Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Het was toch wel even schrikken toen de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) een aantal weken geleden liet weten dat er een onderzoek loopt naar fraude, specifiek bij dienstenchequebedrijf Domestic Services. Zieke poetshulpen zouden bij het dienstenchequebedrijf op tijdelijke werkloosheid gezet zijn. Daardoor moest de werkgever hun inkomen niet betalen, maar ontving de werknemer wel een uitkering van de sociale zekerheid. De sociale zekerheid draait dan op voor de kosten die de werkgever normaliter zou moeten betalen en de werknemer ontvangt maar 70 procent van zijn loon. Daarnaast zou er ook tijdelijke werkloosheid aangevraagd worden op dagen dat de huishoudhulpen wel aan het werk zijn. De kans bestaat dat de poetshulpen hier zelf het slachtoffer van worden, ondanks het feit dat ze niet op de hoogte zijn. Ze worden immers verhoord en wanneer schuldig bevonden, moeten ze het geld dat ze ontvingen terugbetalen, ook al hebben ze een prestatie geleverd, en krijgen ze mogelijk een sanctie.
Volgens de werkgevers gaat het hier louter over afwijkingen en geen structureel probleem. De werknemersorganisaties zeggen dan weer dat het een praktijk is die ze al in verschillende dienstenchequebedrijven tegenkwamen. Als het onderzoek bevestigt dat de betrokken dienstenchequebedrijven fraude plegen is dit de tweede keer dat bepaalde bedrijven – niet alle, gelukkig zijn er heel veel bonafide bedrijven in de sector – extra winsten proberen binnen te halen op kosten van onze sociale zekerheid. Dat is dus fraude, misbruik.
Eerder misbruikten bedrijven ook al het systeem van collectieve arbeidsduurvermindering. Een voorwaarde – wat mij betreft het minimum minimorum – voor het behouden van een erkenning als dienstenchequebedrijf is dat je de wet moet naleven.
Minister, als het dienstenchequebedrijf Domestic Services schuldig blijkt, zult u de erkenning dan intrekken?
Bent u op de hoogte van andere dienstenchequebedrijven die mogelijk dezelfde praktijken toepassen? Hebt u uw inspectie de opdracht gegeven om dat te onderzoeken?
Kunnen de subsidies van het Vlaamse Gewest aan het dienstenchequebedrijf worden teruggevorderd als er sprake is van fraude?
Ten slotte, kunt u er bij de bevoegde federale minister voor pleiten – dat zal collega Ronse belangrijk vinden – dat, wanneer de fraude bevestigd wordt, de dienstenchequemedewerkers niet het slachtoffer worden van deze malafide praktijken?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, uiteraard is het dossier waarvan sprake gekend bij de Vlaamse Sociale Inspectie gekend. Het onderzoek wordt trouwens gezamenlijk uitgevoerd, door de federale en Vlaamse inspectiediensten samen. U weet dat ik daar een grote voorstander van ben, enerzijds om te vermijden dat bedrijven permanent twee verschillende inspecties over de vloer krijgen en anderzijds omdat je de krachten zo kunt bundelen.
Het onderzoek is nog lopende, waardoor ik voorlopig niet zoveel kan communiceren. Ik ben ook niet op de hoogte van andere dienstenchequebedrijven waarbij is aangetoond dat ze dezelfde praktijken toepassen. We werken wel heel intens samen met de RVA-controlediensten om fraude op te sporen. Ik heb samen met mijn inspectiedienst ook in die samenwerking geïnvesteerd.
In de dienstenchequeregelgeving staan wettelijke of reglementaire voorwaarden vermeld die de ondernemingen moeten naleven. Een aantal van die voorwaarden gaan over het naleven van de regelgeving. Mijn departement kan diverse maatregelen treffen als een erkende dienstenchequeonderneming deze niet respecteert. Zo kunnen we de dienstencheques terugvorderen als die ten onrechte werden toegekend. Bij zware inbreuken kunnen we de erkenning zelfs intrekken. Er kan ook een administratieve geldboete worden opgelegd. Maar zolang het onderzoek niet is afgerond, collega Gennez, kan ik geen uitspraken doen over sancties.
Het is nu aan de bevoegde federale overheidsdiensten om op te treden als de regeling van tijdelijke werkloosheid wordt misbruikt. Ik ben het er, net als u, volmondig mee eens dat de dienstenchequewerknemer niet de dupe mag zijn van dergelijke inbreuken. Dat zal ik ook bespreken met de federale minister van Werk. Het is totaal niet aanvaardbaar dat werknemers financieel worden afgestraft voor inbreuken die door hun werkgever werden gepleegd. In dat geval moet er eigenlijk een gepaste sanctie aan de werkgever worden opgelegd.
We zitten nog in een twilightzone aangezien er nog geen resultaten zijn van het onderzoek.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Het is heel goed dat u de inspecties laat samenwerken. Dat lijkt mij evident, aangezien de bevoegdheden op dat vlak nog steeds versnipperd zijn, wat volgens ons niet wenselijk is, collega Ronse. Maar dit is een zeer winstgevend bedrijf, dat ook al dividenden heeft uitgekeerd. De huishoudhulpen dreigen het slachtoffer te worden en ze verdienen al zo weinig. Als hun gewaarborgd loon hiermee op de helling komt te staan en ze zouden moeten terugbetalen, is dat uiteraard volstrekt onaanvaardbaar. Ik ben dan ook blij dat u het daarmee eens bent en dat u dat ook veroordeelt.
Ook het bedrijf La Belle Maison zou dezelfde praktijken hebben toegepast, zo signaleren medewerkers ons. Minister, het is dan ook misschien zinvol om daar proactief de inspectie te laten screenen.
Bijkomend wil ik u, los van dit concrete dossier, de vraag stellen naar de stand van zaken van het sociaal overleg. Dat blijft maar aanslepen, in niemands belang, denken wij, en nog het minst in het belang van de huishoudhulpen zelf. Want zo blijven zij wachten op een inhaalbeweging, zowel op hun loon als op hun mobiliteitsvergoeding.
Is er daar nog beweging, ook vanuit de overheden, om te bemiddelen en extra middelen te voorzien? Uiteraard hebt u in ons een medestander, dat weet u, om de middelen die voorzien zijn om de omruilwaarde van de cheque te indexeren, afhankelijk te maken van dat sociaal akkoord. Maar als het heel beperkte aandeel mobiliteitskosten dat wordt gevraagd nog het laatste knelpunt zou zijn, is het misschien zinvol om daar toch extra op in te zoomen en indien nodig middelen te voorzien.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Gennez, onze inspectie werkt zeer proactief samen met de vakbonden. Als u dat signaal geeft, gaan we dat mee capteren. We nemen uw tip absoluut mee. Ik ga collega Dermagne ook een brief sturen om te wijzen op de laakbaarheid, én op de kwetsbaarheid van de medewerkers in dit verband.
Wat de onderhandelingen betreft: we laten die verdergaan, maar u kent mijn standpunt. Wat ik niet zal doen is er plots extra geld insteken wegens het feit dat het lang duurt. Ik vind echt dat men tot een redelijke oplossing moet komen. De onderhandelingen zijn op Belgisch niveau, dat weet u, en door het feit dat we 100 procent geven, zijn alle regio’s nu op dezelfde manier aan de slag.
De vraag om uitleg is afgehandeld.