioriteit geven aan de vervanging van het M-decreet door het Leersteundecreet. Dat zal natuurlijk een impact hebben op de concrete organisatie en inschrijving.
Al die maatregelen maken van mij een pleitbezorger voor het behoud van de huidige manier van inschrijven. Ik wil geen grote schok veroorzaken. Scholen voor buitengewoon onderwijs kunnen verder werken met de regelgeving van 2012 voor de komende schooljaren. Ik wil in deze regeerperiode nog altijd de nodige stappen zetten om het inschrijvingsrecht buitengewoon onderwijs zoals voorzien aan te passen aan de context waarin het buitengewoon onderwijs zich bevindt. Als we die context wijzigen, moeten we vervolgens het Inschrijvingsdecreet daarop aligneren.
De heer Coel heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ten eerste heb ik begrip voor het uitstel, zeker als die vraag vanuit het veld komt. We hebben het in 2019 uitgesteld wegens de uitvoeringsbesluiten, en in 2020 en 2021 wegens corona. Natuurlijk, zoals u zelf aangeeft, hebben we begin dit jaar nieuwe regels goedgekeurd, die impact hebben op het decreet van 2012. Het zal wel legistiek een beetje complexer zijn om een nieuw uitstel te bekomen. Gewoon uitstel zal niet meer kunnen, want we hebben de regels deels aangepast. Het zal moeilijker worden om dat in die regels te gieten. Op welke termijn wilt u dat voorleggen, zodat we de uitvoering ordentelijk kunnen regelen?
Extra capaciteit is uiteraard de sleutel en de structurele oplossing. Zoals we tot in den treure hebben gezegd: een Inschrijvingsdecreet lost geen capaciteitsproblemen op, daarvoor hebben we extra plaatsen nodig. Onze fractie is zeer tevreden dat met de capaciteitsmonitor voor het eerst zaken in kaart zijn gebracht voor het buitengewoon onderwijs en dat er op korte termijn investeringen volgen. Momenteel lopen de inschrijvingen voor het schooljaar 2022-2023. Er bereiken ons signalen dat de druk in bepaalde regio’s verder toeneemt op het buitengewoon onderwijs met zijn huidige capaciteit. We gaan wel bijbouwen, op korte termijn, maar dat heeft toch tijd nodig. Nieuwe inschrijvingsregels zullen ook nog een tijdje op zich laten wachten. U hebt dingen opgesomd die we de voorbije twee jaar hebben gedaan, maar wat kunnen we op korte termijn nog doen om die druk te verlichten?
Tot slot: eigenlijk kiezen we nu voor uitstel, maar ik neem aan dat dat niet betekent dat we achter de schermen niet gaan voortwerken aan de gewijzigde regels. Welke timing hebt u voor ogen om voor het buitengewoon onderwijs de nieuwe inschrijvingsregels te laten ingaan?
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Het is een heel belangrijk debat dat we hier voeren en uiteindelijk is het ook geen gemakkelijk debat. Het is wel een gedeelde verantwoordelijkheid. Ik wil een aantal dingen nog eens op een rijtje zetten.
Kinderen met een beperking vinden geen plek in het buitengewoon onderwijs. Dat is nu eenmaal zo. Er zijn vandaag hoe dan ook te weinig plaatsen. Kinderen in het bijzonder basisonderwijs die een campus delen met het secundair onderwijs kunnen niet automatisch verder les volgen op dezelfde school als ze naar het middelbaar gaan. Hun plek hangt ook weer af van een loterijsysteem. Dat zorgt niet voor stabiliteit, zeker voor de ouders, terwijl ze toch al in een heel moeilijke situatie zitten. Ik refereer aan het nieuws van gisteren. Scholen in het buitengewoon onderwijs in Gent, Lokeren en Sint-Niklaas gaan samenwerken om een online aanmeldingssysteem op poten te zetten. Ze merken dat de fysieke aanmelding leidt tot chaos door dubbele inschrijvingen en plaatsgebrek.
Bij de bespreking van het Inschrijvingsdecreet gewoon onderwijs werd het volgende gesteld: “Voor het buitengewoon onderwijs zal nog een eigen inschrijvingsbeleid worden uitgewerkt waarbij het uitgangspunt is dat een leerling, indien mogelijk, terecht moet kunnen in een school met het type en de opleidingsvorm zoals bepaald in het verslag voor buitengewoon onderwijs.” Belangrijk om te onthouden, is dat het aantal inschrijvingen blijft stijgen. Er was een daling naar aanleiding van het M-decreet, maar nu is er weer een felle stijging. We moeten er echt voor zorgen dat de leerlingen met zorgnoden op een goede manier worden opgevangen. Op een school met gewoon onderwijs moet er met hun leer- en zorgnoden voldoende rekening worden gehouden. Hier moet nog voldoende en extra aandacht worden besteed, en moeten voldoende middelen worden voorzien. Elk kind moet een plek krijgen die aangepast is aan zijn ondersteuningsnoden. Het leerrecht moet gegarandeerd worden, wat nu niet het geval is. Ouders die al veel aan hun hoofd hebben, vinden moeilijk een plek voor hun kind. Dat zorgt voor extra stress, dat maken we heel vaak mee.
Als een leerling overgaat van het buitengewoon lager onderwijs naar het buitengewoon secundair onderwijs moet dat op dezelfde campus kunnen, minister. De leerlingen mogen niet plots uren op de bus gaan zitten. Deze kinderen zijn al gevoeliger dan anderen en hebben meer stabiliteit en standvastigheid nodig. Het is heel intens voor hen. Dat zou opgenomen kunnen worden in het Inschrijvingsdecreet buitengewoon onderwijs. Bent u bereid om dat te doen?
