Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over het verwijderen van waarschuwingsborden voor trajectcontroles langs gewestwegen
Vraag om uitleg over het gebrek aan aankondigingsborden bij trajectcontroles
Verslag
– Deze vragen om uitleg werden via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Alle verkeersborden langs gewestwegen die een trajectcontrole signaleren zullen op termijn verdwijnen. Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) wil daarmee een antwoord bieden op de wildgroei van verkeersborden langs onze wegen. Ze willen enkel de verkeersborden behouden die er echt toe doen en die automobilisten gezien moeten hebben. Waar er ter hoogte van bestaande trajectcontroles langs gewestwegen verkeersborden stonden ter signalisatie van een trajectcontrole, zullen die worden weggehaald. Op sommige plaatsen is dat al gebeurd, met alle gevolgen van dien. In Limburg hebben al vele autobestuurders hun beklag gedaan over de vele boetes die ze door de nieuwe aanpassing hebben gekregen.
Dat brengt mij tot de volgende vraag. Hoe reageert u, minister, op de beslissing om de verkeersborden ter aanduiding van een trajectcontrole te verwijderen?
De heer Claes heeft het woord.
Collega Moors heeft de inleiding eigenlijk al gegeven. Collega Brouns stelt er ook een vraag over. Vier weken geleden trok hij aan de alarmbel. Het is ter hoogte van zijn gemeente, Kinrooi, dat een nieuwe trajectcontrole actief werd, zonder aankondigingsborden.
Langs 240 wegen in Vlaanderen is er reeds een trajectcontrole aanwezig – of ze actief zijn, weet ik niet – en er zijn er nog eens 165 extra gepland. AWV heeft al op het voorval in Kinrooi gereageerd. Er zal langs gewestwegen niet meer met verkeersborden worden aangekondigd dat op die plaats een trajectcontrole actief is. De borden die er al staan zou men zelfs verwijderen. Voor mij lijkt het erop dat het innen van de boetes belangrijker wordt dan verkeersveiligheid. Ik heb daar toch wel enkele vragen bij.
Hoe reageert u op de aangekondigde verwijdering van borden die trajectcontroles aankondigen?
Wanneer en door wie werd beslist tot het verwijderen van deze borden?
Bent u inderdaad van oordeel dat een trajectcontrole geen aankondiging meer behoeft?
Welk effect denkt u dat de verwijdering van die borden zal hebben op het rijgedrag van de automobilisten en de verkeersveiligheid in het algemeen? Dreigt het verwijderen van die borden er zo niet toe te leiden dat er fors meer boetes zullen worden uitgeschreven, misschien zelfs ten koste van de verkeersveiligheid?
Welke nieuwe initiatieven zult u desgevallend nog nemen in dit verband?
De heer Brouns heeft het woord.
Minister, collega’s, ik ben absoluut een groot voorstander van en believer in trajectcontroles. Op enkele maanden tijd zien wij de enorme voordelen en de enorme winst op het vlak van verkeersveiligheid in onze politiezone. De uitrol van trajectcontroles, op lokale wegen, maar ook op de gewestwegen, daar waar er al een akkoord is met AWV, hebben wij echter zeer, zeer grondig voorbereid. Er was een zeer grondige, lang op voorhand aangekondigde informatiecampagne. Als we de vergelijking maken met de anonieme mobiele snelheidscontroles, waarbij er vaak een overtrederspercentage van 30 of 40 procent, maar vaak nog van veel meer is, dan heeft dat op twee, drie maanden na de installatie, na een zeer grondige voorafgaande informatiecampagne, geleid tot een percentage van nog maar 1,5 procent overtreders in dezelfde omgevingen. Dat toont dus meteen aan dat die trajectcontroles zeer effectief zijn. Het getuigt echter ook wel van enige hoffelijkheid tegenover je inwoners en je passanten, maar vooral ook ten aanzien van mensen die het gebied niet kennen, dat je hen daar natuurlijk wel van op de hoogte brengt. Zeker bij de opstart van zo’n trajectcontrole, die toch wel volledig nieuw is in een bepaalde stad of gemeente, op bepaalde wegen, in bepaalde regio’s, vind ik het niet meer dan normaal dat in het belang van de verkeersveiligheid mensen de kans zouden krijgen om hun gedrag daaraan aan te passen.
