Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, half maart kregen de scholen tot hun grote tevredenheid de dienstbrieven met lestijdenpakketten voor het volgende schooljaar al toegestuurd. Daarmee kunnen ze, gedeeltelijk dan toch, starten met de voorbereiding van de organisatie van het volgende schooljaar. Toch blijft het wel nog wachten op de bijkomende informatie rond zorguren, uren aanvangsbegeleiding, uren ondersteuning kerntaken leraar, uren ‘samen school maken’ en punten in het kader van taalscreening.
Ondertussen is het laatste trimester van dit schooljaar van start gegaan. Om de organisatie van het volgende schooljaar tijdig te kunnen voorbereiden en om bijvoorbeeld personeelsleden die ter beschikking gesteld werden, de nodige zekerheid te kunnen bieden, zou het goed zijn om snel bevestiging te krijgen van een aantal zaken. Vorig jaar hield ik al een pleidooi om onze scholen tijdig en accuraat te informeren over nieuwe regels die op hen van toepassing zijn.
Gedurende dit schooljaar kregen de scholen in augustus extra uren kinderzorg, eind oktober een aangepaste versie van lestijden aanvangsbegeleiding en professionalisering, uren ‘samen school maken’ en lestijden ondersteuning kerntaak leerkrachten, en eind december extra beleidsondersteuning, waarbij ze verplicht waren die middelen dit schooljaar nog in te zetten. Ze waren daar uiteraard dankbaar voor, maar in de praktijk bleek het toch vele uren en dagen extra puzzelwerk voor onze directeurs, die tegelijkertijd een vierde coronagolf het hoofd moesten bieden die ons onderwijs tijdelijk ontwrichtte.
Ik heb daarom de volgende vragen, minister. Wanneer mogen onze scholen de nodige informatie verwachten over aanvullende lestijden voor ‘samen school maken’ en kerntaken? Ambieert u een vroegere timing dan vorig schooljaar? Welke beslissingen of nieuwe maatregelen die een repercussie kunnen hebben op de organisatie van het nieuwe schooljaar, zitten nog in de pijplijn? Wanneer mogen de scholen daaromtrent extra concrete informatie verwachten? En komen er nog extra uren bijsprong?
Minister Weyts heeft het woord.
U hebt misschien deze week de communicatie via Schooldirect gelezen, waarin we ook hebben meegedeeld dat voor het basisonderwijs de dienstbrieven ‘samen school maken’ gepubliceerd zijn op 15 april. De dienstbrieven kerntaken kunnen worden gepubliceerd na de afronding van de verificatie. Dat is, zoals in de voorgaande schooljaren, in de periode tussen 1 en 15 juni.
Wat het secundair onderwijs betreft, worden de dienstbrieven aanvangsbegeleiding, kerntaken en ‘samen school maken’ voor volgend schooljaar medio juni gepubliceerd. Vroeger kan niet, omdat de berekening gebaseerd is op de urenpakketten van de scholen voor volgend schooljaar. We moeten dus eerst wachten op de verificatie van de leerlingen op de teldatum van 15 mei. Vervolgens hebben we dan een maand om de vertaalslag en de herrekening te doen.
We kiezen ervoor om vanaf het moment dat de berekeningen zijn afgerond, de scholen stapsgewijs op de hoogte te brengen van hun omkadering, zodat ze niet moeten wachten totdat de laatste verificatie in alle scholen is gebeurd. Het principe is altijd: zodra we informatie hebben voor een school over welke middelen men mag verwachten voor het volgende schooljaar, gaan we dat meedelen. We gaan dus niet vooruit op het tempo van de traagste. Dat betekent dus wel dat niet iedereen het op hetzelfde moment zal krijgen. Want dat is dan ook weer de discussie: waarom krijgt de ene school het eerder dan de andere? Dat is nu eenmaal het gevolg van die aanpak.
Er zitten verder geen ingrijpende nieuwe maatregelen meer in de pijplijn die grote budgettaire repercussies kunnen hebben voor de organisatie van het komende schooljaar, afgezien van hetgeen jullie gisteren hebben goedgekeurd, natuurlijk. Dat is, ook budgettair, de meest ingrijpende decretale maatregel, in het kader van de Oekraïneaanpak. Ik mag dat van begroting niet zeggen, maar dat kan potentieel heel veel miljoenen euro’s extra middelen voor Onderwijs met zich meebrengen, maar dat is ten gevolge van de opvang van steeds meer Oekraïense vluchtelingen in onze scholen.
Voor het secundair onderwijs staat het transitiedecreet Duaal Leren - Leren en Werken begin mei gepland in de commissie. We hebben daar ook een omzendbrief rond, die we dit schooljaar nog willen aanpassen en publiceren. Dat heeft natuurlijk ook een impact op de werkingsmiddelen van de centra voor deeltijds onderwijs (CDO’s) en de ondersteuning van SYNTRA. Verder is er ook de opsplitsing van de permanente ondersteuningscel van het officieel gesubsidieerd onderwijs in een permanente onderwijscommissie voor het Provinciaal Onderwijs Vlaanderen (POV) en eentje voor de Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten (OVSG). Maar dan zitten we echt al in de details. Dat heeft geen repercussies op alle scholen. Dat is veeleer technisch. Maar voor de betrokken instellingen speelt dat natuurlijk wel een rol. Dat wordt geregeld via het programmadecreet. De inwerkingtreding daarvan is voorzien voor 1 september van dit kalenderjaar.