Wat is de stand van zaken en timing van het nieuwe Inschrijvingsdecreet buitengewoon onderwijs? Hoe evalueert u het loterijsysteem van de inschrijving in het bijzonder onderwijs? Zult u als minister ervoor zorgen dat de leerlingen op dezelfde campus kunnen blijven als ze naar het secundair onderwijs gaan, wat minder last zou betekenen op de schouders van de ouders?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, ik wil u opnieuw voorstellen om u goed te wapenen, want dit is een delicate zaak. Wees voorzichtig, ga niet te lichtzinnig om met het uitstel van een decreet van 2019. Ik durf u voor te stellen om na te denken over creatieve bijsturingen in plaats van het zomaar uit te stellen. Het is echt een slecht idee, collega’s, minister, om op die manier als het ware wachtrijen te organiseren voor het buitengewoon onderwijs, wat we net proberen te vermijden hebben met decreet dat we hebben goedgekeurd voor het gewoon onderwijs. Ik pleit, minister, voor een creatieve aanpak in plaats van uitstel.
Verder moeten we het aantal leerlingen in het buitengewoon onderwijs echt monitoren. We hadden het al over de zorgen die we ons maken over het aantal leerlingen dat instroomt in het buitengewoon kleuteronderwijs. Ik stel me daar heel veel vragen over. We moeten daar allemaal bezorgd over zijn. Ik roep u op om dit goed te monitoren en om met alle betrokkenen rond de tafel te gaan zitten en te kijken wat de oorzaken zijn.
Ik had een persbericht over de schoolse uitval en het schorsen van leerlingen. Dat moet niet alleen een bezorgdheid zijn van deze commissie maar van iedereen in het Vlaams Parlement. Ook over het Inschrijvingsdecreet buitengewoon onderwijs zouden we allemaal wakker moeten liggen.
Minister Weyts heeft het woord.
In de monitoring van de cijfers zien we inderdaad een gestage toename, ook van het aantal leerlingen met een verslag, van de instroom in het buitengewoon onderwijs en in het buitengewoon basisonderwijs. Net daarom vind ik het relevant om hier het debat te voeren over het Leersteundecreet en over die gewijzigde context.
We gaan natuurlijk proberen maximaal maatregelen zoals het faciliteren van de inzet van modulaire units te behouden. We hebben daarvoor middelen voorzien.
We kunnen natuurlijk niet zomaar de inwerkingtreding van het decreet van 2019 op zich met één pennentrek beslissen. We moeten inderdaad nog enkele decretale wijzigingen doorvoeren. Die zijn misschien even technisch van aard, maar het gaat onder andere over de opheffing van opheffingsbepalingen, maar evengoed, wat me ook voor de geest staat, over de termijnen die staan ingeschreven in de oorspronkelijke regelgeving. Inzake de datum om het voorstel van aanmeldingsdossier in te dienen, de laatste jaren telkens op 15 november en telkens voor één schooljaar, moeten we het decreet aanpassen, in die zin dat we scholen voor buitengewoon onderwijs de tijd geven tot 15 november om een voorstel van aanmeldingsprocedure in te dienen. Aangezien de datum waarop een initiatiefnemer een voorstel tot aanmeldingsprocedure kan indienen, wordt verlaat, moet de datum waarop een initiatiefnemer een beslissing moet nemen voor de volgende stappen – in geval van een negatieve beslissing van de Commissie inzake leerlingenrechten (CLR) –verschuiven naar 31 januari. Dat zijn enkele technische aanpassingen.
Ik besef dat. Daarom hebben we dat grondig doorgesproken met de koepels. Wat is het meest aangewezen scenario? De conclusie was unisono dat we in de huidige omstandigheden, en in de wetenschap dat de context nog eens zal wijzigen, onder andere door het Leersteundecreet, in eerste instantie focussen op de creatie van extra capaciteit, eerder dan nu op korte termijn onrust te veroorzaken.
Welke timing hebben we voor ogen? Sowieso moet er een nieuw kader komen op maat voor de inschrijvingen vanaf het schooljaar 2025-2026. Dat klinkt ver, maar dat wil zeggen dat de inschrijvingen daarvoor al gebeuren.
De heer Coel heeft het woord.
Ik moest even nadenken wanneer dat dat in werking treedt. Ik denk dat de nieuwe regels ingang moeten vinden op 1 september 2024. Dan moeten we die goedkeuren voor de zomer van 2024. Dat is nog in deze legislatuur.
Ik heb deze vraag namens mijn fractie ingediend, om de bezorgdheid te uiten rond het buitengewoon onderwijs. We willen echt voortgang maken. Ik heb nog eens de bevestiging – en ik heb daar begrip voor – dat de vraag unisono vanuit het veld kwam om in de huidige context een beetje op de rem te staan. Maar dat mag ons als beleidsmakers niet ontslaan van de opdracht achter de schermen voort te gaan. Ten eerste wordt op de capaciteit extra ingezet, en daarover zijn we heel erg tevreden. Verder werkt u door aan de nieuwe regelgeving in overleg met het veld. Als we dat voorbereidend werk voortzetten, moeten we erin slagen om op een aanvaardbare termijn aan de kinderen en aan de ouders die hun kind willen inschrijven in het buitengewoon onderwijs, een fair inschrijvingskader aan te bieden. U hebt alleszins vanuit onze fractie alle steun om daaraan verder te werken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.