Wat is hier gebeurd? De trajectcontrole was al enige tijd geïnstalleerd, en dan drukte op een blauwe maandag plots iemand ergens in Antwerpen op een groen knopje, zodat die actief werd. Dat heeft er natuurlijk toe geleid dat er massaal veel snelheidsovertredingen zijn begaan van 1 of 2 kilometer per uur te veel. Dat is natuurlijk net de groep die we eigenlijk niet voor ogen hebben, in die zin dat dat mensen zijn die hun gedrag heel gemakkelijk aanpassen. Je kunt zeggen: “Men moet weten wat de snelheid is, pas u aan en houd u aan de snelheid, en dan is er geen enkel probleem.” Dat klopt, maar wanneer men zo massaal die uitrol van trajectcontroles doet in een stad, gemeente of politiezone, dan vinden wij het niet meer dan normaal dat men dat goed aangekondigd doet, dat de mensen dat weten, dat ze gewaarschuwde burgers zijn. Dat is één gegeven.
Daarnaast is er het feit dat in de ons omringende landen Nederland en Duitsland de trajectcontroles wel worden aangekondigd. Op de autosnelwegen doen wij dat ook. Daarom is dit toch verwonderlijk. Als je met de mensen van AWV praat, dan voel je ook dat er geen eensgezindheid is binnen AWV om de borden die de trajectcontroles aankondigen op gewestwegen, stelselmatig te gaan verwijderen.
Minister, vandaar mijn vragen. Bent u het ermee eens dat het doel van een goede handhaving meer verkeersveiligheid is, dat het de verkeersveiligheid is die altijd vooropstaat, en niet het innen van zo veel mogelijk boetes? Bent u het ermee eens dat het wijzen op een trajectcontrole leidt tot meer aangepast gedrag en zo ook tot meer verkeersveiligheid, en niet tot het maximaliseren van de boetes? Gaat u ermee akkoord dat het daarom beter is om, zoals in Nederland, zoals in Duitsland en in Wallonië, die trajectcontroles toch aan te kondigen? Zult u dan ook overwegen om de beslissing om alle bestaande borden weg te halen terug te draaien, en om bij de trajectcontroles die nog moeten worden geplaatst, dat wel degelijk goed en tijdig aan te kondigen en daar dus ook borden bij te plaatsen?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor jullie vragen. Men vraagt continu meer maatregelen rond verkeersveiligheid, en dat is ook absoluut noodzakelijk, en vandaar dat wij dan ook in het kader van de handhaving ten behoeve van die verkeersveiligheid, volop de kaart trekken van trajectcontroles. Dat verhaal is helemaal niet nieuw. Als we de stand van zaken bekijken eind 2021, dan hebben we op dit ogenblik 406 trajectcontroles geplaatst langs onze gewestwegen. Daarnaast zijn er ook heel wat lokale besturen die inzetten op trajectcontroles. Ik geloof nog altijd dat dit een zeer goede sluitsteen is inzake het verkeersveiligheidsbeleid.
Bijkomend wil ik ook meegeven dat vorig jaar in juni 2021, in navolging van een nieuwe aanvraagprocedure voor trajectcontroles, naar alle lokale besturen een schrijven is vertrokken waarbij enerzijds die nieuwe aanvraagprocedure duidelijk wordt toegelicht, op welke wijze lokale besturen met cofinanciering van het Agentschap Wegen en Verkeer op hun gewestwegen een trajectcontrole kunnen bekomen. Dat staat daar heel duidelijk in vermeld. En er staat ook heel duidelijk in vermeld dat de trajectcontroles niet meer zullen worden aangekondigd en dat de bestaande borden zullen worden verwijderd. Elk lokaal bestuur heeft dat schrijven ontvangen. Daaromtrent is geen enkele reactie of kritiek gekomen.