Dit schooljaar zullen scholen secundair onderwijs ook een tweede schijf krijgen van de Digispronginfrastructuurmiddelen. Scholen zullen ook nog een budget aan gekleurde nascholingsmiddelen ontvangen in het kader van Digisprong en Edusprong. Wat die extra schijf betreft: bij mijn weten hebben wij van in den beginne al meegegeven wat de eerste schijf was en wat de tweede schijf. Dat kan dus normaal gezien echt geen verrassing zijn. Daar hebben we hen al op voorbereid. Enkel de uitbetaling moet nog volgen.
Hogeronderwijsinstellingen die tegen 1 mei aanstaande een dossier indienen om een subsidie voor studenttutoringprojecten aan te vragen, krijgen daarover meer nieuws eind juni-begin juli. Ik heb die ondersteuning daarstraks al toegelicht.
Goed om mee te geven is dat we de goede traditie hervatten van de Ronde van Vlaanderen, evenwel niet op de fiets maar in het onderwijs. We plannen die tussen half mei en begin juni. We willen daarmee de directies in de verschillende provincies uitleggen wat er veranderd is en wat er nog zal veranderen in ons onderwijs. Voor ons is dat ook een opportuniteit om de vinger aan de pols te houden en te zien wat leeft op de klasvloer. Dat biedt trouwens ook de mogelijkheid tot rechtstreekse vraagstelling. De verschillende entiteiten van de administratie zijn daarbij aanwezig en zelf zal ik ook de verschillende provincies aandoen. Ik vind dat een goede aanleiding voor een netwerkmoment.
Thema’s die we daarbij aan bod zullen brengen, zijn het nieuwe beleid inzake scholen en personeel. Ik denk dat het zinvol is om ook de maatregelen in het kader van de Oekraïnecrisis concreet toe te lichten. We doen wel heel veel inspanningen om, via onderwijs.vlaanderen en via Schooldirect, diets te maken wat er allemaal verandert, maar ik moet vaststellen dat heel veel leerkrachten en directies nog altijd hun weg naar onderwijs.vlaanderen niet gevonden hebben. Nochtans heeft men daar heel goed werk geleverd en heeft men alles heel goed en heel laagdrempelig ingedeeld. Aparte coronapagina’s hebben we al lang, nu is er ook een aparte Oekraïnepagina, met daarop zelfs pictogrammen die je kunt downloaden om te communiceren met anderstalige – lees: Oekraïense – kinderen.
Er was ook een specifieke vraag over de bijsprong. De bijsprong liep oorspronkelijk tot 30 juni 2021. Voor veel leerlingen in het basis- en secundair onderwijs, zeker voor de meest kwetsbare leerlingen, bleef de coronapandemie immers niet zonder gevolgen wat betreft de leerachterstand. Ik heb daarom, in het kader van de coronapandemie, beslist om de maatregelen met een schooljaar te verlengen tot eind juni van dit jaar. Aanvankelijk waren ze namelijk maar voorzien voor een jaar. Zo hebben we ook dit schooljaar 85 miljoen euro geïnvesteerd in die bijsprong. Ervan uitgaande – hout vasthouden – dat de coronapandemie wegebt, is die bijsprong volgend schooljaar niet voorzien. Maar dat belet ons natuurlijk niet om extra te investeren in ons onderwijs. Ik denk daarbij aan de maatregelen in het kader van de cao, die vooral op kruissnelheid zullen komen tijdens het volgende schooljaar, aan de herhaling van de zomerscholen en nu recent nog de maatregelen in het kader van de Oekraïnecrisis. Er komen dus almaar meer extra middelen voor ons onderwijs. Die komen natuurlijk welgelegen, maar ik moet erkennen dat men ons bij Begroting niet meer zo graag ziet komen.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Het lijkt mij gepast om nog eens te verwijzen naar de resolutie van collega De Meyer, die er ooit toe opriep om scholen zo snel als mogelijk op de hoogte te brengen van mogelijke nieuwe maatregelen, zodat ze de puzzel zo snel als mogelijk kunnen leggen.
Ik volg u dat het goed is dat scholen zo snel als mogelijk hun eigen cijfers kennen, omdat dat niet op hetzelfde moment gebeurt. Maar het is belangrijk dat men het zo snel mogelijk te weten komt. We moeten er alles aan doen opdat iedereen die bezig is met onderwijs www.onderwijsvlaanderen.be als favoriete webpagina zou beschouwen.
Minister, ik ben zeer benieuwd. We hebben heel veel extra middelen voor Onderwijs, onder andere de 185 miljoen euro voor bijsprong. Maar ik ben zeer benieuwd hoeveel middelen er dan ook effectief benut zijn. We weten dat er een lerarentekort is. Ik krijg van scholen te horen dat ze wel extra middelen krijgen, maar dat ze het personeel niet vinden. Ik vind het een belangrijke oefening om te zien hoeveel van de middelen die werden vrijgemaakt voor onderwijs ook effectief worden benut.
