Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer Ronse heeft het woord.
Ja, dit lijkt een enorm saaie vraag, en u vraagt zich misschien af waarom ik die vraag stel. Soms raakt men bij een antwoord op een schriftelijke vraag of een vraag om uitleg gefrustreerd omdat bepaalde dingen ontbreken die voor ons wezenlijk zijn om te kijken of een maatregel goed werkt, of het een doeltreffend instrument is. Ik ga een voorbeeld geven: als we het hebben over de VDAB-RIZIV-trajecten, dan zou het voor ons heel interessant zijn om te weten wat de totale variabele kost per traject is. Dan kunnen we zien of de input de output waard is. We zien telkens dat dit niet altijd even gemakkelijk is. Het is niet alleen voor deze commissie, maar ongetwijfeld ook voor andere beleidsdomeinen zo, dat we met databeheer een voorsprong kunnen nemen. Als we Vlaanderen en ons niveau waardig willen zijn, dan moeten we toch beter kunnen.
De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) en de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) dachten blijkbaar ook zo en zij hebben een advies en een oproep aan de Vlaamse Regering gericht om steviger te investeren in de beschikbaarheid, vindbaarheid en ontsluiting van overheidsdata om beleidskeuzes beter te onderbouwen. Dat is eigenlijk niet alleen een vraag voor ons, maar ook om de minister te steunen. Dat is zeker ook in het relancebeleid belangrijk.
Vandaar de volgende vragen, minister.
Wat is uw reactie op het advies en de oproep van de SERV en de VLIR? Hoe gaan we daarmee aan de slag voor het beleidsdomein arbeidsmarkt? Op welke manier reikt het advies elementen aan voor een evidencebased arbeidsmarktbeleid op basis van facts and figures?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega Ronse. Een saaie vraag is ook een vraag die moet worden beantwoord. Maar ik ben bijzonder trots om u te melden dat ik achter de oproep sta die via het advies werd gelanceerd, maar meer nog: dat ik iedereen, de talrijke kijkers naar deze vergadering, aanraad om het advies door te nemen. Mijn beleidsdomein Werk en Sociale Economie (WSE) wordt als een voorloper beschouwd op het vlak van databeleid. In het advies stelt men zelfs dat we een mogelijke bron van inspiratie zijn voor andere beleidsdomeinen. Collega Ronse, ik hoop dat u dat gehoord hebt. Dat is het resultaat van het harde werk van velen. Als je een voorloper bent, dan vind ik dat helemaal geen saaie vraag, maar een vraag die mij toelaat om eens de loftrompet boven te halen voor onze mensen, op onze diensten.
Hoe gaan we daar concreet mee aan de slag? Ik heb net gezegd dat we een voorloper en een inspiratiebron zijn voor velen, maar we gaan natuurlijk ook aan de slag.
Ten eerste zetten we extra in op surveywerking. Enquêtes bij werkgevers maken integraal deel uit van de voorbereiding voor de realisatie van de nieuwe maatregel ‘competentiechecks bij ondernemingen’.
Ten tweede: we hebben bij het begin van de legislatuur afgesproken dat VDAB de dataregisseur van de Vlaamse arbeidsmarkt moet worden. Dat betekent dat VDAB zich niet langer beperkt tot het verzamelen van data over werkzoekenden, maar bijvoorbeeld ook over groepen die vandaag niet-beroepsactief zijn. Die data worden dan ter beschikking gesteld van andere actoren, zoals de universiteiten.
Ten derde: in 2022 zullen aanzienlijk meer cijfers en open datasets over de Vlaamse beleidsmaatregelen ter beschikking gesteld worden. We zijn volop onze WSE-dashboards aan het integreren in de Vlaamse overheidsbrede website.
Vier, de samenwerking is van belang voor de aanbevelingen in het advies rond het datawarehouse van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ). Tot we op de limieten van de privacywetgeving botsen gaan we daar over tot een maximale integratie.
Ten vijfde is de toegang tot data een van de elementen die in het kader van een asymmetrisch beleid onder de aandacht gebracht worden.
Dan kom ik aan uw derde vraag. Om zo’n cultuur van datagedreven en evidencebased beleid te bevorderen, hebben we vorig jaar in juni 2021 een kennisagenda voor Werk en Sociale Economie opgesteld. Het is de bedoeling om dit document dit jaar te doen uitmonden in een concrete evaluatieagenda. Bij de verlenging van de beheersovereenkomst aan het steunpunt heb ik formeel een engagement genomen om binnen drie jaar voorstellen tot een duurzame decretale verankering van het data- en expertisecentrum aan onze regering voor te leggen.
Het kan misschien een saai antwoord klinken, maar herinner u in het begin vooral het complimentje aan het adres van onze diensten.
De heer Ronse heeft het woord.
Ja, u hengelt naar een complimentje, dus bij dezen: goed bezig, proficiat.
Het is goed dat dat de voorloper is, zeker voor het arbeidsmarktbeleid is dat immens belangrijk. Ik kijk dus uit naar de concrete resultaten daarvan. Collega’s, dat betekent dat de minister vanaf 2023 bij onze schriftelijke vragen via VDAB perfect alle mogelijke facts and figures in een oogwenk zal kunnen krijgen. Dat is zeer heuglijk nieuws.
De vraag om uitleg is afgehandeld.