Nu, ik vind het overigens ook vreemd dat in een periode waar opnieuw iedereen zegt dat we die verkeersveiligheidsstatistieken drastisch moeten doen dalen, dat tegelijkertijd wel wordt gezegd dat een heersende snelheidsbeperking als dusdanig niet voldoende is om bij een burger de gewenste snelheid af te dwingen. Dan zegt men: “Nee, alleen de plaats van die camera is niet voldoende, daar zou ook nog een verkeersbord bij gezet moeten worden.” Je kan je hierbij de vraag stellen: wat is het meest duidelijk zichtbaar, die camera of dat bord? En tegelijkertijd zijn er ook heel wat mensen die vragen om minder verkeersborden, omdat men vaak door het hele kluwen aan verkeersborden het bos niet meer ziet, zoals het vaak wordt gezegd. Kortom, de roep om minder verkeersborden te plaatsen is er telkens harder en harder.
Nu, waarom heeft AWV beslist om de trajectcontroles niet meer met een aankondigingsbord te voorzien? Dat is dus enerzijds omwille van de leesbaarheid van onze wegen: zo weinig mogelijk borden langs onze wegen is nog altijd het meest efficiënt, omdat men anders opnieuw door de bomen het bos niet meer ziet en omdat men nog altijd eigenlijk volop gefocust moet blijven op de weg, op het verkeer. Die leesbaarheid is dus essentieel. Anderzijds weet u dat wij ook in het kader van de vergevingsgezindheid van onze wegen zo weinig mogelijk obstakels langs onze weg geplaatst willen hebben, omdat elk mogelijk obstakel ook altijd een impact kan hebben op slachtoffers en aanrijdingen mee kan veroorzaken. Een ander aspect is ook dat de aankondigingsborden vaak als pervers gevolg hebben dat bepaalde weggebruikers op andere plaatsen, waar dan geen aankondigingsborden staan, de snelheid niet of minder respecteren omdat ze ervan uitgaan dat die zonder aankondiging toch niet wordt gecontroleerd. Ons doel van de snelheidslimieten is juist dat die snelheidslimiet overal wordt gerespecteerd, en niet alleen daar waar men mogelijks beboet kan worden omdat er een trajectcontrole is. Nee, elke snelheidslimiet gehonoreerd moet worden, en dat alleen kan leiden tot meer verkeersveiligheid. En dat is waar we eigenlijk ten volle op willen inzetten, op die duurzame mentaliteitsverandering. Dat alleen zal op lange termijn gevolgen hebben op de cijfers van verkeersveiligheid. We weten allemaal dat snelheid een van de drie killers is van het verhaal rond de verkeersslachtoffers tout court.
Dus, wat dat betreft: een goede handhaving moet er zijn. Moet die overal extra aangekondigd worden? Moeten we straks aan elk rood licht gaan zeggen: “Let op, als je door het rood licht rijdt, word je beboet.” Ik denk dat dit geen goede zaak is.
Ook bij de bemande controles, als de politie zelf een controle doet, gaan we daar ook niet nog eens een waarschuwingsbord zetten met ‘pas op, iets verderop is er een bemande controle’. Kortom, het is dus eigenlijk gewoon zaak om die snelheidslimiet te respecteren.
We zetten trajectcontroles niet in om te zorgen voor zoveel mogelijk boetes, maar om die mentaliteitswijziging bij mensen ook effectief door te zetten. Ik heb in het verleden ook altijd al gezegd dat mensen er eigenlijk van uit moeten kunnen gaan dat, als ze de snelheidslimieten niet respecteren, ze te allen tijde potentieel een boete oplopen. Dat alleen zal zorgen voor die gedragsverandering, voor die mentaliteitswijzigingen.
Als men dan zegt ‘hier is geen trajectcontrole meer’ of de aankondigingsborden staan er niet, dan nodigt dat misschien weer uit om harder te rijden. Dat is alleszins niet wat we willen en vandaar dat die beslissing is gevallen om een trajectcontrole niet meer van tevoren aan te kondigen.
Men zegt dan wel – dat heb ik ook in de pers gelezen – dat sommige mensen plots werden geconfronteerd met tientallen boetes. Dan moeten we alleen maar concluderen dat die mensen dan ook tientallen keren meestal 10 kilometer per uur te hard hebben gereden in die zones. Daar moeten we dan ook van uitgaan. Ik zie mijnheer Brouns al neen knikken, maar u weet dat er ook nog altijd het correctiemechanisme is. Dus als men een boete heeft gekregen, heeft men de snelheidslimiet wel degelijk niet gerespecteerd. Daar zit altijd dat correctiemechanisme op. Tien keer geflitst, of tien keer een boete gekregen hebben, is dus ook tien keer te hard gereden.