Minister, in dat kader zal, wanneer u straks in Vlaanderen op ronde gaat, dé vraag wellicht zijn hoe u de koopkracht van scholen zult versterken. Ik weet niet of u daarover veel mails ontvangt in uw mailbox, maar bij mij is het in elk geval zo dat schoolbesturen en schooldirecties aan de alarmbel trekken. Ze komen in de problemen met hun bouwproject, ze moeten beknibbelen op hun didactisch materiaal. Dat is niet oké. Minister, ik weet dat uw collega het niet graag zal horen, maar misschien is dat toch wel een punt dat op de agenda moet komen te staan, zodat u gewapend naar de Ronde van Vlaanderen kunt trekken. Ik vind het echt nodig dat we die vraag hier stellen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega's, het is inderdaad goed om scholen tijdig te informeren. Dat is in ieders belang. Die oproep onderschrijven we vanuit de N-VA-fractie graag.
Minister, ik ben vroeger ook al een aantal keren naar de Ronde van Vlaanderen geweest. Eigenlijk is dat zeer goed, omdat het om rechtstreekse info gaat. Het is rechtstreekse info, met vraagstelling, zonder filters met bepaalde klemtonen. Ik vind het dan ook een zeer goede manier. Ook in de omgekeerde richting, voor de mensen van de administratie, omdat de info dan ook direct en snel binnenkomt. Het lijkt mij dan ook goed om, zoals u hebt gezegd, die uitrol weer op te starten en ook zo te organiseren.
Ik stel inderdaad ook vast en onderschrijf daarin uw analyse dat heel veel info rechtstreeks te vinden is. Ik heb hier net een aantal collega’s in de zaal zien knikken. Maar ik ben soms toch wat verbaasd. Ik heb gisteren nog maar telefoon gekregen over Oekraïneonderwijs en ik heb eigenlijk niet anders gedaan dan de omzendbrief op de website voorgelezen. Dat was dan verhelderend, men vond het interessant. Hebt u er zicht op hoeveel directeurs en scholen nog niet zijn ingeschreven op Schooldirect? Moeten ze daarop inschrijven of krijgen ze dat automatisch? Misschien is het wel handig om dat automatisch door te sturen naar alle directeurs. Die oproep wil ik doen.
Ik wil ten slotte nog een laatste oproep doen. Alle instanties die scholen informeren, zou ik er eigenlijk toe willen oproepen om de originele teksten, omzendbrieven en website mee te nemen in hun communicatie. Zo kunnen we vermijden dat er verwarring ontstaat doordat mensen het verschillend interpreteren. Want daar zitten directies dan op vast: ‘Mag dat wel? Want daar heb ik dát gelezen.’ En dan zitten ze eigenlijk vast over info die twee keer wordt gegeven, maar telkens een beetje anders. Dat zou op het terrein heel wat frustratie vermijden.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik zal mij mentaal goed wapenen, niet fysiek, alhoewel ik heroïsche verhalen over de Ronde van Vlaanderen mag horen waarbij in sommige gevallen mijn voorgangers zich ook fysiek dienden te wapenen. (Gelach)
Het zal de eerste keer zijn dat ik de mogelijkheid krijg om dit te doen, want we waren toen overvallen door corona. Het is een praxis die mij nog niet bekend is, maar waar ik wel naar uitkijk. Ik heb me geëngageerd om daar op alle momenten aanwezig te zijn. Ik kijk daar ook effectief naar uit.
Er was nog een bijkomende vraag over de koopkracht. Dergelijke pleidooien krijgen alle collega's over hun specifieke sectoren en beleidsdomeinen. Wat betreft Onderwijs is dat er nog niet onmiddellijk, maar dat zal komen. Dat heeft te maken met het feit dat er vooral wordt gewerkt met raamcontracten die lopende zijn. De factuur voor ons en voor de scholen zal zich veelal manifesteren bij de hernieuwing van die contracten. Dan zijn wij nog, moet ik erkennen, ietwat gezegend door het gegeven dat de werkingsmiddelen voor het basisonderwijs 100 procent geïndexeerd zijn. In andere beleidsdomein is dat nul. Voor het secundair onderwijs daarentegen zijn die maar voor 60 procent geïndexeerd. Dat zal men dus zeker voelen. Dit is voorwerp van discussie in een ruimere context in de schoot van de Vlaamse Regering.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, ik wens u veel goede moed toe, want de koopkracht is iets dat mij en heel veel mensen zorgen baart, niet alleen door de contracten, maar zeker ook voor scholen die starten met bouwen en de boodschap krijgen dat het 10 of 20 procent duurder zal zijn dan geraamd. Dan zit je natuurlijk wel met een probleem.
Ik ben zeker ook benieuwd naar het effectief invullen van alle extra uren die we hebben voorzien en hoeveel mensen er effectief aan de slag zijn gegaan. We weten dat er een lerarentekort is. Misschien zit daar ook een onderbenutting. We zien wel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.