Bijkomend wil ik er nog op wijzen – want ook dat was klaarblijkelijk bij sommige lokale besturen een misverstand – dat het Agentschap Wegen en Verkeer instaat voor de technische realisatie van de installaties rond trajectcontroles, niet voor de politionele uitbating. De rol van het Agentschap Wegen en Verkeer eindigt dus zodra de trajectcontrole volledig geïnstalleerd en gehomologeerd is. Of men al dan niet effectief overgaat tot het uitlezen van de data, via de gewestelijke verwerkingscentra (GVC's), is een politionele verantwoordelijkheid. Het is aan de lokale politie, die meestal – ik ga ervan uit altijd – de lokale besturen ook effectief verwittigt wanneer een trajectcontrole die langs de wegen staat, effectief overgaat tot het uitlezen van de data. Dat valt niet onder de bevoegdheid van het Agentschap Wegen en Verkeer; onze bevoegdheid beperkt zich tot de installatie van de trajectcontroles. De controle zelf, het uitlezen, dat is aan de politiediensten.
Ten slotte wil ik nog herhalen dat als men mij vraagt of trajectcontrole een goed zaak is, ik er nog altijd bij blijf dat dat een goede zaak is. Ik zie ook dat heel veel lokale besturen zelf vragende partij zijn om telkens opnieuw extra trajectcontroles uit te rollen, niet om zoveel mogelijk boetes te kunnen innen, wel om die mental shift, die gedragsverandering, effectief door te voeren en om mensen ertoe aan te moedigen om zich aan de snelheidslimiet te houden. Dan zal het een pak veiliger worden.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoorden.
Minister, ik betreur de beslissing van AWV – en uw antwoord ook wel een beetje – om de verkeersborden ter signalisatie van trajectcontroles weg te halen. Ik denk dat het zeer belangrijk is dat we de chauffeurs blijven sensibiliseren, zodat ze zich op een bepaald traject aan de toegelaten snelheid houden. Ik denk dat het essentieel is om bestuurders te sensibiliseren en hen ervan bewust te maken dat er inderdaad attentie moet worden gegeven aan bepaalde snelheidsbeperkingen. Ik betreur dat u het weghalen van de borden eigenlijk ondersteunt.
Ik stel me de vraag of er in de beslissingen van AWV nog een actie op de planning staat om bepaalde borden weg te halen? Ik hoop voor u dat u een uitnodiging gestuurd hebt naar de lokale besturen. Ik zou het moeten navragen bij mijn eigen administratie, maar in eer en geweten, ik ben schepen van Mobiliteit en ik heb een dergelijke vraag niet gezien. Ik zal het bij ons navragen.
Ik denk dat het voor de sensibilisering toch wel essentieel blijft dat er bepaalde aankondigingen gebeuren om de chauffeur inderdaad bewust te maken van de acties die eigenlijk genomen worden ter controle van het rijgedrag.
Dus concreet is mijn vraag: naar wie of welke afdeling van het lokaal bestuur is die uitnodiging verstuurd? Plant het Agentschap Wegen en Verkeer nog om borden weg te halen die nu fel aanwezig zijn?
De heer Claes heeft het woord.
Minister, ik ben ook niet zo blij met uw antwoord. Ik heb geen bijkomende vragen, maar u hebt duidelijk een visie waarbij u meer wilt inzetten op penalisering dan op preventie. Ik zie die visie ook bij uw federale collega en partijgenoot, minister Van Quickenborne, die bij flitsboetes ook de tolerantiemarge wil afschaffen. Ik vind dat jammer, zeker omdat u in antwoord op de vorige vraag over het rijbewijs met punten zei dat aanzetten tot veilig gedrag het fundament moet zijn van het beleid. Dat is hier niet het geval.
U zult dat misschien tegenspreken, maar collega Brouns heeft het aangehaald: hij werd gecontacteerd door tientallen mensen die boetes hadden gekregen omdat ze niet wisten dat er een trajectcontrole was. Als ze dat wel hadden geweten, hadden ze geen boete gekregen, want dan hadden ze zich braaf aan de snelheidslimiet gehouden. Een aankondiging werkt wel, zelfs preventief. Ze zorgt ervoor dat er geen overtredingen zijn, dat de verkeersveiligheid niet in het gedrang komt. Ik ben absoluut voorstander van die borden, om ze niet te verwijderen en wel – ook bij nieuwe trajectcontroles – om die borden daar te zetten.
Goed, dat is mijn visie. U hebt er duidelijk voor gekozen om penalisering prioriteit te geven op preventie. Ik betreur dat. Het zal de verkeersveiligheid niet ten goede komen.
De heer Brouns heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik wil opnieuw benadrukken dat ik absoluut voor trajectcontroles ben. We zien er effectief het positieve effect van. We hebben ook het verschil kunnen ervaren bij de introductie ervan. Die was massaal, vond ik: op 21 december 2021 startten er in de politiezone Carma in Limburg 11, en dat ging gepaard met een grote massieve informatiecampagne vooraf. Die werd positief onthaald. Er stonden digitale borden in de straat met de aankondiging van de trajectcontrole vanaf 21 december. Er was zelfs een opleiding voor het personeel van de stad of gemeente, over hoe het werkt, … (onverstaanbaar) …, er kwam een informatiebrochure in de bus. Daarnaast werd de trajectcontrole die al twee jaar geïnstalleerd was, ook aangezet. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de communicatie intern bij verschillende diensten daar een rol speelt. Ik heb gewoon het verschil in gedrag en effect op mensen vastgesteld. Mensen zijn er enorm door gefrustreerd.
Men kan de lijn aanhouden van ‘men had het maar moeten weten’. Maar het gaat om die hele grote groep die we bij de andere introductie gezien hebben, waarover we meteen voldoende hebben kunnen informeren, die we daar niet hebben. Dat zijn mensen die daar nog veel beter op gaan letten, meteen bij de aankondiging. Het is gewoon jammer dat we die kans daar hebben gemist, daarom heb ik ook ‘nee’ geknikt. Het gaat inderdaad met een correctiemarge, maar dat is geen 10 kilometer per uur, maar 6 of maximum 7. Oké, we kunnen daar heel streng in zijn, 1 kilometer per uur te hard is er 1 te veel. Te hard is te hard, maar ik wil benadrukken dat er een groot verschil is bij een grondige aankondiging, zeker met introductie. Die werd veel positiever onthaald en het draagvlak was groter dan bij een plotse invoering.
Uiteindelijk zitten we met een verschil in visie in Vlaanderen. Enerzijds wilt u er op gewestwegen geen meer, u haalt ze weg en plaatst geen nieuwe, anderzijds doet u dat op autostrades wel. Dat zijn twee verschillende benaderingen in Vlaanderen. Daarnaast kondigen zowel Nederland als Duitsland deze wel aan. Ik ga ermee akkoord dat er veel te veel borden staan, maar welke moeten we weghalen? Misschien zijn er vele andere met minder nut voor de verkeersveiligheid.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, bij uw antwoord op de vorige vraag heb ik even de wenkbrauwen gefronst toen u insinueerde dat een snelheidsovertreding tegen de 30 of 50 kilometer per uur niet meteen levensgevaarlijke gevolgen heeft. Wij weten allemaal, sinds wij het in de hoorzittingen over 30 kilometerzones in de bepaalde kom hebben gehoord, dat juist het snelheidsverschil het verschil kan maken tussen leven en dood. Ik neem aan dat dit een ‘slip of the tongue’ was, en dat u wel degelijk overtuigd bent van het belang van die snelheidslimieten. U toont dat hier ook aan.
Ik moet zeggen, collega’s, dat ik bij deze vraag wat verbaasd ben door de tonaliteit van de replieken. Elke keer als er een ongeval gebeurt met dodelijke afloop, interpelleren wij de minister om haar duidelijk te maken hoe erg het wel is gesteld met de verkeersveiligheidscijfers. Wij vragen dan dat er absoluut iets moet gebeuren. De minister heeft nu uitgelegd waarom het beter is om trajectcontroles niet meer aan te kondigen. Ik vind dat moedig. Ik vind het goed dat de minister niet terugkrabbelt maar kiest voor verkeersveiligheid.
Ik heb wel begrip voor enkele opmerkingen van de collega’s. Minister, hoeveel van die 406 trajectcontroles werken er vandaag? Dat is toch een uitdaging. Voorts denk ik dat wanneer trajectcontroles voor het eerst in gebruik worden genomen, er wel een duidelijke waarschuwing moet zijn voor de burgers. Dat is iets anders dan de waarschuwing te laten bestaan wanneer ze al in gebruik zijn. Hoe kan er tussen Vlaanderen en de gemeentebesturen afgestemd worden om de informatie goed te verstrekken? In die zin geef ik de collega’s wel gelijk. Ik hoop dat u hiervoor een initiatief zult nemen. Ik vind het niet absurd om in een eerste fase ietwat coulanter te zijn in de bestraffing. Maar is dat juridisch wel mogelijk?
Maar al met al, minister, krijgt u mijn steun voor wat u hier zegt en voor de vuist die u maakt voor verkeersveiligheid. Dat is superbelangrijk en dat is wat ik vraag. Maar u zou nog sterker in uw schoenen staan als u de beslissing om de snelheidscontroles niet aan te kondigen, wetenschappelijk zou onderbouwen. Vandaag zegt u dat te doen omdat het uw overtuiging is. Het zou sterker zijn als u die beslissing zou kunnen baseren op eigen of buitenlands onderzoek over de impact op de verkeersveiligheid. Ook mij lijkt dat intuïtief zo te zijn. Het lijkt mij beter dat de mensen zich overal aan de snelheidslimieten houden en er niet van uitgaan dat zij beter moeten opletten op de ene plaats dan op de andere. Kunt u wat meer duiding geven over de wetenschappelijke onderbouwing van die beslissing?
Minister Peeters heeft het woord.
Is die beslissing genomen omdat ik wil dat er minder verkeersborden staan? Absoluut niet. Wij zijn er ons al langer van bewust dat er te veel verkeersborden staan langs de Vlaamse wegen. Het is al langer een beleid om daarmee komaf te maken. Dat moet ten goede komen aan de leesbaarheid van onze wegen, aan de duidelijkheid en transparantie. Mevrouw Moors, u vraagt of ik ook andere verkeersborden wil wegnemen. Als het gaat om verkeersborden die noodzakelijk zijn voor de verkeersveiligheid, zoals snelheidsbeperkingen, voorrangsborden enzovoort, dan gaan wij die uiteraard niet wegnemen. Overbodige verkeersborden gaan wel weg.
Mijnheer Bex, u vraagt een aankondigingsbord bij nieuwe trajectcontroles. U zegt dat ik bij de vorige vraag de indruk zou hebben gewekt dat snelheidsbeperkingen zoals zones 30 niet belangrijk zijn. Ik heb het dan over de context van recidive. De aanpak van recidive is moeilijk te combineren met GAS 5. Ik zeg niet dat dit onbelangrijk is, integendeel. Maar ongevallen in zones 30 of 50 gaan vaak gepaard met andere overtredingen dan alleen snelheidsovertredingen.
De GAS-boetes focussen zich alleen op de snelheidsovertredingen, niet op andere inbreuken. Als er een snelheidsovertreding is en er is ook een andere inbreuk, waardoor er ook een ongeval is gebeurd, bijvoorbeeld geen voorrang geven of een onoplettendheid of wat dan ook, dan blijft dat automatisch strafrechtelijk en komt het recidiveaspect wel in aanmerking.
Heb ik dan op eigen houtje beslist om die borden niet meer te zetten? En wat is daar de wetenschappelijke onderbouwing van? Ik kan u meegeven dat wij dit ook besproken hebben binnen onze taskforce verkeersveiligheid. Daar is iedereen het erover eens dat men handhavingsapparatuur die eigenlijk al langere tijd ingeburgerd is, niet voorafgaandelijk moet aankondigen. Ik maak opnieuw de vergelijking met elk verkeerslicht. Gaan wij aan een verkeerslicht een bordje zetten met: ‘Let op, als het rood is, moet je stoppen’? Dat is overbodig.
We hebben al 406 trajectcontroles die gepland zijn per december 2021. Dat was toen de stand van zaken. Zo'n 240 trajectcontroles daarvan zijn vandaag effectief operationeel. Voor de resterende 160 is de installatie nog bezig.
Het klopt dat wanneer er nieuwe trajectcontroles worden geplaatst, men daar vaak een hele campagne voor opzet. En dat vind ik ook goed. Een sensibiliseringscampagne, op sociale media en op alle mogelijke kanalen, dat doen wij trouwens ook. Ook over alcohol in het verkeer doen wij heel veel campagnes. Je weet dat je iedere dag continu gepakt kunt worden voor een alcoholcontrole. Maar dan doen we wel, bijvoorbeeld in het kader van een BOB-campagne, een grootschalige campagne om aan te kondigen dat er een BOB-campagne of een SLim-actie (Safe Limburg) is. Er wordt volop ingezet op specifiek dat item, op die killer inzake het verkeer.
Dat geldt ook voor snelheid. Meer dan eens wordt gezegd dat we een grote snelheidscampagne doen. Maar moet je daarom continu rond datgene wat je eigenlijk continu wilt afdwingen, namelijk het respecteren van de snelheidslimieten, ook grootschalige campagnes opzetten? Ik denk niet dat dat kleine bordje langs de weg, langs de trajectcontrole, vandaag een enorme meerwaarde heeft. Integendeel, daardoor boeten we in aan draagvlak, want dat geeft veeleer de boodschap dat daar waar er niet zo'n bordje staat, je de snelheidslimieten mag negeren en je zo hard mag rijden als je wilt. Dat is absoluut niet aanvaardbaar.
Ik heb dan ook gehoord dat een aantal mensen gefrustreerd zijn omdat ze een aantal boetes in de bus kregen. Mijnheer Bouns, bij 50 kilometer per uur is er inderdaad een correctie van 6 kilometer per uur. Dus de mensen die in een zone 50 geflitst zijn door die trajectcontrole die in werking is gesteld door de lokale politie, hebben daar meer dan 56 kilometer per uur gereden. Meer nog, die hebben dat niet op één welbepaald punt gedaan, maar over een langere afstand. Want dat is nog altijd de enorme meerwaarde van een trajectcontrole. Die meet, in tegenstelling tot een snelheidscontrole, niet op één punt, maar die meet over een langere afstand, minstens een halve kilometer, de gemiddelde snelheid. En als die gemiddelde snelheid meer dan 56 kilometer per uur is, terwijl die maximaal 50 kilometer per uur mag zijn, dan heeft men toch een flagrante overtreding begaan.
Het opzet is niet om zoveel mogelijk boetes uit te schrijven. Het opzet is en blijft dat men zich allemaal aan de snelheidslimieten houdt. Daarom rollen we die trajectcontroles massaal uit. Die trajectcontroles zijn niet meer iets nieuws, waar we iedereen continu voor moeten waarschuwen. Integendeel, dat behoort vandaag de dag tot de reguliere handhavingsapparatuur waar we op inzetten. Men kan niet meer zeggen dat trajectcontrole een speciaal item is. Neen, het is regulier. Het is ingeburgerd. Mensen moeten gewoon weten dat als er een snelheidslimiet is, ze zich daaraan te houden hebben.
Ik kan wat dat betreft ook nog verwijzen naar wat onder meer professor Tom Brijs recent heeft geschreven in Het Belang van Limburg, naar aanleiding van heel de commotie rond de trajectcontroles in de politiezone waar ook de gemeente Kinrooi toe behoort.
Men moet weten dat men te allen tijde gecontroleerd kan worden. We blijven volop inzetten op tal van sensibiliseringsacties, op tal van campagnes. We rollen ook heel wat handhavingsapparatuur uit. Men moet ervan uitgaan dat elke mogelijke handhavingsapparatuur kan werken. Ze zullen niet allemaal continu uitgelezen worden. Ook dit item is hier meer dan eens aan bod gekomen, namelijk de verwerkingscapaciteit op dit ogenblik bij de gewestelijke verwerkingscentra, die onder de federale politie vallen en niet ten volle bemand zijn om alles uit te lezen. Maar potentieel kan wel elke trajectcontrole uitgelezen worden. Een gewaarschuwd persoon is er dus twee waard. Men ziet de trajectcontrole langs de wegen staan, men weet dus ook dat men potentieel een boete kan oplopen.
Mevrouw Moors, u vraagt waar die brief is toegekomen. Ik weet dat in juni 2021 de nieuwe brochures rond de aanvraagprocedure van de trajectcontroles voor lokale besturen aan de colleges van burgemeesters en schepenen zijn verstuurd. Ik kan niet exact zeggen bij welke dienst dat is terechtgekomen, ik denk dat dat voor elk lokaal bestuur zelf te bepalen is. Maar alleszins is die aanvraagprocedure in juni verstuurd. Ze is uiteraard ook op de website van het Agentschap Wegen en Verkeer terug te vinden.
Ik ben dus voor sensibiliseringscampagnes en acties à volonté. Wat men onder meer in Genk heeft gedaan, van ‘kijk, hier wordt nu massaal trajectcontrole uitgerold’, vind ik zeker een goede zaak. Maar met de meerwaarde van een klein bordje laag langs de weg boet het in op de leesbaarheid en op de vergevingsgezindheid. Trajectcontroles zijn zodanig ingeburgerd dat ik denk dat dat extra bordje daar weinig meerwaarde heeft. Men moet zich houden aan de snelheidslimiet, in het teken van de verkeersveiligheid. Wat dat betreft maakte de heer Bex terecht een punt: we roepen allemaal als er weer slechte verkeersveiligheidsstatistieken naar buiten komen. Wel, die handhaving is de sluitsteen van heel het verkeersveiligheidsbeleid. Ik wil daar dus ook verder op die manier op blijven inzetten.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Minister, ik denk dat we het zeker eens zijn dat we moeten blijven inzetten op sensibiliseren om bestuurders attent te maken en dat we zo moeten streven naar een grotere verkeersveiligheid. In dat kader blijf ik erbij dat de aankondiging van trajectcontroles, de signalisatie dus, zeker een rol kan spelen. Ik blijf de beslissing dus betreuren. Ik zou u zeker willen vragen om de effecten van de beslissing om de signalisatie weg te nemen, kort op te volgen en te evalueren, om te kijken welk effect het inderdaad heeft.
De heer Claes heeft het woord.
Ik wil gewoon nog heel kort opmerken dat voorkomen beter is dan genezen. Ik geloof dat aankondigingsborden nog altijd meer zullen helpen voorkomen.
De heer Brouns heeft het woord.
Ik heb de minister toch heel duidelijk horen zeggen dat die introductie, zeker wanneer die op grote schaal gebeurt in bepaalde steden, in bepaalde gemeenten, in bepaalde regio’s, wel degelijk een meerwaarde is. Ik kan alleen maar uit de praktijk getuigen dat we dat ook hebben mogen vaststellen – enerzijds een goed aangekondigd verhaal, anderzijds geen – en dat er een heel verschil is in gedrag en in het draagvlak daarvan. Ik heb het gevoel dat hier soms naar een tegenstelling werd gezocht die er voor mij geen is – het gaat altijd over verkeersveiligheid –, alleen over de manier waarop je die bereikt. We hebben dan ook geen antwoord gekregen op de vraag waarom we het in Vlaanderen dan wel doen op de autosnelwegen, waarom we ze daar laten staan of daar plaatsen, en op gewestwegen niet.
Minister, ik heb nu de data opgevraagd bij de gewestelijke verwerkingscentra. Daar is nog wel wat werk aan de winkel. Capaciteit wordt daarbij gezet, dat is niet uw verantwoordelijkheid, denk ik. Maar het moet wel opgenomen worden dat die leesbaarheid en de ontsluiting van die data ten behoeve van het verkeersveiligheidsbeleid nog een pak beter kunnen. Die zijn totaal niet leesbaar, daar moet je zelf nog mee aan de slag. Dat wil ik meegeven voor het overleg van het verkeersveiligheidsplatform waar u ook naar verwees.
Tot slot kan ik bevestigen dat wij die brief ontvangen hebben. Die ging inderdaad over de aankoop, denk ik, en waar je ze kunt bestellen. Ik weet alleen niet meer of daar ook al verwezen werd naar de beleidskeuze om alle borden en aankondigingen weg te halen. Dat moet ik nagaan. Maar ik kan wel bevestigen dat er een brief is toegekomen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.